BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. den gehouden om hen, die verhinderd waren de vergadering bij te wonen, nog in de gele genheid te stellen als lid toe te treden. De vroegere ongunstige berichten omtrent de nieuwen Rotterdamschen waterweg zijn door 't volgende feitnaar 't ons voorkomt, gelo genstraft. Het Engelsche stoomschip Leo, varende tus- schen Londen en Rotterdam, zou het Brielsche gat (ouden weg) doorstoomen maar vond daar zelfs bij vloed geen water genoeg. Het schip stoomde daarop terug en het nieuwe zee gat in, met het gelukkig gevolg, dat het binnen weinige uren te Maassluis binnen liep. Men schrijft uit New-York van 21 Januari. Terwijl ik dezen brief schrijf, ligt een met roem bekend, aanzienlijk en bemind Hollander in Amerika op sterven. Het is Maarten of Martin Kalbjleisch ge boren te Vlissingen in 1804, en die, na negen magere jaren hier te hebben doorgebracht gelukkig en een troetelkind van vrouw fortuin werd. Na achtereenvolgens verschillende be trekkingen bekleed en zich als handelaar on derscheiden te hebben, werd hij bij herhaling tot burgemeester van Brooklyn benoemd. Brooklyn is een der grootste steden wat omvang betreften het aantal inwoners be draagt bijna dubbel dat van Amsterdam. Kalbjleisch heeft een bijnaam verworven, waar onder hij bij alle Amerikaansche en Duitsche bladen hier bekend is. Indien in eenig blad of gesprek de naam van the honest old Dutch man" voorkomt, dan weet ieder, die eenigszins op de hoogte van politiek of financiewezen is, dat met dien naam van seerlijke oude Hol lander" M. Kalbjleisch van Brooklyn bedoeld wordt. Deze bijnaam is de hoogste eer voor een persoon, vooral in een land waar honesty in voorname betrekkingen in het bestuur van land, stad of ondernemingen zeer zeldzaam is. BENOEMINGEN en BESLUITEN. De officier van adm. 2e kl. N. de Ronde Bresser, be- hoorende tot de rol van Zr. Ms. monitor Heiligerlee, wordt met den 15 dezer op non-activiteit gesteld. KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Op het zestal ter beroeping van een predikant der Herv. Gem. te Schoonhoven komen als no 1, 2 en 3 voor, de predikanten H. W. Creutzberg te Vlissingen P. K. Domisse te Oostburg en J. Kromsigt te Cortgenej De Geuzenkerk der Christelijk Gereformeerde Ge meente te Brielle zal den 20 Februari geopend worden. In de gehuchten Bunne en Winde, gemeente Vries, gaat de onderwijzer, daartoe door de ingezetenen, ten einde hem in zijne karige bezoldiging eenigermate tege moet te komen, uitgenoodigd, evenals van ouds, ge lijk de schaapherders veelal nog doen, wederom bij de ouders der schoolgaande kinderen rondeten. Daarbij hebben ze hem een vaste slaapplaats bezorgd. De Nationale Vergadering van Frankrijk houdt zich tegenwoordig bezig met een wets ontwerp tot regeling van den arbeid van vrou wen en kinderen in fabrieken. Op een der artikelen werd een amendement voorgesteld, houdende verbod om vrouwen gedurende den nacht in fabrieken en werkplaatsen te doen arbeiden. Dit amendement echter werd na eenige discussie met eene groote meerderheid verworpen, na door den heer Tolain in het belang der zedelijkheid verdedigd, maar vooral door den heer Pouyer Quertier bestreden te zijn, met het argument, dat de Fransche in dustrie onmogelijk de concurrentie met de En gelsche zou kunnen volhouden, indien zij den nachtelijken arbeid van vrouwen missen moest. Door den militairen dienst van de krachtigste jongelingen beroofd, welke daarentegen in Engeland geheel ter beschikking van de in dustrie blijven, zou het haar onmogelijk zijn haar tegenwoordig standpunt te behouden zon der dubbel zware lasten op de mannelijke ar beiders te leggen, welke deze op den duur niet zouden kunnen blijven dragen. De andere artikelen van het wetsontwerp werden daarna zonder belangrijke discussie aangenomen. Zij beperken den arbeid van kinderen in mijn werken en bepalen, dat alleen de gelijktijdig lager onderwijs genietende kinderen in fabrie ken en werkplaatsen mogen gebezigd worden. Meisjes en vrouwen mogen niet in onderaard- sche mijngangen arbeiden. Prins Napoleon, die dezer dagen, op eene reis naar Bazel, door Keulen trok, heeft naar men verneemt, met een Engelsch staatsman een onderhoud gehad, waarin hij zich vrij onbewimpeld over de Bonapartistische party en zijn eigen plannen uitliet. Volgens het geen van een en ander bekend is geworden, zou de prins geen den minsten lust hebben den zoon van Napoleon 111 als hoofd der genoemde partij te erkennen. De 17jarige Lodewijk Napoleon is