1873. N°. 40. Donderdag 3 April. 603te jaargang.
BEKENDMAKINGEN
PERSONEELE BELASTING.
Beschrijving der Personeele Belasting
Hartman.
PATENTRECHT.
Beschrijving der Patentplichtigen
Aanneming van SchooIIeeHingen.
BINNENLANDSCHE BERICHTEN.
m i
GOESSCHË
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
fill RMT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels h/1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20è c.
van het Gemeente-bestuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
Gezien de circulaire van den heer Commissaris des
Konings in deze Provincie, van den 27 Maart 1873, A
no. 1417/1 le afdeeling, (Provinciaal blad no. 39) be
trekkelijk de
voor het dienstjaar 1873—1874,
brengen bij deze ter kennis van alle ingezetenen,
dat met het primitief beschrijvingswerk voor de be
lasting op het personeel, vastgesteld bij de wetten
van den 29 Maart 1833, (Staatsblad no. 4), 29 Decem
ber 1835 (Staatsblad no. 43), 24 April 1843 (Staatsblad
no 15) en van 9 April 1869, (Staatsblad no. 59) in deze
femeeDte een aanvang zal worden gemaakt op Dinsdag
en 6 Mei aanstaande en dat de alzoo aan de ingeze
tenen uittereiken beschrijvings biljetten, met den acht
sten dag daarna van wege aen ontvanger, opvolgelijk
zullen worden opgehaald.
Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd,
dat om als tegenschatters van de zijde der belasting
schuldigen te dienen in geval van herziening, ingevolge
het bepaalde bij art. 29 j 2 der wet van 29 Maart
1833, (Staatsblad no. 4) van het aangegeven bedrag
der huurwaarde of aantal deuren en vensters of haard
steden, door burgemeester en wethouders zijn benoemd
de vier volgende personen, alsWillem Jan van de
Weert, Willem de Beste. Adriaan de Bruijne en Willem
Frederik van Riet. Eindelijk worden de ingezetenen
in het bijzonder aandachtig gemaakt op art. 5 der
wet van 9 April 1869 (Stbl. no. 591 waarbij van, de
Ïiersoneele belasting is vrijgesteld„de eenige vrouwe-
ijke bediende, overigens naar de eerste, derde en
vierde klasse belastbaar, in dienst van den belasting
plichtige, welke geene andere bedienden houdt, en vier
oi meer eigen of aangehuwde kinderen, kindskinderen
en pupillen bij zich heeft inwonen, die op den 1 Mei
des jaars waarover de belasting loopt, jonger dan een-
en-twintig jaren zijn en voorts op art. 7 dier wet,
waarbij de 2 eerste paragraphen der wet van 29 Maart
1833 (Stbl. no. 4) zoodanig zijn gewijzigd, dat hij, die
na den 15 Mei een perceel in gebruik neemt, voor dit
perceel de belasting naar de vier eerste grondslagen
verschuldigd is voor den tijd van het dienstjaar, die
dan nog overblijft, terwijl aan hem, die een perceel
geheel verlaat, ontheffing wordt verleend.
Goes, den 29 Maart 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. H. KAKEBEEKE L. B.
De Secretaris,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES.
Gezien hebbende de circulaire van den heer Com
missaris des Konings in deze provincie, de dato 27 Maart
1873 A. no. 1417le afdeeling, (Provinciaal-blad ne. 39)
betrekkelijk de
voor het dienstjaar 1873—1874,
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
lo. Ten aanzien der patentplichtigen in de eerste 25
tabellen der wet van 13 Mei 1819, (Staatsblad no. 34)
omschreven;
dat, met uitzondering van de patentplichtige slijters,
tappers, kroeghouders en koffiehuishouders, (die niet in
de gewone beschrijving zullen worden begrepen, maar
aan welker huizen, zoodra mogelijk na den ingang
van het dienstjaar, en zonder de gewone beschrijving
aftewachten, een declaratoir zal bezorgd worden, het
welk na verloop van drie dagen zal worden afgehaald
en welke verplicht zijn dadehjk de helft van hunnen
aanslag te voldoen, waarna het patent op vertoon der
quitantie, alsmede van het bewijs, dat hun deswegens
verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle aan
gezuiverd is, ter secretarie onmiddelijk verkrijgbaar
zal zijn) de verklaringen, ter verkrijging van patent
voor de patentplichtigen, binnen de provincie worden
uitgegeven van den 6 Mei 1873 tot en met den 13 dier
maand
dat die verklaringen behoorlijk ingevuld, zullen moe
ten zijn ingezameld of bij den ontvanger der directe
belastingen ingediend, binnen deze gemeente op den
24 Mei 1873:
dat de registers van gemelde patentplichtigen gesloten
worden, binnen deze gemeente op den 9 Juni daar
aanvolgende.
