BUITENLAND.
GEMENGDE BERICHTEN.
ken geheel kaal gevreten, zoodat men besloten
heeft den geheelen boomgaard uitteroeien, de
struiken te verbranden en nieuwe te planten.
Opmerkelijk is het, dat de worm alleen de
roode en witte bessen aantast, en eenige regels
zwarte bessen, midden tusschen de anderen
staande, onaangeroerd liet.
Naar men verneemt, is het aantal zieken
bij het garnizoen te Nieuwediep zeer groot,
als een gevolg der heerschende warmte, zoodat
weldra geen plaats meer zal zijn tot opname
in de garnizoens-infirmerie.
Verschillende grondeigenaars en land
bouwers in Utrecht en de provincie hebben
besloten om het werkvolk gedurende deze war
me dagen van af 12 tot 3 ure in den namid
dag geen veldarbeid te laten verrichten.
Bij de jongste verkiezing voor leden van
den Baad der gemeente Ambt Almelo, deed
zich het incident voor, dat het stembureau
meende te moeten difficulteeren in de toelating
tot de stembus van een drietal heeren, die op
de kiezerslijst: voorkwamen, doch na het slui
ten der lijst hunne Penaten in de gemeente
Stad Almelo hadden onder dak gebracht. Het
bureau beriep zich op de bepaling van art. 1
der kieswet: men moet ingezeten der gemeen
te zijn', hiertegen werd aangevoerd het voor
schrift derzelfde wetniemand ivordt toegela
ten dan die op de definitieve lyst staatergo
ieder die er wil op voorkomt mag niet geweerd
worden. Er werd nu een wapenstilstand ge
sloten en ons Klaverblad tot half vijf op non
activiteit gesteldwaardoor men tijd erlangde
om de Almelosche en Zwolsche exegeeten te
raadplegen; conform hunne adviezen werd tot
toelating besloten
Bij het verleden week te Leeuwarden gehou
den examen voor leerling apothekerzijn 15
van de 18 candidaten geslaagd. Onder de ge
slaagden behooren ook drie jonge juffrouwen;
zij warenvolgens 't oordeel der commissie, de
best onderwezenen.
Zoo even hijgen wij een strooibiljet in han
den, gedrukt op de drukkerij der Nieuwe Goessche
Ct.dat de kiezers of reeds ontvangen hebben
of nog ontvangen zullenwaarin de verkiezing
van den heer Meijlink wordt aangeraden om. dien
heerdie de gemeente verlaat, EER aan te doen.
Heeft dan werkelijk de heer Meijliuk zich zóó
verdienstelijk gemaakt voor de gemeente, dat men
hem bij wijze van bengaalsch vuur nog eens her
kiezen moet, zoodat wij daardoor meest waar
schijnlijk voor altijd van de talenten van den
bekwamen mr. Hamer, als lid van den gemeente
raad zullen verstoken blijven en wellicht een om
mekeer in ons dagelijksch bestuur zullen bewerken
Maar waar wij vooral opmerkzaam op maken
is, dat in dat strooibiljet de heer de Meulemeester
overboord wordt geworpen en de heer de Liefde
aanbevolen wordt, NB. als bouwkundigeDe
aap komt uit de mouwKiezerslaat u niet
misleiden. Het biljet komt van de drukkerij der
N. Gr. Ct. Het is alleen te doen om den heer
Vervenne er in, de Meulemeester er uitte hebben
en om den heer Hamer niet de eer eener dadelijke
benoeming te gunnen.
Blijft eenparig voor
Mr. J. G. DE WITT HAMER,
{wit briefje.)
en
Jhr. VAN SWINDEREN,
Ch. L. DE MEULEMEESTER
paarsch briefje.)
BENOEMINGEN en BESLUITEN.
