1873. N°. 52.
Zaterdag 3 Mei. 80ste jaargang,
BINNEIMLAMDSCHE BERICHTEN.
BUITENLAND.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be-
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels ft/1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald20j c.
GOES, den 2 Mei 1873.
De uitslag van het debat over de expedi
tie naar Atchin is uit het telegram in ons
vorig no. reeds gebleken. Het debat heeft tot
geen resultaat geleid. Wij zullen dan ook de
onvruchtbare discussiën van Woensdag niet re-
sutneeren en ons alleen nog bepalen tot de
opneming van een paar bijzonderheden op de
zaak betrekking hebbende.
Het telegram, dat de minister van koloniën
den 19 Febr. jl aan den Gouverneur-Generaal
beeft gezonden, luidt als volgt:
#Als gij niet tw'ijfelt aan de juistheid der berichten
uit Singapore, is langer dralen ongeoorloofd. Wil eene
krachtige zeemacht naar Atchin zenden om te vragen
opheldering en rekenschap van de dubbelzinnige en
verraderlijke handelingen waarvan gebleken is, en re
geling der verhouding van Nederland tot Atchin in den
(bij het besluit der zending van de heeren Schiff en
Van de Wall) voorgenomen zin. Zoo niet genoegzaam
wordt voldaan, moeten de strijdkrachten worden bij
eengebracht, geschikt om met minst verwijl aan onze
vordering behoorlijk klem bij te zetten. Zoo voor een
en ander voorbereiding onmisbaar is, ook om zeker
heid te hebben omtrent den waren toestand en de
gezindheid van den sultan, die, zoo nu nog mogelijk,
moet worden ontzien en gesteund, moet toch ten spoe
digste genoegzame zeemacht gezonden worden, om
nuttige vrees te wekken en met het oog op het ge
beurde te Singapore."
Uit dit telegram blijkt, dunkt ous, overtui
gend, dat de Nederlandsche Regeering geene
anexatiezueht, geene oorlogzuchtige politiek ter
opzichte van Atchin bedoelde.
Meer en meer blijkt bovendien, dat eerbie
diging vanAtchin's onafhankeljjkheid bedoeld is;
men heeft tot het uiterste gezantschappen ge
zonden, om langs vredelievenden weg oplos
sing van de gerezen quaestiën te verkrijgen;
maar de ontvangst der gezanten werd gewei
gerd, terwijl inmiddels de Atcbineezen voort
gingen, de zee onveilig te maken en ons in
verwikkelingen met andere mogendheden tracht
ten te brengen. Eene tuchtiging was dus noodig
en van daar de expeditie.
De Minister van Koloniën gaf in den loop
zijner rede belangrijke mededeelingen, betzij
met betrekking tot de expeditie zelve, hetzjj
ten opzichte van onze weerbaarheid.
Wat te oordeelen over den monsson Ook
volgens den Minister lag daarover een nevel,
in verband met de omstandigheid, die ieder
in 't oog valt, dat de troepen ammunitie
bij zich hadden voor drie maanden en men
zich ook op dit gevaar scheen te hebben voor
bereid. De tijd alleen zal dit raadsel oplossen.
Voorts bljjkt uit de rede vau den Minister,
dat men bedacht ia op eene aanzienljjke ver
meerdering van strijdkrachten in Indië, waartoe
verschillende maatregelen genomen zijn en troe
pen en schepen worden uitgezonden.
In bet overzicht van de Java-bode komt
o. a. het volgende voor
Nadat de minister geseind had, dat men als
nog trachteu zou op vredelievende wijze van
den Sultan van Atchin te verkrijgen, wat men
verlangde, werd in een buitengewone zitting van
den Raad van Indië besloten, dat de vice-presi
dent, de heer Nieuwenhuizen, met 3 stoomers
(waarvan twee oorlogschepen) naar Atchin zou
vertrekken om alsnog den sultan te bewegen
de suprematie van Nederland te erkennen, of
voor het geval, dat hij dit volstandig bleef wei
geren, hem formeel den oorlog te verklaren.