volgens hem physiek noch intellectueel geschikt een rol te spelende pauvre petit bambin, zoo moet hij zijnen tweeden neef genoemd hebben heeft bo vendien een te zwak gestel om lang weer stand te kunnen bieden aan de stormen waar van de jongelingsjaren altoos vergezeld gaan." Natuurlijk beschouwt prins Napoleon zich als het legitieme hoofd der Bonapartistische partij, en hij gelooft dat deze veel kans heeft weder aan het roer van staat te komen. Mag men hem gelooven, dan zijn de Orleanisten even weinig te vreezen als de Chambordisten. Voor een bondgenootschap met Rusland heeft hij weinig sympathie; hij geeft de voorkeur aan een westersche alliantie, t. w. een verbond tussehen Frankrijk, Engeland, Italië en Spanje; komen de Bonapartisten weder aan het bewind, dan kan zoo onderstelt de prins zulk een bondgenootschap niet uitblijven, want aan den eenen kant zal 's prinsen verwantschap met koning Victor Emanuel en koning Amadeus er toe leiden, en aan den anderen kant wordt het geëischt door Italiës en Engelands belang: Italië zal dan niet meer de Fransche cleri- calen te duchten hebben, en Engeland heeft in het Oosten Frankrijk noodig. Over de keizerin sprak hij altoos volgens den ons onbekenden berichtgever, wiens mededeeliug wij niet kunnen controleeren met vrij wat minachting; hij beklaagde haar en betuigde medelijden met haar te hebben. Zij heeft zich altijd bezig gehouden met haren opschik, waarvan zij verstand had, en met zaken, waar van zij geen greintje verstand had." Aan haar had men den laatsten oorlog te wijten. Wat dit laatste betreft, schrijft een Parijsch correspondent der Köln Zeit., heeft de ex- keizer naar het schijnt de gevoelens van zijnen neef over Eugenia beaamd. »Men vond nl. den 4 September onder de papieren van de Tuileriën een brief van gravin Theba, vóór haar huwelijk aan Lodewijk Napoleon geschre ven, om hem te bedanken voor eene piano, die hij haar gezonden had. De brief was zeer geestig gesteld, een waar meesterstuk, en de ex-keizer geraakte er in verrukking over. Zes jaar later vernam hij, dat die brief door de keizerin slechts gecopiëerd was geworden, na dat Prosper Mérimêe hem voor haar had ge steld. Op den brief plaatste Napoleon 111 toen eigenhandig deze woorden: „Helas, cette lettre m'a valu mon mariage!" Ook voor de juistheid dezer mededeeling kunnen wij niet instaan vermelding is zij niettemin waard. De Katholieke bisschoppen van Ierland heb ben een herderlijk schrijven aan hunne onder- hoorigen gericht, met betrekking tot de uit voering van de besluiten eener vergadering, .eenige dagen geleden door hen gehouden. Na een scherpen uitval tegen de maatregelen door de regeeringen van Italië en Duitschland geno men, bevat het uitvoerige stuk eene kritiek over de houding der Britsche regeering, vooral ten aanzien van het volksonderwijs. Haar wordt door de bisschoppen ten laste gelegd, dat zij, enkel en alleen om den wettigen invloed der geestelijkheid op het onderwijs te weren, de godsdienst uit alle scholen, zoowel hoogere als lagere en middelbare, verbannen heeft. Ook verklaren zij zich tegen het kostelooze onder wijs; onder de gegeven omstandigheden zien zij daarin niets anders dan eene bespotting en eene huichelarij, strekkende om aan de Ka tholieke ouders zware belastingen op te leggen, ten einde buitensporig hooge jaarwedden te kunnen betalen aan een geheel leger van in specteurs en onderwijzers, die in last hebben gekregen het Katholieke geloof uit de gemoe deren der kinderen te doen verdwijnen. Alleen dan," zeggen zij, „is het kostelooze onderwijs te waardeeren, wanneer het onderwijs zelf van den geest der godsdienst doordrongen is en gegeven wordt door vrome mannen en vrou wen, welke zich volkomen belangeloos en zon der belooning aan dat goede werk wijden. In het verplichte onderwijs zien zij een ongeoor- loofden dwang aan de ouders opgelegd, en een voorteeken dat de ontbinding der maatschappij nabij is." Voorts leest men in het mandement, dat de prelaten den tijd nog niet gekomen achten om kennis te geven van de maatregelen, waartoe in de kerkvergadering te Dublin ter zake van de verdediging der kerkelijke scho len besloten is, doch dat zij het hebben noo dig geoordeeld de gelovigen te waarschuwen. Volgens de Dublinsche Evening Mail echter zouden de bisschoppen besloten hebben, niet te volharden bij hun verzet tegen het reglement der commissie voor het volksonderwijs, waarbij aan de bestuurders van scholen de bevoegd heid tot het tusschentijds ontslaan van onder wijzers ontnomen