GEMENGDE BERICHTEN. Ingezonden. Nog iets over Levensverzekeringen. LIJST VAN VERKOOIMiMGEN. BURGERLIJKE STAND GOES, Liefdadigheid. de zaak aan, en een liarer organen, La France, wijst op Engeland, welk land zich veel ver draagzamer toont tegenover de vrje uiting van alle gevoelens en meeningen, mits de open bare orde er niet door gestoord worde. (/Wij zien niet in," zegt genoemd blad, dat waar lijk niet verdacht gehouden kan worden van omzichtigheid jegens de radicalen of van be langstelling in de Internationale en hare leden, »dat hierdoor de openbare orde daar meer ge stoord wordt dan bij ons". Spreekt een con servatief orgaan zóó, dan kan men zich licht voorstellen, hoe de radicalen en de Parijsche werklieden zich er over uitlaten. Wat de andere categorie van gearresteerden te Parijs betreft, nl. die der bestuurders van financiëele en industriëele maatschappijen, is mede te dee- len, dat zij nog strenger behandeld worden dan in de eerste dagen na hunne aanhouding. Zy zijn uit de Conciergerie naar Mazas over gebracht en worden in afzondering gehouden. De minister van justitie is vast besloten, te gen de schuldigen, waarvan de meesten nog op vrije voeten zijn, met de meeste gestreng heid te handelen. Hij wil de finaneieële markt schoonmaken en heeft hierbij een tweeledig doel: hij wil de Bonapartisten, die in deze zaak betrokken zijn, treffen, en het publiek afhouden van het koopen van industriëele waar den, ten einde het aan de groote staatsleening deelneme. De heer Clement-Duoernois Minister van het tweede Keizerrijk heeft een brief open baar gemaakt, die als een manifest van de exkeizerin en hare aanhangers wordt aange merkt De aanhef bevat het betoog, dat Euro pa en Frankrijk aan Napoleon 111 veel verlo ren hebben, en dat Napoleons zoon, die een verheven naam waardiglijk draagt, die, opge voed in het besef van de plichten jegens zijn land en met de herinnering van zijne voorva deren volkomen bij machte is om aan een land, waar de republiek een hersenschim is, een duurzame monarchie terugtegeven. De graaf van Chambord heeft zonder de fusie geen kans, de fusie is onmogelijk, en alzoo blijft slechts het keizerrijk over, d. i. de monarchie moet den nieuwen vertegenwoordiger, haar door de Voorzienigheid gegeven, aannemen. Volgens Clément Duvernois is het niet toeval geweest dat, nadat het koninklijk geslacht in «den persoon van Lodewijk X VIonthoofd was geworden, een generaal verschenen is, die troon en kerk heeft kunnen herstellen, en zoo diep wortel in het land heeft kunnen vatten, dat niets in staat was het instinkt te vernie tigen, door hetwelk het land tot Napoleon heen gedreven wordt, wanneer de maatschappij door gevaar bedreigd is. Om dit te bewijzen is Clément Duvernois stout genoeg, niet slechts te herinneren, dat Waterloo 1851 niet heeft belet, maar ook op Sédan te wyzen, en uit te roepen, dat trots Sédan het keizerrijk thans de eenige mogelijke monarchie is Hierop volgt een zeer breed betoog, dat alleen prins Lodewijk in slaat is Frankrijk te redden. Uit Washington wordt onder dagteekening van 4 Jan. het volgende geschreven: Het congres zal aanslaande week wederbij - eenkomen. De heeren senatoren hebben hun vacantie gehad. Deze zitting zal echter niet van langen duur zijn. Men zal de gewichtig ste debatten wel tot de volgende laten rusten. Toch verzekert men, dat nu reeds voorstellen zullen worden gedaan, eene hervorming -van den generalen staf ten doel hebbende. Moge lijk zal men zich ook met de verbetering der marine, een onderwerp, dat reeds zoo dikwijls ter tafel kwam, meer of minder bezig houden. Het voorstel des ministers, om hem voor den aanbouw van tieu oorlogsschepeu drie millioen dollars toe te staan, heeft wel is waar bij de meerderheid