BUITENLAND. GEMENGDE BERICHTEN. lijfsdwang te verhalen, de tweede beklaagde bovendien tot het betalen eener vergoeding van f 15,— voor de schade toegebracht aan een anders roerende goederen. II. C. D. F., 24 jaar, arbeider te Clinge (Zeeland,) schuldig verklaard aan moedwillige verwondingen, geene ziekte of werk— beletsel van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, veroor deeld tot eene cellulaire gevangenisstraf van 3 maanden en in eene geldboete van 8,subsidiair in eene gevangenisstraf van een dag, mede cellulair en in de kosten van het rechts geding, desnoods invorderbaar by lijfsdwang. III. R. R.j arbeidster te St. Jansteen, schuldig verklaard aan het in het openbaar aan iemand toevoegen van smaad of scheld woorden, de ten laste legging van eene bepaalde ondeugd be helzende, veroordeeld tot eene geldboete van 8,subsidiair in eene gevangenisstraf van 3 dagen en in de kosten van het rechts geding, desnoods in vorderbaar by lyfsdwang. IV. Ch. LF. 2)., zoon van Pieter Johannes, 24 jaar, landbou. werszoon wonende te St. Jansteen, schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten geenerlei ziekte of werkbeletsel van meer dan 20 dagen hebbende veroorzaakt, ge pleegd onder verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot eene boete van f 12,subsidiair in eene gevangenisstraf van zeven dagen en in de kosten van heb-rechtsgeding, desnoods invorder baar bij lyfsdwang. V. J. B43 jaar wonende te Cortgene arbeidster, T, J). M 44 jaar wonende te Geersdijk, arbeidster, beklaagd van te heb ben gehaald aardappels uit een hoop een deel van den oogst uitmakende, daarvan vrijgesproken de kosten te dragen door den staat. Per Telegraaf. Tweede Kamer. De algemeen e beraadslaging over de spoorwegbegrooting is afgeloo- pen. Morgen de artikelen. De minister heeft alle spre kers beantwoord en in den loop zijner rede te kennen gegeven, dat tegen den tijd dat de voltooiing van de spoorwegen nadert, de regeering van oordeel is, dat er moet gedacht worden aan uitbreiding, hetgeen zijns inziens van Staatswege moet plaats hebben met ex ploitatie door particulieren. Allereerst zal daartoe be- hooren de lijn ArnhemNijmegen. Aan 't ongerief in 't verkeer op de lijn BotterdamFeijenoordDordt, zal spoedig tegemoet gekomen worden. De grèves zijn tegenwoordig aan de orde van den dag, en waar de nieuwsbladen er nog melding van maken, is dit, omdat er iets on gewoons aanleiding toe gaf, of mede gepaard ging, of ze deed eindigen. Maar de zonderling ste grève (of om den naam te bezigen, die voor werkstaking gebezigd wordt in het land, waar zij voorviel, te weten Kngeland), de zonderlingste, en tevens gevaarlijkste strike, had op Zaterdag den 16 November te Londen plaats. Honderd negen en zeventig politie dienaren weigerden dienst te doen, omdat zij meenden, dat één hunner, Goodchild genaamd, ten gevolge van verplaatsing naar een ander station, verongelijkt was. De Times bevat daarvan de volgende schets: De weerbarstige politiedienaren, die jl. Zaterdag weigerden de bevelen der over hen gestelden op drie der Londensche stations te gehoorzamen, ontvingen een strenge straf. Deze mannen werden eerst geschorst, en kolonel Hinderson, directeur van politie, gaf ten gevolge van zijn bezoek aan het ministerie van binnenlandsche zaken, bevel om 70 man van de 71 tot het station in Bowstreet behoorende en 39 van de 43 aan het station Kensington uit de dienst te ont slaan. De agenten in de wijk Marylebone, die gehoor gaven aan de toespraak van den su perintendent en dienst deden, zijn verlaagd in rang. Aan den avond van Vrijdag even na 10 ure werden