1873. N°. 107. Donderdag 11 September. 603te jaargang.
BINIMENLANPSCHE BERICHTEN.
GOimiIE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels a /l,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
OPENBARE VERGADERING
van den
BAAD der GEMËËlVTil O K S,
op Donderdag den 11 September 1873,
des namiddags ten 2 ure.
punten van behandeling
I. Mededeelingen, ingekomen stukken.
II. Voorstel van Bur^. en Weth. omtrent den af
koop van tolheffing in Zuid-Beveland.
III. Goedkeuring der borgstelling van den benoemden
boekhouder in de bank van leening.
GOES, den 10 September 1873.
Was reeds des Zondags een aantal per
sonen van Goes en omstreken naar Vlissingen
vertrokken, Maandag was het te verwachten,
dat de eerste trein geene plaatsruimte genoeg
zou hebben om allen op te nemen, die gaarne
naar Vlissingen wilden gaan. Ten 11 ure
kwam de trein van Roosendaal hier aan en
ofschoon met heel veel bezwaren, kreeg ieder
eene zit- of geïmproviseerde staanplaats.
Te 's HeerArendskerke ging het al minder
mooi; veel nieuwe passagiers en geen plaats
meer! Maar de beestenwagens deden dienst
en menigeen was blij dat hij daar een plaatsje
vond om naar 't Vlissingsche feest te rijden
Te Arnemuiden, waar men er uitsluitend bees
tenwagens op na schijnt te houden, stond reeds
in een plasregen een groepje passagiers met
den paraplu gewapend in zulk een wagen te
wachten tot het de leiders van den aankomen
den trein behagen mocht hun beestenwagen
aan te haken.
De directie der Staatsspoorwegen sehijnt
tusschen feesten in Zeeland en beestenwagens
iets synoniems te vinden. Maar ook
eene spoorwegmaatschappij kan het te druk heb
ben en dat het zóó regende kon zij niet helpen
Zelfs zij die in een beestenwagen in den plas
regen stonden waren in vergelijk nog gelukkig
toen de trein Middelburg's station voorbij stoof
en toen zij al die opeengehoopte gezichten zagen,
die daar in de wachtkamers een wanhopigen
blik sloegen op het benijdbare geluk van, al
is 't dan maar in een beestenwagen, naar de
plaats van bestemming te worden overgebracht.
Wij laten die Middelburgers daar in de wacht
kamer en volgen den trein, die ten half één te
Vlissingen arriveert, 't Was of er een wolk
breuk plaats had, toen de feestgangers van Zuid-
Beveland den voet zetten op Vlissingen's grond
gebied. Het goot water.
Zij die familie of kennissen hadden, waren
gelukkig genoeg om zich van drooge kleederen
te kunnen voorzienanderen sleurden den
natten boel met zich voort en leverden een
weinig feestelijken aanblik op.
Maar 't scheen, dat ook bij dit feest de
meteorologen een dementi zouden krijgen. De
barometer teekende nog altijd slecht weer, maar
een »ouwe loods" zei: »de wind gaat naar
't Noorden, we krijgen 't droog." En in spijt
van den barometer, de»ouwe loods" had gelijk:
op 't verder gedeelte van den dag had men
over 't wêer niet te klagen, 't Werd vrij goed
weer en de feestelijke stemming werd daardoor
niet weinig verhoogd, te meer daar eindelijk
ieder, die wilde en kon, in Vlissingen was om
feest te vieren.
Het Koninklijk jacht de Leeuwkwam des
namiddags ten half twee ure te Vlissingen bin-
nengestoomd, begeleid door de Middelburgsche
stoomboot. Beide sierlijk opgetuigde vaartuigen
werden met salntscboten begroet door de ter ree-
de liggende monitors en ramsckepen. De Ministers
van Binnenl. Zaken en Koloniën waren reeds den
vorigen dag aangekomen.
Aan boord van het Koninklijk jacht bevonden
zich Z. M. de Koning en Z. K. H. Prins Hendrik,
vergezeld van de heerende Smit van den Broecke,
generaal van der Schrieck, de kapt. luits. ter zee:
jhr. N. A. Holmberg de Beck feit en Arntzenius,
baron van Heerdt, den Commissaris des Ko-
nings in Zeeland, de leden der Gedeputeerde Sta
ten, d'en hoofdingenieur van den Waterstaat Con
rad, enz. Dunkier's muziekcorps speelde aan boord
de volksliederen.
