1873. N°. 55. Zaterdag 10 Mei. 60ste jaargang. BEKENDMAKING. HAVEN TB GOES. herstelling van de Havenboorden, het water uit de haven zal worden afgelaten als volgt: BINNENLANDSCHE BERICHTEN. COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woenshag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 e. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1 —8 regels a 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald20, c. DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, Gezien art. 1 van het reglement op liet gebruik van de provinciale steigersin Zeeland, de dato 9 Juli 1852, Provinciaal blad no. 109, doen te weten, dat. aan den oever van de Wester- Schelde te Walzoorden, door de zorg van het geweste lijk bestuur is aangelegd een steiger of aanlegplaats voor schepen en vaartuigen, tot liet innemen of aan zetten van reizigers en liet laden of lossen van goe deren, en dat daarop, te rekenen van Maandag den 12den Mei aanstaande, toepasselijk zal zijn het hier boven gemelde reglement, behoudens de wijziging van het tarief, vervat in art. 2, zoo als die is bekend ge maakt in het Provinciaal blad no. 21 van 1867. En zal dit besluit worden geplaatst in het Provin ciaal blad, en door de zorg der gemeentebesturen, da delijk op ontvangst, worden afgekondigd en aangeplakt in al de gemeenten dezer provincie. Middelburg, den 3den Mei 1873. De Gedeputeerde Staten voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN, Voorzitter. BUT EU X, Griffier. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, om de Op Maandag 12 Mei; 60 centimeters; Dinsdag 13 Mei; 1 meter; Woensdag 14 Mei; 60 centimeters-, Donderdag 15 Mei; 60 centimeters; zullende het water tceder worden ingelaten op Vrijdag den 16 daaraanvolgende, en dat gedurende dien tijd de haven ALLEEN TE BEVAREN ZAL ZIJN IV1ET SCHEPEN VAN LICHTE LADING. Goes, den 5 Mei 1873. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. GOES, den 9 Mei 1873. De Koning wordt op zijn tocht door de noordelijke provinciën overal met groote geest drift ontvangen. Diners, concerten, schietwed strijden, eerewachten enz. zijn in vollen gang en bewijzen hoezeer Willem III ook door de noordelijke bewoners van zijn rijk bemind wordt. Uit de memorie van toelichting gevoegd hij het wets-ontwerp tot verhooging der begroo ting van Nederlaudsch Indie, voor het dienst jaar 1873, met ruim 5'/j millioen guldens,blijkt, dat o. a. een som van 1,400000 is be stemd tot aanbouw van vier stoomschepen 4e klasse 720000.voor twee ijzeren rader stoomschepen, en ƒ200000.voor tien stoom- barkassen. Er wordt daaromtrent gezegd: De aanbouw, uitrusting en uitzending der boven genoemde zes schepen zal minstens 12 a 14 maanden vorderen. Het is dus duidelijk, dat daarmede nipt mag gewacht worden en tevens dat de uitgaven voor dit doel, ook afgescheiden van de gebeurtenissen in noordelijk Sumatra, noodig zouden geweest zijn. Ook is een post voor memorie uitgetrok ken tot voorbereiding der oprichting van een corps militairen, geschikt en gereed om, wan neer noodig, naar de koloniën en overzeesche bezittingen gezonden te worden tot aanvulling of tijdelijke versterking der strijdkrachten al daar. De noodzakelijkheid om te kunnen be schikken over een corps militairen (Indische brigade) als hier wordt bedoeld, wordt in om standigheden, als waarin wij ons thans be vinden, zoo levendig gevoeld, dat zij inder daad geen bijzonder betoog schijnt te behoe ven. Een uitgewerkt plan heeft de Regeering nog niet, maar zij heeft gemeend in deze wets-voordracht te moeten doen blijken van haar voornemen om dadelijk de handen aan 't werk te slaan. Yoor de voorgestelde verhoogingen, bedra gende tezamen 5,527,600.behoeven geene andere middelen aangewezen te worden, dan bij de begrooting reeds zijn genoemd, daar zij ruim zullen gedekt worden door hetgeen de verkoop van koffij en tin meer zal opbren gen dan daarvoor bij de begrooting is geraamd. Naar men verneemt, heeft de Minister van Oorlog aan de plaatselijke commandanten eene circulaire gericht, houdende, dat gewe zen onderofficiers en korporaals van het Indisch leger, die voor den dienst bij dat leger nog ten volle geschikt zijn te achten, en wier antecedenten gunstig zijn, in hun vorigen graad en tegen genot van een handgeld van J 200 tot een engagement voor het leger in Ned. Indie zullen worden toegelaten. De Minister van Financiën brengt ter kennisse der belanghebbenden, dat in de maand November aanstaande, in het locaal van bet Departement van Financiën te 's Gravenhage, ten ovei staan van de daartoe benoemde com missie, een vergelijkend onderzoek zal plaats hebben van adspiranten voor de betrekking van surnumerair bij het vak der posterijen, waartoe minstens twaalf plaatsen ter ver vulling worden opengesteld. De adspiranten behooren zich voor den ln October aanstaande, bij een cp zegel geschreven request, tot den Minister te wenden. Na dien tijd inkomende verzoeken worden buiten aan merking gelaten. Nadere bijzonderheden ver