1873. N°. 81.
Zaterdag 12 Juli. 603te jaargang.
G. H. Rakebeeke,
J. A. A. Fransen van de
Putte,
J. M. Pilaar, Q
G. J. Besseling,
Jhr. M. J. de Marees van
Swinderen en
Ch. L. de Meulemeester.
BIJ DIT NOMMER BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Het oogenblik der verantwoording.
IV.
«OESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommcrs 5 c. met bijblad 10 c.
(01RAM.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en dopdberitehten met dd daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
,ii bi.-i IIovno ood ilaotl
Bij de zeer uiteenloopende aanbevelingen van
personen voor het lidmaatschap van den
Gemeenteraad, geven wij onzen medekiezers in
overweging, ter voorkoming van stemverbrok-
keling, op aanstaanden
Dinsdag IS Juli
te stemmen op
Wit stembriefje.)
Paarsch stembriefje.)
Na de vaststelling dezer aanbeveling door de
Redactie van deze courant, ontvingen de uitgevers
eene annonce van den heer Pilaar, (zie hierachter)
waarin deze verzoekt niet in aanmerking te komen.
In ons volgend no. komen wij nader op dei, aisnu
ontbrekenden candidaat terug.
Het tijdstip der verkiezingen nadert met ras-
sche schreden en de tijdruimte ontbreekt om
het bestuur der partij Pompe in al zijne bij
zonderheden nategaan. Wij zullen ons dus tot
enkele hoofdpunten bepalen, die echter sterk ge
noeg zullen spreken om die partij te karakte-
riseeren.
Onder die hoofdpunten bekleedt het onder
wijs eene eerste plaats. Reeds zagen wij, dat
de hevigste slagen tegen het middelbaar onder
wijs waren gericht, ofschoon ook het openbaar
lager onderwijs in geenen d.eele gespaard bleef.
De heer Pompe, tot lid van den Raad ge
kozen, bracht den strijd, tot dus verre door
hem in zijne courant gevoerd, in die vergade
ring over, en las den 22 October 1869, bij de
behandeling der gemeentebegrooting voor 1870
eene verhandeling voor, waarin hij betoogde,
dat de regeling van het openbaar onderwijs in
deze gemeente was in strijd met a. de Grond
wet, b. de gemeentewetc. de wet op het onderwijs
en d. de billijkheid. Niets meer, niets minder.
Men zou mogen verwachten, dat eene partij,
die dergelijke gewichtige grieven heeft, niet zou
rusten, vóór dat al die gruwelen waren weg
genomen; dat zij, meerderheid geworden, zich
zou haasten, getrouw aan haren eed, „de Grond
wet en de wetten van het rijk" te handha
ven, dat zij bovenal dat schandelijke, schade
lijke, alleen ,/door den burgerstand ten genoege
van de meestgegoeden betaalde middelbaar on
derwijs" met éénen slag zou verpletteren.
Arme, bedrogen kiezers, die zich met die
hoop gevleid haddenGeen hand werd er naar
uitgestoken en bloeiender dan ooit staat de Hoo-
gere Burgerschool en Burgeravondschool met
hare honderd en elf leerlingen nog als een
der grootste sieraden van de gemeente onge
deerd'en als een blijvend gedenkteeken van het
geen welmeenende en waarachtige vrienden der
gemeente tot bevordering van hare welvaart
hebben gesticht!
Maar was die afkeer van dat middelbaar on
derwijs dan niet oprecht, was zij misschien
maar gehuicheld, om te dienen als middel ter
bereiking van de met brandend verlangen be
geerde zetels in de vertegenwoordiging?
Wij laten de beantwoording dier vraag aan
onze lezers over, doch willen hun twee feiten
in herinnering brengen, die bij de overweging
wellicht tot leiddraad kunneti strekken.
Men herinnert zich den strijd over de toe
lating van eenige meisjes tot de lessen der Hoo-
gere Burgerschool op een tijdstip, dat die meisr
jes geheel van onderwijs verstoken waren.
Met heltigheid werd die toelating door de partij
Pompe bestreden. Waarom? Luister! de heer
Hanlo zal het u zeggen. „Weert, weeft," zoo
klonk het door de raadzaal, „weert de meisjes,
nwant het is de ondergang der hoogere burger-
i,schoor' en om het toch voor ieder ontwijfel
baar duidelijk te maken, hoezeer de partij voor
het welzijn der Hoogere Burgerschool bezorgd
was, liet hij er weinige oogenblikken later met
den hartstochtelijken angst eener moeder, die het
leven van haar kind bedreigd ziet, op volgen
„Laat de meisjes niet toe, want binnen een jaar is
„de hoogere burgerschool te niet!"
De heeren Pompe, Nortier, Meijlink en tal
lenfels haastten zich om den heer Hanlo uit
zijne vrees en de Hoogere Burgerschool van
haren wissen ondergang te redden; de meisjes
werden geweerd.
Het andere feit, niet minder beteekenend, is
de oprichting eener Landbouwschool, waartoe
met algemeene stemmen door den Raad is be
sloten.
De zaak zelve hebben wij bij vroegere ge
legenheid reeds besproken, wij komen daarop
thans niet terug; maar waar wij de aandacht
op vestigen is dit, dat de Raad dezer dagen
wederom met algemeene stemmen zijne goed
keuring heeft geschonken aan een programma
voor die Landbouwschool, volgens hetwelk van
de 120 lesuren 's weeks 68 aan de Hoogere
Rurgerschool zullen worden gegeven en zoo
doende door de invoering van het landbouw
onderwijs, niet alleen eene belangrijke uitbrei
ding aan het middelbaar onderwijs heeft gegeven,
maar tevens de Hoogere Burgerschool op hare
grondslagen bevestigd ja, onmisbaar heeft gemaakt!
