1873. N°. 43. Donderdag 10 April. 60ste jaargang.
Uithoofde van het Paaschfeest zal
ons no. van aanstaanden Vrijdagavond
eerst door dat van Woensdagavond
worden gevolgd en dus op a. s. Maan
dag geen no. van dit blad worden
uitgegeven.
BINNENLANPSCHE BERICHTEN.
GOESSCHE A 01II WE.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels a/!,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20, c.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
De XJitg-evers.
Aan den brief van onzen Haagschen correspondent,
welke grootendeels loopt over het hospitaal-debat
reeds in het hoofdartikel van ons vorig nomraer
behandeld, en {dien wij daarom niet in zijn geheel
opnemen, ontleenen wij het volgende
DEN HAAG, 6 April.
Ik zal uwe lezers maar niet lastig vallen met de
Rechterlijke Organisatie, waarmede de Kamer nu bijna
drie weken bezig was, maar wegens het gewone reces
nu ter halverwege is blijven stilstaan. Van de slot
som der gevoerde debatten, voor zoover deze zich in
eene beslissing oplosten, zijn de lezers op de hoogte
gehouden, en groote belustheid naar al de juridische
schoonheden van het debat, samengeperst nu reeds in
74 vellen folio druks van 2 kolommen, geloof ik niet,
dat bij velen bestaat.
Eén algemeene karaktertrek van het debat is de
blijkbare zueht om het bestaande zoo veel mogelijk
tebehouden. Belangrijke veranderingen bekomen slechts
eene zeer geringe meerderheidzeer behoudende amen
dementen worden vaak slechts met ééne enkele stem af
gewezen terwijl, zooals bij de afdeeling over de rechts
macht der kantonrechtershet regeeringsvoorstel
beduidende wijziging heeft ondergaan, zoowel wat den
aard en de uitgestrektheid als de geldsom der com
petentie betreft. Omtrent de verdere hoofdquaestiën
zal er niet minder verdeeldheid blijken, natuurlijk
alléén uit het oogpunt van zuiver algemeen of we
tenschappelijk belang en wars en vrij van alle locale
invloeden of overwegingen! Doch dit is zeker, gelukt
bet dezen Minister de wet, zij 't dan hier of daar
wat getemperd, doch wat de groote beginselen betreft
ongerept, er door te krijgen, dan zal hij een waarlijk
groot werk, zesmaal beproefd en even zooveel maal
mislukt, tot stand hebben gebracht. En dan zal ook
de wet werkelijk uitgevoerd worden, want deze Minis
ter heeft reeds lang zijne plannen beraamd of gereed
omtrent de wijzigingen, die zoowel in de straf- als
rechtsvordering noodig zijn om de nieuwe rechterlijke
inrichting door de later aantebieden indeeling ge
completeerd, niet alleen in het Staatsblad te doen
plaatsen, maar baar in Nederland intevoeven als
nieuwe, vereenvoudigde grondslag van een verbeterd
rechtswezen.
Twee andere onderwerpen hebben in de afgeloopen
week de eentonigheid van het juridisch debat af
gewisseld. In de eerste plaats de interpellatie-na»
Zuijlen-Kuizinga. We knoopen die beide namen aan
een omdat, hoe ook de interpellant, en anderen volg
den dat voorbeeld, zijn best deed om maar telkens
op den voorgrond te stellen, dat dat geval met
Êuhinga niets tot de zaak deed; dat men dit geïso
leerde geval, liefst liet rusten enz., voor wie den
ganschen loop van bet gebeurde heeft nagegaan, het
toch duidelijk zal zijn, dat zonder dat geïsoleerd ge
val, de ministeriëele aanschrijvingen niet zouden zijn
uitgevaardigd en dus de aanleiding tot de interpel
latie in het geheel niet had bestaan. Twee zaken
hebben menigeen in dit ten laatste vrij geanimeerd
debat getroffen. Vooreerst, dat de Minister zich zoo
geheel stelde op hetzelfde standpunt als de interpel-
lant, en dus ook maar de zaak van Huizinga heeft
laten rusten ten andere de toenemende eischen der
clericale partij in de Kamer. De Minister had m. i.
moeten beginnen met de daad, ten opzichte van Kui-
zinga gepleegd, naar verdienste te noemen als eene
poging tot proselietenmakerijhad dan moeten voorop
stellen, dat de godsdienst- en gewetensvrijheid in
Nederlaud zoo iets niet gedoogen en dat daarop dus
zijne eerste circulaire gebazeerd was geweest; maar
dat hij, om mogelijk misverstand te voorkomen, reeds
bij de. tweede eeue nadere uitlegging omtrent de toe
passing gegeven had, welke misschien nog beter te
maken was door het stelsel van toegangskaarten.
