Iverlïelijlre Zaken. BUITENLAND. Mocht uwe vergadering zich vcrecnigen met het voorstel om het afkoop-kapitaal der afgekochte erfpachten te bestem men tot gedeeltelijke aflossing van het hypothecair verband op het huis aan de Vlasmarkt, dan zou de bij art. 5 der afdeeling van hoofdstuk V geraamde post voor rente, we gens dat hypothecair verband, met 100,kunnen ver minderd worden. De Voorzitter zegt, dat de afkoopsommen niet behooren tot de begrooting voor 1878. Burg. en welh. zijn verplicht die te brengen iti de dienst van 1872. Zij reserveeren zich weldra een voorstel te doen omtrent de bestemming dier gelden, in welk voorstel ook het huis in de Korte Vosstraat zal begrepen zijn. De post wordt onveranderd goedgekeurd. Op Hoofdstuk VIII worden door burg. en weth. de volgende wijzigingen voorgesteld en door den raad zonder beraadslaging aangenomen. Onder afd. I art. 1 d nog uit te trekken 100 voor subsidie aan het comité tot wering van schoolverzuim, ter uitreiking van aanmoedigingen van getrouw schoolbezoek. Afd. 11 art. 8. Ferpleegkosten oan krankzinnigen te verhoogen met 200,voor de kosten van verpleging van Magdalena Ni- mare in het gesticht te Delft. Afd. Ill, art. 1. Pensioen aan ontslagen ambtenaren te roijeren ten gevolge van het overlijden van J. Koopman maar daaren tegen uit te trekken als vermoedelijke bijdrage der gemeente in het pensioen van IVStoart de som van 215, Op afd. IV, art. 3. Kleeding en wapening der politie-agenten heeft de tin coram, de volgende opmerking. Bij <le meerdere beuoodigde kleediagstukken voor de die naars van politie, komt het uwe commissie vooral wensche- lijk voor de leveriug er van ook dit jaar aantebesteden. Wel is waar heeft de prijs bij aanneming voor het loopende jaar nagenoeg niets minder bedragen dan buiten aanneming', doch naar uwe commissie vernomen heeft is dit vooral te wijten aan de omstandigheid dat bij de aanbesteding bepaald was, dat het te leveren laken geheel van dezelfde soort moest zijn als het monster. Daardoor werd coucurrentie eigenlijk bui ten gesloten. Dat zelfde soort van laken toch wordt vermoedelijk slechts in één fabriek vervaardigd en daardoor werd de gunning onmogelijk aan den persoon dienaar zij vernamvoor laken van even goede qualiteit, ongeveer lager bad inge schreven. Om deze reden meent uwe commissie de vraag te mogen opperen, of het niet beter ware, niet de leveran tie van laken van een bepaald monster maar van laken van geen mindere soort dan het monster aantebesteden. De heer dr. Callenfels vraagt het woord. De Voorzitter zegt, eerst eene enkele inlichting aan de fin. commissie te willen geven. De commissie dwaalt, als zij meent, dat de aanbesteding ten vorigen jare heeft plaats gehad naar het zelfde laken als het monster was. Wel hebben burg. en weth. bepaald, dat het laken moest zijn van niet minder gehalte. En ondanks, dat die aanbesteding toen weinig of geen voordeel heeft opgeleverd, wenschen burg. en weth. de levering dit jaar weder te doen plaats hebben bij aanbesteding. Het laken, dat gebezigd is, voldoet zeer goed in het gebruik, en burg. en wetb. hopen, dat steeds betzelfde laken wordt gebezigd. Het laken, waarvan de door de commissie bedoelde inschrijver, de kleeding wilde maken, was van veel minder kwaliteit. Sprlaat de monsters circuleer en onder de leden.) De heer dr. Callenfels zegt, ook te hebben willen voorstellen, dat men weder bij aanbesteding de kleeding der agenten liet le veren. Hij wenscht, dat men zich aan