2o. Ten aanzien van de eigenaars, vaste huurders, of
andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, zal
moeten worden gehandeld overeenkomstig de resolutie
van Z. E. den Minister van Finantiën van 23 April
1852, no. 192, (Provinciaal blad no. 57 van dat jaar,)
En wordt voor dezen de gelegenheid tot het doen dei
aangiften opengesteld van 6 Mei 1873 bij het gemeente
bestuur der plaats alwaar de belasting verschuldigd
is, onder overlegging van een aangil'tbiljet daartoe bij
de besturen verkrijgbaar.
3o. Ten aanzien van de kramers:
dat zij zullen gehouden zijn, om bij het doen hun
ner aanvragen om patent, op te geven de onderscheidene
goederen, welke zij voornemens zijn te koop aan te
bieden, zoo mede de wijze op welke zij hun beroep
uitoefenen, naar aanleiding der onderscheidingen bij 1
der 7 tabel, gevoegd bij de wet van den 16 Juni 1832
(Staatsblad no. 30,) alsmede de gezamenlijke inkoops-
waarde der goederen, die door hen te koop aangeboden
worden; zullende dien onverminderd door de patent
plichtigen die hunne goederen in de herbergen of berg
plaatsen, huizen en andere gebouwen van derden uit
stallen, opgave moeten geschieden van den tijd der
during van hun verblijf in de gemeente en door hen,
die hunne waren in openbare veiling, en buiten hunne
winkels bij koopen van doorgaans beneden de 25,
ieder, doen verkoopen, van dien der te lioudene ver-
kooping; dewijl, zoo zij de wijze van dien verkoop
veranderen, de waarde hunner waren vermeerderen,
of den duur des verblijfs, of der te houdene verkooping
verlengen, daarvan op den voet van art. )3 der wet
van den 21 Mei 1819 en op de boete bij art. 37 bepaald
aangifte zullen doen in de gemeente, alwaar zij zich
bevinden, en zoodanig aanvullingsrecht voldoen, als van
hen bij werkelijk toegenomen belastbaarheid zoude
kunnen worden gevorderd.
4°. En eindelijk, dat de bedoelde kramers, benevens
de debitanten van loterij-briefjes, krachtens Zr. Ms.
besluit van den 17 October 1820 (Staatsblad no. 22) op
de boete van 1 en 2 van art. 32 der wet van den
21 Mei 1819 bepaald, verplicht zijn steeds hun patent
met zich te voeren.
Goes, den 29 Maart 1873.
Burgemeester en W-athh«ders voornoemd,
G. H. KAKEBEEKE, L. B.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
maken bij deze bekend, dat de plaatselijke schoolcom
missie, ter voldoening aan het bepaalde bij art. 6 der
verordening, regelende het onderwijs in deze gemeente,
vastgesteld door den gemeenteraad den 12 December
1859, tot het aannemen en toelaten van
ij Mi K Ml Ijl H'G SB,1' op al de scholen voor
linger Onderwijs en de Bewaarschool,
alsmede voor de Fransche meisjesschool, zitting houden
zal ten raadhuize, op Woensdag den 9 April a. s. des
middags ten 12 ure, en noodigen een ieder uit, om
van die gelegenheid gebruik te maken tot het aan
geven van de kinderen, die men na de vacantie ver
langt op eene der bedoelde scholen te zenden, aange
zien dit, zonder de toelating der school-commissie niet
vermag te geschieden.
Goes, den 1 April 1873.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. II. KAKEBEEKE, L. B.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, den 2 April 1873.
De N. R. Ct. ontvangt 't volgende telegram.
Penang, 1 April. Nederland heeft den 26
Maart het rijk Atehin, op Sumatra, formeel
den oorlog verklaard.