«Dit is geschied en daar de sultan gemeend
heeft niemand van de oorlogschepen te moeten
ontvangen, is hem de oorlog verklaard
De expeditie is zeker een der grootste, wel
ke in de laatste jaren is georganiseerd. Niet
minder dan 166 officieren en 3197 soldaten met
179 paarden zjjn naar Atchin vertrokken. Re
kent men daarbjj 450 man van de marine, waar
van 350 als landingsdivisie,'dan komt men tot
eene respectabele macht, welke ontzag kan in
boezemen en waarmede een goede uitslag der
militaire operatiën mag worden verwacht.
Rekent mén daarbij, dat met inbegrip der
landingsdivisie 34 kanonnsn in het veld tegen
den vijand zullen kunnen worden gericht, dan
mag met het oog vooral op de verdere organi
satie verklaard worden, dat deze militaire machts
ontwikkeling de Atchinezen wel eens berouw
zou kunuen doen gevoelen, dat zjj de zaak tot
het uiterste hebben doen komen.
Voorzooverre wjj er over konden oordeelen,
en ook volgens het oordeel van oud-officieren,
daarbjj tegenwoordig, liet de uitrusting niets te
wenschen over en verzekerde men ons nog zel
den eene expeditie te hebben zien vertrekken,
waarvan de uitrusting zoo uitstekend goed was
als van de troepen, die wjj zagen defileeren.»
Ditzelfde wordt ook door andere dagbladen
verzekerd. De Indiër betreurt alleen, dat het
achterlaadgeweer nog niet in handen vau alle
bataillons was of deze gelegenheid hadden gehad
er zich langer mede te oefenen. Toch achtte
het blad de sterkte en uitrusting der expeditie
van dien aard, dat het succes niet twijfelachtig
zou zijn tegenover een inlandschen vijand.
Ook wordt de spoed gedoemd, waarmede de
expeditie is georganiseerd en tot vertrekken ge
reed was. Alles toonde de vaardigheid en ge
schiktheid, waarmede het militair departement
zaken weet te behandelen, niet enkel in de the
orie, maar in de praktijk.
Men had alzoo in Indië een goed vertrouwen
op het welslagen der zoo deugdeljjke expeditie
en groot zal dus ook daar de verslagenheid zjjn
geweest op het vernemen, dat de troepen het
hoofd gestooten hebben voor den kraton van den
sultan en onverrichter zake zich weer hebben
moeten inschepen.
Voor zoover wij uit de nota en dè gedane
mededeelingen een oordeel kunnen afleiden
maakt de zaak op ons den indruk
dat er genoegzaam redenen voor de expedi
tie waren, een gevoelen, dat zelfs door En-
gelsche bladen wordt gedeeld;
dat het tjjdstip, juist tegen de kentering van
den mousson, ongelukkig was gekozen
dat men echter, bljjkens de ammunitie voor
geruimen tjjd, daarop wel schjjnt gerekend te
hebben
dat het bovendien thans nog niet gebleken
is of langer uitstel raadzaam was;
dat blijkens de hierboven genoemde mede
deelingen van de Javabode, een anti ministerieel
blad te Batavia, de expeditie uitmuntend ge
organiseerd en krachtiger was dan eenige ex
peditie in onze kolonie ooit geweest is;
dat men echter de Atchineezen nog sterker
gewapend heeft gevonden dan men verwacht had
en. dat vooral daarom de voorloopige sta
king der expeditie noodzakeljjk en plichtmatig
was, ten einde met een grootere strijdmacht
terug te kunnen komen, waardoor betere kans
op suecè3 bestaat.
TWEEDE KAMER.
