op Dinsdag den 17 Juni 1873,
BUITENLAND.
legraafkantoor tegenover genoemd station, thans
zoover is gevorderd, dat men het binnen een
paar maanden onder de kap kan brengen. De
laatste palen voor de fondeering van de groo-
te ijzeren draaibrug over de Wijn- en Scheeps-
makershaven, tegenover het tegenwoordig, ten
behoeve van den staatsspoorweg af te breken
postkantoor, worden geslagen. Over bijna de
geheele lengte van de gedempte Binnenrotte
zijn de spoorwegpoorten, ijzeren zoowel als
steenen, voltooid, terwijl men nu een aan
vang maakt met het plaatsen der ijzeren span
ningen op genoemde poorten.
Eergisteren avond is op den Rijnspoor
weg de laatste sneltrein, uit Utrecht komende,
nabij de Oude Plantage te Rotterdam tegen
een trein geloopen, waarin vee geladen was.
De botsing was zoo hevig, dat verscheideue
wagens zwaar beschadigd zijn. Yele pasagiers
hebben kwetsuren bekomen, doch ernstige on
gelukken schijnen niet plaats gehad te hebben.
Men schrijft uit Almelo:
Alhier, te Tubbergen en in andere plaatsen
wordt men bezocht door mr. A. Heemskerk
Jz., zoon van den heer J. Heemskerk Az.,
wiens taak schijnt te wezen de candidatuur
van den heer Insinger te verdedigen. Alle recht
latende wedervaren aan zijne welsprekendheid,
is men hier van oordeel dat zijn bezoek vrij
overtollig is, daar zonder mr. A. Heemskerk Jz.,
de heer van der Linden wel gekozen of niet
gekozen zal worden. Of nu de heer Insinger
zijn zoon naar Gorinehem heeft gezonden om
daar voor den heer J. Heemskerk Az. te ar
beiden, zou ik niet weten te zeggen. (A. C.)
Het eerste coöperatief congres voor Neder
land is te Utrecht den 16 Juni geopend, en
werd behalve door de afgevaardigden van ver
schillende werkmansvereenigingenook bijge
woond door eenige belangstellenden, die van
de sociale kwestie meer bijzonder studie hebben
gemaakt.
Na openening door den voorzitter, den heer
Heldt, werden het eerst in behandeling gebracht
de vragen Zjjn consumtie-vereeningen goed
enzoo jaop welke wijze kunnen zij het
best gedreven worden
De heer Kerdijk gaf een zeer volledig ant
woord op die vragen. Hij zette de groote voor-
deelen der winkelvereenigingen uiteen ze ge
wennen den arbeider aan contant betalen, ze
leveren hem onvervalschte waren, ze verschaffen
aan de niet bezittende standen kapitaal, ze ver
minderen het misbruik van sterken drank en
maken van den werkman andere menschen.
Werd alzoo het eerste deel der vraag bevesti
gend beantwoord, ten opzichte van de tweede
werden als hoofdbeginselen gesteld 1) contante
betaling, 2) verdeeling van de winst naar ge
lang van ieders inkoop, welke winst dan tot
kapitaal moet worden opgelegd.
Tegen het nut der winkelvereenigingen werd
ook door volgende sprekers geen enkel bezwaar
geopperd; alleen verschilde men over de wijze
van uitvoeringsommigen meenden met den
heer Kerdijkdat men niet het voordeel moest
opeten met elk stuk dat men in den mond
stak; anderen, dat men den werkman niet kan
brengen tot het gebruik maken van winkel
vereenigingen zonder hem directe voordeelen
aan te bieden. Ook over 't opnemen van leden,
die niet bepaald tot den werkenden stand
behoorden, maar evenzeer behoefte hadden aan
de voordeelen der winkelvereenigingen ver
schilden de sprekers van gevoelen.
Ten slotte kwam men tot deze conclusiën:
1) de vergadering acht de oprichting en hand
having van winkelvereenigingen wenschelijk
2) zij is van oordeel, dat onder de onmisbare
grondslagen waarop winkelvereenigingen ge
vestigd moeten zijn, behoort de aanneming van
den gewonen winkelprijs, alsmede dat de ver
deeling van de winst moet plaats hebben naar
evenredigheid der gedane inkoopen en niet naar
het kapitaal. Over de vraag of het lidmaat
schap behoort beperkt te blijven tot de klasse
der werklieden kon de vergadering het bij stem
ming niet eens worden. Onderscheiden motiën
daarover voorgesteld, werden telkens verworpen,
zoodat men eindelijk dat punt liet rusten.
Bij acclamatie werd voorts besloten eene com
missie te benoemen, die door woord en schrift
de beweging tot oprichting van winkelveree
nigingen zal trachten te bevorderen en te leiden.
Tot leden van deze commissie zijn in de ver
gadering benoemd de heeren Kerdijk, ae Witt
Hamer, ter Haar, Goeman Borgesius en Wagner.
In de tweede zitting is uitsluitend gesproken
over de coöperatieve voorschotbanken of cre-
diet-vereenigingen van Schulze-Dditsch.