de geschorste beambten aan het station Bowstreet in orde gesteld, en toen las de superintendent van het district het be vel van ontslag voor. De agenten schenen eenigszins verrast en voor een oogenblik ver stomd. Vóór de eerste verbazing over was en terwijl zij met diep zwijgen de zaak sche nen te overdenken, riep een hunner uitWel nu, wij zijn allen afgedankt, en ik hoop, dat eer een jaar verloopen is, de vier districts superintendenten ons zullen volgen." Hij stoof vervolgens de deur uit, uit vrees van, zoo als uit de gesprekken zijner makkers bleek, gegrepen te worden als schuldig aan wangedrag in het station. De overigen verlieten onwillig en langzaam het station. Eenigen verlangden dadelijk hun geld en schenen lastig te worden toen zij buiten kwamen; sommigen bleven beta melijk; anderen waren norsch en enkelen schenen verheugd vrij te zijn. Er is beweerd dat eenige inspecteurs tot de muiters (de Times bezigt steeds het woord muiters) behoorden of meewarigheid met hen betoonden. Dit wordt ten eenenmale voor onwaar verklaard. Ofschoon nu de Londensche politie tien dui zend man sterk is, wordt toch aan deze zaak een groot gewicht gehecht. De Times begint zijne beschouwingen met de verklaring, dat het straffen onvermijdelijk was, en daarin zullen slechts zeer weinigen met het blad verschillen, bij de minste voor stelling der gevolgen van eene weigeriDg op staanden voet om politiedienst te doen; doch wanneer de Times er bijvoegt dat de politie de deelneming van het publiek ontving, toen zij de grieven, waarover zij zich beklaagt, open baar maakteen dat zij die deelneming nu verbeurd heeft, dan is het blad vooreerst der waarheid niet getrouw en ten tweede uiterst voorbarig in zijne veroordeeling. Het publiek zal hoogst waarschijnlijk eerst willen weten aan wiens slecht beheer zulk eene stemming in de politieals zich thans openbaardete wijten valt, en dan zjjne verdere belangstel ling aan de lijdende party niet ontzeggen. Wat de zaak nog onaangenamer maakt is, dat ser geant Malt, die voorkwam als beschuldigd van hetzelfde vergrijp, waarvoor een ander sergeant Brown ééne maand gevangenisstraf ondergaat, daar Malt de manschap aanspoorde om zich goed te houden, een beambte is van bizondere verdiensten, reeds 10 a, 11 jaren werkzaam en dat wel volgens getuigenis van den superin tendent der afdeeling zelve. Hij werd ver scheidene malen beloond voor bewezen diensten en eens voor de redding van een persoon uit de vlammen. Malt is dus een beambte, die veel waard is en ijver, ervaring en oordeel in zich vereenigt, zegt de Times, en het is daarom mogelijk, dat deze man, uithoofde zijner ver diensten, wordt vrijgesproken of een lichte straf krijgt. Wanneer nu zulk een man zich bij de ontevredene politie aansluitdan moet die ontevredenheid dieper en uitgebreider zijn dan men gelooften de verantwoordelijkheid der hoogere politie-ambtenaren komt dus meer op den voorgrond. Ook vestigt genoemd blad de aandacht hierop, en het toont aan hoe de on beredeneerde handelwijze tegenover Goodchild (den secretaris der politie beweging] van de eene dwaling tot de andere beeft geleid. Door middel van Goodchild had de politie eenige concessie verkregen, doch dadelijk daarna werd de agent gestraft en zagen de overigendie met hem gehandeld haddenhetzelfde lot te gemoet. Wij herhalen dus, dat de zaak van grooter gewicht is, dan men denkt. Men mag aan nemen, dat niet alleen de 179 agenten, maar dat al de manschappen van drie afdeelingen, zoogenaamde muiters zijn. Het voornaam ste punt d. i. het toekomstige standpunt der politie, wordt besproken aan het slot van