1872. N°. 140. Dinsdag 26 November. 59ste jaargang.
AANBESTEDING.
Ministerie van Bimienlandsche Zaken.
RIJKS-WATERSTAAT,
PROVINCIE ZEELAND.
KWEEKELINGE.
Vertrek der Oost-Indische landmail,
fiOESSCIIE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vbijdag avonduitgezonderd op feestdagen
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes f 1,75,
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
bOllt VM.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop bc
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels k f 1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
Op Vrijdag 6 December 1872,
des voormiddags ten 10 ure, zal, onder nadere goed
keuring, door den Commissaris des Kpnings in de pro
vincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een der
leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van
den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het 11de
district, aan het gebouw van hetj Provinciaal Bestuur
te Middelburg, worden aanbesteed:
Het driejarig onderhoud en liet doen van
eenige buitengewone werkzaamheden aan het
kanaal van.Sluis naar Brugge Nederlandsch
gedeelte), aanvangende 1 Januarij 1873 en
eindigende 31 December 1875.
Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij
ving voor de drie onderhoudsjaren in massa, volgens
434 der Algemeene Voorschriften.
Het bestek ligt ter lezing aan het gebouw van het
Ministerie van Binnenlandsehe Zaken, aan dat van het
Provinciaal Bestuur van Zeeland, te Middelburg, en is
voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten,
te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijhoïf, Raam
straat no. 49 té 's Gravenhage, en door zijne tussclien-
komst in de voornaamste gemeenten des Rijks.
Den zesden en vierden dag vóór de besteding wordt
de noodige aanwijzing op de plaats gedaan; voorts
zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den Hoofdin
genieur van den Waterstaat te Middelburg en bij den
Ingenieur van den Waterstaat te bluis.
's Gravenhage, 6 November 1872.
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
HUBRECHT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat aan de openbare be
waarschool voor minvermogenden op de Beestenmarkt
met 1 Januari 1873 zal benoodigd zijn eene Kwee-
leelinge.
Zij noodigen diegenen uit, welke naar die betrek
king, waaraan eene belooning van VI.JF EN TWIN
TIG GULDEN verbonden is, willen dingen om zich
voor den 15 December a. s. aantemelden bij den pre
sident der plaatselijke schoolcommissie mr. J. G. de
Witt Hamer, aan de brug, wijk B 169a.
Goes, den 23 November 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
POSTERIJEN.
Via TRIEST 26 November per laatsten trein
naar Roosendaal.
Via BRINDISI 29 November per trein van
9 u. 39 m. naar Roosendaal.
's HAGE, 24 NOVEMBER.
Er is zóó veel gebeurd in de afgeloopen
week op het eenzame Binnenhof, dat ik waar
lijk verlegen wordt, hoe die veelheid van stof
te rangschikken en te verwerken in een kort
bestek van een politiek overzicht.
Met vermijding alzoo van eene dorre op-
sommig van feitenwensch ik een blik te
werpen op het begrootings-debat tot zóó ver
het nu gevorderd is.
Was 't een salut alarm of eene behendige
taktiek toen de conservatieve pers weken lang
vóór dat de begrooting in behandeling kwam al
hare soms zeer vergiftige pijlen afschoot op
het nauwelijks opgetreden Ministerie en het
als 't ware uitdaagde tegen het tijdstip, waarop
het budget in behandeling zou komen om
alsdan verantwoording af te leggen van al
zijne zonden en tekortkomingen en bovenal
wegens de kapitale misdaad van het bewind te
hebben aanvaard toen 's Kónings vertrouwen
het daartoe riep
Ik weet waarlijk niet welke de juiste drijf
veer was van deze houding, maar wel weet
ik, dat in den laatsten tijd nog geen jaar 'is'
omgegaan, waarin de eigenlijke politieke de
batten en recriminatiën zóó beperkt of geheel
afwezig waren als bij deze begrootirig, ter
wijl er ook in langen tijd geen jaar was, dat
men met de behandeling der verschillende
hoofdstukken reeds zóó ver gevorderd is als
bij deze gelegenheid. Den 18 dezer aange
vangen was gisteren reeds een groot deel
van het zoo belangrijke hoofdstuk Binnen
landsehe Zaken afgedaan, welk hoofdstuk uit
den aaid der Veelzijdige belangen, vooral van
waterstaat én publieke werken, ook in den
regel veel tijd inneemt. Slechts één spreker
nam aan de anders dagen achtereen voort
durende algemeene beraadslagingen, meestal
over algemeenheden, deel en deze was alles be
halve grimmig strijder, maar had, terwijl ieder
een stokpaardje heeft, zijn eigen' twistappel'. Hij
liet dus wijselijk al de andere twistappels
welke de conservatieve pers op alles behalve
gouden schalen don volke had aangeboden
stillekens liggen, betuigde zijne goede verwach
tingen van liet opgetreden bewind, maar de
twistappel was de een seis wet. En waaróm?
