1873. N°. 11. Zaterdag 25 Januari. 60 ,e jaargang. HERIJK. Naar aanleiding van de quaestie over liet Polder-reglement. GOESSCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vkijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 10 c, de regel geplaatst. Geboorde-, huwelijks- en doodberichten met dp daarop bp- trekking hebbende dankbetuigingen yap 1—8regels k1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 1 regels bedragende en contant behaald, 20, c, De Gedeputeerde Staten van Zeeland doen te weten, dat door hengelet op art. 15 der wet van den 7 April 1869 (Staatsbl. no. 57), en op het Ko ninklijk besluit van den 10 December 1872, no. 16, is vastgesteld hetgeen volgt; Het tijdstip waarop ae herijk der maten, gewichten en weegwerktnigen in het loopende jaar zal plaats heb ben, wordt bepaald zoo als in de volgende tabel is aan gewezen. Middelburg17 Maart tot en met 12 April, 21 Juli tot eD met 2' Augustus. Koudekekerke, ook voor Meliskerke en Biggekerke, 9 Juli. Oost-en West-Souburg, ook voor Ritthem, 10 Juli. Vlissingen, 6 tot en met 18 Augustus. Serooskerke (Walcheren), 4 Juli. Oostkapelle, ook voor Grijpskerke, 5 Juli. Domburg, ook voor Aagtekerke, 7 Juli. Westkapelleook voor Zoutelande8 Juli. Veere, ook voor Vrouwepolder28 en 29 Mei. Arnemuidenook voor Nieuw- en St. Joosland, 30 en 31 Mei. Te Middelburg, voor de gem. St. Laurens, 24 Juli. Sluis, ook voor St. Anna ter Muiden, 6 en 7 Mei. Aardenburg, ook voor Eede, Heille en St. Kruis, 8 en 9 Mei. Breskens, 19 Mei. Groede, ook voor Nieuwvliet, 16 en 17 Mei. Zuidzande, ook voor Cadzand en Betranchement, 15 Mei. Schoondijke, 24 Mei. Biervliet, 21 Mei. Hoofdplaat, 20 Mei. Yzendijke, ook voor Waterlandkerkje, 2 2 en 2 3 Mei, Oostburg, 13 en 14 Mei. Neuzen, 6, 7 en 9 Juni. Hoek, 10 Juni, Axel, 16 en 17 Juni. Zaamslag, 18 Juni. Zuiddorpe, ook voor Koewacht en Overslag, 19 Juni. Westdorpe, 13 Juni. Sas-van-Gent, ook voor Philippine, 11 en 12 Juni. Stoppeldijke, Boschkapelle en Hengstdijk (op het dorp Rapenburg), 28 Juni. Hontenisseen Ossenisse (op het dorp Kloosterzande), 26 en 27 Juni. Hulst, ook voor Clini/e en St. Jansteen, 23, 24 en 25 Juni. Graauw, 30 Juni. Zierikzeeook voor Kerkwerve17 Maart tot en met 5 April. Brouwershaven, ook voor Duivendijke,7 April en 8 April, des voormiddags. Zonnemaire, 8 April, des namiddags. Dreischor, 17 April, des voormiddags. Noordgouwe, 17 April, des namiddags. Ellemeet, 18 April, des voormiddags. Eikerzee, 18 April, des namiddags. Noordwelle, ook voor Serooskerke (Schouwen), 19 April, des voormiddags. Henesse, 19 April, des namiddags. Haamstede, ook voor Burgh, 21 April. Ouwerkerk, 23 April, des voormiddags. Nieuwerkerk, 23 April, des namiddags. Oosterland, 24 April. Bruinisse, 25 April. St. Philipsland, 28 April. St. Annaland, 29 en 30 April. Oudvossemeer, 1 Mei. Tholen2 en 3 Mei. Poortvliet5 Mei. Scherpenisse6 Mei. St. Maartensdijk, 7 en 8 Mei. Stavenisse, 9 Mei. Colijnsplaat, ook voor Rats13 en 14 Mei. Wissenkerke, 15 en 16 Mei. Kortgene, 17 Mei. Wolf aartsdijk, 19 Mei. Heinkenszand, ook voor officerArendskerke, 20 Mei en 21 Mei, des voormiddags. s Heerenhoek, ook voor Borsselen en Nieuwedorp, 21 Mei des namiddags en 23 Mei. Ovezand, ook voor Nisse24 Mei. Ellewoutsdijk, ook voor Driewegen26 Mei. Baarland, ook voor Oudelande, 27 Mei. Hoedekenskerke28 Mei des voormiddags. 's Gravenpolder, ook voor 'sHeer Abtskerke, 28 Mei, des namiddags. Goes, ook voor Kloetinge, Kattendijke, 'sHeerHen- drikskinderen en Wissekerke29 Mei tot 18 Juni. Kapelleook voor Schore, 19 en 20 Juni. Wemeldinge, 21 Juni. Kruiningen, ook voor Yerseke, 23 en 24 Juni. Krabbendijkeook voor Waarde25 en 26 Juni. Rilland, ook voor Fort Bath, 27 Junij. Dit besluit zal door de zorg der plaatselijke bestu ren worden afgekondigd en aangeplakt in al de gemeen ten dezer provincie. Het zal in het Provinciaal blad worden opgenomen. Gegeven te Middelburg, den 17 Januari 1873. De Gedeputeerde Staten voornoemd, B. W. van LIJNDEN, Voorzitter. BUTEUX. Griffier. Niemand ziet gaarne zijn werk afkeureD. Ook niet de Staten eener provincie. Als ze eenmaal meenen gedaan te hebben, wat zij recht en bil lijk achten, is hét hard als eene hoogere macht het veto uitspreekt. Dat niet goedkeuren van een lang besproken en rijp overwogen werk is vopral veelhetee- kenend, als de afkeuring plaats heeft om de beginselen, die het werk beheerschen. Een vorm laat zich licht wijzigen, maar een beginsel niet zoo gemaklij kzelfs al is het de Minister of de Koning, die een ander daartegen over stelt. Het wekt dan ook onze belangstelling, wat de Staten van Zeeland doen zullen in hunne buitengewone vergadering. Voorzoover daarin gehandeld moet worden over de niet goedkeu ring van het algemeen reglement voor de pol