BUITENLAND.
een bedrag van 7560, 1° voor het maken
eener nieuwe keibestrating van de bestaande
keistraat bewesten den gemeenteput en leidende
naar de begraafplaats, ter lengte van 203 M.
en ter breedte van 2,5 M., begroot op 2210,
en 2° tot bet aanleggen van een grintweg
aanvangende aan bet einde van de keibestra
ting aan de noordoostzijde van het dorp over
den Kerkendijk en zandweg tot de herberg
Luchtenburg, in aansluiting aan de grintwegen
der gemeenten Kruiningen en Krabbendijke,
ter lengte van 2203 M. en ter breedte van
2,8 M., begroot op f 5350/
Het komt Gedeputeerde Staten voor, dat het
verzoek van het gemeentebestuur van Waarde
niet voor inwilliging vatbaar is voor wat be
treft het gedeelte wegs, van de bestaande kei
straat bewesten den gemeenteput en leidende
naar de begraafplaats. (M. Ct.)
Omtrent het door het Dagblad medege
deelde gerucht, dat aan een der vaartuigen
van onze Marine in de Atchineesche Wateren
eene zeeramp overkomen en de bemanning in
handen der inboorlingen zóu gevallen zijn,
schijnt door het Ministerie van Koloniën naar
Indië te zijn geseind, van waar antwoord is
ontvangen, dat het gerucht volkomen onwaar is.
Aanstaanden Woensdag, 22 October, hoopt
de Zangvereeniging alhier haar eerste concert
in dit seizoen te geven, dat tevens 't laatste
zijn zal onder directie van haar geachten di
recteur, dhr. Aug. Winter, onlangs als direc
teur der muziekschool te Zaandam benoemd.
Op dit concert wenscht de Zangvereeniging
als hoofdwerk ten gehoore te brengen het 2de
en 3de deel der Schöpfung van J. Haycln.
De belangrijke solopartijen in dit prachtige
toonwerk zullen gezongen worden door mej.
1. S. Piccardt, (sopraan), dhr. A. van Hemert,
(bas) en dhr. M. (tenor.)
Daar het de directie der Zangvereeniging
niet is mogen gelukken voor deze uitvoering
iemand te engageeren om de moeielijke bege
leiding op zich te nemen, heeft dhr Winter
zich bereid verklaard de alleszins zware taak
van dirigent en accompagnateur te vervullen.
We houden ons dan ook verzekerd, dat dit
concert ons weder even als die van den vori-
gen winter een genotvollen avond zal ver
schaffen.
Men schrijft ons uit Yerseke van 17 Oct.
Heden middag ongeveer 3 uur is het zoon
tje van den veldwachter dezer gemeente, oud
4 jaar en 8 maanden in een nabij zijne wo
ning gelegen waterputje verdronken.
De Goudsche Courant spreekt het bericht
tegen, dat voor den bekenden beker uit den tijd
van Jacoba van Beijeren, 40.000 is geboden.
Als een staaltje hoe bijgeloovig nog in
onzen tijd een groot aantal menschen zijn, kan
dienen dat de bewoners der zoutkeet en om
streken te 's Gravenhage in de vaste overtuiging
verkeeren, dat iederen avond met klokslag van
twaalf uren de schim van mevrouw van der
Kouwen in die buurt de rondte doetvelen
beweren haar van nabij te hebben gezien, o. a.
in een schuur en hooiberg, die daar in de
'nabijheid staan. Reeds sedert verscheiden dagen
ziet men dan ook om dien tijd een aantal
menschen daar bijeen om die verschijning waar
te nemen. Volgens 't Vaderland schijnt de rol
van geest echter door een dronken man ver
vuld te worden.
Naar men verneemt, zal de stoomvaart
maatschappij Nederland een nieuw stoomschip
te Glasgow doen bouwen, in plaats van de
verongelukte Prins Hendrik, ten einde zoo
spoedig mogelijk in den geregelden dienst te
voorzien.
Uit Sappemeer wordt het volgende bericht
In den morgen van Vrijdag jl. verbreidde
zich het gerucht van den onnatuurlijken dood
van de gescheiden vrouw van zekeren Mulder,
die bij haren 72jarigen vader v. d. Harne in
woonde. Zij werd des morgens in hare wo
ning levenloos gevonden met afgesneden hals.
Nog vóór den middag verscheen de heer offi
cier van justitie met gevolg om onderzoek in
te stellen. Het gevolg is geweest, dat het
lijk onder geleide van den burgemeester en
agenten van politie naar het gemeentehuis is
overgebracht, waar het door de deskundigen,
de heeren dr. Sormani van Groningen en dr. I
iSanders van Sappemeer gerechtelijk is ge
schouwd. De justitie heeft verder eenige per
sonen gehoord.
1 Men verdiept zich in gissingen omtrent deze
treurige zaak. 'tls te hopen, dat het der jus
titie moge gelukken helder licht over deze
donkere, veel besproken zaak te verspreiden.
Ook verneemt men, dat de weduwe B., wo
nende in eene achterkamer op de Heerenlaan,
onder deze gemeente deerlijk verminkt door
brandwonden, levenloos op de vuurplaat werd
gevonden.
