1872. N°. 147. Donderdag 12 December. 593te jaargang.
RBJKS-TELEGRAAF.
BESTEDING.
Aanneming van Schoolleerlingen.
BIJ DIT NOMMER BEHOORT EEN BIJVOEGSEL.
Ministerie van Financiën.
BEKENDMAKINGEN
NIEUWJAARSCOMMISSIE.
GRONDBELASTING.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vnmus avond, uitgezonderd op feestdagen
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 e.
€®JJRMT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8regels è/l,~
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
li en contant betaald, 20, cd
Op Vrijdag20 December 1872,
des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goed
keuring, door den Commissaris des Konings in de pro
vincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een der
leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van
den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het 11de
district, aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur
•te Middelburg, worden aanbesteed:
Het onderhoud der Rijkstelegraaflijnen in de
provincie Zeelandgedurende het jaar
1873; in acht perceelen.
De besteding geschiedt alleen bij enkele inschrijving,
volgens art. 0 van het bestek.
Het bestek ligt ter lezing aan de bureaux van den
Rijkstelegraaf, in het Departement van Financien té
.'s Gravennage, aan de lokalen der besturen van de
.onderscheiden provinciën, en is voorts op franco aan
vrage, tegen betaling der kosten, te bekomen bij den
boekhandelaar M. Nijhoff, Raamstraat no. 49 te 's Gra-
venhage, en door zijne tusschenkomst in de voornaam
ste gemeenten des Rijks.
Den zesden en vierden dag vóór de besteding wordt
de noo.dige aanwijzing op de plaats gedaan; voorts
zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den Hoofdin
genieur van den Waterstaat te Middelburg voor de
lijnen in het algemeen, en bij de Ingenieurs te Mid
delburg, Goes, Zierikzee, Sluis én Reuzen voor de lijnen
tot ieders arrondissement behoorende.
's Gravenhage, 18sten November 1872.
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
BARTSTRA.
van liet Gemeente-bestuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
maken bij deze bekend, dat de plaatselijke schoolcom
missie, ter voldoening aan het bepaalde bij art. 6 der
verordening, regelende het onderwijs in deze gemeente,
vastgesteld door den gemeenteraad den 12 December
1859, lol het aannemen en loelalen ran IkKIS-
MitNQKN op al de scholen voor ïïjayer Onderteiis
en de Hewaarsrhooldus niet voor de Fransche meis
jesschool, zitting houden zal ten raadhuize, op Woens
dag den 18 December a. s. des middags ten 12 ure, en
noodigen een ieder uit, om van die gelegenheid ge
bruik te maken tot het aangeven van de kinderen, die
men na de vacantie verlangt op eene der bedoelde
scholen te zenden, aangezien dit, zonder de toelating
der school-eommissie niet vermag te geschieden.
Goes, den 11 December 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat de Commissie
tot uitdeeling van Bietwaren en Slrand-
xtoffen op Nieuwjaarsdag weder samenge
steld is, en bestaat uit de heeren
J. A. A. FRANSEN van de PUTTE, Wethouder,
als Voorzitter;
F. S. A. KNITEL, lid van het Burgerlijk Armbestuur
M. D. DEKKER, lid der diaconie van de Ned.
Herv. Gemeente;
J. BOOKELAARlid van het R. C. Parochiaal
Armbestuur
en J. KOOMAN Az., lid der commissie tot de (Econo
mische spijsuitdeeling
terwijl de heer C. RISSEEUW, grijfi.tr ter secretarie,
als Secretaris aan de Commissie is toegevoegd;
en dat deze Commissie de bijdragen der ingezetenen
zal afhalen op Vrijdag den 13' December a. s.
Burgemeester en Wethouders verzoeken geene aal
moezen aan de deuren uittêreiken, maar deze veeleer
aan de Commissie toe te vertrouwen, opdat zij in staat
zij hare gewone nieuwjaars-bedeeling te doen, terwijl
Burgemeester en Wethouders vermeenen, dat elke
aanbeveling tot het geven van ruime bijdragen thans
overbodig zal zijn, bij de duurte der eerste levens
behoeften.
