BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
BUITENLAND.
men van liberale zijde in en bniten de Kamer
met grooten aandrang den wensch naar het bren
gen van nieuw of versch bloed in de Tweede Ka
mer. De wetgevende onmacht, zij is, (wat ook
de schrijver der vragen van den dag in het Han
delsblad moge beweeren) waarlijk niet en zeker
niet uitsluitend aan- de Regeering te wijten. In
tegendeel, haar aandeel er in is het noodwendig
gevolg van den bestaanden toestand der vertegen
woordiging, waarover nu juist geklaagd wordt.
Het malaise zit dus voor een groot deel in de
samenstelling en houding der liberale party zelve,
en van daar het verlangen naar nieuw bloed.
Heeft men echter ergens aan dat verlangen ge
volg gegeven? Nergens dan waar men er door
het bedanken der oude leden toe genoodzaakt was
nergens dan zonderling genoeg te Amsterdam,
waar men hét -nieuwe bloed Jolles bijna door an
der nieuw bloed zou verdrongen hebben, en daar
door in herstemming brengt met een conservatief.
Daarentegen was het verschijnsel optemerken
en dit is wellicht reeds een bewijs op zich zelf
van de ontevredenheid der liberale kiezers met
hunne afgevaardigden dat de herkozen liberalen,
met geringe uitzonderingen, slechts de noodzakelijke
meerderheid hebben verkregen. Er was in 't al
gemeen iets- flauws, weinig geestdrift optemerken
om de liberale kandidaten met eene aanzienlijke
meerderheid uit de stembus te doen komen.
Dit verschijnsel verklaart zich wellicht uit de
onvruchtbaarheid van den wetgevenden arbeid van
't laatste jaar. 't Moge der liberale meerderheid
in de Kamer het bewijs zijn, dat de natie moede
is van het even kleingeestig als onvruchtbaar he
kelen der Regeering en van hare voorstellen; dat
men niet langer gediend is met lange redevoerin
gen, het uitmeten van onderlinge grieven en 't na
jagen van eerzuchtige bedoelingen, maar dat men
gemeen overleg en opoffering van individuëele mee
ningen op ondergeschikte punten dringend nood
zakelijk acht voor de welvaart van het land.
En voor zoover de lauwheid en flauwheid der
liberalen bij deze verkiezingen een gevolg zijn ge
weest van onverschilligheid, van indommeling, dan
mogen ook in dat opzicht de verkiezingen leerzaam
zijn en den onverschilligen liberaal, die zijn vijand
licht achtte, doen inzien, dat hij zich jammerlijk
heeft vergist; dat zijne onthouding mede-oorzaak
zou kunnen zijn, dat de beide kerkelijke richtin
gen, die thans nog slechts vijandig tegenover de
liberalen staan, (maar die later, wanneer een hun
ner de overmacht mocht verkrijgen, elkander zul
len bestrijden) het eenig ware stelsel van staats-
regeering, waarbij alle zónen van hetzelfde land
heil en steun kunnen vinden, onmogelijk maken.
Moge vruchtbare wetgevende arbeid en wakkerheid
der liberale kiezers ons land voor dat onheil be
hoeden!
De gehouden verkiezingen hebben doen zien:
Dat de ultramontaansehe partij, daar waar zij
eenige kans had, een volkomen succes heeft behaald
dat de anti-revolutionaire partij, ofschoon niet
gewonnen in ledental, eene groote krachtsontwik
keling heeft getoond;
dat nergens de orthodoxen aan de ultramon-
tanen hunne stem hebben gegeven; dat zij zich
ook volkomen hébben afgescheiden van de conser
vatieven en alleen in den Haag een kleinen steun
aan den conservatieven candidaat hebben verleend
dat de ultramontanen nergens een orthodoxen
candidaat hebben gesteund en slechts de conser
vatieven hier en daar behulpzaam zijn geweest
dat de liberalen ongeveer op 't zelfde standpunt
zijn gebleven, maar dat vooral voor hen verdub
belde werkzaamheid, waakzaamheid en eendracht
in den tegenwoordigen stand van zaken noodig
zijn, om der natie het bewijs te leveren, dat al
leen bij hunne richting het belang van ieder
Nederlander, van welke kerk of secte hij ook zij,
is gewaarborgd.
GOES, den 16 Juni 1873.
EERSTE KAMER.
Per telegraaf. Al de aan orde ge
stelde wetsontwerpen, waaronder de overeen
komst met de handelmaatschappij en het nieuw
academiegebouw enz. te Leiden zijn heden met
algemeene stemmen aangenomen.
Daarna discussie over het crediet van 5|
miljoen voor Atchin, dat mede met algemeene
stemmen aangenomen is. Van eenige inmen
ging van Turkije in deze zaak is bij de Regee
ring noch ofïiciëel noch officieus iets bekend.
Woensdag discussie over de kanaal-maatschappij.