der vertegenwoordigers over het algemeen een goed onthaal gevonden, maar de debatten hebben iutusschen een menigte zaken aan het licht gebracht en amendementen uit gelokt, die het beleid en de rechtschapenheid van het departement van marine, en de vader landsliefde van vele vertegenwoordigers in ver denking brengen. De minister wil de vrije hand hebben, in de constructie der nieuwe sche pen, zoowel wat het aantal als het caliber van het' geschut betreft, en had slechts in zijn ontwerp gezegd, dat zij tien of meer stukken van zwaar kaliber zouden voerenook wilde hij vrij zijn in de keuze van materiaal, hetzij ijzer, hetzij hout. Zij zouden op de staatswerven ge i bouwd worden. Verscheidene amendementen nu gaven duidelijk te kennen, dat het ministerie j van marine gewantrouwd wordt, daar zij allen strekken om den bill meer te preeiseeren en den minister te binden. Andere ameudementen strekken om minstens vijf der nieuwe schepen op particuliere werven te laten bouwen, daar de ondervinding bewezen had, dat zulke sche pen veel duurzamer en prijswaardiger waren, dan die op de regeeringwerven gebouwd zijn. De voorstellers dezer laatste amendementen wor den nu op hunne beurt verdacht, dat het hun eigenlijk te doen is, om geld voor hun patrona gete maken, Een aantal, met groote kosten gebouwde schepen ligt, als niet zeevaardig, wer keloos op de reeden, en er zijn bij lange na geen deugdzame, bruikbare schepen genoeg, om het eskader te completeeren, dat op de bekende vijf stations behoort te zijn. Te Groningen is door een veertigtal studenten reeds Vrijdag een wedstrijd op schaatsen' gehouden. Het ijs heeft ook dit jaar weer offers geeischt. Te Assen is een jongeling, die er zich op waagde ver dronken, en te Windesheim zijn twee kinderen door het ijs gezakt, met dat ongelukkig gevolg, dat een van hen levenloos opgehaald is. De heer A. J. Kriiger te Leiden heeft een ta fel vervaardigd, waarvan het blad uit postzegels is samengesteld. De heer Witte, lid van de Nederland- sche Commissie voor de Weener Wereldtentoonstel ling, verklaart in het Leidsch Dagblad, dat het een prachtig stuk is, en hij raadt zijn stadgenooten aan de wonder tafel eens te gaan bewonderen, voor zij naar VVeenen wordt opgezonden. - Te 's Hertogenbosch is Maandagnacht een man, die in beschonken toestand bij de esplanade in de diep was geraakt, gered door zijn 'hond. Het trouwe dier wist door zijn blaffen en huilen de opmerkzaamheid der buren te trekken, die hij naar de plek bracht, waar zijn meester vergeefsche pogingen had gedaan om aan wal te komen en reeds in bewusteloozen toestand verkeerde. Onder hen, die tot redding toeschoten, was ook een vriend van Schiedam, die naar huis zwalken de nog gewaar werd wat er gaande was. Hij begon met een boetpredicatie tot den in het water liggen- den drinkebroêr te richten, waarin hij hem toevoegde: „Daar lig je nou, dronkaard, je zoo te bezuipen, dat je je niet meer roeren kunt, komt er anders maar uit, aartszatlap!" Intusschen zou spreker den van binnen en buiten nat zijnde mede in veiligheid dragen, doch hij was zelf zoo beschonken dat hij den slip van den jas van zijn collega voor een been vasthield. In ons nummer van Maandag, zegt de Locomotief van 12 Dec., meldden wij het volgende: „Een pas geboren kind van Europeesche ouders al hier, dat aan de zorg eener inlandsehe bediende was toevertrouwd, is door deze onthaald op een dosis peper, met het gevolg dat het zeer spoedig dit leven weder verliet. De ouders zijn radeloos Hierover is quaestie ontstaan; men ontkent niet, dat het kind is behandeld met staartpeper, men ontkent ook niet, dat het kind kort daarop is overleden, maar men wil de dood toegeschreven hebben aan zware stuipen. Een ongeluk. Een tienjarig