ders en waterschappen in Zeeland, zullen zij te beslissen hebben tusschen het beginsel, waarvoor hoogere macht strijdt en de bepaling, die op voorstel van mr. Fokker in dat reglement werd gebracht. Wat wij in de eerste plaats betreuren is, dat er misschien weder veel tijd verloopen moet, alvorens het reglement in uitvoering komt. Wij zullen niet onderzoeken of het overigens onberispelijk is, of daarin aan alle uitgedrukte, ook zeer billijke eischen en wenschen voldaan is. Het reglement was nu eenmaal tot stand gekomende tijd zou leeren of het aan de be hoeften voldeed en zonder het nu gerezen con flict, zou de proefneming hebben kunnen aan vangen, die de deugden en gebreken aan het licht moest brengen. Het is goed, als bij het opstellen van regle menten rijpelijk wordt gewikt en gewogen. De praktijk is echter de beste criticus. En bijna zouden wij wenschen, dat men reglementen, als ze dan toch onmisbaar zijn, minder lang bekeek en besprak, om ze liever, door de ondervinding voorgelicht, te veranderen en te verbeteren, dan dat men in vergaderingen de volmaaktheid zoekt te bereiken, om, na groot tijdverlies, iets tot stand te brengen, dat al spoedig blijkt nog verre yan het ideaal te zijn. Sommigen hadden misschien gedacht, dat er tegenstand zou gekomen zijn tegen het artikel, dat vrouwen liet recht geeft om als stembevoeg den in de vergaderingen optetreden, natuurlijk wanneer zij ongehuwd zijn. Hoe redelijk en billijk toch, naar ons inzien, deze nieuwe be paling is, zij huldigt een beginsel, dat recht streeks in strijd is met het beginsel waarop alle wetten in onzen Staat zijn gebouwd. Dè vrouw is, bij onze wetgeving, geheel achter ge steld. Dat men de gehuwde vrouwen rechtsper soonlijkheid onthield, daar zij dóór hare eeht- genooten kunnen vertegenwoordigd worden, is natuurlijk en rechtvaardig. Maar als zij en met hoevelen is dit niet het geva) alleen staan, hare zaken zeiven besturen en voor hare belangen moeten waken, waarom mogen zij dan niet optreden om hqre rechten te doen gelden Terecht heeft een der leden (de héér Fran sen van de Putte) er op gewezen, dat reeds door; voorbeelden bewezen is, dat de voorlich ting van vrouwen gewenscht wezen kan en mis schien is het wel aan de aanhaling van zooda nig voorbeeld te danken geweest, dat de meer derheid het amendement van mr. van Eek aannam om ongehuwde vrouwen, landbezitsters of curatricés van dezen in de vergaderingen toetelaten. Het komt ons echter voor, dat de Staten eenigszins met twee maten gemeten hebben, niet alleen door het toelaten van vrouwen en de uitsluiting van vreemde gemachtigden, maar oók toen zij deze laatste bepaling aannamen, nadat eerst was toe gegeven aan den wensch, om de vreemde grondbezitters niet van de vergadering uitteslui- ten. Immers beslisten zij, dat, wie land bezit in een polder, ook het recht hebben moet om mede toetezien, dat geene besluiten genomen worden strijdig met zijne belangen. Nu was het, dunkt ons, consequent met dit beginsel, dat, wanneer zoodanige belanghebbenden 'gemachtig den zendén, dezen even zoo goed vreemdelingen mogen zijn. Het is nu eenmaal een feit, dat een aanzien lijk deel onzer Zeeuwsche landen in het bezit van vreemdelingen is. Nog gedurig breiden zij onder ons hun bezit uit en in menigen polder zijn zij minstens onder de voorname ingelanden te rekenen. Zal men nu van hen vergendat zij altijd zeiven ter vergadering komen of zich latei) ver tegenwoordigen door gemachtigde^, die hun wel licht ongewenscht voorkomen? Zullen zij op hunne beurt gedrongen worden vreemdelingen als hunne zaakbezorgers te moeten kiezen? Daar is inderdaqd, zooals reeds in de Statenvergade ring opgemerkt werd, iets zeer tegenstrijdigs in, dat men aan den eener) kant recht laaf weder varen, aan den anderen onthoudt, wat natuurlijk en billijk is. 'tls waar, het schijnt ongerijmd, dat een vreemdeling, die s] echts nq en dan misschien ons land bezoekt, zich in onze zqken zal moeien. Maar staat hij als landbezitter nipf met den Nederlandscheu gelijk Is het niet waar, dat hij als landbezitter in Nederland, aan de Nederland- sche schatkist zijne offers brengt, aan de alge- meene wetdie het landbezit beheerschton derworpen is, en zoo hij dus in meer dan een opzicht met den géborén of genaturaliseerden Nederlander gelijk gesteld wordt, waarom hem in dit eene achter gesteld en bujten gesloten? Het amendement van den heer mr. Fokker Jtomt ons voor niet in het regleiqent te passen. De vreemdelingen zullen meestal slechts door gemachtigden vertegenwoordigd worden. (Jit den aard de? zaak zullen die gemach tigden toch Nederlanders zijn, daar het wel te wachten is, daf de Belgische grondbezitters zich.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1873 | | pagina 1