1873. N°. 96. Zaterdag 16 Augustus. 6Qste jaargang.
Aanneming van Schoolleerlingen.
HOOFDELIJKE OMSLAG.
BINNEIMLANDSCHE BERICHTEN.
Feuilleton.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vkijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COllRMT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels A/l,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van GOES
maken bij deze bekend, dat de plaatselijke schoolcom
missie, tér voldoening aan het bepaalde bij art. 6 der
verordening, regelende het onderwijs in deze gemeente,
vastgesteld door den gemeenteraad den 12 December
1859, tot het aannemen en toelaten van
Ij K ti H Ij 1 VGfi.V op al de scholen voor
Tiager Onderwijs, de Bewaar- Haai- en
Breischool alemede voor de Fransche meisjes
school, zitting houden zal ten raadhnize, op Woensdag
den 20 Augustus a. s. des middags ten 12 ure, en noodigen
een ieder uit, om van die gelegenheid gebruik te ma
ken tot het aangeven van de kinderen, die men na
de vacanlie verlangt op eene der bedoelde scholen te
zenden, aangezien dit, zonder de toelating der school
commissie, niet vermag te geschieden.
Goes, den 14 Augustus 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen hiermede ter openbare kennis, dat het le sup
pletoir kohier van den HOOFDELIJKEN OMSLAG over
1873, door den Raad in zijne vergadering van heden
is vastgesteld en andermaal ter secretarie der gemeente
voor een ieder ter lezing zal liggen van heden af tot
en met den 23 Augustus a. s., gedurende welken tijd
de aangeslagenen in hooger beroep kunnen komen bij
lieeren Ged. Staten.
Goes, den 15 Augustus 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, den 15 Augustus 1873.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft door tusschenkomst van 's Konings Com
missarissen in de provinciën de aandacht der
gemeentebesturen gevestigd en gewezen op de
wenken enz. van den geneeskundigen adviseur
aan het departement van binnenlandsch bestuur
in Engeland, den heer John. Simmonds, be
treffende, zoo mede voorbehoedmiddelen tegen
de cholera, met het oog op de verschijning
van de ziekte in Midden-Europa, en daarbij
ernstig aangedrongen op de verantwoordelijk
heid dier besturen tot tijdige verwijdering van
ophoopingen van vuil en op het groot gewicht
van zorg voor zuiver drinkwater.
De 21 Augustus a. s. zal eene gedenk
waardige herinnering zijn: het zal dan twee
eeuwen zijn geleden, dat de Ruyter den zeeslag
ter hoogte van Kijkduin leverde tegen de veree-
nigde Engelsche en Fransche vloten, en de vu
rig langs onze stranden afgesmeekte zege mocht
behalen. Het was, naar de geschiedenis heeft
geboekstaafd, een der geduchtste zeestrijden, die
ooit werden geleverd. Innig verzoend met de
Ruyterstreed daarbij niet minder heldhaftig
Cornells Tromp. Zweers en de Liefdealsmede
kapitein van Gelder, de Ruyter's behuwdzoons,
en zooveel anderen sneefden daarbij roemrijk
voor het vaderland; doch de overwinning was
groot en rijk in gevolgen, daar het vaderland
werd gered en de vrede eerst met Engeland ge
sloten.
Het was de derde zeestrijd en de derde, thans
beslissende zege, door «Hollands admiraal» in
1673 bevochten, en die den naam over gansch
de wereld verbreidde van hem, dien Brandt
straks kernig heette: Het roer der vloot, den
arm, daar God door streê.»
Aan al de miliciens van de infanterie-
regimenten, die thans onder de wapenen komen,
zijn Beaumont-geweren uitgereikt.
Het Vaderland heeft een opgaaf bekomen
van de sterkte der scheepsmacht, die of reeds
op de kust van Atchin kruist, of weldra daar
vereenigd zal zijn.
Die opgaaf' komt nagenoeg overeen met die
reeds vroeger in de Staatscourant is opgegeven.
