N0. 112. BIJVOEGSEL VAM BE Dinsdag 23 GOESSCHE COURAMT, September 1873. Vervolg raadsverslagzie eer at de Courant.) VI. Alsnu herinnert de Voorzitter aan zijn mededee- ling in de vergadering van den 23 Juli jl. dat een adres was ingekomen van de hulponder wijzers met acte van hoofdonderwijzer om verhooging hunner jaarwedde en verdeeling der hulponderwijzers in klassen. Dit adres wordt gelezen en luidt als volgt riEdel Achtb. Heer en! «De ondergeteekenden, allen hulponderwijzers met acte als hoofdonderwijzer alhier, nemen de vrij heid, TJEA. hij dezen met de meeste bescheiden heid, doch dringend, eene verhooging van jaarwedde te verzoeken, zóó, dat deze meer in overeenstem ming zij met de waardigheid van hun stand en met hun leeftijd. li Opdat dit verzoek, met het oog op de nog onlangs door UEA. toegestane algemeene verhoo ging van de jaarwedden der hulponderwijzers al hier, niet den schijn hebbe van ontijdig en onbillijk te zijn, hebben ondergeteekenden de eer, UEA. hierbij tevens de redenen uiteen te zetten, die hen hiertoe hebben geleid. n 1°. Onderget. vinden het hard en weinig be moedigend dat zij, die reeds geruimen tijd in deze gemeente zijn werkzaam geweest, den rang van hoofdonderwijzer bezitten en reeds op eenigszins ge vorderden leeftijd zijn gekomen, in bezoldiging gelijk staan met hen, die pas hunne acte als hulp onderwijzer hebben verkregen en na sollicitatie hier worden benoemd. Op vele andere plaatsen, niet alleen buitenmaar ook in deze provincie, ontvangen de hulponderwij - zers met hoofdonderwijzers-acte eene hoogere jaar wedde, of is het hulppersoneel in klassen verdeeld, zoodat er opklimming bestaat; zij wijzen daartoe op Botterdam, 'sHage, Leiden, waarcandidaat-hoofd- onderwijzers van 600 tot 800 gulden kunnen ge nieten, en verder op Middelburg en Ylissingen, waar eene regeling der tractementen bestaat. 2°. Wanneer zij hun toestand vergelijken bij dezen van hulponderwijzers op onderscheidene dor pen van Z.-Beveland, dus uit hunne naaste om geving, die hetzelfde tractement genieten, dan nog valt die vergelijking in hun nadeel uit, aangezien het in Goes veel duurder leven is, dan op het platte land. «3°. Er zijn in deze gemeente verschillende amb tenaren die, wat opleiding en vorming ter behoor lijke waarneming van hunne betrekkingen aangaat, zich veel minder moeite en opofferingen hebben behoeven te getroosten en toch beter gesalariëerd wordendan ondergeteekenden, ja, zij gelooven, dat er moeilijk eene maatschappelijke betrekking te noemen valt, die op hun leeftijd, en bij de ei- schen, die hun gesteld worden, zulk eene geringe bezoldiging geeft, als de hunne. d4°. Door het overgroote getal candidaat-hoofd- onderwijzers in ons land, dat nog steeds zal toe nemen, door de tegenwoordige uitbreiding van het hulppersoneel, en daarentegen het geringe getal vacatures voor hoofdonderwijzer, dat natuurlijk zoo ongeveer hetzelfde blijft, is het uiterst moeilijk eene eigene standplaats te verkrijgen. De hulp onderwijzers-stand zal dus ongetwijfeld eene blij vende wordenwant 't is om boven genoemde reden onmogelijk, dat iedereen geplaatst wordt. Daarbij komt nog, dat men uit een financieel oog punt dikwijls genoodzaakt is, niet mede te dingen, want de hulponderwijzer dient toch ook, als een eerlijk man, zijne schulden te betalen, en kan dus bij zijne sollicitatiën zich alleen bepalen tot de plaatsen, die in zijne onmiddelijke nabijheid va- ceeren. «Ziet