De leden van de Tweede Kamer zijn tegen
25 Juni bijeengeroepen.
In de hoofdkiesdistricten Utrecht, Am
sterdam, Leiden, Delft, Gouda, Gorinchem,
Almelo, en Dokkum zal herstemming plaats
hebben voor de Tweede Kamer der Staten-
Generaal op Dinsdag 24 Juni eerstkomende.
De Rijksmiddelen hebben in de jongst-
verloopen maand Mei opgebracht 6,885,000.
De raming over ééne maand was 6,387,000.
De opbrengst in Mei 1872 bedroeg/6,690,000.
Over de eerste vijf maanden van dit jaar
is de opbrengst geweest 33,783,000. De
raming voor 5 maanden (5/12) was ƒ31,937,000.
De opbrengst in Januari-Mei 1872 bedroeg
33,129,000.
Wi) hebben aan deze eenvoudige cijfers niets
toe te voegen. Men ziet, de gang onzer finan-
cieele aangelegenheden, wat betreft de gewone
inkomsten der schatkist, blijft regelmatig en
voorspoedig. NR. Ct.)
De Ned. Israelietsche gemeente alhier
heeft gisteren tot haren voorganger benoemd
den heer Meijer Staal van Amsterdam.
Den ln Juni jl. vierde onze stadgenoot
A. J. A. P. van Calmthout de herinnering, dat
hij vóór 25 jaren als bodé in dienst der ge
meente trad. Van verschillende zijden ontving
de jubelaris bewijzen van achting en vriend
schap. Door het dagelijksch bestuur werd hem
een zilveren snuifdoos vereerd met de inscriptie
»Aan A. J. A. P. van Calmthout, van Burge
meester en Wethouders van Goes, 1 Juni 1873."
De Secretaris schonk hem een schildpadden
brillendoos met zilver beslag en inscriptie. Van
de beambten der Secretarie ontving hij een
sigarenkoker en lucifersdoosje, terwijl ook eeni
ge vrienden hem cadeaux aanboden, alles ver
gezeld van de beste wenschen voor de toe
komst en als waardeering van ijverige plichts
betrachting.
Wij hebben niet eerder melding van een
en ander gemaakt, omdat het geschenk van
Burg. en Weth. nog niet gereed was. Het
werd jl. Zaterdag aan den heer v. Calmthout
uitgereikt.
Ten onzen bureele liggen ter inzage voor
belanghebbenden de statistieke opgaven der
in-, uit- en doorgevoerde voornaamste handels
artikelen gedurende de maand April 1873.
Wij herinneren onzen belanghebbenden
lezers dat het overmorgen (Woensdag) de
laatste dag is, waarop de herijk van maten
en gewichten alhier zal plaats hebben.
Na gehouden examen ds tot surnumerair
bij de Staatsspoorwegen benoemd O. m. de heer
B. Wabeke van Krabben dijke.
Uit het verslag van de maatschappij tot
exploitatie van Staatsspoorwegen over 1872
blijkt o. a. dat in het afgeloopen jaar zss
personen in dienst der maatschappij, allen, vol
gens opgave, ten gevolge van onvoorzichtigheid,
hun leven hebben verloren. Op de lijn Venlo-
Maastricht werd een wegwachter overredenbij
Hoogeveen geraakte een wegwerker onder den
trein; bij Helmond een wisselwachter; gelijke
beambte geraakte bij Breda tusschen de buffers
van twee wagens; bij Schalkwijk viel een con
ducteur van den trein, terwijl bij Deventer een
voorman bij het rangeeren werd overreden, alles
met doodelijken afloop. Bij Valkenswaard werd
bovendien een persoon overreden, die vermoede
lijk door zelfmoord een einde aan zijn leven
wenschte te maken, en tusschen Vlake en Bieze-
linge geraakte een kind onder den trein, dat
eveneens onmiddelyk werd gedood. Voorts zijn
eenige beambten in meerdere of mindere mate
gewond, ook al ten gevolge van onvoorzichtig
heid, botsing van treinen enz.
Men zal zich herinneren, dat de Weener
correspondent van de Parijsche Monde inder
tijd een niet zeer gunstig tafereel van de Wee
ner tentoonstelling ophing en o. a. de vrees
te kennen gaf, dat het gebouw, wegens ge
brekkige constructie en moerassigen bodem,
bij eventuëelen aanvoer van zware voorwerpen
ter expositie, veel kans van instorten had. Of
schoon zijn bericht niet vau overdrijving vrij
was te pleiten, blijkt hij toch niet geheel mis
gezien te hebben. Maandag avond is althans
het Russische gedeelte van het tentoonstellings
gebouw feitelijk ingestort. Een persoon is bij
dit ongeluk gedood, terwijl drie andere ge
vaarlijk gewond zijn.
Het Britsch en buitenlandsch bijbelge
nootschap te Londen laat den bijbel in het
Japansch overzetten. Het evangelie van Jo
hannes is bereids vertaald en afgedrukt. Het
zal zonder verwijl naar Japan verzonden worden.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
De predikant J. F. W. van Troostenhurg de Bruijn
te Benschop, heeft, voor het heroep naar Kruiniagen
bedankt.