In den aanvang der gisteren gehouden
zitting van de Tweede Kamer heeft de Mi
nister van Koloniën de volgende mededeeling
gedaan, naar aanleiding van een bjj hem in
gekomen telegram uit Batavia:
»De Gouverneur-Generaal telegrapheert, dat
»hij een telegram van den Gouvernements-
Commissaris ontvangen had, van den 25n
dezer, waarin voorkomt, dat de troepen, na-
»dat zjj naar het strand wareu teruggekeerd,
»niet in 't minst door den vjjand waren ver
ontrust geworden. Het embarkeraent scheen
».geen groote moeieljjkheden te zullen opleveren.
Voorts zijn ingekomen een paar aanvragen
»lo. omtrent de uitzending van troepen; 2o.
»tot uitzending, zij 't ook voor korten tjjd,
»vaa officieren.
»Er zullen dientengevolge 50 subalterne offi-
eieren van de infanterie voor korten tjjd, zoo
zjj dit wenschen, naar Indië worden gede
tacheerd."
lJ('i* telegraafl Het ontwerp tot aan
koop der spoorwegen RoosendaalMoerdijk en
RoosendaalBreda, is in dé zitting van heden,
na velerlei discussie, verworpen met 45 tegen
29 stemmen, waarna de amortisatiewet door de
Regeering is verhoogd met 7 millioen en ge
bracht op 8 miljoen 9 ton. Dit ontwerp is
daarop aangenomen met 72 tegen 2 stemmen.
Morgen is het dok te Vlissingen aan de orde.
Aan het Parjjsche blad, le Constitulionnel,
wordt uit Constantinopel, dd. 26 April, 6 u.
's av., getelegrafeerd
,/De Levant Herald (verschjjnende te Con
stantinopel) bericht, dat Said-Effendi, buiten
gewoon gezant van den Sultan vatf Atchin,
jl. Vrijdag hier ter stede is aangekomen om
de goede diensten van den Sultan te vragen
in zake zjjn geschil met de Hollanders."
Naar het Utr. D. uit zekere bronnen
verneemt, heeft de werving voor het leger in
Oost-Indië zulke gunstige resultaten, dat men
vertrouwt een voldoende versterking van het
O.-Ind. leger hier te lande te kunnen vinden,
zopdat men niet tot het buitenland zjjne toer
vlugt zou behoeven te nemen. Van officieren
is het aanbod zelfs zoo groot, dat niet allen,
die wenschen, zullen kunnen overgeplaatst wor
den. Bij de marine is het echter, wat de
mariniers en matrozen betreft, minder gun
stig gesteld, daar, niettegenstaande het ver
hoogde handgeld, nagenoeg niemand zich aan
meldt.
Als een bizonderheid deelt men aan de
Held. en N. D. Ct. mede, dat de vjjf zonen
van een predikant op Texel, die allen in ons
leger dienen (twee als officier en drie als on
derofficier), zich hebben aangeboden om deel
te nemen aan de expeditie tegen Atchin.
Bljjkens circulaire van den Commissa
ris des Koniugs in Zeeland van den 26 April
(prov. bl. no. 49) zal de aflevering van de
militiens en plaatsvervangers der lichting 1873
plaats hebben voor Noordbeveland op Dinsdag
den 6 voor die van Zuidbeveland op Woens
dag den 7 ter algemeene verzamelplaats op de
koopmansbeurs te Middelburg, en zulks nadat
zij eerst verzameld zijn, de eersten aan het
Kamperlandsehe veerde laatsten te 's Heer-
Arendskerke of aan den Sloedam.
Het te Londen gevestigd carlistisch comité
maakt omtrent den toestand in Spanje een te
legram van den 27 April bekend, volgens
hetwelk den 24 nabij Vera door 700 carlisten
eene groote overwinning bevochten zou zijn
op 1100 republikeinen. Het gevecht begon
voormiddag ten elf uur en duurde tot den avond.
De bende van Santa Cruz streed heldhaftig.
Eindelijk werden de republiekeinen totaal op
de vlucht geslagen, met achterlating van 80
dooden en gekwetsten. Het krijgsplan van Nou-