1872. N°. 145. Zaterdag 7 December. 59ste jaargang. BINNENLANDSCHE BERICHTEN. GOESSCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en. Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COURMT. Gewone ad^ertenticn worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be. trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels h/1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20J c. DEN HAAG, 1 December 72. {Vervolg). Het was de belangrijke verklaring omtrent de toekomstige uitbreiding van het spoorweg net, (reeds in ons vorig nommer medege deeld) welke met blijkbaar welgevallen door de Kamer werd begroet en die dadelijk ook de volle adhaesie van de heeren van Akerlaken en van Eek verwierf.. Den heer Heemskerk die zelf het antwoord des ministers had uit gelokt, gaf die verklaring, die hem stellig niet naar den zin was omdat er geen op positie-middel uit te fabriceeren wasaan leiding dadelijk op de financiëele bezwaren te wijzenwelke uit dat plan der Regeering zouden voortvloeien. Ik zeg het den heer van Eek nade mid delen nemen jaarlijks toedit jaar met vijf miljoen. Welnu, als het land zoo veel meer voordeelen geniet, laat het land er dan ook gelukkig meê zijn en onthoud het niet wat noo- dig is om welvaart te verspreiden. Nederland moge klein zijn wat grondge bied, het moet groot zijn wat krachtsont wikkeling betreft en naar verwezenlijking streven van alles wat leidt tot vooruitgang. In de tweede plaats een en ander nopens de haven van Ylissingen met wat- daartoe behoort. De juistheid der opmerking van den heer Tak, die het debat inleidde, was niet te miskennen. Er was in de laatste dagen be raadslaagd over verschillende groote haven werken, (Amsterdam en Rotterdam) welke ten deele beheerscht worden door invloeden uit de natuur zelve voortvloeiende, en aan on zen bodem eigen. In Vlissingen is het echter een geheel ander geval. Hier kunnen wij eene zeehaven maken zoo voortreffelijk als thans ergens denkbaar is. De spreker had reeds vooraf erkend, dat in de Memorie van Antwoord de goede voor nemens der Regeering bleken omtrent de ver dere voltooiing dier werken, als de meerdere uitdieping der nieuwe buitenhaven; de spoe dige aanlegging van het drooge dok; de re geling der wijze van exploitatie der haven en de wijziging van het geheel onvoldoende voorloopigereglement en tarief voor het ka naal van Walcheren. Die aandrang nu werd in verschillenden vorm ondersteund door den heer van Wassenaer Catwijkvolgens wien door het buitenland zelf wordt erkend, dat er aan de geheele noordzeekust geen reede te vinden is, die zoo schoon en doeltreffend kan ingericht worden voor de groote stoom vaart als juist Vlissingen; door den heer van Voorthuijzen, die daarin het uitgangspunt zag aan de eene zijde van spoorwegverbinding met het groote Duitschland, anderzijds van verbinding tusschen de oude en nieuwe we reld, welke opinie ook in Engeland en Ame rika meer en meer ingang vindt; door den heer van Eek, die jnist uit de gronden door de beide andere leden aangevoerd, het dui delijk bewijs putte, dat, als meermalen door de Zeeuwsche afgevaardigden werd aangedron gen op het tot stand brengen van den Zeeuw- schen spoorweg, dit niet geschiedde om een locaal, maar om een algemeen belang te bevorderen. Uit dat, oogpunt dan ook werd de zaak door den Minister Geertsema beschouwd. De handel van Nederland verwachtte in de toe komst groote voordeelen van de groote wer ken die thans te Vlissingen worden aan gelegd. Het bestek voor de verdieping was reeds in bewerking; het drooge dok was noodzakelijk en zou met spoed komen; het slechts geheel voorloopig reglement en tarief voor het kanaal door Walcheren zou her zien wordenzoodra de dienst tot Vlis singen kon worden opengesteld; de regeling der wijze van exploitatie van de haven zou, zoodra eene bepaalde beslissing genomen was, volgen; de onderhandelingen met den Grand Central Beige over de kortste verbinding met Rotterdam door de lijn Zevenbergen- Zwaluwe, zouden weldra afgeloopen zijn, als wanneer het nog aanhangig gebleven wets ontwerp tot onteigening kon worden opgevat. Er zullen overigens behoorlijke los- en laad plaatsen gelegd worden aan den mond van het kanaal bij Veere. En om een bewijs te geven dat hij spoed wenschte, stelde de minister eene verhooging van de begrooting voor, voor den aanleg van een droog dok. Aangezien daartegen van verschillende zij den bezwaren werden geopperd, niet zoo zeer tegen de zaak of hare opportuniteit waar tegen alleen de heer Blom uit Rotterdam op kwam, maar omdat men dat punt niet nu bij de begrooting, maar bij afzonderlijke voor dracht wenschte beslist te hebben, begreep de minister dat men nu geene zuivere stem ming meer zou kunnen erlangen omdat de motieven der stemming zeer zouden