Tot 3n hulponderwijzer aan de openb. lagere school
te Samarang is benoemd de onlangs uit Nederland
op Java aangekomen heer A. Roose.
Het buitenlandsch nieuws behelst voor he
den weinig belangrijks.
In de Nationale Vergadering van Franltrljk
houdt eene zaak van gewicht de leden bezig
en maakt de gemoederen warm. In die ver
gadering heeft namelijk zitting zekere heer
Ranc, welke deel heeft uitgemaakt van het be
stuur tijdens de commune en de eenige is, die
ongemoeid is gebleven, ja zelfs eene betrekking
onder de republiek bekleedt, terwijl men zijn
rol onder de commune kent. De generaal Lad-
mirault, opvolger van den tegenwoordigen pre
sident als opperbevelhebber van het leger van
Versailles, heeft nu, door den Minister van
Oorlog aan de Nationale Vergadering een requi
sitoir laten indienen, waarin hij verklaart, dat
door het niet vervolgen van Ranc het beginsel
van gelijkheid voor allen geschonden is, en dus
de vervolging nog geeischt wordt. Dit requi
sitoir maakt nu een punt van onderzoek uit.
Het rechtereentruui heeft besloten zich te be
palen tot de rechtskwestie en tot de feiten,
die Ranc ten laste worden gelegd, terwijl het
de vraag, waarom Ranc niet vervolgd werd,
ter zijde zal stellen. Het linkercentrura wil
naar het schijnt geen deel nemen aan de de
batten in de bureaux en behoudt zich vrijheid
van handelen voor tot dat het onderzoek zal
zijn afgeloopen.
Eene andere zaak van belang is de vertrou
welijke circulaire, door of namens den minis
ter van binnenlandsche zaken aan de prefecten
geschreven, waarin deze worden gelast, om na
te sporen den finantieelen toestand der con
servatieve nieuwsbladen, en den prijs te ver
nemen, dien deze mochten begeeren voor de
welwillende ondersteuning der Regeering. In
derdaad is het schaamteloos van eene Regee
ring, het otnkoopeu der dagbladpers aan de
prefecten voor te stellen, zij het ook in eene
vertrouwelijke circulaire; schaamteloos niet al
leen zelfs walgelijk van zulke ministers, die
verklaren te zijn opgetreden om de maatschappij
te redden, de ordre moral té herstellen, de
zedelijkheid des volks op te beuren.
Met betrekking tot prins Napoleon leest men
in den Soleil, een Orleanistisch orgaan, dat
hjj het hötel-Bristol wel verlaten heeft, doch
niet om, gelijk eenige bladen meldden, zich
naar Corsica of naar Zwitserland te begeven,
maar om een huis in de rue Las-Cases te
betrekken; eerst tegen het einde dezer maand
zou de prins naar Corsica gaan.
Spanje heeft weder een ministerie. De Con
stituante benoemde rechtstreeks de ministers, en
bij deze handeling waren alle voorzorgen geno
men tot handhaving der openbare rust; geluk
kig is hetgeen gevreesd werd, onlusten, of
schoon de bekommering niet ongegrond is ge
weest, niet verwezenlijkt geworden. Piy Margall
is thans de eerste minister, het hoofd van het
uitvoerend bewind der Spaansche federale repu
bliek. Zal het land in hem den man gevonden
hebben, aan wien het zoo dringend behoefte
heeft Een man met helder doorzicht, vastbe
raden, eerlijk, doortastend, en die zich boven
de partijen weet te verheffen? Een regeerder,
bij machte, met hem toegedane raadsmannen,
het volk te besturen, de gisting te doen be
daren, den burgeroorlog te bedwingen?
Zal Piy Margall in staat zijn te volbrengen
eene taak, waarin Figueras en Castelar te kort
schoten? Voor het ongelukkige Spanje is het
te hopen. Een krachtig en populair ministerie
zal misschien met de Nationale Vergadering,
zoo als deze thans is samengesteld, iets goeds
tot stand kunnen brengen. Ware zij, de con
stituante, anders samengesteld, de toestand
zou beter wezen. Wel bevat zij vele goede elemen
ten, maar kan, als een noodlottige invloed op
haar werkt, dwalingen begaan die de schromelijk-
ste gevolgen kunnen na zich slepen. De consti
tuante is eenstemmig, en dit moest niet zoo zijn.
Hare leden, die, op twee na, de federale re
publiek hebben aangenomen, gevoelen, dat zij
de meerderheid der natie niet vertegenwoor
digen. De vergadering bestaat ten eenenmale
uit federaal-republiekeinen, daar de andere
partijen aan de verkiezingen geen deel heb
ben genomen, en deze andere partyen zullen
weldra op hare beurt het hoofd opstekenbo-