Z. M. heeft met ingang van 15 Sept. 1873. benoemd
tot raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden
mr. J. A. Jolles lid der Tweede Kamer der Staten-
Generaal.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Door de plaatselijke schoolcommissie te Groningen
zijn de hoofdonderwijzers aldaar gemachtigd, om in
overleg met een harer leden den schooltijd te beper
ken tot de morgenuren, zodra de thermometer meer
dan 75 graden aanwijst.
Spanje! Niemand zal het verwonderen,
dat wij aan dit land dadelijk eene plaats ver-
leenen, want de toestand aldaar wordt met
iederen dag bedroevender, en te gelijk duis
terder. De opstandelingen of Carlisten, trotsch
op de overwinningen, die zij in de laatste
dagen behaalden, hebben, naar men beweert,
aan de Fransche regeering verzocht, om als
oorlogvoerenden te worden erkend. Als ant
woord daarop is door het gouvernement der
Fransche republiek aan de dagbladen van Pa
rijs het volgende artikel toegezonden: »Wat
ook door sommige dagbladen beweerd moge
worden, bet gouvernement verklaart zich niet
voor en niet tegen eene der partijen, welke
elkander in Spanje bestrijden. Al wat men
verzekeren kan is, dat de toestand van Spanje
de Fransche regeering tot aanzienlijke uitga
ven noodzaakt, wegens het groote aantal troe
pen, dat zij verplicht is aan de grenzen op
de been te houden. Het gouvernement heeft
laatstelijk oorlogschepen naar de spaansche
havens afgezonden."
En de macht der Carlisten Zij beweeren,
dat zij thans benoorden dê Ebro 30000 ge-
wapenden tellen. Op deze cijfers valt altijd
aftedingen en met al hunnen ophef hebben de
Carlisten nog geene versterkte stad kunnen
aantasten. Intusschen hebben zij ook reeds
schepen ten hunnen dienste, die zij veroverd
hadden, en op grond daarvan heeft de regee
ring aan de andere regeeringen verklaard, dat
zij als zeeroovers moeten aangemerkt worden.
Het Pruisische fregat Fredrich Carl heeft toen
eene kleine stoomboot der opstandelingen ge
nomen, die naar Almeira voer, alwaar n en
de onafhankelijkheidsverklaring wilde beproe
ven. Aan boord van die stoomboot bevond
zich een lid der Cortes, Calveij genaamd, die
echter de zaak der opstandelingen voorstaat,
en zelfs het hoofd is geworden van het zoo
genaamde comité van welzijn. Dat comité, dat
zich eerst te Alicant gevestigd bad, doch daar
geen goed onthaal vond, heeft het voornemen,
zijn zetel naar Carthagena te verplaatsen.
Het Pruisische fregat zette met zijn genomen
prijs koers naar Gibraltar. De gevangenen die
zich aan boord bevonden, werden daar op vrije
voeten gesteld. Dat de Carlisten deze daad
trachten te wreken, laat zich begrijpen. Hun
aanvoerder, generaal Contrerasheeft gedreigd,
een voor Carthagena geankerd Pruisisch vaartuig
in beslag te zullen nemen, indien de stoom
boot niet wordt teruggegeven. Verder dreig
den de opstandelingen den Pruisischen consul
en zijn gezin dood te schieten en zijn huis
in brand te steken. Volgens gerucht zou de
consul werkelijk gearresteerd zijn. Contreras
heeft aan de mogendheden een memorandum ge
zonden, waarin bij zich opperbevelhebber van
de land en zeemacht in Murcia noemt.
En bij hetgeen de Carlisten doen, dreigt
Spanje nog een andere ramp. De ex-konin
gin Isabella II is te Parijs teruggekeerd en
heeft in de Constitutioneel eene plaats weten
te verwerven, voor eene proclamatie, waarin
zij zegt diep getroffen te zijn over de ram
pen, die Spanje teisteren, en vurig hoopt,
dat de conservatieve bestanddeelen des lands ge
noeg vaderlandsliefde zullen bezittenom
elkander de hand te reiken, ten einde daar
aan paal en perk te stellen. «Indien, zoo
zegt zij, de conservatieven in Spanje zich om
den standaard der vrijheid en orde schaarden,
zou men de jammerlijke regeeringloosheid,
die thans van het eene einde van Spanje tot
het andere heerscht ongetwijfeld terstond zien
ophouden en wet en orde hare reeds al te
lang onderdrukte heerschappij zien hernemen."