Doch het Vaderland zegt, dat die scheepsmacht
nog versterkt wordt door 3 of' 4 gewapende,
gedeeltelijk mei marine-personeel bemande gou-
vernements-stoomers. De totale bemanning dier
vloot, de inlandsche matrozen en vuurstokers
medegerekend, bestaat uit nagenoeg 2600 kop
pen. Behalve deze schepen, alle stoomvaar-
tuigen, welker macht door de snelheid waar
mede zij zich bewegen, zoodanig verhoogd
wordt, dat het gezamenlijk offensief vermogen
gerustelijk met dat van 40 zeiloorlogschepen
van vroegeren tijd gelijkgesteld kan worden,
is op het terrein nog een tal van gewapende
kruisbooten en stoombarkassen aanwezig, zeer
geschikt voor velerlei dienstverrichtingen. De
vloot telt ongeveer 175 kanonnen, waaronder
een 50-tal getrokken van 16 c. m.
Aangaande den stand der veldgewassen
in Schouwen valt te melden dat de onverwachts
ingevallen groote warmte de vruchten snel heeft
doen rijpen, te snel voor sommige late zaaisels,
die aanvankelijk een prachtig beschot beloofden
doch nu, door de warmte bevangen, niet meer
dan middelmatige uitkomsten zullen opleveren.
Dit geldt vooral van sommige blokken rogge
en tarwe. Voor 't overige is .er geen reden
tot klagen. Onder de tarwe wordt weinig of
geen blauw goed gevonden. De aardappelen
staan overheerlijk en beloven een rijken oogst.
Het vlas is verschillend geweestten deele zeer
goed ten deele middelmatig of min. Erwten
en boonen beloven goede uitkomsten. Mochten
nu de prijzen van de meekrap wat verbeteren
dan zou 'tjaar 1873 niet onvoordeelig voor
de landbouwers uitvallen. Z. Z. Courant
Door vele deskundigen werd beweerd, dat
hout, geveld in den tijd dat de sappen nog
circuleren, veel minder duurzaam is dan dat
in den winter geveld. Bij den vooruitgang
van de wetenschap vergenoegt men zich niet
meer met beweringen, en ook deze zaak is
thans behoorlijk onderzocht. In Westphalen
en Lippe zijn proeven genomen met 4 pijn-
boomen van gelijken ouderdom en onder gelijke
omstandigheden opgegroeid. Er werd er een
geveld in 't laatst van December, een in Janu
ari, een einde Februari en een einde Maart.
Zij werden in 30 voet lange, 6 duim breede
en 5 duim dikke balken verwerkt, zóó dat de
kern in het midden bleef. Nadat zij behoor
lijk gedroogd waren, werden zij op den steiger
gelegd en met gewichten bezwaard om de draag
kracht te beproeven. De in December gevelde
boom was het sterkst, hij had resp. 12 pet.
20 pet. en 38 pet. meer draagkracht dan de
in Januari, Februari en Maart gevelde stam
men. Van in December en Maart gevelde
boomen werden 4 duim dikke palen gemaakt
en na drooging 3 voet diep in den bodem
geslagen. Na 16 jaren was de December-paal
nog gaaf, terwijl die van Maart na 3 a 4 jaren
geheel verrot was. Nog andere proeven zijn
genomen alle met denzelfden uitslag.
Opmerkelijk zijn ook de proeven betreffende
de dichtheid van het hout. VaD 4 gevelde
eiken, weder in de maanden December tot Maart,
werden schijven gezaagd, waarop een blikken
rand zoodanig werd bevestigd, dat de schijf
als 't ware een vat vormde, en toen met gelijke
hoeveelheid water gevuld. De schijf van Decem
ber liet geen water door, die van Januari na
IETS OVER, KHIWA.
V.
