BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
BUITENLAND.
gekweekt, dat slechts aan even ellendigen het
leven kan geven. Zij mogen zich niet bewust
zijn van de mate van hun lijden, omdat de
geest onderdrukt, het gevoel verstompt is, maar
des te grooter moet het medelijden zijn, des te
krachtiger moet aan de wegneming van zulk
een kwaad gedacht worden.
Al voor vele jaren werden stemmen gehoord,
die wegneming van dat kwaad vroegen. Ter
wijl in andere landen een krachtige hand ge
nezing zocht aantebrengen, waren er ook hier,
die daarop wezen. Maar het volk bleef onver
schillig voor de zaak, die wel boven anderen
eene volkszaak heeten mag, en zij, die in de
eerste plaats geroepen waren, middelen tot ver
betering te beramen, zij bleven werkeloos en
laadden eene schuld op zich, die zelfs de moeie-
lijkheid der zaak niet kan verschoonen.
Wel werd voor eenige jaren eene commissie
benoemd en een onderzoek ingesteld, om latere
maatregelen voortebereiden, maar als na einde
loos wachten het rapport der commissie ver
scheen, was de inhoud van dien aard, dat de Mi
nister Thorbeckemeende, vooralsnog geene
wettelijke regeling van den fabrieksarbeid dei-
kinderen te moeten voorstellen. De commissie
had zich laten beheerschen door de treurige waar
heid, dat er bij het publiek zeer geringe aan
drang tot regeling dezer aangelegenheid werd
waargenomen. De volksmeening was dus én voor
de commissie èn voor den minister de kracht
om eene zoodanige wet in het leven te roepen.
En juist die volksmeening bekommerde zich zoo
weinig om het lot der fabriekskinderen
Mag men de dagbladen als tolken der alge-
meene denkwijze beschouwen, dan schijnt het,
dat onze tijd eenige verbetering aanwijst. Maar
zeker is het de roeping der journalistiek het
volksgevoel op dit punt optewekken en te wij
zen op de laakbare lauwheid, die zooveel el
lende duldt. Uit het volk toch moeten luide
stemmen opgaan, die verbetering vragenhet
volk moet door den kreet der behoefte de wet
gevende macht tot handelen dringen.
De Staat zelf heeft het grootste belang bij de
wegneming van het genoemde kwaad. De wel
vaart van alle standen, die tot den Staat behoo-
ren, is zijn welvaart. Het is zijn plicht ook die
ongelukkige kinderen in bescherming te nemen
tegen de verwaarloozing der ouders en de ge
wetenloosheid van het eigenbelang. Ook die
kinderen zijn bestemd staatsburgers te worden
de Staat kan dus niet onverschillig zijn, hoe zij
later in hun kring optreden, zoo ze ten min
ste niet door overmatigen arbeid aan een
vroegen dood worden prijs gegeven.
Er zijn er, die beweren, dat elke wet op den
arbeid der fabriekskinderen een inbreuk is op
de vrijheid der ouders. Wij laten daar, dat
zij den naam van ouders niet verdienen, die
hunne kinderen slechts bestemmen tot een werk
tuigelijken arbeid, waarvan zij de vruchten pluk
ken. Maar zijn zij, die hunne kinderen op die
wijze laten vermoorden, minder schuldig dan
de moeder, die in de wanhoop der schande,
haar kind vermoordt
Dwaas en onredelijk zou het zijn wetten te
maken, die voor ouders en kinderen beiden scha
delijk zouden wezenmaar als een dagelijks
aangroeiend misbruik eene regeling te voorschijn
roept, die in het welbegrepen belang van allen
is, dan moge rnen kunnen zeggen, dat het
ouders niet langer vrijstaat hunne kinderen te
mishandelen, maar er zal geen sprake kunnen
zijn van schending dier vrijheid, die aan geen
mensch, aan geen burger mag worden ontno
men. De Staat zorgt slechts voor een aantal
individuen, die daaraan dringend behoefte heb
ben en dwingt, als men het zoo noemen wil,
in het algemeen belang, die zorgeloozen of ge-
wetenloozen, die het heiligste verzaken kunnen,
niet langer aan het geluk van anderen, van
hun eigen kroost, in den weg te staan.
Waar men over den nood der fabriekskin
deren klaagt, heeft men echter niet alleen het
oog op den zwaren arbeid in ongezonde lokalen
gedurende overmatigen tijd, maar de klacht
grondt zich op een nog grooter kwaad daaraan
verbonden, dat namelijk aan die kinderen het
noodige onderwijs onthouden wordt. Of zij gaan
naar de fabrieken op den leeftijd waarop nog
van geen onderwijs sprake kan wezen, of zij
worden van de school genomen, als zij nauwe
lijks de allereerste beginselen geleerd hebben,
om er niet weder terugtekeeren, en het treurig
gevolg is, dat de fabrieken voor de kinderen
in dubbelen zin een verderf worden. Zij wor
den er teruggehouden juist van datgene, wat hun
noodig is, om tegen de gevaren, die de fabrie
ken in zedelijken zin opleveren, bestand te zijn.