Goes, den 11 December 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
De BURGEMEESTER der gemeente GOES, brengt
ter openbare kennis dat sommige posten in den staat
lier uitkomsten van hermeting of her-
schatting van jierbeelen zijn gewijzigd, als
mede dat een vevvotgstaat is ontvangen, en dat
beiden overeenkomstig art. 15 der wet van 26 Mei
1870 (Stbl no. 82) ter secretarie der gemeente, gedu
rende dertig dagen, te rekenen van heden, ter inzage
van belanghebbenden zullen liggen, kunnende verzoek
schriften om hermeting, herschatting of vernietiging
der gedane meting of schatting, en de bezwaarschriften,
binnen gemelden termijn op ongezegeld papier aan
heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie worden
ingeleverd.
Goes, den 10 December 1872.
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
DEN HAAG, 8 December.
Eindelijk is dan toch' de discussie over het
hoofdstuk Biunenlandsche Zaken afgeloopen, ter
wijl nu ook Marine, met veel sneller vaart, de
jaarlijksche reis volbracht heeft. Bij 't laatste
was het ditmaal nog al tamelijk stormweder,
vooral omdat de wind ongestadig en uit ver
schillende streken kwam.
Intusschen, slechts 14 pruttelaars onder eene
geheele bemanning, dat gaat nog alen ik zou
haast betwijfelen of, niettegenstaande den wapen
stilstand, waarop ik in mijn vorigen doelde, het
budget van oorlog er ditmaal zóó goed afko
men zal. Echter is ook de aanneming daarvan
aan geen redelijken twijfel onderhevig. Dat de
aanneming van het hoofdstuk Binnenlandsche
Zaken met algemeene stemmen op eene na niet
die beteekenis heeft, dat de geheele Kamer ver
trouwen stelt in de politieke richting ol het be
leid van den minister, zal nauwlijks behoeven
gezegd te worden.
Maar toch is het eene niet onaardige maar
ook niet onopgemerkt geblevene taktiek dei-
oppositie, om onder den algemeenen stemmen-
bijval, de kleinheid van eigen getalsterkte, vooral
waar coalitie afgeslagen of minder raadzaam
voorkwam, kunstmatig te verbergen. Niet altoos
gaat dat echter aan. Er zijn omstandigheden,
waaronder de vrienden weten moeten, wat zij
aan elkander hebben.
En zoo zien wij dan ook bij de stemming
over het amendement Saaijmans Vader, strek
kende om de oprichting van middelbare scholen
voor meisjes in niet al te welvarende gemeenten
voor goed onmogelijk te maken, het verbond
tot 25 leden aangroeien, en dat is de eigenlijke
kern der drie fractiën, die elk op zich zelve geheel
geïsoleerd staan. Toch moet er weder nota van
genomen worden, hoe naast Saaijmans Vader ook
hier weder, behalve Heemskerk en de Dagblad-
fractie en behalve natuurlijk zijne orthodoxe
geestverwanten de fine fleur stond van hen
voor wie, op eene uitzondering na, ons openbaar
onderwijs middelbaar of lager een gruwel
is. Heydenrijck, van Nispen, Haffmans, Arnoldts,
van der Does de WilleboisBorretLuyben,
Pijls en de Bieberstein stonden als één man naast
den heer Vader. 1).
Bij het middelbaar onderwijs ontbrak het niet
aan liberalen aandrang om den omvang van
dat onderwijs en vooral ook de te groote -ei-
schen voor de examina eenigermate in te krim
pen, wilde men met meer vrucht goede verwerking
der leerstof en minder toeleg op africhtings-exa-
mina verwachten.
Er werden overigens op nog- andere leemten
in de wet van 1863 gewezen, die de ervaring
had geleerd. Niemanden ook niet de mi
ll Over dit amendement ligt een hoofdartikel gereed.