Laat ons zien of de beursbezwaarden, zij, die
voor de financiën bezorgd waren, meer redenen
van tevredenheid hebben.
Men weet het, de Nieuwe Goessche courant
had de lasten der burgerij ondraagbaar verklaard
de vroegere meerderheid in den Raad zag op
geen geld, hakte er maar op in en vooral wan
neer het onderwijszaken betrof, kende hare spil
zucht geene grenzen. Dit zou eens recht
anders worden alsja, als die liberalen
er maar eens uit waren ennatuurlijk de
heer Pompe met zijne volgelingen in hunne
plaats. De kiezers geloofden en alzoo gebeurde het.
Helaas! Aanschouwt, o kiezers, uwe aanslag
biljetten van personeel en hoofdelijken omslag
en zegt ons hoe gij u gevoelt!
Wat zagen wij in den Raad? Met de meeste
bereidwilligheid sommen toestaan, waartoe de
vroegere meerderheid wellicht zoo gaaf hare
stem niet zou gegeven hebben, 2600 voor de
vergrooting van de armen-bewaarschoolƒ11000
voor eene nieuwe school 2e klasse; ƒ4520 voor
de inrichting van dat gebouw; 1000 voorde
verbouwing der Fransche meisjesschool; ƒ105 0
kwaad slot van het Gasthuis-bestuur3900 tot
vergrooting van de koopmansbeurs doch
genoeg, om aantetoonen, dat sedert de optreding
der tegenwoordige meerderheid, de uitgaven be
langrijk zijn uitgezet in stéde van verminder^
en dat dus ook de voorgespiegelde vermindering
van lasten evenmin ernstig gemeend was, als de
strijd tegen het middelbaar onderwijs.
Maar is er dan niets, niets hoegenaamd doop
de partij gedaan om tot vermindering van be
lastingen te geraken?
Wel zeker; wie herinnert zich niet hel; luis
terrijke voorstel om van den hoofdelijken omslag
voor 1872 slechts 95 percent te heffen? Vijf
percent minder hoofdgeld te betalen, 't is waar,
zou voor velen slechts eenige eenten ver
schillen, maar toch het toas dan toch vermin
dering. Maar was het ernstig gemeend? Kon
het den ingezetenen iets baten, épn jaa,r iets
minder te betalen dan noodig was geoordeeld,
indien die vermindering niet met gelijke ver
mindering van UITGAVEN gepaard ging? Of had
de voorzitter het bij het rechte eind, toen hij
in de raadsvergadering van 7 Augustus 1872 de
voorstemmers uitnoodigende om op hun besluit
terug te komen, hun met bijtende ironie, toe
voegde, dat zij, al trokken zij ook nu hun be
sluit in, toch hun doel bereikt hadden, want dat
zij de ingezetenen getoond hadden, dat zij den
aanslag hadden willen verminderen
Wij weten het niet, maar zeker is het dat
zelfs de heer Hanlo verklaarde dat bij hem dp
financieele verlichting, die uit het besluit voort
vloeide niet opwoog tegen de administratieve
moeielijkheid die er het gevolg van was en dat
het besluit met 7 tegep 2 stemmen werd inge
trokken. De heer Ppmpe was toevallig afvyezig.
Nog van een ander plan tot vermindering van
lasten behoort een woord gezegd te Worden.
Wij bedoelen het fameuse rapport der financieele
commissie over de begrooting voor 1873 waarbij
werd voorgesteld de uitgaven met 2771 ep
den hoofdelijken omslag met 3000 te ver
minderen.
Dat zou dan nu toch eens afdoende helpen
en nu toch zouden de burgers eens zien, wie
hunne ware vrienden waren.
Helaas, treurig was de afloop van dien veld
tocht tegen het dagelijksch bestuur.
Een voor één vielen al de voorgestelde ver
minderingen voor de zaakkundige bestrijding van
den voorzitter en al de onbekookte voorstellen
werden óf ingetrokken óf afgestemd met mede
werking van de eigen leden der partij, die er
het dwaze, het onmogelijke van inzagen, en de slot
som was, dat de begrooting van uitgaven, na de
loutering door den gemeenteraad, ƒ354, HOOGEft-
was, dan zij door burgemeester en wethouders
was voorgesteld, en dat m stede van de voor
gespiegelde vermindering, alleen door het opdrij
ven van sommige der geraamde ontvangposten,
eene verhooging van den hoofdelijken omslag
kon worden gekeerd. Wanneer wij zeggen,
dat al de bezuinigings-voörstellen der financieele
commissie werden afgestemd, dan moeten wij ééne
uitzondering toelaten. Het was de beruchte
waschketel voor de bank van leening, die als
wraakneming voor zijnen brief op mr. Lièbert
werd veroverd en tot zulke interessante ge
sprekken tusschen het raadslid Callenfels en
zijne dienstbode aanleiding had gegeven.
Wat hebben eindelijk de Catholieken bij het
steunen van de partij-Pompe gewonnen? Te
kwader ure door 2 vreemdelingen verleid om
zich van hunne liberale medeburgers, voor wie
op staatkundig en maatschappelijk gebied de be
lijders van alle godsdiensten gelijk zijn, afteschei
den, bleek hun ook al spoedig, dat teleurstel
ling het loon hunner lichtgelovigheid zpude we
zen. Terwijl zij van hunnen kant trouw mede
werkten om de vrienden der N. G. Courant