het monster, door hem ten vorigen jare overgelegd, houde. Het is looderofficiers-laken, en voor°dat laken bestaat eene commissie van fabriekanten tot keuring. Men heeft dus waarborg voor de deugdzaamheid. Dat het slechts in ééne fabriek zou te bekomen zijn is niet waar. Spr. kan de namen van meerdere fabrikanten opnoemen, tot wie men zich ora het laken wenden kan. Zij zijn de heeren Diepen en Co., JH. Yreede, van Doorn en Dams te Tilburg en Krantz te Leiden. De heer JFransen van de Putte moetofschoon hij de manu- factuur-questie in den raad eene ridicule noemt, toch nog een enkel woord spreken, en wel naar aanleiding der opmerking van de financiëele commissie. Spr. zegt, dat die opmerking een ver wijt is. Zij getuigt van domheid of van verdachtmaking. E' wordt gesproken van „dezelfde soort," maar als men verder lees.', dan kan men er uit opmaken als of burg. en weth. niet tsr goeder trouw zijn geweest. Spr. verzoekt dienaangaande eenije opheldering. De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort betuigt zijn spijt, dat de vorige spreker zich de opmerking der commissie zoo beft aangetrokken. Toen in de vergadering van den raad de aaibe- steding der kleeding van de polioie-agenten het eerst ter sp-ake kwam, bestond daartegen bezwaar. De geachte voorzitter leeft toen gezegd, dat hjj geen manufacturer was, en dus geen oor deel kon vellen over het laken. Nu werd later verzeterd dat er iemand geweest was, die goed laken wilde leveren, doch dat niet voldeed aan het monster, en dat daarom zijne inschrij ving, ofschoon veel lager dan de andere, niet was aangenomen. Dat gerucht was vrij algemeen verspreid en de commissie wilde er de aandacht op vestigenom de waarheid te leeren kennen. Het is spr. na de mededeeling van den Voorzitter, dubbel aan genaam, dit gedaan te hebben. Hij herhaalt, dat het alleen de bedoeling der commissie was, om de waarheid te leeren kennen. De Voorzitter zegt toedat de levering ook dit jaar bij aanbesteding zal plaats hebben. De post wordt onveranderd goedgekeurd. Nadat hoofdstuk VIII in zijn geheel is goedgekeurd, wil de Voorzitter de vergadering schorsen tot den volgenden avond. De heer mr. Del Baere vraagtof de vergadering niet des daags kan worden voortgezet? De heer Fransen van de Putte wijst er opdat de com missie slechts een drietal opmerkingen omtrent de ontvangsten beeft en stelt voor, de begrooting nog beden avond af te doen. De heer jhr. mr Tompe van Meeraervoort zegt, dat de beide eerste opmerkingen als vervallen kunnen be schouwd wordendoor de ontvangen inlichtingen. Spr. kan zich dus wel met de afdoening op heden vereeuigen. Met de behandeling der begrooting wordt voort gegaan, zijnde de ONTVANGSTEN nu aan de orde. Bij hoofdstuk III, afd. II, art. 1. Hoofdelijken omslag f 27000,zegt de heer jhr. var. Pompe van Meerdervoortdatna het lot, dat de verschillende voorstellen tot vermindering van sommige posten heeft ondergaan het advies tot vermindering van dezen post wordt ingetrokken. Echter moet de commissie con stateren, dat het, naar hare overtuiging, het streven van den raad moet zijnom het bedrag van den hoofdelijken omslag te verlagen. Op den post der schoolgelden f 5400,heeft de commissie het volgende gerapporteerd Eindelijk verwondert het uwe commissie, dat voor de opbrengst der schoolgelden over 1875 slechts geraamd wordt eene som van f 3400, blijkens de raming bij art. 5a der 5e afdeeling van hoofdstuk III. Volgens de rekening toch over 1871 hebben de schoolgelden