BM——CC——BKygatHW—m
GOES, den 21 April 1873.
Het Handelsblad verneemt, dat bij het
departement van oorlog een voorstel in be
handeling is tot verhooging der tractementen
en uitbreiding van het personeel bij den mi
litairen geneeskundigen dienst. Daarbij zou de
3e klasse worden afgeschaft en zouden de
thans aanwezige officieren van gezondheid 2e
klasse bevorderd worden tot le klasse.
De miliciens der lichting van dit jaar
zullen tegen 5 en 7 Mei a. s. ter inlijving
worden opgeroepen.
Men meldt, dat de zomerdienst bij de
Ned. Rijnspoorweg Maatschappij en bij de
Staatsspoorwegen den 15 Mei a. s. een aan
vang nemen zal.
Tot gewoon'.lid van het Historisch ge
nootschap te Utrecht is o. m. benoemd ds.
R. ASoetbrood Piccardt alhier.
Naar wij vernemen zal de PREMIËN-
TREKKING der 3 obligatiën Maatschappij
voor Landontginningovereenkomstig het Pros
pectus, plaats hebben den 25 dezer ten over
staan van den Notaris van Houten te Amster
dam, en is verre het grootste gedeelte der
Leening reeds geplaatst, zoodat nog slechts een
klein gedeelte bij heeren Bankiers en Kassiers
beschikbaar is. Omtrent de soliediteit dezer
leening schijnt bij de meest bevoegde beoor
deelaars geen twijfel te bestaan, vermits de
zelve in zeker opzicht geheel onafhankelijk
is van het welslagen der maatschappij en ge
waarborgd door het bij de Ned. Bank gestorte
kapitaal van 600.000, waarvan de meerdere
renteopbrengst volkomen voldoende is om de
obligatiën in 40 jaren, en bij gunstige Ad
ministratie in veel korter tijd, aftelossen.
De hoogere aflossing, ongerekend de Premiën
ad ƒ150.000, gevoegd bij de nominale rente
van 3 maakt dat de obligatiën aan de hou
ders eene rente van circa 5 doen genieten
hetgeen zeker voldoende mag geoordeeld wor
den bij eene uitleening waarvan de teruggave
dermate gewaarborgd is.
Men schrijft uit OostburgOp de eerste
der zoogenaamde Meikoopdagen, die in dit
district werd gehouden, is gebleken dat de
prijzen van het vee sedert verleden jaar tot
eene verbazende hoogte zijn gestegen. De
boeren werkpaarden van 10 tot 12 jaar oud
werden met ƒ800 tot ƒ820 en de koeien met
J 300 gretig betaald.
Het kleinere vee en ook de varkens waren
sedert korten tijd niet weinig in waarde ge
stegen en werden ook alsnu zeer hoog betaald.
Naar men verneemt heeft het hoofdco
mité van het Roode Kruis zijne goedkeuring
gehecht aan het besluit van het comité Rot
terdam, om, ten behoeve van de gekwetste
militairen bij de expeditie naar Atchin, eene
som van tien duizend gulden over te maken
aan het eeutraal-comité te Batavia.
Naar men verneemt, is door de politie
bij een winkelier te Utrecht een valsche gul
den in beslag genomen, dien hij kort te voren
ontvangen had. Het werd te laat ontdekt,
om den schuldige te achterhalen. UD.)
Op grond van inlichtingen, welke wij
uit goede bron hebben geput, meenen wij het
ook door ons* uit het Handelsblad, over
genomen bericht, alsof de Invalidenhuizen Bron
beek en te Leiden zouden worden opgeheven,
ten stelligste te kunnen tegenspreken. (Dagblad.)
Het telegram uit Singapore aan de Daily
Telegraph gericht betreffende den oorlog met
Atchin, bevatte nog de mededeeling:
«Ik verneem dat er veel ziekte heerscht onder
de Hollandsche troepen, en dat er bevelen tot
versterking zijn gegeven. De lazareth-schepen
zijn vol en hebben bevel gekregen om naar Pa-
dang te vertrekken.
«De peperhavens zijn geblokkeerd en de
handel staat stil.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Beroepen te Otterloo ds. W. Petri te Wemeldinge.
i Bedankt voor Kruiningen door ds. 7. Montague te
1 's Gravelandvoor Serooskerke (Walcheren) door ds.
N. de Jonge te Leksmond.
In het Christelijk Volksblad (redacteur ds. N. de Jonge
te Leksmond) van jl. Zaterdag leest men het volgende
„Te Hansweert, een nieuw dorp in Zeeland, aan den
„mond van het kanaal door Zuid-Beveland, is eene
„prachtige Roomsche kerk gebouwd voor ruim 40.000
„gulden. De 300 protestanten aldaar hebben nu geen
„gelegenheid om saam te vergaderen. Men vraagt ons
„aeze behoefte onder de aandacht onzer lezers te bren-
„gen. Daar is voor een kerkje met woning voor een
„Evangelist vijf en twintig honderd gulden noodig.