Aan berichten per mail uit Ned. O. Indie,
loopende tot Batavia dd. 10 September ontleenen
wij het volgende
De enquête betreffende de Atchineesche ex
peditie is afgeloopen. Het Bat. Hand. zegt
dat de regeering van plan is de stukken, on-
middelijk nadat de voor Nederland bestemde
exemplaren verzonden zijn, te publiceeren als
bijlage van de Javasche Courant.
Aan de voorbereiding tot de tweede expeditie
wordt steeds met kracht gewerkt De generaal
Verspijck treedt op als onderbevelhebber en de
kolonel de Neve als chef van den staf. Verder
zou de generaal van Swieten nog al eenige
wijziging in de beraamde plannen verlangen.
Omtrent den moord op den adsistent-resident
van Benkoelen, van Arnstel en den controleur
Castenswordt aan de Indiër geseind De oor
zaak van de moorden laat zich slechts gissen
niets is met zekerheid bekendwaarschijnlijk
was het niet op den adsistent-resident, maar op
den controleur gemuntde eerste wilde Castens
te hulp komen en werd daardoor mede een
slachtoffer. De heffing der belasting is zeker
in het spel. De lijken zijn niet gevonden.
Etechtza ken.
Bij vonnis van den Kantonrechter te Goes in dato
18 October 1873 zijn de volgende veroordeelingen
uitgesproken
1» tegen A. P., M. P., G. P., P. de D. Jz., H. V.,
C. S., P. de 1). Mz., J. F. Cz., A. R. Jz., J. 11. Mz.,
P. W. Az., J. MD. S., M. de D. Jz., L. van der L.,
C. Z., allen te Goes, de twee laatsten te 's Heer Hen
drikskinderen, wegens nachtelijk burengerucht. Ver
oordeeld ieder in eene boete van 7,50 of drie dagen
gevangenisstraf; solidair in de kosten.
2° tegen J. K., te Goes, wegens het visschen zonder
acte en zonder permissie. Veroordeeld tot twee geld
boeten ieder van 6,subsidiair voor iedere boete
een dag gevangenisstraf.
3° tegen J. G., te Yerseke, als voren. Veroordeeld
tot twee geldboeten ieder van 3,of voor iedere
boete een dag gevangenisstraf.
4° tegen P. A. P., C. K., allen te Goes, wegens
het werpen van voorwerpen in esn polder-waterleiding.
Veroordeeld ieder tot eene geldboete van f 10,sub
sidiair ieder drie dagen gevangenisstraf en solidair
in de kosten.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Door stemgerechtigden bij de Hervormde gemeente
alhier zijn jl. vrijdag tot leden van het kiescollege
gekozen de heeren
B. van Duijn, dr. G. T. Callenfels, L. de Fouw, J. Buijs,
F. A. Weber, C. den Hollander, Andr. de Jonge Jz., W.
J. van de Weert, 11. Poolméjer en J. Brouwer.
Beroepen te Kats de heer K. Visscher, candidaat
te Utrecht.
Door de provinciale commissie in Zeeland voor het
afnemen der examens ter verkrijging van acten van
bevoegdheid tot het geven van lager onderwijs zijn
tot heden geëxamineerd 15 candidaten voor den rang
van hoofdonderwijzer, waarvan 9 zijn toegelaten, waar
onder de heerenIV. de Beste en P. Verhage te
Wolfaartsdijk.
Vervolg proces Bazaine.
Het eigenlijke proces is jl. Maandag den
13 October aangevangen. De vorige week was
uitsluitend gewijd geweest aan het voorlezen
der acte van beschuldiging met de aanhang
sels en het memoire justi/icatif, een soort van
'verdediging van den maarschalk. Jl. Maandag
is men begonnen met het verhoor van Bazaine
en toen was er ook meer, en meer gedistin-
gueerd publiek, o. a. de ministers de Broglie en
Beulé, de generaals de Wimpjjen, Sajet en
de Geslin, diplomaten van alle landen, de prin
ses Troubetzkoï, enz. De fauteuil van den
maarschalk was dichter bij den krijgsraad en
ook hooger geplaatst, waarschijnlijk om het
lid generaal Lallemant, die wat doof is, het
hooren gemakkelijk te maken, maar het ge
volg daarvan is dat de pers nu veel verliest
van de antwoorden van den maarschalk, die
zijn orgaan zoo weinig mogelijk uitzet en een
conversatie-toon met den president tracht aan
te nemen. De hertog van Aumale spreekt
echter luid, is buitengewoon, maar koel-beleefd
en zoo kortaf mogelijk in zijne vragen. Yan
de tot nog toe afwezige getuigen zijn nu ook
de oud-minister Rouher, generaal Desvaux,
die vóór Bourbaki de garde heeft gekomman-
deerd, en anderen opgekomen. Nadat de pre
sident een beschikking omtrent de getuigen
had genomen, zeide hij, dat hp het verhoor in
9 onderdeelen zou verdeelen, als1°. het over
nemen van het opperbevel; 2°. de militaire
operatiën van 1319 Aug. 1870; 3°. commu-
nicatiën met het keizerlijk gouvernement, den
keizer, maarschalk Mac Mahon en den minis
ter van oorlog: 4°. militaire operatiën van 19
Augustus tot 1 September 1870; 5°. verde
diging en proviandeering van de vesting Metz
6°. incidenten en handelingen gedurende de
maand September; 7°. communicatiën met het
gouvernement der nationale verdediging; 8°.
laatste onderhandelingen; 9°. capitulatie.