hier, Edel Achtb. Heerende gronden, waarop ondergeteekenden het wagen verhooging van jaarwedde te verzoeken. Niet overijld hebben zij dit besluit genomen lang hebben zij geaarzeld en uitgesteld. Doch wanneer zij het oog in de toekomst slaan, die voor den hulponderwijzer met hoofdonderwijzers-acte tegenwoordig niet zeer be moedigend is, dan kunnen zij niet ontveinzen, dat een beter vooruitzicht, door inwilliging van hun verzoek, een spoorslag zou zijn, om hun lust en opgewektheid voor hun werk te doen behouden, die voor een goed en degelijk onderwijs onmisbaar zijn. In het vaste vertrouwen, dat dit verzoek rijpelijk door UEA. zal overwogen worden en in de hoop op gunstige beslissing, noemen zij zich met verschul- digden eerbied. Van UEA. de onderdanige dienaren, (get.) G. BAAEDOLE. B. C. VAN DBLEL. G. GOEDBLOED. P. A. KOMMEBS." Dit adres is al dadelijk, toen het ontvangen was gesteld in handen van het Schooltoezicht om bericht en raad, en dezer dagen mochten B. en W. een uit voerig rapport met bijgevoegde stukken ontvangen, waarvoor zij zeer dankbaar zijn, en die een punt van ernstige overweging bij hen hebben uitgemaakt, .ter wijl zij vertrouwen, dat de raad niet minder zijne aandacht er aan wijden zal. Het rapport wordt gelezen en luidt als volgt: )iOnder terugzending van het, bij uwe apostille van 5 Juli 1873 in handen van het schooltoezicht om bericht en raad gestelde request van de hulp onderwijzers in deze gemeente, die in het bezit zijn eener acte van hoofdonderwijzer, hebben wij in overleg met den heer schoolopziener, de eer UEA. te kennen te geven, dat, naar onze mee ning, eene tegemoetkoming aan de in vermeld verzoekschrift vervatte wenschen, in het welbegre pen belang van het onderwijs zal zijn. «Mocht dit gevoelen door UEA. en den gemeen teraad gedeeld worden, dan zal eene verdeeling in klassen en eene wijziging in de bezoldiging van het hulppersoneel bij het openbaar lager onderwijs in deze gemeente daarvan het gevolg moeten zijn. Als de eenvoudigste vorm, om ons denkbeeld van eene dergelijke wijziging aan uw oordeel te onder werpen, nemen wij daarom de vrijheid, UEA. bij deze toetezenden eene concept-verordening, waarin de wijze van uitvoering omschreven is. «De motieven die ons tot bijgaand voorstel geleid hebben, zijn de volgende: «Het is een feit, dat in de laatste jaren het aan tal hulponderwijzers-betrekkingen, door verschil lende oorzaken, voortdurend is vermeerderd, ter wijl het te voorzien is, dat dit aantal nog aanzienlijk zal worden uitgebreidhet aantal hoofdonderwijzers betrekkingen blijft nagenoeg onveranderd. «Het gevolg daarvan is, dat de kans, om als hoofdonderwijzer geplaatst te worden, veel is ver minderd, en nog steeds geringer zal wordendat dus een aantal hulponderwijzers zich zullen moeten tevreden stellen met eene betrekking als klasse onderwijzer en daarin hun bestaan zullen moeten vinden. «Eene betrekking als klasse-onderwijzer echter bij het lager onderwijs, is, met name in deze gemeente, van dien aard, dat geen degelijk man zich, als hij eenigen tijd als hulponderwijzer getoond heeft voor zijne betrekking berekend te zijn en in het bezit is gekomen van eene acte van hoofdonderwijzer, dat geen degelijk man zich daarmede tevreden kan stel len. Moet hij toch na het verkrijgen van het radicaal om aan het hoofd eener school te staan, bij het ge ringe uitzicht, dat hij immer eene hoofdonderwijzers betrekking zal bemachtigen, zich reeds