meldt de Staats-Courant No. 109. De militiens-verlofgangers der lichtingen van 1869 en 1870 van het regiment grena diers en jagers en van de overige regimenten infanterie worden tegen den 9 Augustus a. s. tot 13 Sept d. a. v. tot het houden van na jaarsoefeningen onder de wapenen geroepen. De militiens der lichting van 1869, zoo van de infanterie, als van de artillerie en de pon tonniers, die vóór 1 Augustus dezes jaars ge huwd zijn, worden buiten oproeping gelaten. Naar het Dagblad verneemt, heeft de President der Fransche Republiek eene depêche gericht tot den Franschen Gezant bij het Ned. Hof, markies de Gabriac, strekkende om aan de Nederlandsche Regeering, ten aanzien van deD aan het Rijk van Atchin verklaarden oor log, te kennen te geven, dat, 't zij er in Frank rijk een gezant van Atchin kome of niet, die Mogendheid zich steeds jegens Nederland eene bevriende Natie zal betoonen ook spreekt de heer Thiers in dien brief persoonlijk zijn beste wenschen uit voor het welgelukken der aan staande tweede expeditie tegen Atchin. Betreffende de eerste expeditie naar Atchin wordt in particuliere berichten uit Batavia ver meld, dat de Gouverneur-Generaal daags voor het vertrek der troepen den generaal Kroesen den opperbevelhebber der landmacht, nog af gevraagd had, of de expeditie wel sterk genoeg was, en dat de generaal daarop mondeling en schriftelijk had geantwoord, dat bij voor den goeden afloop der expeditie instond met zijne rijke ondervinding en reputatie. De nieuwe dienstregeling op de Staats-, Hollandsehe- en Rhijnspoorwegen is gepubli ceerd en treedt met 15 Mei a. s. in werking. Bij ons volgend no. hopen wij die regeling als bijvoegsel mede te deelendat dan tegelijk kan dienen om op onze bootlijst van Mei op geplakt te worden. Om gekookte melk een aangenamen geur en smaak bij te zetten, is men wel eens ge woon daarin eenige bladen van de laurier-kers (lauro cerasus) te doen. Ter waarschuwing deelen wij mede, dat al hier dezer dagen 3 kinderen in één gezin, tengevolge van het drinken van dergelijke melk, ongesteld zijn geworden en aan duizeling en be dwelming geleden hebben, die slechts na ver loop van drie dagen ophielden. Vooral schijnt men voorzichtig te moeten.^ zijn met het gebruik der zeer jonge bladen, die in sterker mate dan oude vergiftige eigen schappen schijnen te bezitten. De inspectie van de verlofgangers der nationale militie van de lichtingen 1869, 1870~ 1871 en 1872 is bepaald voor Goes op den 18voor Kapelle op den 19 Juni a. s. Op aanstaanden Woensdag den 14 Mei zal de afdeeling Heinkenszand der Maatschappij van Landbouw en Veeteelt in Zeeland eene ver gadering houden te Heinkenszand, waar, o. m. zal worden vastgesteld het door de regelings commissie voorgesteld programma voor de te Goes in September a. s. te houden tentoon stelling van bloemen, vruchten en landbouw gewassen Over 't algemeen is men van gevoelen, dat de vruehtboomen door de nachtvorsten niet zooveel geleden hebben als men aanvankelijk gedacht heeft. De berichten uit Gelderland lui den althans bemoedigend, terwijl men zich ook in ons eiland niet zeer verontrust. De Haagsche correspondent van de Middel- burgsche Courant deelt mede, dat de heer van Sijpesteijn, lid der He Kamer voor 's Graven- venhage tot gouverneur van Suriname zal wor den benoemd. De heeren van Voorthuijsen en Pijls hebben zich bij de aanstaande verkiezingen voor de lie Kamer niet herkiesbaar gesteld. Men verneemt, dat in eene vergadering der kiesvereeniging te Oude Pekela besloten is het aftredend lid der Tweede Kamer, den heer Jonckbloet, niet weer tot eandidaat te stellen, en dat daarop met algemeene stemmen, op ééne na, daarvoor de kens gevallen is op den heer G. H. Addens te Winschoterzijl. Het indertijd stemmen van den heer Jonckbloet tegen art. 1 van het wetsontwerp, houdende eene belasting op het inkomen en dusdoende medewerken tot den val van het liberale mi nisterie Blussê was 't motief daarvoor. De werkstaking der leden van den siga- renmakersbond duurt voort. In enkele steden vreesde men deze week voor ongeregeldheden. In de tweede vergadering der Haagsche afdee ling is Zondag besloten niet toe te geven, maar met elkander voor eigen rekening te werken. Daartoe was van verschillende zijden eene som van ruim 100 gulden ingekomen. Of die som voldoende zal zijn om 't plan te verwezenlij ken, valt te betwijfelen. Opmerkelijk is eene worsteling op zoo'n uit gebreide schaal tusschen patroons en werk lieden en dat in Nederland. Toch kan, naar ons inzien, de uitkomst niet anders zijn, dan een gedeeltelijk toegeven van weerszijden, nadat verscheidene der werkstakers weken lang ge leden en dus de grootste offers gebracht hebben. Naar men aan de Pr. N. Br. Ct. mede deelt, is de aanvoerder der Atchineezen een Nederlander en nog wel een Bosschenaar, ge naamd De WDeze persoon is, zegt men, uit Nederland als onder-officier naar O.-I. vertrokken, aldaar officier geworden en

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 1