Omdat het nu uit zou zijn met' degelijke en
onbevangen werkzaamheid omdat de groote
zaken, die legio waren, niet 'zoüden kunnen
worden afgedaanzoolang het zwaard van
Damocles boven de hoofden der leden hing, en
zij niet wisten welken invloed de yerande-
ring van den census op hun eigen politiek
bestaan zou hebben. Zelfzuchtiger, minder
met de eervolle taak van volksvertegenwoor
diger strookende betuiging heb ik zelden ver
nomen, en de indruk dien zij in en buiten
de Kamer maakte was dan ook verre van
gunstig. Daargelaten nog de onjuistheid der
bewering, dat belangrijke zaken op den ach
tergrond zouden geraken, op het eigen oogen-
blik dat een aantal wetten in aantocht is en
de gewijzigde Rechterlijke Organisatie reeds
de Kamer bereikt heeftzoo is de politieke
strekking van de bewering weinig eervol voor
hen, op wie ze sloeg en volgens de inkleeding
van den Haagschen afgevaardigde, sloeg zij
eigenlijk op al de leden der Kamer, die se
dert de indiening van een meer uitgebreid
kiesrecht, in angstige gejaagdheid zouden zit
ten over het behoud van hun mandaatHet
is mogelijk dat, wanneer de wet tot stand
komt en de Haagsche census van f 100,
op 50,— komt, een anders samengesteld
kiezerspersoneel het mandaat van den heer
Wintgens niet verlengt en een liberalen afge
vaardigde kiest, waartoe met het oog op de
jongste gemeenteraads-verkiezingen (census
f 50,veel kans bestaat; maar of nu
daarom de herziening van de kiestabel een
twistappel voor de Kamer isen of in die
Kamer ieder lid het als zijn hoogste roeping
moet beschouwen de kansen nategaan, welke
aan zijne persoonlijke herkiezing bij tijd en
wijle of ook bij mogelijke ontbinding, al of
niet in den weg staan met het oog op den
grooteren invloed der burgerij, zie, dat is iets
dat niemand zal toestemmen, al had dan ook
de heer Wintgens de egoistische openhartigheid
om zijn ware grief tegen wat hij den twistappel
noemde, openlijk te verkondigen. Zeer terecht
vroeg overigens de Minister van Justitie, of
dan die twistappel zoo maar op eenmaal uit
de lucht was komen vallen? Inderdaad het
is opmerkelijk dat de hëer Wintgens zieh niets
scheen te herinneren van het drijven der con
servatieven tot census-uitbreiding, vooral na
de twee mislukte kamerontbindingen, waarop
gevolgd is het onbekookteop geen enkel
onderzoek steunend amendement Heemskerk tot
verlaging van den censusen sedert welk
oogenblik de quaestie aan de orde is gebleven
het ontwerp Fock ingediend het nader on
derzoek door Thorbecke ingesteld en de be
lofte tot uitbreiding in de jongste Troonrede
gedaan werd op grond van erkende noodza
kelijkheid.
Zoo als gezegd is, bepaalden zich dit jaar
de algemeene beschouwingen tot dit ééne punt.
Het hoofdstuk Buitenlandsche Zaken gaf
aanleiding tot velerlei vragen en opmerkingen
van diplomatieken, internationalen, commer-
ciëelen en industriëelen aard, hetgeen niet te
verwonderen is in een land, waar handel
scheepvaart en nijverheid naast den landbouw
zulk eene ruime plaats op het gebied der volks
werkzaamheid en volkswelvaart innemen. De
Minister, die nu en dan alleen van graaf van
Zuylen en baron van Lijnden eenige kleine
politieke speldeprikken ontvingwaarvoor
hij hun met open vizier menigen Hinken punt-
stoot teruggaf, heeft op verschillend gebied
goede toezeggingen gedaan en menig tractaat
staat op het punt van gesloten te worden
en menige onderhandeling is aangeknoopt om
voor handel en industrie betere voorwaarden
te bedingen in het buitenland. In één woord,
men kan zeggen dat uit het debat gebleken
is, dat het beleid onzer buitenlandsche zaken
aan eene bekwame hand is toevertrouwd
wat ook onder liberale ministeriën niet altoos
het geval was.
Ruimer gelegenheid om dienzelfdeh goeden
indruk te verschaffen had de Minister van
Justitie, die des gevraagd, niet alleen zijn
plan van rechterlijke organisatie kon op den
voorgrond stellen, maar ook eene volledige
schets ineêdeelen van wat in of buiten ver
band daarmede, op judicieel en justitieel ge
bied er mee vergezeld moest gaan of er, hetzij
oumiddelijk of in een meer verwijderd tijd
perk, op zou moeten volgen. Iedereen roemde
om 't zeerst de groote mate van bekwaamheid
en helderheid, waarmede de Minister zijne
plannen voordroeg in 't logisch-verband van
eene wel doordachte, algeheele hervorming
van ons rechtswezen. En sedert heeft de pu
bliek geworden memorie van antwoord met
gewijzigd ontwerp rechterlijke organisatie den
goeden dunk bevestigd, die van de kunde
en het talent van het voormalig lid van den
Raad van State en van den Voorzitter der
Juristen-vereeniging bij zoo velen in den lande,
onverschillig van welke politieke richting, be
stond. Zijn bekend antwoord aan den heer
Haffmans, die,weder de pondspondsgeüjke vér-
deeling van ambten en bedieningen tusschen
Roomsch en onroomsch tot een onderwerp
van debat maakte, zal naar ik mij vlei, nu
wel voor goed een einde maken aan dat
voortdurend drijven met onbewezen aantij
gingen, om, gelijk de heer Jonclcbloet zeide,
der Regeering „een klad aan te wrijven, die
zij niet verdient;" om de goê gemeente „zand
in de oogen te strooien en om te doen ver
moeden dat de Nederlandsche Regeering de
grootste onbillijkheden begaat." Waarlijk, we
hebben nu toch aan de poMerc-agitalie genoeg
gehad; dat nu de zoogenaamde uitsïuitings-
agitatie om der geloofswille er maar buiten
blijve. Van diezelfde zijde wordt toch al ia