1873. N". 98. Donderdag 21 Augustus. 603te jaargang. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. Feuilleton. GOESSCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COURMT. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels a 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. GOES, den 20 Augustus 1873. De Minister van Oorlog brengt ter ken nis van belanghebbenden, dat, aangezien het hulpkantoor der brieven-posterij te Soester- berg dichter bij het Kamp bij Zeist is gele gen dan eenig ander kantoorder post, eene spoedige bezorging der voor die legerplaats bestemde brieven bevorderd wordt door op het adres de woorden »bij Soesterbergte plaatsen. Naar men verzekert, zouden er door eenige kapitalisten te 's Graven hage, in vereeniging met eenige aanzienlijke huizen te Rotterdam, pogingen worden aangewend om concessie te bekomen voor een in noordelijke richting loo- pende spoorweglijn, waardoor 's Gravenhage en Rotterdam een kortere verbinding met Duitschland, vooral met Hamburg, zouden beko men, en waarvoor de Nederl. Centraal-spoor als overgang zou dienen, met verlenging dier lijn van Zwolle af. De voortdurende kolossale rijzing der aandeelen Centraal-spoor zouden hierdoor eenige verklaring bekomen. Vad Met het stoomschip Jason, kapt. de Boer, dat den 28n dezer naar Java vertrekt, zal een groote hoeveelheid ammunitie en Beaumont-ge- weren verzonden worden. De meeste manschap pen van het detachement, dat met genoemd schip vertrekt, zijn met verlof, waarvan een groot gedeelte te Utrecht. Zij zullen den 22n dezer allen te Harderwijk moeten zijn. Als een voorbeeld van zeldzamen fami lie-ouderdom kan gemeld worden, dat de eeht- genoote van Adriaan Huge te Kwadendamme, die reeds 76 jaren telt, nog drie zusters be zit, welke 83, 82 en 80 jaren oud zijn, ter wijl haar eenige broeder het reeds tot de 87 gebracht heeft. Deze oudjes, die reeds een getal van 408 jaren vertegenwoordigen, genie ten allen nog eene bloeiende gezondheid en mogen zich ook tevens verheugen met tijdelijk welvaren ruim bedeeld te zijn. Met ingang van den 21 dezer zal het Rijks telegraaf kaDtoor te Tholen op werkdagen open zijn van 9 ure voor- tot 2 ure namiddags en van 4 tot 7 ure namiddags. De dienst op Zon- en feestdagen blijft onveranderd. Uit Veendam schrijft men, dat de land- bouw-verloting den 28 Augustus zal plaats heb ben. Er zijn ongeveer 14000 loten a ƒ1 ver kocht. In de legerplaats bij Milligen had op 15 dezer, bij de afzonderlijke oefening der cava lerie, het volgende ongeluk plaats. Bij een snelle beweging met getrokken sabel zijn een officier en een huzaar tegen elkander gereden, waarbij de punt der sabel den huzaar in de borst trof, en wel zóó dat hij den volgenden dag aan de gevolgen is overleden. De officier was op het oogenblik, dat dit ongeluk plaats had, zóódanig ontsteld, dat hij achterover van zijn paard stortte. Hij bevindt zich in de ambulance, en naar hetgeen ge zegd wordt, moet zijn toestand ernstig wezen. ANTWERPEN. Antwerpen viert feest. Het heeft binnen zijne palen het XIII taal- en letterkundig congres vergaderdhet heeft zijn vorstenhuis ont vangen, redenen die voorwaar tot verhoogde stemming nopen, vooral bij den karakteristieken zucht tot feestvieren, die de Vlamingen ken merkt. Reeds Vrijdag en Zaterdag hadden de ver schillende spoortreinen een tal van vreemde lingen in de Scheldestad aangebracht, en wie haar binnentrad stond verrukt over de pracht en de kunst, waarmede de straten en huizen versierd waren. Antwerpen's bewoners toonden, dat, waar zij gasten, zeer welkome gasten, ont vingen, zij het verblijf van deze zoo aange naam mogelijk wilden maken, en dat, waar Leopold II voor het eerst als Koning zijne goede stad Antwerpen" gezocht, ook ten op zichte van den vorst en tegenover den koning oude veten vergeten zijn." De deeoratiën die overal zijn aangebracht willen het als het ware den beschouwer toeroepen, dat de geest van Rubbens nog onder de kinderen zijner woon plaats van een latere eeuw voortleeft. En de op tochten van maatschappijen en vereenigingen met en zonder muziek spreken luide van de feestelijke stemming, die ieder bezielt. Zaterdag namiddag ten 5 ure zou de ont vangst van de congresleden plaats hebben. Toen de trein uit Nederland aan het station stilhield, was daar de muziek van de garde civique, die de broeders" van het Noorden het eerste welkom toeriep met het bekende Oü peut-on être mieuxgevolgd door de Ne- derlandsche en Belgische volksliederen, welke beiden door de talrijke menigte met ontblooten hoofde werden aangeheven. De president der regelingscommissie wachtte met eenige leden dier commissie in de zaal van het station de heeren op en sprak een hartelijk woord, dat getuigde van de vreugde en blijdschap, nu de congresleden op »Zuid-Nederlandschen bo dem" bijeenkwamen. Herinnerde men zich nog de aangename dagen ten vorigen jare in Zee- lands hoofdstad doorgebracht, Antwerpen zou zich beijveren, het bezoek in zijne veste even aangenaam te maken. En waar de broeders van Noord en Zuid verpozing zouden wen- schen van de bespreking der taal- en letter kundige quaestien, daar zou Antwerpen de ge legenheid ruimschoots aanbieden. Deze