Europeeseh meisje, bij haar ouders op of bij Iilengan (Java) woonachtig, hield een stopfleschje in de hand, waarvan een petro leumlampje gemaakt was. Een oogenblik later deelde de vlam zicli door de niet nauwkeurig sluitende stop mede aan de petroleum, de ileseh sprong vaneen, de petroleum verspreidde zich gedeeltelijk over het kind, de kleeren vatten vuur, en drie uur later was het meisje onder verschrikkelijke pijnen bezweken. Daar er in deze courant herhaaldelijk van levens verzekeringen spraak is geweest, en het waarlijk voor de meeste menschen zeer moeilijk is eene soliede maatschappij van levensverzekering te onderscheiden van eene zóódanige, wier soliditeit twijfelachtig is, wil ik trachten eenige wenken daaromtrent te geven, waarmede elk zijn voordeel kan doen. Wij stellen op den voorgrond, dat het groote nut en de heilzame strekking eener levensverzekering door niemand betwist wordt, maar dat men zich van deel neming nog onthoudt, althans aarselt en uitstelt, omdat men zóóvele dergelijke maatschappijen ook in ons Vaderland zag te niet gaan, en daarom terecht wantrouwen koestert. De heer F. Feringa heeft de wlenschelijkheid be toogd, dat de Staat eene levensverzekering-bank op lichten moge, waarvan reeds door de algemeens deel neming de soliditeit gewaarborgd zou zijn. Intusschen zal het waarschijnlijk nog lang duren eer zulk een denkbeeld verwezenlijkt wordt. Wij moeten dus roeien met de riemen die wij hebben; vooral omdat wij eiken dag, dien wij uitstellen, sterven kunnen. Om dan nu te weten welke maatschappij van le vensverzekering de meest soliede zij, moeten wij voor eerst eenigermate bekend zijn met de wettelijke voor waarden, waaraan in dit of dat Land de oprichting van levensverzekering-maatschappijen verbonden is. In Frankrijk b v. mag noch kan er eene maatschappij van levensverzekering bestaan, tenzij vóóraf niet alleen de statuten en tarieven door de regeering zijn goed gekeurd, maar ook het zoogenaamde waarborgkapitaal volledig gebleken is aanwezig te zijn. Verder moet men vragen naar den tijd, sedert wanneer eene leveusverzekering-maatschappij is opge richt; omdat diegene, welke den langden tijd bestaan en de meeste schokken of beproevingen van soliditeit doorgestaan heeft, natuurlijk het meeste vertrouwen waardig is. Daar trouwens veelal eerst in dertig of veertig jaren de zoogenaamde „kwade jaren" komen, is het altijd eenigszins bedenkelijk de jongere zuster boven de oudere te kiezen. Ook geve men er acht op, en ouderzoeke zooveel mogelijk, of de bezittingen der maatschappij wel be hoorlijk gerealiseerd werden; of bij de opgaven der vaste goederen soms ook de waarde te hoog wordt geschat; en of de actiën van het oorspronkelijk ge storte kapitaal rijzende dan wel dalende zijn. Wan neer eene maatschappij de waarde harer eigendommen te hoog opvoert en zich dus rijker voordoet dan zij werkelijk is, terwijl soms te gelijk de actiën in koers afnemendan spreekt het wei van zelf, dat zulk eene maatschappij niet bij uitnemendheid of bij voorkeur ons vertrouwen verdient. Al verder late men zich niet afschrikken door de gedachte, dat soms de premie niet op den duur kan betaald worden. Immers men kan zich verzekeren bij maatschappijen, waarbij men terstond als de acte van deelneming of hel contract geteekend is, bij overlijden recht op uitkeeriug heeft; terwijl toch, als de premie slechts drie jaren voldaan is, en men niet langer bij machte is haar te voldoen, het gestorte geld geens zins verloren is, maar de verzekerde som alsdan wordt verminderd in verhouding der reeds gestorte premiën. Wat meer is er bestaan Manschappijen van levensverzekering, waarbij men in bet onderstelde ge- vaL zijn contract a contant aan de Maatschappij verkoopen kan; ter waarde