op 25- a 30ja- rigen leeftijd van het denkbeeld doordringen, dat eene bezoldiging van f450,— zijn eenig vooruitzicht, ook voor zijne verste toekomst is, dan kan het niet anders, of wrevel en afkeer tegen zijne betrekking moeten langzaam maar zeker zich van hem gaan meester maken, en de geschikste onderwijzer zal bin nen kort niet meer in staat zijn, om zijne betrekking met den zoo onmisbaren lust en ijver waartenemen, of naar elders vertrekken waar meer te verdienen is. Des te sterker zal die ongunstige invloed zich doen gevoelen bij hen, die, in het bezit eener acte van hoofdonderwijzer, reeds gedurende eenige ja ren de betrekking van hulponderwijzer vervullen op een tractement, dat volkomen gelijk staat met dat hunner collega's, die terstond na het verkrij gen eener acte van hulponderwijzer, mogeljjk op 18jarigen leeftijd aan de zelfde school zijn be noemd. «Dat het minstens onbillijk is om de diensten van evengenoemde cathegoriën van hulponderwij zers gelijkelijk te beloonen, springt o. i. in het oog en van daar ons voorstel, om aan elk hulp onderwijzer, die in het bezit is eener acte van hoofdonderwijzer, jaarlijks f 50 meer tractement te geven, dan aan hen, die eenvoudig de acte van hulponderwijzer bezitten. «In de tweede plaats echter achten wij het wen- schelijk om aan elk der hier bedoelde scholen een der hulponderwijzers of hulponderwijzeressen, die in het bezit is eener acte van hoofdonderwij zer of hoofdonderwijzeres, met den titel van on derwijzer of onderwijzeres aan te stellen op eene bezoldiging van ƒ600 per jaar. «Ofschoon wij op den voorgrond stellen, dat ook eene bezoldiging van f600, wanneer men die als het hoogst bereikbaar moet beschouwen, nog vol strekt niet als voldoende belooning voor een de gelijk onderwijzer is aan te merken, zoo houden wij ons toch overtuigd, dat eene dergelijke rege ling, waarbij eene opklimming van ƒ450, ƒ500 en f 600, onder het bereik van de hulponderwij zers in deze gemeente wordt gebracht, niet alleen te gemoet zal komen, aan de o. i. billijke wen schen der requestranten, maar ook een hoogst gunstigen invloed zal hebben, op het onderwijs. «De verbeterde vooruitzichten zullen ongetwijfeld gunstig op den voortdurenden lust en ijver dei- hulponderwijzers terugwerken; de tegenwoordige titularissen zullen niet, zooals in den laatsten tijd aanhoudend voorkwam, naar elders vertrekken en de scholen zullen bevrijd blijven van het nadeel, dat in het aanhoudend wisselen van personeel ge legen is. «Ook de onderscheiding, verbonden aan de be trekking van onderwijzer of onderwijzeres, dat is de plaatsvervanger of plaatsvervangster van den hoofd onderwijzer of van de hoofdonderwijzereswan neer deze, om welke reden ook, afwezig is, zal ongetwijfeld bijdragen, om den stand der reques tranten, zoo wel in hun eigen oog, als in de schat ting van het publiek te verhoogen. «Volledigheidshalve is in art. 5 ook de toelage der kweekelingen bepaaldwij zijn daarbij geble ven binnen het bedrag dat tot nog toe door hen genoten werd. In den laatsten tijd echter hebben zich voor het gewoon lager onderwijs geene kwee kelingen aangeboden. «Mocht de voorgestelde verdeeling in klassen dooi den gemeenteraad worden goedgekeurd, dan zouden een paar wijzigingen in de instructie voor de hoofd en hulponderwijzers wenschelijk zijn. Met het oog daarop nemen wij de vrijheid UEdA. ook daar voor een concept-besluit toe te zenden. «Namens de plaatselijke