dat jaar opgebracht f 5285,65, waarvan die op de Fransche meisjes school f444,—. Van deze laatste inrichting ech ter wordt na de wijziging in het onderwijzend personeel zooveel meer gebruik gemaakt, dat het bedrag der schoolgelden aldaar gemakkelijk op ruim ƒ1000,— kan geraamd worden. Dit toch zou hel schoolgeld bedragen voor 50 leerlingen terwijl die inrichliug tegenwoordig door een grooter getal leerlingen bezocht wordt. Blij kens de memorie van toelichting wordt het be drag van de gezamenlijke schoolgelden op niet meer dan/ 5400,— geraamd, omdat burg. en weth., waar zij de schoolgelden op de Fransche meisjesschool ramen op 900,voorzien dat die voor de Hoogere Burgerschool niet meer dan 2500,— zullen bedragen, ofschoon de school gelden dier inrichting in 1871, blijkens de re kening van dal jaar nagenoeg f 2800,bedragen. Voor zoodanige vermindering dier schoolgelden over 1873 is uwe commissie geene reden denk baar. In tegendeel, ook voor dit dienstjaar ge looft zij dat die opbrengst gerustelijk op ƒ2800, kan blijven geraamd worden; volgens ingewonnen berichten toch worden de voorbereidings- en 3 eerste klassen dier inrichting tegenwoordig bezocht gezamenlijk door' 59 leerlingen waarvan het school geld ad 40,— voor ieder, zal bedragen ƒ2560, De beide laatste klassen worden bezocht door 8 leerlingen te zameu, voor ieder van welke het schoolgeld bedraagt f 50,of totaal 400, Neemt men hierbij in aanmerking dat het getal toehoorders bedraagt 11 en het getal leerlingen op de Burger-Avondschool 32, dan meent uwe commissie dat de schoolgelden voor de Hoogere Burgerschool over 1875, zonder eenige vrees voor teleurstelling, kan geraamd worden tot hetzelfde bedrag als voor 1871 of ƒ2800, Uit dit alles blijkt, dat er alle vooruitzicht be staat dat de schoolgelden in 1875 zekerlijk 400, meer zullen bedragen dan bij de ingediende be grooting geraamd is, vermoedelijk zelfs nog meer, en waar het uwe commissie wenschelijk voorkomt, dat elke raming zooveel mogelijk de werkelijkheid nabij kome, heeft zij de eer aan uwe vergade ring voortestellen de geraamde post voor school gelden te verhoogen met 400,en mitsdien te brengen op ƒ5800, De Voorzitter zegt, dat deze opmerking gedeeltelijk gegrond is, gedeeltelijk niet. Het schoolgeld voor de fransche meisjesschool kan niet hooger geraamd worden dan 900,Sedert Mei jl. is de opbrengst van het schoolgeld geweest als volgt Mei 70. Juni 89. Juli 89. Augustus vacantie. September f 87, Neemt men dit laatste bedrag tot maatstaf, dan verkrijgt men voor een jaar (11 maanden) f 957, waartegen de non-valeurs door ziekte als andersins in rekening moeten komen. Daarentegen wordt toegegeven dat het schoolgeld der inrichtingen voor middelbaar onderwijs laag ge raamd is. Toen de begrooting voor 1873 werd ontworpen had de aangifte voor den nieuwen cursus nog niet plaats gehadeu waren er geruchten in omloop, wier verwezenlijking niet in het voordeel der schoolgelden zouden zijn, te weten, dat vele leerlingen de inrichtingen zouden verlaten, zonder door anderen vervangen te worden. Nu de uitkomst die geruchten heeft gelogenstraft geven burg. en weth. gaarne toe, dat de schoolgelden kunnen verhoogd worden en stellen voor het bedrag van 5400,op 5700, te brengen. De heer jhr. mr. Pompe van Meerdervoort zegt, dat in de vergadering der commissie, bij het bespreken van deren post, de som van 1000 voor de Fransche meisjesschool niet te hoog voorkwam. Na de in lichtingen van den Voorzitter kan zij