Faillissement.
"CÜVÜ^GDE BERICHTEN.
SPOORWEG.
BURGERLIJKE STAND GOES,
40jarige Echtvereeniging
bouwen eener meestoof. Dit is waarschijnlijk gedaan
met hetzelfde doel, als nu om afstand gevraagd wordt, j
te weten om uitbreiding te geven aan de industrie.
Burg. en weth. hebben gemeend, dat de geïnteres
seerden hadden een precair bezit. Spr. wil niet ver
wachten, dat de Baad, gebruik makende van zijn recht,
de eigenaren zou noodzaken de stoof af te breken;
maar de tegenwoordige Raad leeft niet altijd. Daarom
hebben burg. en weth. gemeend eene billijke schik
king te moeten maken en wat tot nu toe renteloos
was, rentegevend te doen worden. Nu is een der le
den van meening, dat de grond zulk eene hooge waarde
heeft om de zelkasch. Spr. moet herhalen, wat hij
vroeger reeds heeft medegedeeld, dat het onderzoek
aldaar niet tot gunstige resultaten geleid heeft. Het
is daarom dat spr. er op aaudringt, het wel doordacht
voorstel van burg. en weth. aantenemen.
De heer mr. Bel Baere stemt toe, wat de Voor
zitter heeft gezegd, dat het hier een exceptioneele toe
stand is; doch de normale toestand van uitgifte van
grond is, dit te doen voor nieuwe ondernemingen.
Het geldt nu niet eene onderneming, die in de
geboorte is, maar eene die op sterven ligt (Gelach
onder het publiek). En wat men nu in 1595 niet
heeft gedaan, betaamt ook ons niet. Spr. heeft al
len eerbied voor de besluiten van den raad sints 1852
doch hij wil behouden wat hij heeft. Voor ƒ70 voor
deel een zoodanig gunstig gelegen oppervlakte af te
staan kan en mag de raad niet doen.
De heer Fransen van de Putte wil nog eens her
halen, dat het initiatief niel is uitgegaan van de eige
naren der stoof, maar van het gemeentebestuur. Spr.
stelt zich persoonlijk verantwoordelijk voor het voor
stel. Men moge nu ƒ70 gering achten, - spr. niet.
Als van niets ƒ70 komt dan is dit voor spr. veel.
Hij herhaalt, dat het is een transactie, opgezet
door Bnrg. Weth., en waarvoor hij de verantwoor
ding gaarne deelt. Het is geen achterliandsch aan
zoek van de stoof, maar eene door Burg. Weth.
uitgelokte aanvrage tot regeling.
De heer Busing stelt als amendement voor de koop
som te bepalen op ƒ1101, dat is tegen 0.60 per
centiare.
De 'Voorzitter zegt, het eerste punt van het voorstel
in tweëen te zullen splitsen en den raad te laten be
slissen: 1° of de grond zal worden afgestaan, en 2°
tot welken prijs?
Het voorstel om den groiul af te staan wordt in
omvraag gebracht en aangenomen met 6 tegen - 2
stemmen. Tegen de heeren mr. Del Baere en de Meu-
lemeester. De heeren mr. de Witt Hamer en Kake-
beeke hehben zich, op grond van art 46 der gemeen
tewet, van medestemmen onthouden; ook bij de vol
gende stemmingen.
Alsnu brengt de Voorzitter het amendement van
den heer Busing, om de koopsom, in plaats van ƒ700
op 1101 te bepalen in behandeling. De heer Fran
sen van de Putte zegt tegen het amendement te zul
len stemmen op de motieven, in de vorige vergade
ring medegedeeld.
De heer den Boer vraagt welke die motieven zijn?
De Voorzitter deelt die mede, en zegt daarna, dit
amendement in omvraag te zullen brengen, en wordt
het verworpen, het er voor te zullen houden dat het
voorstel van Burg. Weth. is aangenomen.
Het amendement wordt aangenomen met 6 tegen 2
stemmen. Tegen de heeren Fransen van de Putte en
Jhr. van Swinderen.
Het tweede en derde punt van het voorstel van
Burg. Weth. (uitgifte van grond in erfpacht en ge
bruik) worden achtereenvolgens in omvraag gebracht
en met algemeene stemmen aangenomen.