Hadde de Minister zich op dat standpunt geplaatst
en hier kom ik als van zelf tot mijne tweede opmer
king dan hadden mannen als C. van Nispen, de
Bielerstein, van Nispen Sr., en Raffmans niet den
overmoed zóó ver gedreven c--n als het ware al het
gebeurde te vergoêlijken en te verdedigen, ja om on
belemmerde vrijbrieven voor proselietenmakerij te
vragen. En dan hadden ook de orthodoxe heeren van
Wassenaer en van Loon zich wel gewacht om hunne
eischen naast die der clericalen te stellen, ja ze in
menig opzicht nog te overtreffen.
En dat is zóó waar, dat de heer Reydenrijck, die
maar al te zeer scheen te begrijpen, waartoe de uit
weidingen van v. Nispen Jr. en de naiviteit van
Raffmans moesten leiden, over die redeueeringen den
staf brak door in parlementaire taal te zeggen dat,
hoeveel waarde zij in zich zei ven ook hadden, ze
juist niet getuigden van uitnemenden tact. Hij althans
sehreef het daaraan toe, dat de Minister, met wiens
eerste verklaring hij zich bevredigd achtte, zóó zelfs,
dat hij van het woord had afgezien, in zijn tweede
antwoord, geprikkeld door die redevoeringen, eeni-
germate teruggenomen had, wat hij in zijne eerste
had toegezegd.
Indien het juist is, en er is wel iets van aan, dan zou
het een bewijs te meer zijn, dat den Minister gedurende
de discussie de oogeu wat meer waren opengegaan en hij
gedachtig was aan de spreuk, wel eens ten aanzien van
onverzadigbare, aanmatigende lieden gebezigd„als men
hun een vinger geeft nemen ze de geheele hand."
Was het wonder, dat de heeren Firuly en Cremers
tegen al dat dwingen en drijven opkwamen en met
vooropstelling der waardeering van ieders godsdien
stige vrijheid en van achting voor welke geestelijkheid
ook, zoo die zich achtenswaardig; gedroeg, krachtig af-'
keurden, wat te Breda had plaats gehad en met klem
van redenen waarschuwden tegen de niet zoo vreemde
gewoonte van geestelijken om proselieten te maken?
Er was overigens in deze geheele discussie eene
aandoenlijke entente cordiale tusschen de antirevolu
tionairen en ultramontanen. Lan Loon en Wassenaar
wonnen het van Nispen en Raffmans af, en wilden
nog veel grooter vrijheid tot hospitaalbezoek. Zij
wilden onbeperkte toelating, niet alleen van geeste
lijken, maar van alle soort kraukenbezoekers, van
allen, die met liefdadige of christelijke doeleinden
willen komen; en de heer van Loon bracht dit in
een wonderschoon geborduurd verband met den gods-
dienstloozen, neen goddeioozen, Staat, terwijl van Zuijlen
in de circulaire van een van Stirum verwantschap zag
met de decreten der Parijssche commune 1 Wat er niet
al gedaan moet worden om het verband en het ver
bond, dat dreigt uiteeniespatten, tegen Juni althans
weder te herstellen
De Minister heeft uit deze discussie veel kunnen
leeren misschien ook, dat hij met zijn plan om loe-
gangkaarten te doen verstrekken niet al te vrijgevig
moet zijn, in het belang zoo wel van de handhaving
der zoo noodige orde in de hospitalen, waar de ge
neesheer meester moet zijn, als in dat van den ziels-
en lichaamstoestand en de individuëele en godsdien
stige vrijheid van den zieken soldaat zelf. Voorzeker
moet er gelegenheid tot krankbezoek zijn, ten be
hoeve van de leeraars der verschillende gezindheden;
maar, gelijk de heer Jonckbloet zeide, ook omringd
met alle waarborgen.
GOES, den 9 April 1873.
De Min. van Biun. Zaken brengt ter
algemeene kennis, dat in Juni a. s. gelegen
heid zal worden gegeven tot het afleggen der
examens, vermeld in artt. 4, 5 en 8 der wet
van 1 Juni 1865 Stblno. 59), ter verkrijging
van het diploma en van acten van bevoegdheid
als arts, of hulpapotheker, in art. 16 vermeld.