Wij laten daarom hier weg, wat onze correspondent
daarover schrijft. (Redactie.)
nister, beweerde, dat die wet, overal in den lande
met groote ingenomenheid begroet, en daardoor
logenstraffende al de zwarte voorspellingen
daaromtrent door de zwaarhoofden of Je belang-
hebbenden bij een laag peil van beschaving onder
het volk achter de kiezers gedaan,dat die wet
volmaakt of dat er niet veel te verbeteren w:asf
Eene andere vraag was, of dit moest geschie
den door. wijziging der wet of van de bestaande
reglementen. Daarover- nu is juist het'advies
ingewonnen en ook ingekomen van Je inspec
teurs de minister zou er zich spoedig meê
bezig houden en de zaak tot eene beslissing
brengen.
Ook bij deze gelegenheid moest de Goessche
afgevaardigde een flink antwoord vaii den mi
nister in ontvangst nemen. De heer Saaijmans
Vader had gewezen op de hooge kosten van
het middelbaar onderwijs. „Ongetwijfeld, zeide
de minister wordt daaraan door het Kijk en
de gemeenten veel geld besteed, maar die uit
gaven zijn in hooge mate productief. De invloed
van dat middelbaar onderwijs toch, doet zich
nu reeds in sterke mate in onze maatschappij
gévoelen. Nederland wórdt in zaken van on
derwijs in het buitenland steeds met éere ge
noemd. Wij moeten trachten aan de spits te
blijven. De kosten mogen betrekkelijk hoog zijn,
wij zijn nog wel bij machte ze te betalen en
ze kunnen gewis niet beter besteed worden."
Zulk een taal, geheel toepasselijk ook op ons
lager onderwijs, moet een of ander lid van het
anti-schoolwetverbond de haren te bergé doeii
rijzen. Maar het is nu eenmaal niét anders.
Bij de discussie over het lager oud erwys is het op
nieuw gebleken. Zelfs de heer Verheijen heeft dén
lof van ons lager schoolwezen verkondigd en haar
verderen bloei gewenseht, waardoor liij aan diege
nen zijner R. Kath. géloofsvérwantendie over
de wet van 1857 het anathema hebben uitge
sproken, een even opmerkelijk als gevoelig dé
menti gaf. De discussiën over de afdeeling
zelve waren niet zeer'belangwekkend, in zóó
ver ook nu weder niets nieuws kou worden
bijgebracht en men ook zeer goed wist of weten
kon, dat deze minister evenzeer gèhécht is aan
ons openbaar lager onderwijs en de nobdzake-
lijkheid van toenemende uitbreiding en ontwik
keling als zijn voorganger. Er zijn van die on
derwerpen', dié afgezaagd zijn en daarom, ook
al worden ze door talentvolle mannen op nieuw
behandeld, niet meer dé 'vroegere frischheid
erlangen kunnen. Wat reden tot genoegen geeft
is, dat van liberale zijde nu ook wordt aan
gedrongen om de wet' nog' beter te maken door
eene betere verhouding daartes.tellen tussehen
het getal hulponderwijzers en dat der leerlin
gen, door betere bezoldiging' Van hoofd- en
hulponderwijzers. De minister erkende tot ze
kere hoogte de bestaande bezwaren, ofschöoh
er in de laatste jaren in beide Opzichten ver
betering was waar te nemen. Omtrent de nood
zakelijkheid tot spoedige wetsherziening bestond
bij hem nog geene vaste overtuiging. Hij twij
felde er aan, of het oogenblik reeds gekomen was
om eene zoo belangrijke organieke wet te wij
zigen, waaraan niet licht moet worden geraakt,
wil men geen gevaar loopendöor gedurige
veranderingde belangen welke daarbij zijn
geregeld, nadeel te berokkenen.
Intusschen kon zelfs langs administratie ven
weg reeds veel verbeterd worden, daar de open
bare school ook eene gemeente-inrichting is
onder medetoezicht van Ged. Staten. Was de
Minister hier dus nog in twijfel of voor dè
enkele, hoezeer belangrijke, punten, vooral dooi
den heer Moens ontwikkeld, nu reeds wetsher-