verschil len. Hij trok dus de wijzfging in. Ziedaar een beknopt maar juist overzicht van al hetgeen wegens dit groote algemeen en Zeeuwsch belang, het uitgangs en verbindings punt van de brug over den Oceaan, in een der jongste zittingen van de Kamer is verhandeld en waaruit ten duidelijkste blijkt, dat de zelfde groote belangstelling welke Thorbecke voor die groote werken koesterde en dezelfde ijver waarmede hij ze bevorderde en bij de Staten Generaal bepleitte, ook gevonden wordt bij zijn opvolger, den tegenwoordigen minister van Binnenlandsche Zaken. Ik eindig met een kort post scriptum. lo. moet ik opmerken dat, na de verkla ring van den kapitein Janssen, dat zijn brief aan den Koning, waarin hij schuld bekende, hem niet toerekenbaar zou zijn om de rede nen in zijn nader adres aan de Tweede Ka mer uiteengezet, ik ook mijn oordeelont leend aan die m. i. vrijwillige schuldbelijde nis, eenigszins moet wijzigen. 2»; dat tusschen de beide oorlogvoerende mogendheden de Boo en van Slirum, Minister van Oorlog, wegens de hindernissen van het terrein en de onbeslistheid der wederzijdsche hulptroepen, de preliminairen voor een wa penstilstand zijn of staan op het punt ge- teekend te worden zoodat de aanval op de redoute, waarvan ik in mijn vorigen sprak, niet zal plaats hebben anders dan bij wijze van spiegelgevecht tot oefening der troepen en rekruten. GOES, 6 December 1872. In de Tweede Kamer zijn gisteren de eerste drie afdeelingen van hoofdstuk VI {Marine) der staatsbegrooting afgehandeld. Heden zijn de beraadslagingen over dat hoofdstuk voortgezet. Tegen Dinsdag is aan de orde gesteld hoofd stuk VIII {Oorlog) der staatsbegrooting voor 1873-, {Per telegraaf). Tweede Kamer. Hoofdstuk Marine is heden aangenomen met 48 tegen 14 stemmen. (Per telegraaf.) Z. M. de Koning heeft de wet op de besmettelijke ziekten bekrachtigd. Naar men verneemt, is het ontwerp vesting wet thans gereed. Er zou o. a. in voorgesteld worden om de vestingen Groningen, Delfzijl, Deventer, Den Bosch, Nijmegen en Zutfen te doen vervallen. Alles zou neêrkomen op het handhaven der liniëu van Utrecht en Amsterdam. De kosten worden geraamd op 34 millioen, te verdeelen over 7 jaren. Men schrijft van hier aan de conservatieve Rott. Courant „Sedert jaren was hier de algemeene klacht der ingezetenen over de drukkende lasten, hoofd zakelijk veroorzaakt door de enorme uitgaven voor het openbaar onderwijs, tengevolge waar van dan ook door de kiezers mannen naar onzen gemeenteraad werden afgevaardigd, die jaren lang door woord en schrift, die uitgaven afkeurden. Hoewel nu de meerderheid van den gemeen teraad uit zulke mannen bestaat, zullen eerlang die lasten nog met eenige duizenden verhoogd worden, door het oprichten eener landbouw kundige school, welke als onmisbaar wordt be schouwd, maar waarvan de gunstige resultaten zoowel als die der bestaande hoogere burgerschool, nauwlijks zullen te vinden zijn." Men schrijft ons uit Hansweert Het schoolgebouw is zoo goed als voltooid, zoodat de benoemde hoofdonderwijzer binnen weinige dagen daarvan gebruik zou kunnen maken. De school wordt evenwel pas 1 Ja nuari geopend. Men merkt hier met genoegen op, dat het gemeentebestuur alles doet, wat nut tig voor Hansweert is. Zoo hebben we thans eene goede straatverlichting de wegen wor den begrint enz. Één jammer nog en dat is: Nergens heb ben we een publiek uurwerk, noch op de ker ken noch op de rijksgebouwen. Ook ontbreekt aan 't rijksgebouw, zoowel als aan 't telegraaf kantoor, de verlichting, die zoo hoogst nuttig zjjn zou. Den 13 dezer zal te Kruiningen de ver kiezing plaats hebben voor een lid van den raad in plaats van den heer D. Sinke, overleden. Naar men verneemt is door het groot arm bestuur van Schore het tractement van den geneesheer met 100, vermeerderd. De Nieuwe Noord-Hollander (van dr. Nuyens) heeft ontdekt, dat de censuswet een middel zal zijn in de hand der radicalen om niet 's lands belang, maar hun partijbelang te bevorderen. De conservatieve partij zou dan ook, meent het blad, als zij de wet aannam, »op eene lum melachtige wijze" handelen. Wij bevelen deze opmerking in de bizon- dere aandacht der conservatieve vrienden. (TV. R. Ct.) De Haagsche correspondent van de Zut~ pheneche Courant meent, dat het wetsontwerp tot verlaging van den census vooreerst niet zal worden behandeld, maar uitgesteld onder voorwendsel, van de zijde der Kamer, dat zij nieuwe inlichtingen verlangt. De correspon dent meent, dat dit voorwendsel zijn grond zou vinden in de vrees van vele leden, dat zjj hun zetel zullen verliezen. Maandag is te 's Gravenhage in 't gasthuis overleden dr. Aan Aajko Gratama, gedurende de laatste twintig jaar zijns levens redacteur van de Staatscourant.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 1