het artikel in de Times en wel in een geest, die te verwachten viel. »De straf zoo leest men »die thans toegediend is aan de muiters van Zaterdag, moge allien lust om hun voor beeld te volgen uitgedoofd hebben bij hen, die achterblijven, doch welke goede overeen stemming met hunne chefs is nu te verwach ten? Welken eerbied, welke bereidwilligheid otn te gehoorzamen kunnen de beheerders, die zulk eene crisis te weeg brachten, ver wachten? De politiemacht kan niet op het standpunt blijven, waarop zij z ch thans be vindt. Wat wij op het oogenblik weten is dit, dat zij (de politie) eenige voordeelen ver kreeg, die haar vroeger ontzegd werden, en dit doordien zij eene beweging maakte, die niet anders bedoelen kon dan werkstaking,"" indien hare eischen niet werden ingewilligd, en dat vervolgens een aantal politie-dienaren aan het muiten sloeg en afgezet werden, daar zij hunnen plicht verzaakten uit verontwaar diging over de straf die hunnen secretaris bij de eerste beweging onderging, op het oogen blik toen die beweging volkomen geslaagd was. Elke stap werpt een blaam op bet be heer der politie. Wanneer hare eischen re delijk en billy k waren geweest, dan behoor den zij te zijn toegestaan, vóór dat de geest van werkstaking zich begon te verspreiden terwijl tevens alle schijn van straf op den secretaris der beweging, toen zij eenmaal door den uitslag gerechtvaardigd was, zorgvuldig had behooren vermeden te worden. Er be staat eene zoo groote noodzakelijkheid om der gelijke misslagen bij andere departementen te voorkomen, dat de handelwijze van hen, die de gedragslijn der commissarissen aanwijzen, op het strengste onderzocht dient te worden." De slotsom van alles schijnt te zijn dat er, even als in andere departementen, ook ik dat van de politie, groot wanbeheer of gebrek aan beheer bestaat, vergezeld van de kleingees- tigste drijfveeren en dat men in dit geval het bestaande kwaad heeft trachten te verhelpen door een middel dat erger schijnt dan het kwaad zelf. De beteugeling van ziekten en van de ver- valsching van levensmiddelen zijn, even als bij ons, ook in Engeland aan de orde van den dag. Hoe de natuurlijke oorzaken van ziekten bevorderd worden, blijkt uit de ver- valschingen, welke in de gewone voedingsmid delen gedaan worden. Onlangs hebben wij die van thee opgegeven. Thans leest men die van hetgeen de thee smakelijk maken moet, nl. van suiker. Volgens een chemisch onderzoek, onlangs te Glasgow gedaan, heeft men bevonden dat, ofschoon in 36 monsters goedkoope suiker geene vervalsebing ontdekt kon worden, de ruwere en geringste soorten een gruwelijk mengsel bevatten van suikerriet, plantenwit (albumen), bloeddeelen die by het raffineeren ingemengd worden, plantenspons of zwam (fungi), houtvezelen, stijfselkorrels, zand, zouten van kalk, lood en ijzer, en bi zonder de arcurus sacchari of suikerinsect, welks voorkomen, gewoonten en eigenschap pen walglijk zijn. In de meeste bruine sui ker kan men de geheele natuurlijke geschie denis, van de eiwording tot den dood, van het insect nagaan. Het heeft een afschuwe lijk uitzicht, is ovaal van vorm, met een won derlijken snuit en acht beenen, voorzien van scherpe haken en van lange borstelharen; het leeft gedurende verscheidene uren in heet wa ter alvorens te sterven, en de ova leeft nog langer. Men weet dat de kruideniers, welke zulke suiker behandelen, last aan handen en vingers hebben van de arcarus, die echter alleen in onzuivere suiker huisvest, zoodat men ter vermijding van dat insect duurdere suiker gebruiken moet. Wat de overige on reinheden betreft, zoo zullen zij, die goedkoope