VIII. De Voorzitter deelt mede, dat door de com
missie van toezicht op het middelbaar onderwijs, bij
missive van 20 Februari 1873 werd bericht, dat het
teekenonderwijs aan de burger-avondschool, ten ge
volge van het toenemend getal leerlingen, eene reor
ganisatie behoefde. Er waren toen 32 leerlingen en
het kwam der commissie noodig voor, dat een tweede
locaal werd ingericht .en een tweede leeraar aan
gesteld. Na eenige correspondentie, was de cursus
1873/73 bijna geëindigd en burg. en weth. hebben
daarom de zaak laten rusten, in afwachting of voor
den nieuwen cursus zich weder zulk een groot getal
leerlingen zou aanmelden. De cursus 1873/74
is echter begonnen met 39 leerlingen en de commis
sie schrijft nu, dat het teekenonderwijs, hetwelk vroe
ger reeds gebrekkig was, nu zoo goed als onmoge
lijk is geworden en zeer dringend en spoedig voor
ziening behoeft. Bnrg. en weth. hebben deze zaak
daarop tot een onderwerp van ernstige overweging
gemaakt en zijn tot de conclusie gekomen, dat een
tweede leeraar noodzakelijk is, doch dat de inrich
ting van een tweede locaal kan vermeden worden,
door, in plaats van op drie avonden 's weeks, zooals
tot nu toe geschiedt, eiken avond teekenonderwijs te
geverf. Aan den tegenwoordigeu leeraar konden die
meerdere lesuren niet worden opgedragen, want, he-
halve dat deze ook andere verrichtingen voor de ge
meente heeft, is hij benoemd op 12 uren 's weeks
en hij geeft nu reeds 17 uren, terwijl dit getal dan zou
klimmen tot 23. Burg. en weth. stellen daarom voor,
te besluiten, dat een tweede leeraar in liet teekeneu
aan de burger-avondschool zal worden aangesteld, op
eene jaarwedde van 150.zijnde hetzelfde bedrag
als de leeraar Ittmann geniet, die hetzeltde getal les
uren heeft, als de aantestellen leeraar in het teeke
neu zal hebben.
De heer mr. Bel Baere erkent de noodzakelijkheid
der aanstelling van een tweeden leeraar en bedankt
burg. en weth. voor hunne welwillendheid ten op
zichte van het middelbaar onderwijs; doch vraagt, of
dan iederen avond aan 39 leerlingen teeken-onder-
richt zal worden gegeven.
De Voorzitter antwoordt, dat de le klasse met 21
leerlingen op den eenen avond en de 2e en 3e klasse
met 18 leerlingen op den anderen avond onderricht
zullen moeten ontvangen. Dit zal eene kleine ver-
scliikking der lesuren van de andere leeraren ten ge
volge hebben, maar een tweede locaal wordt dan niet
noodig.
Het voorstel van burg. en weth. wordt zonder hoof
delijke stemming aangenomen.
IX. Thans is aan de orde het voorstel van mr.
Bel Baere om toepassing te vragen van art. 36 dei-
wet op het lager onderwijs (zie verslag der raadsver
gadering van 17 Juni 1873). De financieele com
missie heeft geadviseerd tot aanneming. Burg. en
weth., zich met dat advies vereenigende, hebben een
adres aan Z. M. den koning ontworpen en brengen
dit in behandeling.
De heer jhr. de Marees van Swinderen zegt, dat
het de aandacht van deu voorzitter zal getrokken hebben
dat hij het advies der financieele commissie niet heeft
mede onderteekend. Hij had daarvoor 3 redenen. In
de eerste plaats acht hij de aanvrage eene vruchte-
looze poging. Aan eene gemeente, waarin eene school
voor middelbaar onderwijs gevestigd is, zal de regee
ring nimmer subsidie voor het lager onderwijs geven.
De raadsleden, door wie in 1S65 het middelbaar onder
wijs alhier werd in het leven geroepen, hebben een
onberaden stap gedaan. Waar de raad op een ver
keerde wijze de financiën der gemeente besteed heeft,
kan ten koste van het algemeen nietjop subsidie ge-
gerekend worden. In de tweede plaats strookt de
aanvrage niet met het denkbeeld van zelfstandigheid
der gemeente. Nog kort geleden was er sprake van
oprichting eener landbouwschool. Het plan daartoe
is niet in behandeling gekomen, omdat Zierikzee de
toezegging van het rijkssubsidie heeft gekregen. Maar
hoe zal het gaan, als wij weder eens eene inrichting
willen hebben. Dan kunnen we niet vragen om sub
sidie en wij kunnen dan het onderwijs niet meer ver
beteren. In de derde plaats acht spr. het tijdstip nog
niet gekomen, om de aanvrage te doen. Er wordt
geen subsidie gegeven voor „minimum onderwijs," zoo
als Thorbecke het genoemd heeft. Het onderwijs te
Goes is nog niet ingericht, zoo als het behoort te zijn.
Eerst als we klaar zijn, kunnen wij zeggen: help ons!
en dan zal de regeering ook zeker helpen.