Ten twee ure werd de groote zeesluis binnen-
gestoomd, gevolgd door bet Engelscbe schip Bestride,
dat door het muziekcorps der grenadiers begroet
werd met het Engelscbe volkslied. Daarna volgde,
de li Stad Middelburg'''die eveneens rijk versierd
was. Ook Veere was niet achtergebleven en had
mede een keurig versierd stoombootje gezonden
om bet feest op te luisteren.
Het was een treffend gezicht, dat door dui
zenden aan den wal genoten werd. Daverende
bravo's weêrgalmden door de lucht
Aan boord van het stoomjacht werden Z. M. en
Z. K. H. Prins Hendrik welkom geheeten door
't gemeentebestuur, bij monde van den burgemees
ter, waarop Z. M. antwoordde dat bij zich ver
heugde in deze oogenhlikken zich te bevinden in eene
gemeente, deel uitmakende van de provincie aan
welke Nederland het bestaan zijner onafhankelijk
heid verschuldigd is. Hij achtte zich gelukkig die
werken te hebben geopend, waarnaar reeds zoo vele
jaren reikhalzend was verlangd, hopende dat zij de
gewenschte resultaten mogen geven, die men er
zeer terecht van verwachten kan.
Na de uitvoering der feestcantate, die bijzon
der goed geslaagd mag heeten, inspecteerde Z. M.
de Koning met gevolg de militairen, die aan boord
van het stoomschip Holland, dat spoedig daarna
weder onder stoom ging, naar indië zullen ver
trekken. De Koning sprak den manschappen een
zeer hartelijk woord toe, terwijl hun vervolgens
een pijpje, voorzien van de afbeeldingen der wapens
van Zeeland, Middelburg en Vlissingen, benevens
een kilogram tabak werd uitgereikt, waarbij de
Minister van Koloniën brood en bier voegde.
„Houdt goeden moed, brave jongens zoo on
geveer sprak Z. M. denkt aan uiv plicht en
volbrengt dien met ijver en lust voor uw Vader
land en Koning!" Men kan zich eer voorstellen
dan het zich beschrijven laat, welken indruk
deze woorden op de manschappen maakten. Als
geëlectriseerd hieven zij den luiden kreet aan:
uLeve de Koning!" waarop Z. M., na zich eenige
oogenhlikken hartelijk met de officieren onderhouden
te hebben, het schip verliet. De Koning had ver
langd, dat deze troepen juist dieu dag van Vlis
singen zouden vertrekken. Dit feit heeft een
dubbele beteekenis. Het wijst Vlissingen aan als
eene zeehavenvanwaar onze grootste schepen
kunnen vertrekken, en het getuigde van 'sKonings
belangstelling in onze legermacht, die de eer van
Nederland in Indië zal gaan handhaven.
Na afloop van deze plegtigheid deed Z. M. een
tocht door de stad en verscheen vervolgens op het
balcon van het rijk versierde stadhuis, waar de
allegorische optocht voor Z. M. defileerde, en waar
Z. M. en Prins Hendrik de juichende volksmenigte
begroetten. Vervolgens reed Z. M. met gevolg
naar de plaats waar het standbeeld van de Buijter
staat, waar nogmaals de optocht aandachtig be
zichtigd werd.
Onder de verschillende wagens, waaruit de
optocht bestond, muntten vooral uit: Nederland
waarop de Nederlandsche maagd, omringd door
jonge meisjes, onder een purper fluweelen troon
hemel, in de eene hand speer en vrijheidshoed
houdende en met de andere op den bijhei steu
nende, gezeten was; de in werking zijnde huis-
en scheepssmeclerij van de gebr. Tromp; de zege
wagen Neptunus," de versierde sloep van 't Loods
wezen, bemand met aankomende zeelieden; het
stoomschip „de Verwachtingvan de heeren Wïbaut
de Grooff, de zegewagen Nijverheidde koop-
vaardijvaart, voorgesteld door een Amerikaansch
driemast schooner vaartuig; de zegewagen Koop
handel in den vorm van een schip; de zegewa
gen dragende een in volle werking zijnde Loco
motief; de zegewagen, Flora voorstellende omringd
door verschillende gewassen. De hakkerswagen was
reeds in den morgen van den dag bijna verongelukt,
daar de paarden, die er voor stonden, weinig ge
duld schenen te hebben en daarom met de gansehe
bakkerij maar ongevraagd doorreden, tot groote
ergernis van eenige bewoners dier straat, die hun
aangebrachte decoratie en masthoornen omverge
worpen zagen, doordien deze in eene geenszins
zachte aanraking met de wielen van den wagen
kwamen. Gelukkig is men er spoedig in geslaagd
de paarden tegen te houden. De schoenmakers
wagen was mede onklaar geraakt en in den na
middag had eene vertraging plaats in de derde af-
deeling van den optocht, daar de as van de in
werking zijnde locomotief, opgesteld op de wagen
van de firma J. Arntz C"., in de beursstraat
vast geraakte op een bank, zoodat men met moeite
er in geslaagd is, deze daarvan los te krijgen.