toespraak werd namens de Nederland- sche leden door den heer dr. Soetbrood Piccardt uit Goes met evenveel hartelijkheid beantwoord. Hij bedankte voor het gulle onthaal, den congres leden bereid, en deed uitkomen, dat, mocht men staatkundig al gescheiden zijn, de taal allen tot één volk maakte. De Zuid-Nederlandsche leden gaven bij monde van een hunner van hunne ingenomenheid met de ontvangst en met het congres de ondubbelzinnigste blijken. Van het station begaven de aangekomenen met de reeds aanwezigen zich naar het stadhuis, waar de plechtige ontvangst van wege het ge meentebestuur zou plaats hebben. Begeleid door een zestal gendarmes te paard, vooraf gegaan en gevolgd door muziekcorpsen, maar vooral omgeven door eene talrijke menigte, die steeds aangroeide, zette de stoet zich in bewe ging door de heerlijk opgerichte trofee op den stationsweg en bereikte na een lange reis het raadhuis, waar de koelte zeer aangenaam afstak bij de warmte daar buiten. Het college van burgemeester en schepenen met den heer Delcroix als regeerings-commissaris wachtte daar de congresleden, om hen namens stad en regeering den eerewijn aantebiedeu. Bij monde van den burgemeester werd het vertrouwen uit gesproken, dat het congres niet minder bezocht zou zijn dan een der vorigen, waartoe het groot aantal kaarten dat geüomen was wel hoop gaf, terwijl de wensch werd geuit, dat het even, ja meer schoone vruchten voor taal- en let terkunde zou afwerpen als zijne voorgangers. De heer Delcroix zag in het congres een bewijs, dat men den „broederband" weder nauwer wenscht toe te halen, terwijl hij als eene der gevolgen van de congressen wees op de eenheid van spelling, die in Noord en Zuid thans wordt gehuldigd. De beide toespraken werden namens de Nederlandsche leden beantwoord door den heer mr. de Jonge van EUemeet, die er op wees, hoe, ver van alle politieke partijgewoel. hier de beoefenaars van de grootste macht in den staat bijeen waren. Hij verwachtte, dat men alle politiek zou vermijden en zoo in waarheid zou toonen, dat de taal, en de taal alleen, gansch het volk is. België voerde daarna het woord bij monde van den heer Odillon Perier en betuigde dezelfde gevoelens te zijn toegedaan. De leden verspreidden zich daarna in de café's op de Place-vert of in hunne logementen, IETS OVER KHIWA. TH. Komt het leven in de woestijn weinig overeen met onze Westersche begrippen van beschaving, (en dit verschil zal nog meer in het oog vallen als wij het lot der slaven nagaan) het leven in de steden biedt ook vele contrasten aan met onze maatschappij. De steden in het Oosten zien er somber uit. De straten zijn nauw en niet zeer zindelijk. Buiten slechts de huisdeur en een venster daarboven, dat evenwel klein en goed verzekerd is; en wanneer het openstaat, bedekt met een gordijn, dan geven de huizen aan de straat slechts muren te zien. Die de deur binnentreedt komt gewoonlijk eerst in een klein vertrek waar een of twee slaven de wacht houden. Daarop volgen een of twee ver trekken waar de binnenkomende in de tegenwoor digheid wordt gelaten van den heer des huizes. De vrouw des huizes is onzichtbaar voor eiken vreemdeling. Deze vertrekken geven toegang tot een tuin, die, gewoonlijk van een fontein voorzien, verder keur van welriekende planten bevat. Een gaanderij, of in de huizen der meest aanzienlijken een zuilengang, omgeeft dezen tuin aan alle kanten. De vrouwenvertrekken liggen gewoonlijk aan die zijde van het gebouw die het verst verwijderd is van de buitendeur. Naar den kant van den tuin zijn zij gewoonlijk, over dag althans, open. De huizen die buiten de stad liggen zijn wat de inrichting betreft, ongeveer gelijk aan die in de stadalleen zijn ze omgeven en beschermd door een muur. Pracht en weelde zoekt men overigens in de huizen der Tartaren te vergeefs. Ook de spijzen zijn meer stevig dan fijn. Een gerecht, het meest gebruikelijke, is Palau, Pilau, ook Asch genoemd. Tot het bereiden van een goeden Tartaarschen Pilau behoort het volgende: Men smelt eenige lepels vet in een ketel en werpt daarin, als het goed heet is geworden, eenige kleingesneden stuk jes vleesch. Nadat deze hierin half gebraden zijn, wordt daarop water uitgegoten tot drie vingers hoogte, en men laat dit water koken tot het vleesch zacht is geworden. Daarna strooit men peper en dun gesneden stukjes rapen er op, vervolgens droog gekookte rijst en daarop wordt weder eene hoe veelheid water uitgegoten. Nadat dit in de rijst enz. is getrokken, wordt het vuur onder den wel gesloten ketel verminderd en deze zoo lang op het vuur gelaten tot de rijst, het vleesch en de gele rapen in den damp behoorlijk malsch zijn geworden. Elk die dit gerecht kent, roemt zijne keurigheid en voedzaamheid. De vorst zoowel als de geringste onderdaan stellen niets boven dezen lievelingskost. Een menigte andere spijzen zijn evenwel onder de Tartaren in zwang. Zij munten allen uit door voedzaamheid, en Europeesche magen moeten daar aan eerst eenigszins gewennen. Wat het familieleven betreft van de Turko- manen, ook hierin is vrij wat onderscheid tus- schen de woestijn bewoners en de stedelingen. Wordl vervolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 1