1873. N°. 112. Dinsdag 23 September. 603te jaargang.
BIJ DIT NOMMER BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
BEKENDMAKINGEN
INSCHRIJVINGSREGISTER RRANDWEER.
LEVERING VAN STEENKOLEN.
Gemeente-Apotheek.
UITLOTING VAN ÜRLIGATIEN.
herstelling van het Sas, het water uit de
haven zal worden afgelaten van Woens
dag den 24 af tot en met Zaterdag den
27 dezer,
Vertrek der brievenmaal naar Oost-Indie.
BINNENLANPSCHE BERICHTEN.
G0ESSCH1
IIIJIVT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels a 1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
van liet Gremeente-33estuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente
GOES brengen ter algemcene kennis der ingezetenen,
dat de lijst der ingeschrevenen voor den
dienst tier brandweer ter inzage van een ie
der zal liggen, ter secretarie der gemeente; van af Maan
dag den §2 tot en met Maandag den 29 September a. s.
dagelijks van des voormiddags 9 tot des namiddags 2
ure, en worden de belanghebbenden uitgenoodigd, om
zoo hun eenige personen bekend zijn, die daarop ont
breken of ten onrechte gebracht zijn, daarvan in die
zelfde dagen aan hen opgave te doen.
Goes, den 20 September 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
zullen op Zaterdag 27 September 1873, des namiddags
ten één ure, ten raadhuize aldaar, in het openbaar
aanbesteden
de levering van de benoodigde S7'EEi\ KO
LEN ten dienste der gemeente, gedurende
den aanstaanden winter,
waarvan de conditiën ter secretarie ter lezing zullen
liggen van heden al tot den dag der besteding, van
des voormiddags negen tot des namiddags twee ure
volgens welke afzonderlijk moet worden ingeschreven
voor de levering van New-Cssstelsche en van
Huhrleolen, beiden per Hectoliter.
Goes, den 20 September 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen hiermede ter openbare kennis, dat de gemeen
teraad in zijne vergadering van den 19 dezer tot lid
en voorzitter der eommissie van toezicht op de ge
meente-apotheek heeft herbenoemd den heer J. A. A.
Fransen van de Putte, die het radicaal daartoe door
zijne periodieke aftreding als lid van den raad verlo
ren had.
Goes, den 20 September 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretarts.
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
maken bekend, dat, ter voldoening aan art. 9 van het
plan eener geldleening van ƒ44,000 ten laste van die
gemeente, dd. 12 Februari 1866, goedgekeurd door
lieeren gedeputeerde staten deu 16 derzelfde maand en
ter voldoening aan art. 9 van liet plan der geldleening
van ƒ10,000,dd. 25 Februari 1S69, no. IX, goed-
fekeurd als boven den 5 Maart daaraanvolgende, op
ATERDAG DEN 27 DEZER, des namiddags ten één
ure, in hunne vergaderkamer ten raadhuize, in het
openbaar zal plaats hebben de uitloting van
twee aandeelen in eerstgemelde geldleening, ten
bedrage van vijf honderd gulden ieder, en de tiillo-
ting van een aandeel in laatstgenoemde geld
leening, ten bedrage van twee honderd en vijftig gulden.
Goes, den 20 September 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,-
HARTMAN.
HAYEN TE GOES.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, om de
en dat gedurende dien tijd de haven niet te bevaren
zal zijn.
Goes, den 22 September 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
HARTMAN.
POSTERIJEN.
Via MARSEILLE, 25 September 1873.
GOES, den 22 September 1873.
Z. M. de Koning heeft aan de Commissie
uit de Eerste Kamer, die Hem het adres van
antwoord overbracht, het volgende wederant
woord gegeven
Mijne Heer en!
»lk verzoek U aan de Eerste Kamer Mijnen
dank over te brengen voor haar Adres van
Antwoorden haar daarbij de verzekering te
geven van Mijn vertrouwen op hare mede
werking tot krachtigen steun van hetgeen het
heil van ons geliefd vaderland kan bevorderen."
In de Zaterdag jl. gehouden vergadering
der Tweede Kamer heeft de Minister van Fi
nanciën de staatsbegrooting voor 1-874 inge
diend. Aan de mededeelingen, waarmede deze in
diening gepaard ging, ontleenen wij het volgende:
De uitgaven worden voor 1874 aangevraagd
tot een gezamenlijk bedrag
van99,859,488,90^.
en de middelen geraamd
op93,757,814,85.
zoodat er een geraamd te
kort zou bestaan van 6,101,674,052-.
Daar echter onder de uit
gaven, wegens de voortzet
ting van den aanleg der
Staatsspoorwegen, begrepen
is eene som van 6,500,000,00.
waarin het billijk is door
buitengewone middelen te
voorzien, voor zoover de ge
wone opbrengsten daartoe
bij de uitkomst ontoereikend
zullen blijken, zoo kan als
de spoorwegaanleg buiten
rekening wordt gelaten, de
begrooting geacht worden
een overschot aan te bieden
van398,325,94^.
De eigenlijke belastingen, de inkomsten van
domeinen, posterijen, teïegraphen en de loods
gelden zijn voor 1874 te zamen biina ƒ2,700,000
hooger geraamd, dan voor 1873 is geschied.