De Voorzitter wil al dadelijk eenige inlichting geven
op ieder punt. De heer van Swinderen heeft in de
eerste plaats betwijfelt of subsidie zal verkregen worden,
omdat hier eene school voor middelbaar onderwijs ge
vestigd is en zelfs gezegd, hetgeen spr. zeer leed doet,
dat de invoering van het middelbaar onderwijs ver
keerd was. Spr. kan verzekeren, en de heer v. Swin
deren kan er zich uit de destijds gevoerde correspon
dentie van overtuigen, dat het gouvernement er zeer
veel waarde aan hechtte, dat hier eene school voor
middelbaar onderwijs gevestigd werd. Dit heeft het
getoond door het verleenen en het later verhoogen
van subsidie. Wat het tweede punt betreft, begrijpt
spr. niet, waarop de aanhaling der landbouwschool
steunt. Er is een besluit genomen en aan den Mi
nister en de Staten medegedeeld, dat men de vestiging
eener landbouwschool wenschte, maar er bijgevoegd,
dat men een rijkssubsidie van ƒ5000 behoefde. Zie
rikzee schijnt zich tevreden gesteld te hebben met
ƒ4000, zooals de minister heeft toegezegd. B. W.
durfden den last van 1000 meer niet op de gemeente
kas leggen en de raad heeft zich daarmede vereenigd.
Maar het besluit was genomen en nu noemt spr. het
eene gewaagde stelling, om als eene andere inrichting
zou worden in het leven geroepen, de toepassing van
art. 36 daaraan in den weg zou staan. Wat het
derde punt aangaat, gelooft spr. dat voorzoover hij
kan nagaan liet onderwijs geregeld is A priori kan
men niet redeneeren over meerdere behoeften in de toe
komst. Daaraan kunuen verschillende omstandigheden
ten grondslag liggen, b. v. vermeerdering van zielen
tal. Toen spr. aan het bestuur kwam telde Goes
5400, thans p. m. 6300 inwoners. Dit heeft natuur
lijk vermeerdering van het getal leerlingen ten gevolge
gehad. Spr. zou het een zegen achten als de scholen
nog meer bevolkt werden. Eu heeft men de toepas
sing van art. 36 der onderwijswet verkregen, dan
heeft men daardoor ook gelegenheid om meerder sub
sidie te vragen
De heer jhr. de Marees van Swinderen repliceert,
dat hij, toen hij sprak over het middelbaar onderwijs
en dat de oprichting der school een bezwaar zou zijn,
om subsidie te erlangen, wist, dat de regeering daar
mede zeer ingeiïomen was. Maar spr. wilde te kennen
geven, dat in liet jaar dor vestiging van de school
voor middelbaar onderwijs de uitgaven voor het lager
onderwijs reeds zoo hoog waren, dat die uitgaven
drukkend voor de gemeente konden genoemd worden.
In de tweede plaats heelt spr. niet gedoeld op de
landbouwschool, maar op het vestigen eener andere
inrichting in het algemeen, b. v. eene hoogere bur
gerschool voor meisjes. Wat de inrichting van het
lager onderwijs aangaat, had spr. geen tegenspraak
van den Voorzitter verwacht, daar deze in de vorige
vergadering met spr. erkende, dat die inrichting nog
niet volkomen was.
De heer Fransen van de Putte is het niet eens met
den heer van Swinderen wat diens gevoelen omtrent
de inrichting van het onderwijs betreft. Hij wijst op
de geschiedenis van art. 36; hoe dit bij amendement
van den heer Thorbecke in de wet is gebracht, tegen
den wil van Minister van Rappard, maar met instem
ming van den heer Strens. Wanneer naar de behoef
te behoorlijk ingericht onderwijs wordt gegegen, kan
subsidie verstrekt worden. Het tweede bezwaar om
trent het middelbaar onderwijs acht spr. niet juist.
De wet op het lager onderwijs is lang voorafge
gaan aan die op het middelbaar onderwijs. En als
men nagaat, dat de school voor middelbaar onder
wijs is iu de plaats getreden van die voor] meer uit
gebreid lager onderwijs, dan gelooft spr. dat de ves
tiging der middelbare sehool het snbsidiëeren der la
gere school niet in den weg zal staan. Dat de po
ging vruchteloos zou zijn, kan spr. ook niet toegeven.
Wanneer men toch nagaat, op welke gronden Ged.