In troebel water is goed visschen.
Het gevestigde gouvernement doet alles, wat
mogelijk is, om de republiek te handhaven,
en wordt daarin, door verschillende hoofden
van het leger ondersteund. Ten huize van
generaal Salmerm werd dezer dagen eene ver
gadering van generaals gehouden, die door 24
personen werd bijgewoond. Salmeron zeide, dat
hij hen had bijeengeroepen zonder op hunne
politieke overtuiging te letten, wetende dat zij
bovenal Spanjaatden waren en het vaderland
zouden willen dienen. De generaals Concha,
Orense, Izguierde en anderen voerden het woord.
Al de aanwezigen verklaarden zich bereid het
ministerie te helpen. Het denkbeeld, dat bet
meest bijval vond, was 80000 man van de re
serve onder de wapenen te roepen. Werkelijk
is den 24 Juli bij de Cortes een ontwerp van
wet ingediend, om zulk eene troepenmacht aan
het leger toetevoegen. Een ander ontwerp van
wet heeft ten doel de gewestelijk bestaan te
machtigen oorlogsschatting te heffen en deze
vooraf te verhalen op personen, die als Car
listen bekend staan. Dit laatste ontwerp is
bereids goedgekeurd.
Niettegenstaande deze en andere krachtige
maatregelen verkeert het kabinet in groote
verlegenheid. De Carlisten verijdelen alle po
gingen om orde en rust te herstellen en wat
door hen niet belet wordt weerhouden de ra
dicalen en demagogen Onder de Carlisteu
zeiven openbaaart zich intusschen tweedracht.
Vele hunner aanvoerders zijn misnoegd en hel
len over tot Santa-Cruz, den afgezetten pastoor-
Cabecella, die bij don Carlos evenmin als bij
den paus genade vindt, en uit wrok hierover
bet plan moet hebben opgevat tot bet doen
van pogingen om weder met de candidatuur
Hohenzollern voor den dag te komen. Na in
Juni en Juli 1870, buiten zijne schuld, Europa
in rep en roer gebracht, na aan Napoleon III,
Gramont en Ollivier de beweerde aanleiding tot
de oorlogsverklaring van Pruisen gegeven te
hebben, zal prins Leopold van Ilohenzollern-
Sigmaringen, naar wij vertrouwen, verstandig
en scherpzinnig genoeg zijn om niet te be-
geeren de kroonvan Spanje.
De Nationale vergadering van Frankrijk
toont ook geene eensgezindheid. Eiken dag
gaat het er warm toe, en de afgevaardigden
ontzien zich niet elkander de grofste beleedi-
gingen naar 't hoofd te werpen. De stem van
den voorzitter wordt niet gehoord, zijn schel even-
miD, en zelfs, al dekt hij zich (een teeken, dat de
vergadering is gesloten), men neemt er geen
notitie van. De Bonapartisten zetten hunne
woelingen voort om tot het herstel van den kei
zerstroon te geraken. Sombere geruchten dien
aangaande zijn in Parijs verspreid, en van ze
kere zijde openbaart zich de vrees dat de im
perialisten gedurende de kamervacantie een
stouten slag zullen slaan. Zooveel is zeker dat
de reactionaire pariij in de nationale vergade
ring veld wint Uit de laast gehouden stem
ming, na de interpellatie Favre, is gebleken
dat de overwinnaars van 24 Mei sedert den
val van Thiers een-en-twintig leden der min
derheid, die op voornoemden dag voor Thiers
stemde, en zeven van hen, die toen buiten
stemming zijn gebleven, gewonnen hebben.