van minstens V4 en hoogs tens V2 der betaalde premiën Bovendien is het van groot belang, dat de Maat schappij zooveel mogelijk zorgt, dat de personen, die een contract van levensverzekering met haar willen aangaan, behoorlijk onderzocht worden of zij soms ook lichaamskwalen hebben, die reden geven een vroegtijdigen dood te vreezen. Wij moeten dus zóó danige Maatschappij van levensverzekering bij voor keur kiezendie de meeste voorzorgen neemt om schade en dwaling te vóórkomen; wier geneesheer, door baar zelve (ook bij afkeuring) gedefroyeerd zijn attest voegen moet bij dat van den gewonen lijfarts; die ook aan den agent de gewetensvraag voorlegt: of deze gerust op zoodanig leven zijn eigen geld zou beleggen? en die bovendien in vertrouwen vraagtwelke de vermoedelijke redenen der deelne ming zijn? Of er in de familie van den te verzeke ren persoon ook erfelijke kwalen heerschen en plot selinge sterfgevallen voorkwamen? Of de doorgaande levenswijze van den belanghebbende ook schadelijk zij voor den staat zijner gezondheid? enz. enz. Al verder moet bij het aangaan eener levensverze kering ook worden gelet op het aandeel in de winst. Ofschoon namelijk, eene levensverzekering nooit mag worden beschouwd als eene geldspeculatiezoo is toch, als men het aandeel in de winst in aanmerking neemt, de levensverzekering bij eene soliede maatschappij, waarbij men kan berekenen tusschen de 4 en 6 pCt. van de gestorte penningen te trekken, verreweg de meest zekere wijze van geldbelegging. Het is trou wens van algemeene bekendheid, dat het speculeeven in effecten voor menschen althans, die niet schatrijk zijn, hoogst gevaarlijk is, en bijna gelijk staat met het spelen in de loterij. Want als een effect meer dan 5 pCt. rendeert, is het in den regel niet soliede; en zoo zijn ook de schijnbaar voordeeligste levens verzekeringen in den regel de minst soliede. Daarbij komt nog, dat bij overlijden of in andere hachelijke levensomstandigheden het van groot belang is, om oogenblikkelijk een zeker kapitaal, hoe gering ook, beschikbaar te hebben. Alles hangt dus af van de soliditeit der levensver zekeringmaatschappij, en, wanneer men berekent, wat iemand gedurende een groot aantal jaren gestort beeft, moet men, om billijk te zijn, van die som het stijgend aandeel in de winst aftrekkeu. Voorts laat de maatschappij, als zij van hare winst, hetzij telken jare, hetzij om de twee jaren, uitkeering doet, doorgaans aan de deelhebbers de keus: om óf het aandeel in de winst in contanten te ontvangen, óf naar evenredigheid de premie te verminderen, of naar evenredigheid het verzekerde kapitaal te verhoo- gen. Doorgaans ie het raadzaam, vooral voor men schen, die met moeite de jaarlijksche toelage moeten uitzuinigen, om vermindering der premie te kiezen ais men maar niet vergeet, dat, hoe langer men leeft, ook de som van het aandeel in de winst gaande weg grooter wordt. Vandaar dan ook, dat, ais de deelgenoot geen aandeel in de winst verlangt, zijne premie minder bedraagt; iet3 wat voor eenigszins bejaarden, die hun leven verzekeren willen, misschien verkieslijk is; dewijl het aantal hunner jaarlijkscbe premiën waarschijnlijk toch wel niet bizonder groot zal wezen. Veel wave hierbij nog te voegen ter toelichting van het vaak ten halve of verkeerd ingelichte pu bliek. Inzonderheid geldt dit van de levensverzeke ringen tegen een' bepaalden termijn, waarhij men onder het oog moet houden: dat, als men komt te overlijden vóór dien bepaalden termijn, de premie niet meer betaald behoeft te worden;en ook: dat men bij een contract tegen een' bepaalden termijn tevens kan bepalen, dat bij overlijden vóór dien ter- mijn het verzekerde kapitaal toch dadelijk bij den dood moet worden uitbetaald aan wien men