wordt. Zij dringen thans slechts aan op eene weinig beteekenende wij ziging in dat reglement, nl. dat de beslissing van geschillen over het recht verstand van de contracten door de bestuurders met de on derwijzers aangegaan, niet aan de commissie voor het volkskonderwijs, maar aan den rech ter zal worden opgedragen. Uit België schrijft men, dat de Kamer der olksvertegenwoordigers met kalmte beraad slaagt over de begrooting van het departement van Bin nenlandsche Zaken de onderwijsstelsels zijn aan de orde, en daarbij is het vraagstuk van het Latijn en Grieksch weder ter sprake gekomen; en nog lang en veel kan daarover gediscussieerd worden. Een onlangs door den Franschen minister Jules Simon uitgevaardigde circulaire heeft het onderwerp weder op het tapijt gebrachtdoch, zooals de heer Pirmez herinnerde, had deze reeds in 1868 hetzelfde gezegd, wat Jules Simon nu aanvoert: men moet de oude talen leeren, niet om ze te spreken of te schrijven, maar eenvoudig om de oude schrijvers te lezen, en de kweekeling zou beter doen Duitsch en Engelsch te leeren, dan zijnen tijd zoek te brengen met het maken van Griek- sche opstellen en Latrjnsche verzen. Jules Simon verkondigde dit te Versailles en sedert is het door velen herhaald. Met de ideeën gaat het als met eenige wijnen, die eerst een reis naar Indië moeten maken om goed te zijn. De Bruggenaren klagen over de verzanding van het kanaal Gent-Brugge. De Minister van Openbare Werken heeft een onderzoek in loco ingesteld; hij zag een groot aantal werklieden bezig met baggeren, en men verzekerde hem, dat in eenige dagen het kanaal weder be vaarbaar zou zijn. Doch men kon hier den ken aan de bordpapieren dorpen, die Potemkin liet neerzetten op den weg van Katharina 11, toen zij op reis naar de Krini was. Pas was de Minister vertrokken of de werklieden waren verdwenen en het kaDaal blijft verzand. De Bruggenaren hebben dan ook, ten bewijze van hunne erkentelijkheid, besloten hunne afge vaardigden en den Minister medailles van blik aan te bieden. Volgens het Journal de Saint-Pétersbourg, zal de sehach van Peratië op zijne Europeesche reis door twee prinsen van den bloede en door een gevolg van 50 personen vergezeld worden, en met het grootste gedeelte van zijn gevolg in het winterpaleis te St.-Petersburg (de Her mitage) zijn intrek nemen. Voor den tocht over de Kaspische zee voor den Perzischen monarch zal de oorlogsstoomboot Nasreddin- Sliali, te dien einde beschikbaar, met eene on- gemeene weelde ingericht worden. Een ander rijksstoomschip, de Ural, zal dien bodem begeleiden. Door een correctie-fout werd in het verslag der afschaffings-vergadering, in ons vorig nummer opge nomen, abusievelijk melding gemaakt van 500 vrouwen als te Shrewsbury van den drank gered, terwijl dit slechts vijf had moeten zijn. (Dagblad.) De Rijks-ambtenaren te Bellingwolde maakten verleden week kennis met twee dames, goed gekleed, een mantel om, handschoenen aan, en een hoed naar de nieuwste mode op het hoofd. Na kennismaking verzochten zij haar mede te gaan, om te onderzoeken of zij ook frauduleus vervoer bij zich hadden. Na veel tegenpraten kwamen zij eindelijk in een huis, om daar de visitatie te doen en nu vonden de ambtenaren bij de eene 2 liters voorloop. Te Assenede is het verschijnen van spoken aan de orde van den dag. Een knecht van den landbouwer B. te Neuzen, aldaar zich bevindende werd vastge grepen door eene wit gekleede dame en in een sloot geworpen, waaruit hij doornat te voorschijn kwam en alstoen vluchtte; zoo men verneemt waken thans de Belgische gendarmerie en douane aldaar, om dit zoo genaamde spook te vatten en het later misschien wel als een smokkelhandelaar aan het licht te brengen. Een later bericht meldt, dat de „witte dame' als een stevig Neuzensche jongen op heeterdaad oetrapt is, terwijl hij als spook te Philippine het dievenambt uitoefende. Volgens nader bericht omtrent het duel, waarvan wij in het vorig nommer melding maakten, warende duellisten twee studenten der Gentsehe hoogeschool een Pool en eenRns. Het duel had plaats met pistool; na dat de eerste op zijn kameraad had misgeschoten, moet de Rus gezegd hebben: „ik wil u niet dooden, maar zul u een les geven'' en hem daarna een kogel in den bil hebben gejaagd; terstond vertrokken zij per rijtuig naar Gent, waar de gewonde in zeer bedenkelijken toestand is aangekomen. Te Bergen-op-Zoom is uitgegeven een gulden met de beeltenis van Koning Willem II en het jaartal 1847,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 2