Desniettemin blijft de nieuwe raming dier
middelen nog ruim 3,000,000 beneden de
opbrengst, welke deswege over 1872 is ver
kregen. Toch schijnt zij, wil men de voor
schriften eener wijze behoedzaamheid betrachten,
niet hooger te moeten worden opgevoerd, daar
de opbrengst over 1872 bijzonder gunstig was,
en verschillende onzer middelen tamelijk wissel
vallig zijn.
De bijdrage van Nederlandsch Indië wordt
uitgetrokken tot een bedrag van 10,560,250
of 132,555 hooger dan in het loopend jaar.
In baar no. van jl. Dinsdag 16 Sept. meent
de Nieuwe G. Ct. de loftrompet te moeten
steken over bet bijzonder onderwijs in verge
lijk met bet openbaar en baseert zich daartoe
op eene statistieke opgave der gehouden admis-
sie-examens voor de Hoogere Burgerscboolalhier.
Zij zegt in dat no. bet volgende:
„De voorstanders van het openbaar onderwijs ver
schuilen er zich steeds achter, alsof het eene uit
gemaakte zaak is, dat het onderwijs op de openbare
.school oneindig beter is, dan dat op de vrije school.
„Met het oog op deze ondervinding, achten wij het
„van groot belang, onze lezers opmerkzaam te maken
„op een feit, hetwelk in de laatste dagen hier plaats
„greep, en waaruit beter dan uit ellenlange redenee-
„ringen blijkt, hoe onjuist dat beweren der tegenstan
ders van het vrije onderwij is.
„Onlangs vond het examen plaats voor de Burger
avondschool te Uoes. Naar wij vernemen hadden zich
„zeventien jongelingen voor dat examen aangemeld.
„Twaalf opgeleid op de 4 openbare scholen gezamen
lijk, vijf op de christelijke school. Van de twaalf
„van de openbare scliolen werden toegelaten 6 en af
gewezen 6; dus de helft afgewezen. Van de vijf
„kweekelingen der christelijke school werden toege
laten 4, afgewezen één. Daarbij bekwam een leerling
„der christelijke school het hoogste nummer.
„Waar wij gaarne hulde brengen aan de onpartij
digheid, waarmede dit examen kennelijk plaats had,
„blijkt uit dit l'eit daghelder, hoe onjuist het beweren
„is, dat het onderwijs op de Staatsschool beter zou
„zijn dan op de vrije school, en integendeel dit jaar
„den eerepalm onbetwist toekomt aan de christelijke
„school."
Hare eerste bewering, dat de voorstanders
van het openbaar onderwijs dit oneindig beter
achten dan bet bijzonder, is, in den zin waar
in zij bier voorkomt, eene onwaarheid. De
voorstanders van het openbaar onderwijs ver
kiezen wel neutraal onderwijs boven seete-on-
derwijs, omdat door het eerste niemands gods
dienstige meening gekrenkt wordt, en omdat
op de openbare school de kinderen van alle
gezindheden bijeen kunnen zijn, rnaar zij be
weren daardoor niet dat op de bijzondere school
bet onderwijs per se slechter zou zijn dan op
de openbare, 't Is zeer wel mogelijk, dat op
deze of geene bijzondere school beter onder
wijs gegeven wordt dan op deze of gene open
bare, evenals bet omgekeerde het geval kan
zijn. Dit wordt door niemand in twijfel ge
trokken, en alles hangt in deze af van de
bekwaamheid der onderwijzers
Maar wij laten dit daar. Waar bet in deze
vooral op aankomt is, dat de statistieke op
gaven, der N. G. Ct. door baar als sprekende
feiten opgesomd, even zooveel sprekende on
waarheden bevatten, en om de woorden van
den schrijver zelf te gebruiken, blijkt uit
dit feit daghelderdat de denkbeeldige eere
palm in geen geval aan de bijzondere school
toekomt, althans uit dit feit voor genoemde in
richting niets te bewijzen valt.
Zie bier de cijfers, zooals men zich van
deze in de registers der commissie van toe
zicht kan vergewissen
Van een instituut
buiten deze gemeente aangeg. 1 leerl. toegel. 1
Van de Voorberei-
dings klasse II. B. S. 1 1
Van deopenb scb. 8 5
bijzond.7 4
maakt dus bet juist bedrag van 17
aangegeven leerlingen. Men vergelijke deze cij
fers nu met de door N. G. Ct. opgegevene.
We zullen wel niet behoeven te zeggen, dat
wij niets willen afdingeu op de bekwaamheid
van den tegenwoordigen hoofdonderwijzer aan
de bijzondere school; maar we meenden zulks
eene verregaande valsche voorstelling ten voor-
deele van bet bijzonder en ten nadeele van
het openbaar onderwijs, als door de willekeu
rige cijfers der N. G. Ct. gegeven werd, niet
met stilzwijgen te mogen voorbijgaan. Zij heeft
willekeurig het aantal aangegeven leerlingen
van de openbare school verhoogd en van de
bijzondere school verlaagd om daardoor de uit
komst voor de laatste te vergrooten, terwijl de
uitkomst voor beide scholen precies dezelfde is.
Ook hieruit blijkt een keer te meer, boe de
Nieuwe G. Ctin het kiezen harer argumenten
niet alleen niet altijd eerlijk is, maar zich bij
voorkeur bedient van die geruchten, welke in
haar kraam te pas komen, zonder zich de ge
ringste moeite te geven om te onderzoeken
of ze al dan niet waarheid bevatten.
Men meldt uit Yerseke van 20 Septem
ber aan de N. Rott. Ct.