atief zou nemen tot het vaststellen eener inrichting,
die zoo nuttig en goed zou zijn. Maar wat is het
nu? Niet alleen dat de heer Pompe niets voorstelt,
maar hij werkt de zaak zoo hard tegen als hij kan;
en dat is niet braaf, niet eerlijk, niet mooi. Doch
dit is het niet alleen, wat spreker in het midden
wil brengen. Als de Baad by meerderheid van stem
men besloten heeft tot afstand van grond, kan daar
op niet teruggekomen worden. Al is de heer Pompe
toen niet tegenwoordig geweest, zoodat hij niet heeft
kunnen influenceeren, dit doet niets ter zake. De
Baad hangt niet van den heer Pompe af en de heer
Pompe is de Baad niet. Spreker ziet geen kans om
ongedaan te maken, wat is geschied.
De heer Jhr. mr. Pompe van Meerdervoort ver
klaart niet te zullen antwoorden op de uitdrukkin
gen van den heer Del Baere. Spr. wist niet, dat zijn
voorstel heden avond zou behandeld worden en de
bewoordingen, waarin dit op de agenda is vermeld,
waren hem geheel onbekend. Dit alles is geheel bui
ten hem omgegaan. Doch als de heer Del Baere
zich herinnert, dan weet hij, waarom spr heeft voor
gesteld, op het genomen besluit terug te komen. Het
is waar, spr. was niet tegenwoordig in de vergade
ring, toen het besluit genomen werd, maar dit heeft
niet geleid tot het doen van zijn voorstel. Het de-
partement8bestuur is zoo eerlijk geweest, om te er
kennen, dat de grond gratis was afgestaan, in de
meening, die niet de zijne was. En omdat de grond
door den Baad was afgestaan onder andere voorwaar
den, dan het departementsbestuur bedoeld had, heeft
spr. in de volgende vergadering voorgesteld, daarop
terug te komen. Ter beantwoording van den heer
Fransen van de Putte moet spr nog het volgende
aanvoeren. In hoeverre of het de roeping der maat
schappij tot Nut van 't Algemeen is, om juist het
Algemeen van het gebruik eener inrichting buiten te
sluiten, wil spr. niet betoogen. En de vraag, of de
gemeente kosteloos den grond moet afstaan, als geen
winst van de inrichting zal verkregen worden, zal
wel geen bevestigend antwoord vorderen. Als de
Sociëteit dan een grooteren tuin wil maken, zou de
gemeente eveneens den grond daartoe kosteloos moe
ten afstaan. Eindelijkde heer van de Putte zegt
overtuigd te zijn, dat het Nut de gemeente zal te
hulp komen, als zij die bij epidemiën enz. behoeft,
spr. eerbiedigt die overtuiging, maar moet zich,
zoolang niet blijkt, dat de zweminrichting ook voor
'armen toegankelijk zal zijn, verzetten tegen kosteloo-
zteri afstand van grond.
De Voorzitter wil eene kleine inlichting geven. De
eerlijkheid brengt mede, om te bevestigen, wat de heer
Pompe heeft gezegd. Hij herinnert het gebeurde (zie
-de vergaderingen van 16 Aug en 11 Oct. 1872) en
verklaart zelf in dwaling gekomen te zijn door de
algemeene termen van het adres Spr. meende, dat
er gelegenheid zou gegeven worden voor de armen
om een bad te nemen. In die meening is ook werkelijk
het voorstel gedaan.. De heer Pompe heeft toen zijn
voorstel ingediend, omdat burg. en weth. inlichtin
gen hadden gevraagd en die inlichtingen het tegen
deel vermeldden, van wat men vermoed had.
De heer mr. Del Baere wil de opvatting van den
(voorzitter niet betwisten, doch dit, evenmin als het
geen door spr. in antwoord op het gezegde van den
heer Meijlink in de vergadering van 16 Aug. 1872
is aangevoerd, doet iets ter zake Hij vraagt al
leen hoe kan de Baad terugkomen op een besluit,
dat de goedkeuring van Ged. Staten bereids heeft
verworven? Hoe kan men terugnemen, wat eerst ge
geven is Dit is een problema, dat spr. niet weet
optelossen.
De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort doet op
merken, dat de grond kosteloos was afgestaan, in den
meening dat gelegenheid zou gegeven worden om voor
niet te zwemmen.
De heer mr. Del Baere zegt, dat de raad die voor
waarde niet gesteld heeft, en dat alles, wat in de
Baad gesproken is tot het wezen der zaak niets af
doet. Hij vraagt, of aan het departementsbestuur
gezegd is „Gij krijgt den grond, om de arme lui voor
niet te laten zwemmen
De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort wijst
er nogmaals op, dat de Baad in de meening ver
keerde, dat er gelegenheid zou zijn om voor niet een
bad te nemen.
De heer Bramen van de Putte zegt in zooverre
met den heer Del Baere medetegaan, dat het terug
komen op het eeus genomen besluit iets is, dat niet
kan. Dat de afstand geschiedde onder voorwaarde
van het daarstellen eener inrichting om voor niet
te kunnen zwemmen stond niet in het besluit. Het
ligt in den werkkring van het Nut, om inrichtingen
voor volkswelzijn daartestellen, en waar nu het
departementsbestuur wil trachten eene zweminrichting
in het leven te roepen, die zooveel kan bijbrengen voor
de volksgezondheid, daar heeft het de bevoegdheid,
om te vragen „Gemeenteraad van Goes geroepen
om de volksgezondheid te bevorderen, help ons En
dan is de gemeenteraad verplicht aan die roepstem
gehoor te geven. Spr. moet dan ook vragen „Nu
dit departementsbestuur zijn aanvrage heeft gedaan,
die eerlyk heeft toegelicht, en consequent volgehouden
nu het nut der inrichting niet is bestreden, of het
nu goed is, op het eens genomen besluit terugteko-
men?„ Het departementsbestuur vraagt den grond
niet voor eigen nut, maar voor het publiek belang.
Daarom wil spr. het besluit van 16 Aug. 1872 ge
handhaafd hebben.
De Voorzitter herhaalt, dat hij bij het nemen van
liet besluit eene verkeerde meening had en het spqt
hem, dat dit aanleiding geeft tot de beraadslaging
van heden. Toch zou hij gaarne zien, dat de stoot,
die zoo weldadig door het departementsbestuur gege
ven is, niet werd tegengewerkt en hij wil trachten de
verschillende meeningen te conciliëeren. Hij doet daar
om het voorstel„de zaak aantehouden en burg. en
weth. te machtigen, met het departementsbestuur in
overleg te treden, om de voorgenomene zweminrich
ting in dier voege te wijzigen, dat daaraan een vak
voor minvermogenden worde toegevoegd tegen uit-
keering door de gemeente eener nader te bepalen jaar-
lijksche geldelijke bijdrage aan het departement.''
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XIX. Op voorstel van den voorzitter worden de
laatste twee punten der agenda, wegens het vergevor
derde uur, aangehouden en de vergadering daarop
gesloten.
Goes. Drukkerij van F. KLEEUWENS ZOON.