De dagen waarop en de plaats waar de voor
melde examens worden afgenomen, zullen nader
worden bekend gemaakt. Zij, die tot de exa
mens wenschen te worden toegelaten, moeten
daarvan vóór 15 Mei e. k. schriftelijk o; ,;ave doen
aan den voorzitter der commissie van examen
voor het natuurk. examen, den hoogl. dr.
C. A. J. A. Oudemanste Amsterdamvoor
het geneesk. examen, den hoogl. dr. G. J.
Loncq CJzn., te Utrecht, en voor het examen
van liulp-apoth. den hoogl. dr. J. W. Gunning
te Amsterdam. De St.-Ct. no. 84 bevat
nadere bijzonderheden.
Voor eenige dagen ontvingen we een plan
van regeling voor de tentoonstelling van land
bouw en nijverheid te houden den 28 Juli tot
den 2 Augustus a. s. te Veendam. Op die
tentoonstelling wordt toegelaten alles, wat in
betrekking tot land- en tuinbouw, bloemisterij,
veeteelt, zuivelbereiding en alle overige takken
van nijverheid staat.
Wie voorwerpen wenscht in te zenden, wordt
verzocht daarvan voor 7 Juli kennis te geven
aan den Voorzitter van het bestuur, G. Nauta,
met nauwkeurige opgave van den aard en de
soort der voorwerpen, de ruimten die ze inne
men. De bekroningsljjst bevat een tal van
premiën voor de beste ingezonden voorwerpen.
Gisteravond gaf de rederijkerskamer Ons
Genoegenalhier eene voorstelling ten voordeele
van de wed. M., wier zoon voor eenige weken
zoo noodlottig het leven verloor. Met het oog
op het liefdadig doel onthouden we ons van
een oordeel. Alleen vermelden we, dat de too-
neelstukjës vrij goed afgespeeld werden. Wat
meer vrijheid in bewegingen en wat meer ge-
kuischtheid in de uitspraak durven we den
werkenden leden wel aanbevelen.
De gemeenteraad van Wolfaartsdjjk heeft
in zijne vergadering van den 7 dezer, tot lid
van het algemeen armbestuur benoemd den heer
Hendrik van Strien HWz., met 4 tegen 2
stemmen, welke op Abraham Markusse zijn
uitgebracht, en zulks ter vervanging van den
heer Janus Tollioek Jzop zijn verzoek ont
slagen. Voorts is ook nog met 3 stemmen
de jongeling David Spruit tot klerk ter secre
tarie benoemd, en is aan de vergadering ken
nisgeving gedaan van de benoeming van den
heer M. Machielse als lid in het college van
zetters, mede in plaats van bovengemelden
heer Tolhoek.
Men schrijft uit Amsterdam dd. 6 April.
Daar de werklieden van den heer J. B. Bleesing,
in de afgeloopen week, wegens weigering van
hooger loon den arbeid gestaakt hebben, zijn
een groot getal meubelmakerspatroons te dezer
stede overeengekomen, om, wanneer bovenge
noemde werkstaking voortduurt, hun werkplaat
sen te sluiten, tot dat het werk overal gere
geld zal worden voortgezet.
Uit Rotterdam schrijft men. De stroom
van landverhuizers naar Amerika over deze stad
wordt dagelijks grooter. De beide in de vaart
op New-York gebrachte stoombooten zijn niet
voldoendezoodat, naar men verneemtde
stoomboot Castor, van de Kon. Ned. Stoom
bootmaatschappij te Amsterdam, is aangenomen
om in de dringende behoefte van overtocht te
voorzien. Dat schip is reeds van Vlissingen
op weg herwaarts.
In bet adres, door de gezamenlijke ad
vocaten en Procureurs te Maastricht aan de
Tweede Kamer gericht over het aanhangige
wetsontwerp Dopens de Rechterlijke Organisatie,
wordt bet vertrouwen geuit, dat de Kamer haar
goedkeuring aan de voordracht zal onthouden,
en de wensch dat, voor het onverwacht geval
dat de Kamer zich met het beginsel van de
opheffing der Provinciale Gerechtshoven mocht
kunnen vereenigen, alsdan het ontwerp in dien
zin worde gewijzigd, dat de zetel van den
Hoogen Raad zal gevestigd zijn te Utrecht.