verkoos op te geven;en, eindelijk, dat wanneer men eene zekere geldsom noodig heeft vóór dat de bepaalde termijn is verschenen, men een gedeelte van het verzekerde kapitaal reeds als eigendom kan opvorderen. Wil iemand van de leveusverzekeringen in het algemeen, en van de te Parijs in 1819 opgerichte algemeene levensverzekering-maatschappijwaarvan de laatstgedane rekening en verantwoording dd. 31 Dec. 1871, in druk bij mij ter inzage ligt, in het bizon der, meer weten, zoo neem ik de vrijheid hem ter lezing zeer aan te beveleu het Stuk van dr W. O. van Manen, geschreven en opgenomen in de Vaderl. letteroefeningen, nieuwe serie n". 12, blz. 737772, waarvan voor de belanghebbenden gratis bij mij afdrukken te verkrijgen zijn. Hopende niemand met dit geschrijf benadeeld te hebben en sommigen behulpzaam te zijn geweest tot een zelfstandig oordeel, eindig ik in het vaste ver trouwen, dat van lieverlede, tegenover alle gevaar lijke speculatiën, de levensverzekering bij soliede maat schappijen als dure plicht erkend en betracht zal worden. Dr. E. M O L L. Goes, Februari 1873. Datum. Plaats. 4 Feb. Goes, 5 Goes, 5 Kruiningen, 5 Kl-uiningen, S Kruiningen, 5 Kruiningen, 6 Ondelande, 11 Rotterdam, 12 Colijnsplaat, 14 Hoeuekensk, 21 Wolfaartsdijk. 22 Heinkenszand 22 Goes, 27 Yerseke, 12/13 Mrt. Yerseke, Voorwerp. Notaris. Hoveniering, Pilaar. Meubelen, Paardekooper cn v. d. Bussche. Kalkloods voor afbraak, mr. van Dam. Meubelen, mr; van Dam. Schuur en stal voor afbraak, mr. van Dam. Woonhuis, mr. van Dam en van den Bussche. Woonhuis en Bouwland, Prumers. Verpacht. Vlasl. mr. de Kuijper. Inspan v. d. Moer. Verpachting, Rembges. Inspan. Kakebeeke. Bouwland, Pilaar. Tuin, etc. Pilaar. Inspan, Rembges. Inspan en meu belen, mr. van Dam 280ste STAATS-LOTERIJ. Prijzen van 100 en daarboven. 5 kl. Zestiende trekking. No. 6208 f 1000 en premie 30000; no. 18775 ƒ1000; no. 225, 2601, 2944, 6827, 9501, 14221, 14927 en 18368, ieder ƒ4 0; no. 114, 255», 5600, 7122, 15972 en 19128, ieder 200; no. 3839, 10225, 1344i, 17701 en 18003, ieder ƒ100. Zeventiende trekking. No. 18610 ƒ70 en premie van ƒ3000; no. 4799 ƒ100. van 31 Jan. tot en met 3 Febr. 1873. Ondertrouwd, Gehuwd en Geboren: Geene. Overleden: den 1 Febr., Johanna Gerdina 3 j., d. v. Andries Kolenbrander en Maria Elena Jongejan; Janna van Dien, 84 j.wed. van Cor nells Kopmels; Clazina Kopmels, 62 j., wed. van Piet er Jacobus Herdink; Krina, 22 m., d. v. Pietev Wessel en Tannetje de Waardoverleden den 3, Maria Joseph Bataille, 65 j., wed. van Jan de Munck. Diakenen bij de Hervormde Gemeente te Goes zijn voornemers de gewone driemaandelijksche collecte aan de huizen der ingezetenen te houden op Donderdag 6 Februari eerstkomende. Eene kennisgeving, dat de behoeften vele en de fond sen op verre na niet toereikend zijn om in de be hoeften te voorzien, hopen zij dat genoegzame aan beveling zal zijn om velen tot ruime giften te bewegen. Goes, 3 Februari 1873. Namens diakenen voornoemd, W. de BESTE, voorz. v. d. BUSSCHE, sec. ADVEKTKNTIËN. Voorspoedig bevallen van eén dooden ZOON, C. M. KAKEBEEKE—Welleman. Kloetinge, 3 Februari 1873. Heden overleed op het onverwachtst onze geliefde Moeder en Behuwd-moeder me juffrouw K. KOPMELS, weduwe van wijlen den heer P. J. HERDINK. Goes Uit aller naam, 1 Februari 1873. A. J. HERDINK. Algemeene kennisgeving. Voor de vele bewijzen van deelneming ontvangen bij het overlijden van ons jongste kindje betuigen wij onzen dank. Goes, W. F. BUSING 3 Februari 1873.en Echtgenoot De ondergeteekende betuigt bij dezen haren dank voor de bewijzen van deelneming, ondervonden bij het overlijden van den beer W. de FOUW Wz. Goes, 3 Februari 1873. Wed. J. A. de FOUWBevier,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 3