zich evenwel bij het voorstel van burg. en weth. nederleggen. Hij zal vóór den post, en ook vóór de geheele begroo ting stemmen, ofschoon hij zich ieder jaar daartegen verklaarde. Het zij hem vergund de reden die hij daartoe heeft, medetedeelen, te meer, daar bet zijne overtuiging blijft, dat dit artikel en dus de begrooting niet overeenkomstig de wettelijke voor schriften is. Sedert de, behandeling der vorige be grooting heeft spr. eeD voorstel gedaan tot verhoo ging der schoolgelden; de raad heeft zich daarmede niet vereenigd en hij berust voorshands in dit be sluit, zich voorbehoudende, om later te trachten de schoolgelden meer in. overeenstemming te brengen met het genot dat de leerlingen van het onderwijs hebben. De post wordt met f 300 verhooging goedgekeurd. Bij hoofdstuk V afd. 2 art. 1 verkoop van op gaande boomen f 6800, zegt de heer dr. Callenfels zeer ingenomen te zijn met dit voorstel. Er zijn boomen in begrepen, die 50 en meer jaren gestaan hebben, en niet meer groeien. Hij wil echter de aandacht van burg en weth. vestigen op andere boo men, waaromtrent voorziening even dringend nood zakelijk is. Het zijn de boomen aan de noordzijde van den Oostsingel. Deze maken een groot gewaai, en de bladeren vallen in de dakgoten, waardoor bet regenwater bedorven wordt. De bewoners der huizen aldaar hebben dan ook dikwijls gebrek aan goed water, zoodat zij dit bij spr. komen halen. Boven dien maken die boomen de huizen vochtig en be lemmeren door hun gewaai, de oplossing der gaza uit de vest. Hij geeft burg. en wethouders in be denking de boomen op dien singel tot aan den Bergweg te rooien. De heer Fransen van de Putte zegt, dat de aan dacht reeds lang op die boomen gevestigd was, doch men moet niet vergeten dat het moeielijk gaat, om alles iu eens te doen. Burg. en weth. zijn bereid den wensch van dr. Callenfels ter harte te nemen, en maatregelen te beramen, om verbetering aan te brengen. De heer dr. Callenfels verklaart dat hem dit veel genoegen doet. Hij laat de zaak gerust aan burg. en weth. over. Bij den post voor erfpachten worden nog een vier tal nommers gevoegd en een geröieerd, tengevolge van uitgifte van gronden en afkoop van erfpacht, terwijl door de aanneming van het voorstel tot vergrooting der koop mansbeurs vervalt de huur van den tuin aan mr. P. van der Meer Mobr. De Voorzitter vraagt den secretaris of deze in staat is, de vermeerdering en vermindering van de verschillende posten enz. optegeven. De Secretaris antwoordt, dat de ontvangsten ver meerderd zijn met 579,25,. en verminderd met 6,dat de uitgaven verhoogd zijn met 354 dat de begrooting als eindcijfer aanwijst, zoo in ont vangsten als uitgaven de som van 92023,18, en dat de onvoorziene uitgaven dau aanwijzen een bedrag van 2158,88. De begrooting wordt in haar geheel in omvraag gebracht en met algemeene stemmen vastgesteld. De vergadering is daarna gesloten. Rechtszaken. De Arrondissementsrechtbank te Does heeft op den 28 October 1872 de navolgende vonnissen uitgesproken als: I. M. P. V. D. P., 51 jaar, arbeider, wonende te Baar land, schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, geene ziekten of werkbeletsel van meer dan 20 dagen hebbende veroorzaakt, onder verzachtende om standigheden gepleegd, veroordeeld tot eene boete van f 8, subsidiair in eene gevangenisstraf van 3 dagen en in de kosten van bet rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. II. C. B. B., 18 jaar, opperman, wonende te Öoes, schuldig verklaard