Verder muntten uit de wagen, die den Landbouw
voorstelde en de drukkerij van den heer Mestdagh,
enz. terwijl de muziek, die zich tusschen de verschil
lende groepen deed hooren, uitstekend was. Al
gemeen was men verrukt over het karakteristieke
der voorstellingen en al haperde hier en daar wat
tengevolge van min juiste inrichting of tengevolge
van locale bezwaren, den ontwerpers en uitvoerders
van den allegorischen optocht komt alle eer toe.
Terwijl de optocht nu verder voorbij het stand
beeld van de Buijter Vlissingens straten doorkruiste,
had de pleziertocht van Z. M. naar Middelburg
plaats.
Van daar te half zeven teruggekeerd, begaf de
koning zich naar de zaal bij het havenstation, al
waar hem namens de gemeente een diner werd
aangeboden.
De voormalige kap der marinewerf, nu tot een
feestzaal ingericht, deed, wat prachtige décoratie
en schitterende verlichting betreft, haar gedaante
verwisseling alle eer aan. Evenzoo komt een woord
van lof toe aan den heer Hoogstraten van Leiden
voor de schoone inrichting der tafel, waarop het
aan prachtige millieux de table en zinnebeeldige voor
stellingen van koophandel en industrie niet ontbrak.
Reeds terstond was de vroolijke feesttoon getrof
fen, toen de burgemeester van Vlissingen de rij
der toasten opende met een toespraak aan den door-
luchtigen gast, waarin hij uit de geschiedenis van
Vlissingen de talrijke gunstbewijzen opsomde
welke deze stad van het stamhuis van Oranje had
genoten, en waarop nu voorzeker de opening dezer
groote waterwerken de kroon zette. Hij eindigde
met Z. M. een gedenkpenning van dezen dag aan
te bieden.
Deze rede werd door Z. M. beantwoord met een
dronk op Zeelandde bakermat van Nederland's
volksbestaan, dat fiere gewest, dat zich immer
kenmerkte door vurige liefdé voor het huis van
Oranje, en welks bewoners steeds aan hun wa
penspreuk zullen getrouw blijvenLuctor et emergo.
Terstond hierop verkreeg de heer van Lijnden
het woord en bracht een toast uit op alle met
Nederland bevriende natiën, al of niet te Vlissin
gen vertegenwoordigd.
De Gouverneur der provincie Oost-Vlaanderen,
als vertegenwoordiger van den Koning van België,
sprak nu ook uit naam der vertegenwoordigde
mogendheden de feestgenooten aan. Na den heer
van Lijnden voor zijn hartelijken wensch te heb
ben bedankt, wijdde hij een feestdronk aan de
banden van vriendschap, die de natiën in bet alge
meen en Nederland en Belgie in het bijzonder
omslingerden.
Niet minder hartelijk waren de wenschen door
Prins Hendrik voor het welzijn der stad Vlissin
gen geuit. Lang reeds was bet zijn overtuiging
geweest, dat Vlissingen de schoonste havenplaats
van Nederland was. Van dezen dag af aan is zij dat
in dubbele maté geworden. De opening der nieuwe
havenwerken moge dan ook het aanvangspunt zijn
van Vlissingen's vernieuwden voorspoed.
Aan het dessert werd den gasten nog een bron
zen exemplaar der feestmedaille aangeboden.
Terwijl 't diner plaats bad, voerden de muziek*