1873. N°. 56.
Dinsdag 13 Mei. 60ste jaargang.
van liet Gemeente-bestuur.
Herijk van Malen, Gewichten en
Weeg werk tuigen.
ONDERZOEK VAN SPUITWATER.
AANBESTEDING.
Vertrek der landmail naar Oost-lndië.
««Esse
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. -gJfl
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 e.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels a 1,—
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20. c.
Bij dit nummer is als bijvoegsel gevoegd de
nieuwe dienstregeling op de spoorwegen tusschen
Vlissingen en Rotterdam.
Die van het Hollandsche en het Rhijnspoor
volgen.
BEKENDMAKINGEN
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat tot den herijk van
Maten, Gewichten en Weegwerktuigen in deze gemeente,
ter gewone plaatse zal gevaceerd worden
van den 29 Mei tot den 18 Juni
aanstaande.
Burgemeester en Wethouders herinneren de belang
hebbenden, dat de Maten, Gewichten en Weegwerktui
gen, die dan niet aan den herijk zijn onderworpen, la
ter naar Zierikzee moeten worden opgezonden, terwijl
het gebruik daarvan, zonder den herijk niet geoor
loofd is.
Goes, den 10 Mei 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
IIARTllA N.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat bij hen van de gezond
heidscommissie is ingekomen het navolgende rapport:
,van onze Scheikundige Subcommissie ontvangen wij
bericht, dat zij van elk der heeren M. BARTELSE en
A. den HOLLAR DER eene siphonflesch met zooge
naamd „Spuitwater" (koolzuur houdend water) heeft
doen halen en dat bij een ingesteld onderzoek ge
bleken is, dat beide watersoorten vrij waren van voor
de gezondheid nadeelige bestanddeelen en dus ook
vrij van lood en tin."
Burgemeester en Wethouders achten het noodig, met
het oog op de in den laatsten tijd verspreide berichten,
dat elders schadelijke bestanddeelen in dergelijk water
zijn ontdekt, dit rapport ter kennis van de ingezetenen
te brengen.
Goes, den 10 Mei 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BI.AAUBEEN.
De Secretaris,
II A R T M A N.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen ter openbare kennis, dat door hen, op Zater
dag den 24 Mei des namiddags ten 1 ure, in hunne
vergaderkamer ten raadhuize zal getracht worden
aantebesteden:
het maken van eene straat voor voetgangers
en een afvoerriool met de daarbij behoorcnde
zinkputjes langs de gebouwen tusschen den
Stationsweg en de Koepoortbrug
Bestek en voorwaarden liggen ter lezing eiken werk
dag van des voormiddags 0 tot des namiddags 2 ure
ter secretarie der gemeente, terwijl de aanwijzing zal
plaats hebben op Donderdag den 22 Mei bevorens, des
voormiddags ten 11 ure.
GOES, den 10 Mei 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secrelaris,
HARTMAN.
POSTEKIJEN.
Via TRIEST den 13 Mei per laatsten trein
naar Roosendaal.
Via BRINDISI den 16 Mei per tweeden
trein naar Roosendaal.
Via DEN HELDER per stoomschip „Koning
der Nederlanden" den 16 Mei per tweeden
trein naar Roosendaal.
BINNENLANPSCHE BERICHTEN.
GOES, den 12 Mei 1873.
Indertijd hebben wij 't voordeel betoogd,
dat er voor Nederland in 't algemeen en voor
Zeeland in 't bijzonder gelegen was in de over
name door den Staat van de lijnen Roosen
daalBreda en RoosendaalMoerdijk. De prijs
voor de overname was boog, zeiden we, maar
niet te boog voor de vciordeelen, die we daar
door genoten.
Op de uitspraak door de Tweede Kamer in
tegengestelden zin zijn we niet teruggekomen,
omdat doorgaans de ruimte ons ontbreekt en
omdat daarmee de zaak niet beter gemaakt
wordt. Nu evenwel de tegenstanders reken
schap meenen te moeten geven van hun af
keurende stem, moeten we met een enkel woord
op de zaak terugkomen.
Wat zeggen de tegenstanders?
lo. De geheele lijn van Autwerpen tot Rot
terdam met de zijlijn RoosendaalBreda kostte
met inbegrip van materieel bij aanleg weinig
meer dan nu de 46 kilometer, die we over
genomen zouden hebben.
Maar dit bewijst niets. Als iemand met
een klein kapitaal eene zaak begint, en die zaak
wordt door de behoefte, die er aan was, of
door de geestkracht van den eigenaar een uit
gebreide winstgevende zaak, zal men dan
mogen zeggen, die zaak is zooveel waard, als
de eigenaar er bij den aanvang aan ten koste
gelegd beeft?
2o. Wanneer de directie der Staatsspoor
wegen door die van den Grand Central ge
dwarsboomd wordt bij bet vrije verkeer, dat
baar op die Belgische lijnen wordt toegestaan,
kan de Staat eene lijn naast de Belgische lijn
van Roosendaal naar Breda aanleggen, die maar
half zooveel zal kosten als de som door den
Grand Central gevraagd.
Doch dan beeft de Staat maar ééne concu-
reerende lijn aangelegd, zij zou er twee moe
ten aanleggen, nl. een tweede van Roosendaal naar
den Moerdijk om ook tegen deze te kunnen
concureeren, waardoor bij nog weer zooveel, de
helft der nu gevraagde som, zou moeten uit
geven; alzoo voor aanleg van de beide lijnen
ongeveer evenveel als nu gevraagd werd.