„'t Zou toch verschrikkelijk zijn indien die kleine som
„niet werd saamgebracht. De Roomschen doen daar
„hun best om alles in te nemen. Over het algemeen
„zijn de lezers van het Chr. Volksblad niet rijk. Maar
„er zijn er toch onder (we weten dit zeer goed) die zéér
„rijk zijn. Wie zendt ons eens eene stevige gave voor
„bovengenoemde zaak. Of moeten we daar maar alles
„overlaten aan Rome?"
Men leest in de Standaard
„Doré's Bijbelplaten, met keurige premieplaat en tekst
der Staten-vertaling voor tien cents per week, in vijf
jaren uw eigendom, ziedaar den zeldzaam goeden
voorslag door den heer Thieme te Arnhem aan ons
Bijbel- minnend publiek gedaan
Terecht had men tegen Doré's platen het bezwaar,
dat ze uit de Roomsche school voortgekomen onzen Ge
reformeerden smaak vaak kwetsten.
In deze uitgave is dit bezwaar weggenomen. Er is
uit de vele platen eene keuze gedaan, en alle Roomsck-
gezinde voorstellingen zijn verwijderd.
Deze uitgave van Dore's Bijbel komt ons voor in
elk opzicht aanbevelenswaardig te zijn."
Bij 'tgehouden examen te Middelburg is acte voor
het Fransch verleendo. m. aan dhr. P. A. Kommers
te Goes.
In de maand Juni a. s. zal de jaarlijksche algemeene
vergadering van de vereeniging voor chr. gereform.
schoolonderwijs te Leiden worden gehouden.
La jin de la Commune is de titel eener bro
chure, door Felix Fyat onlangs in het licht
gegeven, en waarin hij, roet rechtvaardiging
van zich zelf, onderscheidene besehuldigingen
tegen nagenoeg alle leden van de Commune
openbaar maakt. Die handelwijze van het
lid van het tweede schrikbewind van Frank
rijk wordt ten sterkste veroordeeld, omdat
de schuld van den schrijver zelf niet boven
allen twijfel verheven is; maar zij, die den
staf over hem breken, dienden de hand wel
eerst in eigen boezem te steken. Velen van
hen, die thans de warmste voorstanders der
tegenwoordige regeering van de republiek zijn,
hebben misschien Pyat en zijne plannen on
dersteund en wenschten indertijd niets anders
dan dat het tweede schrikbewind zou zegevieren.
Toen echter de kansen keerden, hingen ook
zij de huik naar den wind, en, voorzichtiger
dan de aanvoerder, bleven zij in Frankrijk,
en erlangden zelfs een zetel in de Nationale
Vergadering. Hebben zij echter in hunne
nieuwe positie zich naar eed en geweten
gedragen De geschiedenis van den dag geeft
een meer dan overtuigend bewijs, dat een ont
kennend antwoord op die vraag ten opzichte
van enkelen moet gegeven worden.
Als men toch ziet, dat aanbevelingen voor
de candid atuur van den heer de Rêmusat, mi
nister van buitenlandsche zaken, geteekend wor
den door mannen als Arago, Carnot, Ilenri
Martin, enz., even volbloed republikeinen als
Gambetta en Victor Hugodan vraagt men
met verwondering: zijn deze bekeerd? En
even zonderling als het was in St. Marc-Gi-
rardin, dat hij Thiers en zijne ministers be
streed, even zonderling is het van die man
nen, dat zij het tegenwoordig gouvernement
zoo sterk ondersteunen.
Thiers stoort zich evenwel niet aan alles
wat dien aangaande gebeurt, maar blijft met
zijn gewonen ijver de zaken der republiek be
hartigen. Wordt hij met de gewenschte ener
gie ter zijde gestaan Als men de angstval
ligheid nagaat, waarmede sommigen zijner mi
nisters, en niet in het minst Jules Simon, de
minister van onderwijs, te velde trekt tegen alles
wat hem toeschijnt niet republikeinsch te zijn, en
waardoor hij zich menigen spot zijner te
genstanders op den hals haalt, dan is het inoeie-
lijk een bevestigend antwoord op die vraag te
geven. Zoo heeft hij dezer dagen de opvoe
ring van Oude Samverboden, alleen uit
vrees voor diplomatieke verwikkelingen met
de Vereenigde Staten. En zonderling, juist in
de vereenigde staten wordt het stuk eiken avond
met den grootsten bijval ten tooneele gebracht.
Thiers is Woensdag jl., 16 April, zijn 77ste
jaar ingetreden, en heeft bij deze gelegenheid
de gelukwenschen van alle Europesche souve-
reinen en gouvernementen ontvangen. De ge
zondheid van den president der republiek laat
- zoo als door vele Parijsche bladen geconsta
teerd wordt - niets te wenschen over, en stelt