Er wordt dikwijls geklaagd over het gevaarlijke
van het reizen ter zeetoch is er nog meer moed
en geestkracht toe noodig om eene reis te onder
nemen door de woestijn gedurende het halve deel
van het jaar dat daar gereisd kan worden, dat
is gedurende den zomer. De oorzaken van den
dood voor den mensch zijn in de woestijn tal
rijker en pijnlijker. Honger, dorst en uitputting
dreigen eiken dag, elk uur en daarbij komen
orkanen en woestijnbranden. Wel is waar is
woestijnbrand alleen mogelijk van Mei af, als al
les weder verdord is wat gedurende den korten
kenteringstijd van den winter tot den zomer is
ontloken, doch dat is ook de tijd waarop het
meest gereisd wordt. Doch de hand waarmeê
de natuur slaat is niet zoo hard als de hand
waarmede de mensch slaat. De bewoner van de
woestijn waarin Khiwa en Bokhara zijn gelegen
is de onmeedoogendste, wreedste roover, die op
het vaste land van Azie te vinden is. De Be
douin zal den overvallen reiziger uitplunderen,
Arabische wocsti.jnbewoner.
doch laat zijn persoon met vreê; voor den Tur
koman is niets veilig. Armoede, ouderdom zwak
heid, geslacht noch godsdiensthij ontziet niets.
De Turkoman is Mahomedaan; een Christen
is dus een gruwel in zijn oog. Hij is ortho
dox wee ook den liberaalMaar de bedelmon
nik of de geleerde van zijn eigen geloof en eigen
denkwijze? Een paar staaltjes mogen doen zien
wat er voor hen van den Turkoman is te wachten
Een heilige van Medineh een academiestad van
een aangrenzend khannaat (men begrijpt uitsluitend
voor godgeleerden) deed een rondreis voor eene
collecte; hij had op de grenzen van Khiwa onge
veer 400 dncaten hij elkander gebedeld. De hei
lige zond een schriftgeleerde uit met het geld naar
Medineh. De zendeling maakte geen geheim van
zijne zending, denkende dat de bestemming van de
som welke hij bij zich had voldoende bescherming
zonde geven. Hij verzuimde daarom ook den ge
wonen beveiligings-maatregel te nemennamelijk
de gast te worden van een der machtigsten van
den stamgast te zijn van iemand is in Turkestan
hetzelfde als tot het huisgezin te behooren.
De schrandere apostel bazuinde overal uit welke
waarde hij bij zich had om ook anderen tot
vrijgevigheid aantesporen. Doch helaas, zijn pre
diken had een tegenovergestelde werking. Men
begon hem bestendig te beloeren en op een oogen-
blik dat hij zich wat ver van zijne karavaan ver
wijderd hadwerd hij door twee Turkomannen
beroofd en ongeveer naakt uitgeschud.
Het kwam uit wie de daders waren. Er werd
een vierschaar gespannen van schriftgeleerden en
de daders daarvoor gedaagd. Ook Vanibéry, als
Mollah uit Konstantinopel, werd verzocht een werk
zaam deel aan de zitting te nemen. Alles werd
beproefd om de harde harten der roovers te ver
murwen. Vruchteloos. Men wees hen op de gods
dienstwet en op de heilige bestemming van het
geld. Vruchteloos. Eindelijk zei Vanibéry dat het
schande was zulk geld te stelen. Wat schande?
sprak de Turkoman. Bestraft men dan in uw land
den roof? Dat is zeldzaamIk had gedacht dat
de sultan, de heer van alle rijken, verstandiger was.
Toen een ander de daders bedreigde met de eeu
wige straffen, waarvan de godsdienstwet spreekt
was het antwoordMollah, gij hebt de wet in uw
tong en ik in mijn zwaard."
Zij stonden op en gingen heen, en de arme
zendeling kon zuchten en stenen en de Turko
mannen, al waren zij nog zoo orthodox, voor de
zwartste ketters in de wereld uitmaken, zijn geld
was verloren. (Wordt vervolgd