Eene zeer uitvoerige gedachtenwisseling had
hierover plaats tusschen de heeren Beerends,
Huet, Goeman Borgesius, de Witt Hamer en
anderen. Ten slotte vereenigde de vergade
ring zich bij acclamatie met deze motie
«De vergadering acht oprichting van voor-
schotvereenigingen met of zonder spaarbank
wenschelijk."
Tevens werd besloten het mandaat der in
zake de winkelvereenigingen benoemde com
missie wat ruimer te stellenzoodat zij de
coöperatieve vereenigingen in haar geheelen
omvang in haar werkkring kan begrijpen, en
om in den zomer van 1874 weder een coö
peratief congres te houden, de benoemde com
missie uit te noodigen zich met de regeling
te belasten en de kosten te doen dragen door
degenen, die aan dat congres deelnemen.
Na afloop der laatste zitting is door alle
vertegenwoordigers van de bestaande consumtie-
vereenigingen een verbond gesloten om elkander
voortdurend die inlichtingen te geven, welke
zij noodig achten in elkanders belang. Het
bureau voor inlichtingen wordt te Amsterdam
gevestigd.
Uit Cadix wordt aan den Antwerpschen
Précurseur geschreven, dat het Admiraliteits
hof uitspraak gedaan heeft in de bekende zaak
der stoomboot Murillo, wegens de aanvaring
van de Northfleet. De Murillo is niet ver
oordeeld en de equipage in vrijheid gesteld.
Den kapitein der Murillo is voor twaalf maan
den de bevoegdheid tot het bekleeden van den
post van gezagvoerder ontzegd, omdat hij, met
een onbekend schip in aanvaring geweest zijnde,
geenerlei hulp had verleend.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
De gemeenteraad van Wolfaartgdijk heeft op voorstel
van den burgemeester, mr. C. P. Lenshoek, besloten
de jaarwedden der hulponderwijzers van ƒ400 op 450
te brengen.
Door de maatschappij van Nederlandsche letterkunde
zijn o. m. tot leden benoemd mr. W. C. M. de Jonge
van Ellemeet te Oostkapelle en G. A. Vorslerman van
Oijen te Aardenburg.
OPENBARE .VERGADERING
VAN DEN
B4AD der 44 14 .Ml 14 14 X T 10 Cr O 14 8,
des avonds ten Vh ure.
(Vervolg.)
VII. Alsnu brengt de Voorzitter in behandeling de
vraag, of aan het 27e landhuishoudkundige congres
de uitnoodiging zal gedaan ivorden om het 28e
congres te Goes te houden, welke vraag ter vorige
vergadering in de overdenking der leden is aangegeven.
I)e Voorzitter herinnert, wat hij ter vorige ver
gadering heeft aangevoerd, en kan nog daarbij voe
gen dat hem dezer dagen de verzekering is gege
ven, dat als de raad besloot de uitnoodiging te doen
en het congres hier vergaderde, de Zeeuwsche maat
schappij van landbouw dan tegelijkertijd hare alge-
meene vergadering en tentoonstelling alhier zou
houden. Dit zou zeer strekken om het bestuur van
vele verplichtigen te ontheffen, die dan bij de maat
schappij werden overgebracht.
De heer dr. Cullenfels is van oordeel, dat men
niet mag nalaten de uitnoodiging te doen. De ge
meente Goe3 leeft grootendeels van den landbouw; en
alles wat daarop betrekking heeft, moet men bevor
deren; maar, zal men zeggen er zijn finantiëele be
zwaren aan verbonden. Spreker erkent die, en tevens
dat hij steeds op zuinigheid aandringt, maar het
congres zal zooveel voordeelen afwerpen (voor slach
ters, winkeliers, decorateurs, wijnverkoopers enz.) dat
het fiuantiëel bezwaar daartegen niet kan opwegen.
De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort kan
niet ontkennen, dat het cijfer der kosten, toen dit
het eerst genoemd werd, hem tegenviel, doch bij
nadenken, is hij hoe langer zoo meer tol de over
tuiging gekomen, dat het congres vele indirecte voor
deelen afwerpt. Daarom is hij vóór het doen der
uitnoodiging.
De Voorzitler doet nu het volgende voorstel
dat de raad Bnrg. en Weth. machtige tot de aan
vraag bij het 27e landhuishoudkundig congres, dit
jaar te Delft te houden, om in het volgende jaar
te Goes te vergaderen, en als daarop een toestem
mend antwoord ontvangen wordt, de noodige som
men op de begrooting voor 1874 uittetrekken, een
en ander mits de vroeger vermelde subsidien van
de Provincie en de maatschappij van landbouw ver
kregen worden.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aan
genomen.
VIII. De heer mr. Del Baere vraagt het woord
en leest voor het volgende voorstel, dat hij daarna
aan den voorzitter doet overhandigen.