Schoolcomm., (get.) J. G. de WITT HAMEB, voorz. van den BUSSCHE, secretaris De bij deze missive behoorende verordening luidt als volgt: «Verordening regelende de verdeeling en bezoldi ging van het hulppersoneel bij de openbare scholen voor lager en meer uitgebreid lager onderwijs in de gemeente Goes «De Raad der gemeente Goes, «Gezien art. 19 der wet tot regeling van het lager onderwijs van 13 Au>ustus 1857 (Staatsblad no. 103); «Overwegende, dat het wenschelijk is voorgekomen in de verdeeling en bezoldiging van het hulppersoneel bij de openbare scholen voor lager onderwijs wijziging te brengen besluit: «Art. 1. Het hulppersoneel bij deopenbare scholen voor lager ouderwijs bestaat uit: a. Hulponderwijzers en hulponderwijzeressen met acte van hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres; b. Hulponderwijzers en hulponderwijzeressen met acte als zoodanig; c. Kweekelingen. «Art. 2. Bij elke school is een hulponderwijzer met acte van hoofdonderwijzer (bij de meisjesschool eene hulponderwijzeres met acte van hoofdonderwijzeres) die den hoofdonderwijzer of de hoofdonderwijzeres bij afwezigheid vervangt en den titel heeft van onder wijzer of onderwijzeres. «Art. 3. Bij de openbare school le klasse kunnen hoogstens vier, bij de andere scholen hoogstens twee kweekelingen worden aangesteld. «Art. 4 De jaarwedden der hulponderwijzers en hulp onderwijzeressen worden geregeld, als volgt: Voor hulponderwijzers en hulponderwijzeressen met acte als zoodanig een tractement van 450 per jaar; voor hulponderwijzers en hulponderwijzeressen met acte van hoofdonderwijzer of hoofdonderwijzeres een tractement van 500 per jaar. «Laatstgenoemd tractement gaat in met I Juli voor hen, die deze acte verkrijgen in de eerste helft van het jaar, en met 1 Januari daaraanvolgende voor hen, die in de laatste helft van het jaar in het bezi t van deze acte komen. «Voor de onderwijzers en onderwijzeressen bedoeld in art. 2 een tractement van 600 per jaar. «De onderwijzer (bedoeld in art. 2) en de hulpon derwijzers aan de Weezen- en Armenschool genieten dezelfde tractementen als hierboven omschreven, maar zulks met inachtneming van hetgeen zij van het Bur gerlijk Armbestuur ontvangen. «Art. 5. De toelage voor de kweekelingen bedraagt, naar mate van den leeftijd, als volgt tot den vijftienjarigen leeftijd 25. van 1516 - 30. van 1617 a a - 40. van 17 a - 50.per jaar, onder voorwaarde, dat de kweekeling met het 18e jaar examen ter verkrijging der acte van hulponder wijzer of hulponderwijzeres moet afleggen, en, bij niet- slagen, de toelage niet langer ten behoeve van hein of haar zal worden verstrekt. «Art. 6. De hulponderwijzers en onderwijzeressen, wier tractement thans meer mocht bedragen dan zij, volgens deze regeling, kunnen verkrijgen, blijven in het bezit hunner (of harer) tegenwoordige bezoldiging. «Art. 7. Deze verordening treedt in werking met den 1 Januari 1874." Burg. en weth. hebben gemeend, de vergadering geen ondienst te doen met hun gevoelen in een pree. advies samen te vatten en dit aan den raad mede- tedeelen Het luidt als volgt: „Onder overlegging der missive van het schooltoe zicht, houdende rapport op het adres der hulponder wijzers met acte van hoofdonderwijzer, om verhoo'Hno- hunner jaarwedde en verdeeling der hulponderwijzers in klassen, hebben wij de eer Uwe vergadering mede- tedeelen, dat wij ons met den inhoud van dat rap-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 5