aan het moedwillig toebrengen van slagen en stooten, geene ziekte of werkbeletsel van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, onder verzachtende omstandigheden gepleegd, veroordeeld tot eene geldboete van f 25,sub sidiair in eene gevangenisstraf van 7 dagen en in de kosten van bet regtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. III. M. P. 21 jaar, schippersknecht, wonende te Roosen daal, defaillant, schuldig verklaard aan het moedwillig toe brengen van slagen en stooten, geenerlei ziekte of werk- boletscl van meer dan 20 dagen veroorzaakt hebbende, ver- oprdceld tot eene cellulaire gevangenisstraf van 15 dagen en ceue geldboete van ƒ8,subsidiair in eene cellulaire ge vangenisstraf van een dag en in de kosten van bet rechts geding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. IV. L. V. B 34 jaar, arbeidster, wonende te Ellewontsdijk, schuldig verklaard aan het met woorden beleedigen van een bedienend beambte in functie, onder verzachtende omstan digheden gepleegd, veroordeeld tot eene geldboete van 0,50 subsidiair in een gevangenisstraf van een dag en in de kos ten van het rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. V. E. W. 59 jaar, wonende te St. Annaland, schippersdoch- ter, schuldig verklaard aan het tegen iemand in het open baar toevoegen van smaad of scheldwoorden, de ten laste leg ging van eene bepaalde ondeugd behelzende, twee malen ge pleegd, veroordeeld tot twee geldboeten ieder van acht gul den, subsidiair in eene gevangenisstraf van drie dagen voor iedere boete en in de kosten van het rechtsgeding, desnoods invorderbaar bij lijfsdwang. VI. F. B. G. 60 jaar, M. B. V. 25 jaar, A. G. 33 jaar, allen arbeidsters te Westdorpe, schuldig verklaard aan bet zonder schriftelijke vergunning der eigenaars of gebruikers van landen, aardappelen zoeken, veroordeeld ieder tot eene geldboete van 3,— ten behoeve der gemeente Westdorpe, subsidiair in een gevangenisstraf van een dag voor iedere boete en hoofdelijk in de kosten van het regtsgeding des noods invorderbaar bij lijfsdwang. Men meldt uit Amsterdam van 10 November: Heden vierde de oudste dienstdoende leeraar der Nederduitsche Hervormde gemeente alhier, de lieer Izaajc Prins, het voorzeker hoogst zeldzaam, zoo niet eenig in de geschiedenis voorkomende feest van zijn volbrachte zeventigjarige evangelie-bediening. Hij Êr edikte in de Nieuwe kerlt naar aanleiding van Jo annes 17, vers 6: „ik heb Uwen naam geopenbaard den menschen, die Gij mij uit de wereld gegeven hebt." Een groot aantal belangstellenden uit allerlei kringen en van de meest uiteenloopende richtingen woonde deze plechtigheid bij. Daaronder werd ook de burge meester dezer gemeente opgemerkt. Het toeval plaatste drie der vier candidaten bij de jongste verkiezing voor de Tweede Kamer broederlijk vereenigd in dezelfde bank. De oud-minister Jolles, candidaat der liberalen, overwinnaar in dien strijd, zat naast den vice-admiraal Fabius, candidaat der conservatieven. Mr. J J. Teding van Berkhout, candidaat der Christelijk-hi°torische rich ting, zat op twee plaatsen al'stands van bovengemelde heeren. Zondag jl. werd te Moerdijk van den kansel afge kondigd. 