Staten het verleenen van subsidie ondersteunen dan
gelooft hij dat geen gemeente meer in de termen valt
dan Goes. Gedurende den tijd dat spr. de eer heeft
lid der Staten te zijn is subsidie verstrekt aan de ge
meenten Eede, Yerseke en Westkappelle. In de laat
ste gemeente wordt aan hoofdelijken omslag betaald
ƒ0.80 per ziel m Goes 44 Gl. ^pr. heeft "tegen het
subsidieëeren dier gemeente gestemd, maar hij moet
vragen, waar de regeering Wcstk^pelle subsidieert, of
zij dit aan Goes kan weigeren? Én nu moge het'lot
van het voorstel onzeker zijn, elke poging tot ver
mindering der lasten moet worden aangewend, en als
bij later gebleken behoeften, er vermeerdering van
uitgaven ontstaat, moet men nieuwe pogingen in het
werk stellen.
Het voorstel van Burg. Weth. om zich met het
ontworpen adres tot den Koning te wenden en eeu
afschrift daarvan, vergezeld van toelichtende tabellen
aan Ged. Staten te zenden wordt in omvraag, gebracht
en aangenomen met 8 tegen 2 stemmen. Tegen de
heeren Jhr. de Marees van Swinderen en Quist.
X. Om het vergevorderde uur wordt de behande
ling der wijzigingen van het brandreglement tot eene
volgende zitting aangehouden en de vergadering
gesloten.
Op het kasteel Joliannisberg is dezer dagen een vat
wijn (Auslese van 1861) verkocht voor den hoogsten
prijs, die, naar men zich herinneren kan, nog ooit
aan den Rijn betaald is, namelijk voor 28.000; dat is
20 gulden per flesch.
Een Fransch geneesheer, de heer Grehant, heeft
proeven genomen met den tabaksrook, en hij verzekert,
dat de dood veroorzaakt kan worden door liet inademen
van tabaksrook, die een groote hoeveelheid koolzuur
bevat. Hij heeft proeven genomen op honden, die ge
dood zijn door het inademen van den rook van vier
sigaren.
Volgens don Gids van het Plantenrijk verlangt
de keizer van Dhina een tuinman in dienst te nemen,
tot vervorming van de keizerlijke tuinen naar Fransch
model De aangeboden jaarwedde bedraagt 60,000
franken.
Koning Victor Emmanuel heeft in Berlijn een
gunstigen indruk achtergelaten, ook door zijne mild
heid. De geschenken door hem aan de keizerlijke
familie, vooral aan prinsessen gemaakt, getuigen van
zeldzamen kunstzin. Aan ondergeschikte bedienden,
die hem waren toegevoegd, heeft hij 150 kostbare
horloges geschonken, alle met het koninklijk naam
cijfer voorzien.
Te Utrecht is eene vrouw bij 't aansteken van
hare petroleumlamp in brand gevlogen, maar door
een, buurman, naar wien zij vlugtte, bij tijds gered.
Voor de versiering van Alkmaar heeft men o. a.
groen gebruikt uit Assen en Smilde.
- In de R. kath. kathedraal te Haarlem heeft
Zaterdag eene gasontploffing plaats gehad, waarbij een
trap en een aantal ruiten zijn verbrijzeld en drie
personen flauw gevallen. Overigens geene accidenten.
Te Gulpen (Limburg) zijn acht woonhuizen met
schuren enz. verbrand, waarschijnlijk door 't broeien
van graan. De schade bedraagt'/ 25,000.
De dokter van Oss (Noordbrabant) is door twee
deugnieten bij avond op den openbaren weg erg mis
handeld en van zijn liorologie beroofd. Den volgenden
morgen vond men een der schavuiten dronken aan
den weg liggen met het horologie van den dokter
in de hand.
Onlangs zaten in den trein van Arnhem naar
Emmerik, en wel in eeu compartiment der eerste klas
se, drie dames en twee heeren, waaronder een En-
gelschman. 't Was snik lieet en men deed alle
moeite om een der raampjes open te maken, maar daar
de wagen nieuw was, schenen deze bijzonder te knellen.
Juist kwam de conducteur om de kaartjes na te zien
en ook hij deed eene poging, maar even vruchteloos
als die der beide reizigers.
De Eugelscliman. die weinig geduld had en wien
bovendien 't zweet van het voorhoofd gudste, nam
daarop zijn stok en sloeg een der ramen in met de
woorden: „Zoo, nu hebben wij al wat frissche lucht.
„Mijnheer zeide de conducteur dat zult gij moe
ten betalen.
Hoe duur?
„Vijf gulden.'
De reiziger nam zijn povte-monnaie en reikte hem
een muntbillet toe van tien gulden.
Terwijl nu de conducteur vijf gulden in zijn zak
zocht om den Eugelsman terug te geven, zeide deze
zeer bedaard
„O, dat is niet noodig, ik zal hot andere ook maar
stuk slaan, dan is het juist gepast."