Door den Miuister van Binnenlandsche
Zaken isonder dagteekening van 21 Maart
jl., de volgende circulaire gericht aan de Ge
deputeerde Staten der onderscheidene provinciën:
Art. 9 der wet van 4 December 1872 schrijft
voordat vervoer van lijders aan eene be
smettelijke ziekte naar een ziekenhuis of naar
hunne woning geoorloofd is, volgens de daar
voor bij plaatselijke verordening te stellen voor
schriften. Daar zich reeds op 1 Mei gevallen
kunnen voordoen, waarbij die voorschrilten ge
volgd moeten worden, schijnt het wenschelijk,
dat vóór dien dag in alle gemeenten, waar dit
nog niet geschied mocht zijnde bedoelde
verordening worde vastgesteld. Ik verzoek uw
college, de gemeentebesturen in uwe provincie
daaraan te herinneren."
Tegen de bepaling dat geene vergunning
moet gegeven worden tot vervoer van verdacht
vee naar de weide, door den Minister van
Binnenlandsche Zaken bij missive van 4 Maart
jl. uitgevaardigd, zijn van verschillende zijden
bezwaren geopperd, die den Minister niet on
gegrond schijnen.
Ten einde daaraan tegemoet te komen zon
der dat het doel dier aanschrijving het be
letten van de verspreiding der longziekte in
de weide wordt opgegeven, heeft de Minister
van Binnenlandsche Zaken aan de Commissa
rissen des Konings in de verschillende pro
vinciën verzocht de Burgemeesters te machti
gen, om in gevallen, waarin de eigenaars van
verdacht vee dit naar de weide wenschen te.
vervoeren, daartoe vergunning te geven onder
de noodige voorwaarden ter voorkoming van
verbreiding van besmetting, en zijn daartoe
verschillende bepalingen voorgeschreven, wier
stipte naleving, in voorkomende gevallen, de
gemeentebesturen zijn aanbevolen.
(Per telegraaf.) Bij de herstemming te
Leiden zijn uitgebracht 1686 geldige stemmen.
Gekozen mr. Berch van Heemstede met 977. st.
rar. Neeb had 709 stemmen.
Sints eenige dagen liep alhier een on
bestemd gerucht, dat aan de sluizen te Yeere
een belangrijk defect was ontstaan. Wij ver
nemen thans uit geloofwaardige bron van die
plaats het volgende:
Het gerucht, dat een belangrijk defect aan
de groote sluis le Yeere ontstaan is, is volko
men waar.
Van het onderzoek dezer dagen door ver
scheidene ingenieurs ter plaatse ingesteld, is
het resultaat nog niet bekend, wijl daaromtrent
het diepste stilzwijgen in acht schijnt genomen
te worden.
Intusschen wordt door geloofwaardige per
sonen verzekerd, dat het gebrek in de beton-
storting zit, waarop het middenpenant der sluis
gemetseld is.
Dat penant schijnt weg te zakken, althans
het water loopt door de reeds ontstane opening
van de eene schutkolk in de andere. Door
de werking van verbazende wellen bestaat er
dus vrees voor algeheele verzakking.
Na een en ander door een duiker onder
zocht te hebben, is men nu begonnen groote
massaas zand op die gevaarlijke plek te storten,
wat echter slechts eene poging is om erger te
voorkomen.
Sommigen meenen dat eerlang de sluizen
door afdamming zullen gesloten worden om
ze vervolgens leêg te malen, ten einde het ge
brek te herstellen.
In de gemeenteraadszitting te Kapelle
van eergisteren zijn benoemd: tot lid van het
burgerlijk armbestuur te Kapelle de heer P.
J. van der Mandere en van dat te Eversdijk
M. Bruinooge, beiden in plaats van wijlen den
heer J. van Buine.
Naar wij vernemen bestaat te Kapelle
bij de landbouwers het plan om eene onder
linge vereeniging in het leven te roepen om,
bij verlies van paarden dat verlies gemeen
schappelijk te dragen.
Zondag namiddag jl. is het 3 jarig zoontje
van den schaapherder Jacobus Lamperd te
Krabbendijke bij ongeluk achterover in een
ketel kokend water gevallen, zoodat het reeds
Maandag ten gevolge der brandwonden overleed.
Bij arrest van het Provinciaal Gerechtshof
in Zeeland, van eergisteren, is Maria Anna Spon-
seleeoud 21 jaren, dienstmeid, wonende te
Hontenisse en thans gedetineerd te Middelburg