3o. Het rijk zou vermoedelijk hoogstens een
pet. 'sjaars genoten hebben.
Vooreerst is dit mogelijk, maar later? Maar
al bleef dit zoo, dan vragen we: geeft de
Staat alleen geld uit om dadelijk hooge intres
ten te trekken. Hoeveel pet. zal in de eer
ste jaren het kapitaal, voor het dok te Vlis
singen toegestaan, opbrengen Daarbij bet dok
en de spoorlijnen pasten in één stelsel, in één
ontwerp, ze konden niet gescheiden worden,
en ware 't niet, dat een kleingeestig provin
cialisme, wat reeds zoo dikwijls ten nadeele
van Zeeland werkte, grooten invloed op de
stemming van vele kamerleden bad uitgeoe
fend, de Zeeuwsche afgevaardigde Vader bad
maar een klein getal tegenstanders van de
overname der lijnen om zich vereenigd.
4o. De Staat heeft bet recht later de lij
nen te naasten.
Zeer zeker, maar de voorwaarden van naas
ting geven ons de overtuiging, dat alsdan de
prijs evenboog zoo niet hooger zijn zal dan nu.
Maar wat scheelt dat dien voorgewenden zui
nigheidsmannen?
Als ze voor 't oogenblik den schijn maar
hebben bij de goê-gemeente van de zuinig-
beid te betrachten. Of bet een verkeerde zui
nigheid is, och, dat ziet die goê-gemeente nog
zoo niet, en zoo naderhand 't verkeerde van
hunne handelingen mocht blijken nu is
nu en dan is dan.
Men moet toch maar durven, dachten we,
toen we in 't Christelijk Volksblad van de band
van den redacteur't volgende lazen, naar aan
leiding van de jongste Leksiuondscbe Tooverge-
schiedenis.
„Leksmond beeft niet alleen zijn toovergeschie-
denissen. In den gebeelen omtrek van Leks-
mond is het geloof aan tooverij en spokerij
niet zeldzaam, zelfs niet alleen ouder de dom
me menigte. MenscheU van wie men dit nim
mer zou gedacht hebben, zijn er meê behept.
Maar wat men ook niet moet vergeten is
de domme vooroordeelen en bijgeloovigheden
van een volk staan in verband met zijn ge
schiedenis. En de geschiedenis van Leksmond
is, dat de gemeente aldaar jaren lang door libe
ralistische theorieën is afgevoerd van den weg
der ontwikkeling en voorgegaan in on- en bij
geloof, zich openbarende in tooverij en waar
zeggerij, klopgeesterij en tafeldans."
Dat laatste is iets geheel nieuws. Wij meen
den, en zeker 't grootst gedeelte van 't mensch-
dom met ons, dat 't geloof aan «tooverij en
spokerij» juist overal en altijd gevlucht is voor
't liberalisme. Op die wijze zou men kunnen
beweren, dat de strenge winterkoude 't gevolg
was van groote kachel warmte.
Spokerij en tooverij, heksenprocessen enz. zijn
eeuwenoud, en er wordt altijd beweerd, dat bet
liberalisme al het oude omverwerpt.
Hoe rijmt bet nu om te beweren, dat bet
liberalisme het oude weêr in 't leven roept?
De redacteur van 'i Christelijk Volksblad wil
zeker de beter gegronde opmerking voorkomen,
dat geloof aan spoken en tooverij wêer ontstaan
is, sints in zijne buurt zoo tegen het liberalisme
te velde getrokken wordt.
Of 't nu zoo Christelijk is eigen schuld op
anderen te werpen? Eerlijk is 't zeke'i niet.
Dezer dagen is bericht, dat een afgezant
van den sultan van Atchin te Konstantinopel
is aangekomen, om van de Porte hulp te vragen
in den oorlog met Nederland. Volgens een
latere tijding, voorkomende in de te Weenen
verschijnende D. Z.zou deze gezant Seïd-Ef-
fendi, inlast hebben niet bijstand tegen
ons, maar de bemiddeling of tusschenkomst
der Ottomaniscbe Regeering te verzoeken, ten
einde het geschil worde uit den weg geruimd.
De sultan van Turkije moet in zijn antwoord
aan Seïd-Effendi zich bereid verklaard hebben
zijne goede diensfen bij het Kabinet van 's Gra-
venhage aantebiedendit zou zelfs reeds ge
schied zijn.
De Minister van Financiën brengt ter
kennis van de belanghebbendat in den loop
van dit jaar vijftig kommiezen der vierde klasse
der directe belastingen, in- en uitgaande rechten
en accijnsenkunnen worden aangesteld op
eene bezoldiging van 420 sjaars; en dat in
de maand Juli aanstaande, op nader vast te
stellen plaats en tijd, een onderzoek zal worden
ingesteld omtrent de sollicitanten voor die be
trekking.
Bij de Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen zal den 11 Juni aanstaande,
aan het centraal-bureau der Maatschappij te
Utrecht, een examen worden gehouden van
adspiranten naar de betrekking van surnumerair
bij de Maatschappij.
Van de te benoemen surnumerairs zullen de
vier, die het best aan de eiscben van bet examen
voldoen, een toelage ontvangen tijdens het
surnumeriaat van 1 daags.
Het provinciaal Gerechtshof in Zeeland
beeft Zaterdag uitspraak gedaan in de zaak
van Jan Willems, oud 22 jaren, beschuldigd
van moedwilligen manslag; het Hof heeft hem
schuldig verklaard aan het hem ten laste ge
legd feit en hem veroordeeld tot eene tucht
huisstraf van vijf jaren.