En met een tweeden slag sloeg hij ook het andere
raampje in.
't Gevolg hiervan was, dat de overige personen ijse—
lijk veel tocht gevat hebben en de Eugelscliman de
geheeïe reis door met een gelaat van zelfvoldoening
rond heeft gekeken, als wilde hij zeggendat is mijn
wind, die hierin waait 1"
Ingezonden Stukken.
Ben heer Bedacteur der Goessehe Courant!
De verslaggever van liet verhandelde in de jongste
vergadering van den Goesschen gemeenteraad zegt
o. a. dat bij burgemeester en wethouders van mij
bericht is ingekomen, dat ik volgaarne bet lid
maatschap van het Burgerlijk Armbestuur aanneem.
Ik heb daarentegen aan burgemeester en wet
houders schriftelijk bericht gedaan, dat ik mij die
benoeming laat welgevallen.
Ik verzoek U dus, mijnbeer de redacteur 1 deze
belachelijke onjuistheid in uwe eerstuitkomende
courant te willen rectificeeren, door bet jilaatsen
van dit schrijven, ten einde mij te vrijwaren voor
verkeerde gevolgtrekkingen.
Dri J. KOOMAN Az.
Is bet vervoer langs de Zeeuwscbe spoonveglijn
gebrekkig te noemen, niemand zal bet verwonderen
dat de industriëelen bet met schandelijkheid zul
len bestempelen.
Immers oesters aan bederf onderhevig, Maan
dag den 6 Octb. 73 ten half twee ure aan liet sta
tion Kruiningen bezorgd waren Dinsdag den 7 Oct.
om 2 '/z nog niet in Amsterdam besteld.
"Waar de industrie zoo elkander de band reikt
is bet niet te verwonderen dat men luide klaagt
niet alleen over bet enorm hoog opgevoerde vracht
tarief, maar bovendien over de schandelijkheid en
slordige bestelling van goederen, die aan bederf
niet alleen onderhevig zijn, maar bovendien mee-
rendeels denzelfden dag, als uit den aard der zaak
behoorden besteld te worden.
Het ware te wenscben dat de bevoegde autori
teit zoo mogelijk gebiedend voorschreef, dat goederen
aan bederf onderhevig met den aansluitenden trein
naar hunne bestemming moesten, met vaststelling
eener groote boete, ten einde aan de tegenwoordige
willekeur een einde gerake.
Met de plaatsing dezer regelen zult UEd., mijn
beer de redacteur, mij zeer verplichten.
Een Oesterman.
van 10 tot en met 13 Oetoj*M; 1873.
Geboren: den 11, Franciscus,V~v. Hendrik
Carolus Cornu en Antonetta Hermans; den 12,
Katharina Louisa, d. v. Abraham van Lindonk
en Katharina Louise Krabbe.
Overleden: den 12, Petrus Beuns, oud 34 j.,
gehuwd met Janna Susanna Ellefrink.
ADYERTENT1ËN.
W'
vau
JOOS de MOL
en
WILLEMINA NIEUWEN HUIZE.
'sHeerArendskerke, 14 October 1873.
Hunne dankbare kinderen. fS
Heden overleed na een langdurig doch
geduldig lijden mijn innig geliefde echtgenoot
JAN SCHEELE, iu den ouderdom van 37 jaren,
mij nalatende drie kinderen nog te jong om hun
verlies te beseffen.
Axel, Wed. J. SCHEELE—
den 12 October 1873. van Strien.
Algemeene kennisgeving.
Bij vonnis der Arrondissements-Recht-
bank te Goes van den 26 September
1873, behoorlijk geregistreerd, is Laurina
IMoerdijkweduwe van JACOB KOLE
zonder beroepwonende te Oudelande, ter zake
van krankzinnigheid, onder curatele gesteld.
M. P. BLAAUBEEN,
Procureur.
(Kosteloos, ingevolge behoorlijk geregistreer
de beschikking vau de Arrondissements-
Reclitbank te Goes van 14 Maart 1873.)
De Schuldeischers in bet faillissement van
Engeltje Rofessa, wed. J. BLOK te
Neuzenworden opgeroepen, om de rekening
en verantwoording aantehooren welke door den
Curator zal worden afgelegd ten overstaan van
den heer Rechter-Commissaris op ZATERDAG
DEN 25 OCTOBER 1873, des middags ten
één ure, in de raadkamer der Arrondissements-
Rechtbank ten stadhuize te Goes.
Neüzen, 13 October 1873.
De Curator
J. DIELEMAN,