thee drinken, er zich niet veel aan storen. Het bovenstaande werd door de Globe over- genomen nit het blad North British Mail. In het bijblad der Staatscourant biz. 368 (zitting van 18 Nov.,) leest men het volgende: „De Vooezitteb. Nadat in eene vorige zitting was „besloten om een ingekomen adres van mr. Willem Ho- genbergovjd-sdvocaat te Amsterdam, omtrent het wets ontwerp óp de besmettelijke ziekten, te stellen in „handen der Commissie voor de Verzoekschriften, is „twijfel ontstaan over de echtheid der onderteekening. „Uit het deswege ingesteld onderzoek is gebleken, dat „zoodanig oud-advocaat te Amsterdam niet bekend is, „zoodat ik de eer heb voor. te stellen het adres ter „zijde te leggen. Dienovereenkomstig wordt besloten.'-' Wie is nu Hogenberg? Niemand anders dan een der pleiaden uit van Lennep's Klaasje Zevenster, 't Geheele adres is een grap, eene onwaardige mystificatie. Opmerkelijk is 't, dat niet één der afgevaardigden aan de pleiaden gedacht heeft. Eergisterennacht heeft in den Haag een vecht partij tusschen eenige koetsiers van stationeerende vigelantes plaats gehad, waarbij een hunner aan een der anderen een stuk van den neus heeft afgebeten. Te Burgh (Schouwen) heeft dezer dagen Christina van Thiele haar honderdsten verjaardag gevierd. In de laatste jaren blind geworden, geniet zij overigens eene goede gezondheid. Zii is nog in het volle bezit van haar geestvermogens én de sterkte van haar ge heugen is zelfs merkwaardig Verleden week heeft op het fort Honswijk een treffend ongeluk plaats gehad. Bij het ledigen van granaten is er een gesprongen, waarbij de korporaal M. zoo hevig is gewond, dat hij spoedig daarna is overleden, terwijl den kanonnier v. d. A. beide armen verbrijzeld werden. r, In de Italiaansche provincie Caserta is een pe- troleumbron ontdekt geworden, waarvan de exploi tatie door een Milaneesch huis zal op zich genomen en toevertrouwd worden aan een ingenieur van veel reputatie. Een Afrikaansch soldaat te Batavia vroeg een dag verlof, ten einde zich te kunnen laten doopen. Van het verkregen verlof maakte hij een ander en al te ruim gebruik, met dit gevolg, dat hij op den pasar in beschonken toestand in arrest werd genomen. Ter zake gestraft, vond men op zijn strafreden o. a. het volgende; Wegens in beschonken toestand onge doopt op den pasar rond te loopen. (Bat. Hdblad.) Door de stoomboot Leeds, van Antwerpen naar Grimsby, is den 14 dezer in de Noordzee drijvende gevonden eene bark, geheel van masten, want en roer ontdaan. De kapitein der boot bemande eene sloep om te zien, of er pok levende wezens aan boord, waren. Het wrak genaderd vertoonde zich een roe-1 rend schouwspel aan de bemanning der sloep. Vier mannen, die geen teeken van leven meer gaven, lagen vastgesjord aan 't dek. Bij de kreten van medelijden, die uit' de sloep op dat gezicht opgingen, lichtte een der ongelukkigen eenigszins het hoofd op en wierp een matten en onverschilligen blik op de redders. Dezen konden het wrak niet genoeg naderen wegens het ronddrijvende hout. De vier ongelukkigen had den zich stevig op het wrak vastgebonden om niet door de golven weggevaagd te worden, zooals het overige deel der equipage. Twee gaven nog teeken van leven, doch de beide anderen waren van uitput ting omgekomen. De bemanning der sloep deed al het mogelijke om het wrak te naderen en de schip breukelingen te redden. Een dezer laatsten slaagde er in de touwen, waarmede hij zich had vastgebon den, los te maken en hielp alzoo tot zijne redding. Den anderen ongelukkigedie nog leefdeofschoon

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 2