1". Dat de kerkeraad intrekt het in Novem ber 1871 genomen besluit, waarbij aan een ieder, die op Zondag eenigen arbeid verrichtte of nering deed, ontzegd werd het toedienen van den doop aan de kin deren en de toetreding tot het avondmaal, en dat deze intrekking geschiedt, omdat door bedoelde commissie aan den kerkeraad was aangetoond, dat het bewuste besluit onwettig was. 2", Dat, aangezien het alsnu vernietigde besluit tot heden nooit te Moerdijk was toegepast (altijd volgens de zienswijze van den predikant), de toestand bleef zooals hij in het laatste jaar steeds is geweesi, en dat de predikant blijft weigeren de kinderen te doopen, van lidmaten, die op Zondag arbeiden of nering doen omdat hem nog niet uit -de kerkelijke reglementen en uit den Bijbel is bewezen, dat hij hiertoe verplicht is. Daar het nn niet zeer waarschijnlijk is, d t het pro vinciaal kerkbestuur van Noord-Brabant zicli geheel met de zienswijze van den predikant zal kunnen ver eenigen, wordt het verder beloop dezer questie door velen met belangstelling tegemoet gezien. Door Z. M. den Koning is pensioen verleend aan I. Prins, predikant bij de Nederd. herv. gemeente te Amsterdam, 2000, met ingang van 1 Januari 1S73. Heden (Woensdag) is in de Nationale Verga dering van FriwiJirijü door den President zijne boodschap aan 's lands vertegenwoordi ging voorgelezen. Dat ons de inhoud van dit staatsstuk nog onbekend is, spreekt van zelf, maar dat met gespannen verwachting daarnaar werd uitgezien, ligt voor de hand. Welke be langrijke onderwerpen moeten er al niet be handeld worden Ontruiming van het grond gebied, drie milliarden-leening, Engelsch han- delstractaat, incident prins Napoleon; mis schien roert TJiiers nog andere punten aan, onderwijsquestiekerkelijke aangelegenheden politieke woelingen enz.om niet nog van de ïconstitutioneele vraagstukken" te gewagen, die, worden zij in de boodschap besproken, voorzeker stof tot een zeer lang hoofdstuk kunnen opleverenbovendien, daar na een be trekkelijk lange vacantie de boodschap in ze keren zin als het verslag van 's lands toestand is aan te merken, vindt men er vermoedelijk ook het een en ander in over Frankrijks be trekkingen met het buitenland. Naar het schijnt kan de president der republiek wat dit punt betreft geruststellende verzekering geventen opzichte van Duitschland in het bizonder is pas eergisteren een bericht ontvangen, dat indien het geloof verdiende volkomen be vestigt, hetgeen reeds eenige malen gemeld is aangaande het oordeel van den Duitsehen rijks kanselier over Thiers en zijne regeering. Het Journal d' Ardèche meldt uit zeer goede bron dat aan Ihiers op officieuse wijze mededeeling gedaan is van een brief van Bismarck aan een Pruisiscben ambtenaar, waarin de Duitscbe staatsman zich over het bewind van Thiers gunstig uitlaat. In den brief wordt verklaard dat Pruisen zonder misnoegen de Fransche republiek zich ziet vestigen', want Pruisen beschouwt bet als zeker, dat elke poging om de monarchie te herstellen het sein zon wezen tot een burgeroorlog. Bismarck voegt er ech ter bij, dat, zoo de radicalen aan het bewind kwamen, Pruisen van houding veranderen het geld van Frankrijk weigeren en den duur van het verblijf zijner bezettingstroepen verlen gen zou. Het bestaan van dezen brief of van eenige andere mededeeling van Bismarck over Thiers wordt echter ontkend. Bij het Fransche leger is groot gebrek aan officieren van gezondheid, daar de geneeskun digen de voorkeur geven aan de civiele prak tijk, die bun veel voordeeliger is. Onlangs moesten vijftig plaatsen begeven worden, en er waren maar drie sollicitanten. Thans worden maatregelen ontworpen om de militair-genees kundige dienst aanlokkelijker voor de jonge lieden te maken.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 2