De ondergeteekende, Meester Jacobus Isaac Del
Baere, lid van den Gemeenteraad te Goes,
Ov. dat volgens art. 194 derde lid der Grond
wet overal in het Rijk van overheidswege voldoend
openbaar lager onderwijs moet worden gegeven
Ov. dat deze bepaling is algemeen, en dus ook
de overheid van deze gemeente daaraan moet ge
hoorzamen;
Ov. dat deze Gemeente door de uitgaven, tot eene
behoorlijke inrichting van haar lager onderwijs ver-
eischt, te zwaar wordt gedrukt, vermits de hoofde
lijke belasting telken jare is vermeerderd en, thans
eene verhouding tot het vermogen der ingezetenen
heeft verkregen, die nadeeligen invloed moet uitoefe
nen op den handel en de indsutrie der neringdoen
den, en dus de algemeene welvaart der gemeente be
dreigt
Ov. dat dit geval is voorzien bij art. 36 der wet
van 13 Augustus 1857 (Stbl. no. 103) waarbij de
Koning aan zich houdt, na onderzoek door Gedepu
teerde Staten, en de Provinciale Staten gehoord, te
bepalen wat ten laste der gemeente zal blijven, ter
wijl dan in het overige zal worden voorzien door
-de provincie en het Rijk, ieder voor de helft
Heeft de eer aan den Raad der Gemeente Goes
voor te stellen.
Heeren Burgemeester en Wethouders uit te noo
digen Z. M. den Koning eerbiedig te verzoeken, ten
aanzien dezer gemeente, gevolg te geven aan art. 36
der wet van 13 Augustus 1857 (Stbl. no. 103).
DEL BAERE.
De Voorzitter zegt, dat dit voorstel een punt van
overweging bij Burg. en Weth. zal uitmaken en zij
het in eene volgende vergadering in behandeling zul
len brengen.
De vergadering is daarna gesloten.
In ons nommer van jl. Dinsdag maakten
wij gewag van de vervolging, die tegen Ranc,
het lid der Nationale Vergadering van Vrank-
rijlr, wegens zijne deelneming aan de com
mune, zou worden ingesteld. De Bonapartis-
tische pers maakt van deze gelegenheid gebruik,
om weder eenige hatelijkheden, ten opzichte
van den afgetreden president, te debiteeren.
De Pays ontziet zich niet, den grijsaard »die
Frankrijk loskocht" te beschuldigen van mede
plichtigheid aan de handelingen der mannen
van 4 September vóór en na den val van het
keizerrijk. »Wij hebben, zegt het blad, niet
vergeten zekere kamerzitting, waarin Thiers
te verstaan gaf, dat de hand der mannen van
het keizerrijk in zekere handelingen van den
Parijschen opstand herkend is geworden. Zon
der twijfel wilde hij door deze trouwelooze in
sinuatie het verwijt voorkomen, dat de eerlijke
lieden eens tot hem zouden richten. De tijd
daartoe is gekomen, en in naam van de ge
schonden wet en van de door hem in gevaar
gebrachte rechten der maatschappij verlan
gen wij van hem rekenschap van de bedroe
vende bescherming, welke op zijn bevel aan
ellendelingen, zoo als Ranc, Rochefort en Cour
bet, is verleend geworden, terwijl personen,
door hem opzettelijk verleid, waaraan niet
te twijfelen valt, zoo streng behandeld wer
den. En dit is niet alles; indien wij de eer
hadden de commissie tot onderzoek van de
commune-voorvallen te presideeren, dan zou
den wij den heer Thiers en generaal Valen
tin, destijds prefect van politie, naar de be
weegredenen vragen, die hun beletten Fe
lix Pyat en Cluseret te laten opzoeken, toen
de aanwezigheid dezer ellendelingen hun uit
goede bron was medegedeeld. Yele conserva
tieven hebben deze dingen vergeten, met vol
doening vervullen wij den plicht ze bij het
publiek in herinnering te brengen".
De bedoelde Cluseret heeft dezer dagen bij
de Belgische regeering aanzoek gedaan ooi ver-
gnnning vijf dagen in België te vertoeven tot
regeling van particuliere zaken; dat die ver
gunning hem geweigerd werd zal niemand be
vreemden als men weet welk antwoord de
minister van justitie hem gaf: »Ik zon uw
verzoek wel inwilligen, maar weet wel, dat, als
ge komt, ik u moet uitleveren aan de Fran-
sche regeering, die het ons gevraagd heeft."
In de laatstverloopen dagen zijn te Parijs, wegens
deelneming aan de commune, weder zeer vele
personen, welke men tot dus verre ongemoeid
had gelaten, in hechtenis genomen.
Keizerin Eugeniedie den 15 te Arenenberg,
in Zwitserland, is aangekomen, heeft Vrijdag
jl. op hare doorreize te Verviers den spoor
trein, die daar eenigen tijd stilhoudt, verlaten
en het terrein achter het stationsgebouw op en
neer gewandeld. Zij was zegt La Meuse
van Luik, in den zwaren rouw en slechts
door een klein gevolg vergezeld. De gewezen