Maarschalk Bazaine scheen zeer op zijn
gemak te zijn. Herhaaldelijk glimlachte hij,
doch het verhoor leverde ook nog weinig be
langrijks op. De president heeft weldoen uit
komen, dat de krijgsraad de verantwoordelijk
heid van den maarschalk eerst van 13 Au
gustus, den dag waarop hij het opperbevel aan
vaard had, wilde rekenen. Wat voor dien tijd
gebeurd was, herinnerde de president slechts
kortelijk. Verder beweerde de maarschalk niets
gedaan te hebben, om het opperbevel te krij
gen en zelfs niet geweten of gegist te hebben,
dat het hem zou worden toevertrouwd. Hij
verklaarde ook geen gedetailleerden staat van
de levensmiddelen, ammunitie enz. ontvangen
te hebben, en toen de hertog van Aumale
vroeg, of het zijn plicht niet was geweest
zijne krachten te tellen, zeide hij, dat hem
daarvoor de tijd had ontbroken. Nog blijkt
het dat de maarschalk bij voorkeur aan zijne
ondercommandanten alles heeft opgedragen,
en deze dan ook verantwoordelijk stelt, als
iets niet gedaan of slecht uitgevoerd is. De
hertog van Aumale, zegt, dat hij, wat den
eersten grooten slag onder Metz betreft, nl.
dien van Borny, 14 Augustus., waar Bazai-
nes epaulet door een granaatscherf is getroffen,
de persoonlijke dapperheid van den maarschalk,
ook daarmede aan den dag gelegd, niet in
twijfel wil trekken, maar slechts zijn gedrag
als chef beoordeelt en dan gelooft hij niet,
dat dit beleidvol is geweest. Zoo heeft hij
bruggen laten vernielen, die hem juist hadden
kunnen dienen en anderen in haar geheel ge
laten, die den vijand dienstig zijn geweest.
Het verhoor liep verder over den slag bij
St.-Privat, waar Bazaine beweert Canrobert
wel gesteund te hebben, ofschoon de instruc
tie het tegendeel heeft aangetoond. Dat de
garde toen niet is bijgesprongen was aan Bour
baki te wijten, die er het opperbevel over had,
en dat de artillerie heeft gezwegen, aan gene
raal Soleille, die het niet noodig oordeelde.
De president vroeg hem echter of hij, als op
perbevelhebber over het leger, niet verkeerd
deed aan andere commandanten de directie over
hunne corpsen te laten. Daarop antwoordde
Bazaine, dat generaal Bourbaki iemand was
van veel verstand en dapperheid en dat hij
hem had opgedragen om, zoo noodig, het 3e
corps te steunen. De instructie bewijst echter
het tegendeel. Overigens heeft de maarschalk
een ander systeem van verdediging gekozen,
wat zijn niet-gaan naar Verdun betreft. Eerst
had hij het latpn voorkomen alsof hij er niet
heen kon komen, en "in dit geval moest hem
onbekwaamheid ten laste worden gelegd, daar
al zijne bewegingen hem eerder van die ves
ting af dan er heen moesten leiden. Nu even
wel heeft hij gezegd, dat hij er niet op ge
steld was, om naar Verdun te gaan, maar het
altijd veiliger had geoordeeld om onder Metz
te blijven. Dat verschil is groot, want èn in
de instructie èn in zijn boek l'Armée du Rhin
én in zijn Mémorie justificatif stelt hij zijn
blijven onder Metz voor als iets, dat hij on
gaarne deed, maar verplicht was te doen, om
dat de weg naar Verdun voor hem was afge
sneden. Die volte-faceden maarschalk waar
schijnlijk door zijnen advocaat aan de hand
gedaan, scheen den president, die toet nadruk
de tegenspraak deed uitkomen, in zijn stelsel
van ondervragen te deroutineeren. Hij hief
althans eensklaps de zitting op (te half vijf).
Bij het verhoor op jl. Dinsdag gaf Bazaine
de verzekering dat zijne positie nooit duidelijk
is aangewezen geworden. Hij ontkende ooit
kennis te hebben gekregen van de twee tele
grammen, waarin Mac Mahon en de Failly hem
om instructiën vroegen. Deze documenten en
andere' dépêches van Mac Mahon pan Bazaine
zijn bij de processtukken gevoegd. Bij het ver
hoor bleek, dat Bazaine onvolledig was inge
licht over den uitslag van den strijd op den 18.
Hij zelf gaf onnauwkeurige mededeelingen. Ba
zaine las eène dépêche van den Russischen ge-