Behalve de bovenvermelde geruchten betref
fende Bonapartische plannen, is te berichten,
dat de Fransche regeering van het Londensche
kabinet een zeer belangrijke mededeeling ont
vangen beefthet voornemen bestaat om in
Frankrijk een algemeene werkstaking te organi-
seeren en te dien einde bevinden zich daar
reeds agenten der Internationale. Dadel ij k heeft
de minister van binnenlandsche zaken de pre
fecten aangeschreven een wakend oog te hou
den op de internationalisten, en de minister
van oorlog gelast dat de aanraking van de sol
daten met de vreemdelingen belet moet worden.
Te Middelharnis is tijdens het oitweder van Donder
dag een arbeider, die in het land werkzaam was en
onaer een boom ging schuilen, door den bliksem gedood.
Tot het jaar 1770 was de volgende wet in En
geland van kracht: „Zij, die door middel van blan
ketsel, watten, stalen keurslijven, schoenen met hooge
hakken, valsche heupen of valsch haar, Zijner Majes-
teits onderdanen tot het sluiten van een huwelijk
trachten te verleiden, zullen terecht staan wegens too-
verij en het huwelijk zal nietig verklaard worden."
Bij de jongste verkiezing voor den Gemeenteraad
te 's Bosch had het volgende plaats:
Zekere werkbaas werd den 15 Juli, den dag der ver
kiezing, door iemand verzocht zijne rekening oogen-
blikkelijk uit te schrijven en te bezorgenbij doet zoo
en steekt haar in zijn zak, benevens zijn stembriefje.
Onderweg zijnde, gaat hij eerst stemmen en vervolgens
begeeft hij zich naar den bedoelden persoon. Daar
gekomen, 'haalt hij, zoo dacht hij, zijne rekening uit
zijn zak en overhandigt die, doch kreeg ten antwoord:
„dat heb ik u niet gevraagd." 's Anderendaags, bij het
openen der stembus, vond men den vurigen kiezer,
die door zijne overijling stem en rekening verloren had,
bij het stembureau om zijne rekening terug te vragen.
De Russische prins Trubetzkof heeft voor ruim 10
jaren een zeldzame overeenkomst gesloten met de boeren
op zijn landgoed, dat sedert overoude tijden aan de
familie Trubetzkof behoorde. Hij verkocht hun zijn
gansche bezitting voor eene som van 300,000 roebels,
waarvan hij een vijfde deel, dus 60,000 roebels, schonk;
de overige 240,000 roebels moesten elk jaar voor een
gedeelte worden afgelost. Aan die voorwaarde is stipt
voldaan, de geheele schuld is thans afgedaan. De arme
lijfeigenen zijn thans in tien jaren tijas rijke landeige
naars geworden. Onlangs ontving de vorst, die wegens
ziekte te Fontaineblean vertoeft, eene schriftelijke dank
betuiging van de erkentelijke boeren.
De volken van het Oosten, vooral Arabieren en
Turken, zijn in hunne zeden en gewoonten letterlijk
onze tegenvoeters. Zoo scheren zij b. v. het hoofd,
en niet de kin als wij. Bij ons is het ontblooten van
het hoofd een teeken van eerbied, bij hen van verach
ting. Zij bestijgen een paard aan de rechter- wij aan
de linkerzijde. Wanneer zij een moskee binnentreden,
om hun Allah te aanbidden, houden zij hun tulband
op, doch leggen hun schoenen of pantoffels afwij
daarentegen doen het omgekeerde, Wij geven een be
wijs van beleefdheid, door uit te wijken voor iemand,
wi'en we ontmoeten, zij door een eindweegs vlak naast
de huizen te loopen. Zij schrijven van de rechter-
naar de linker-wij van de linker-, naar de rechter
zijde. Indien men ons naar de gezondheid onzer echt-
fenoot vraagt beschouwen wij dit als eene beleefd-
eid, zij als eene beschimping. Hun rouwkleederen
zien'wit, de onze zwart. Zij vangen den bouw hun-