1872. N°. 128. Dinsdag 29 October. 59ste jaargang. Vertrek der Oost-Indische landmail, ■■--raan-g Tm it GOESSCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75. Afzonderlijke nominers 5 c. met bijblad 10 c. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels i/1, Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. POSTERIJEN. Via TRIEST, 29 October per laatsten trein naar Roosendaal. Via BRINDISI, 1 November per tweeden trein naar Roosendaal. ~BWNËNLANDSCHE BERICHTEN; GOES, 28 October 1872. TWEEDE KAMER. De algemeene beraadslaging over de Indi sche begrooting is Woensdag in de Tweede Kamer begonnen en afgeloopen. Het debat was grootendeels van financieelen aard. De heer Lenting opende het debat met een woord van lof o'p de Indische begrooting en de wijzingen, die er door den Minister van koloniën ingebracht zijn. Hij releveerde ver scheidene punten, die als zoovele lichtpunten, hem aangenaam gestemd hadden. De heeren 's Jacob en Nierstrasz waren min der met de begrooting ingenomen. Zij vrees den als altijd voor te groote uitzetting van het bedrag der uitgaven ten behoeve van In- dië en voor vermindering der inkomsten. Ook de heer Van Houten deelde eenigzins die vrees. Hij meende, dat tegenover de politiek van 't ba tig slot eene anti-batig-slot-politiek begint te ontstaan, wier beginselen hij niet kan aanprij zen. De heer Van Rees wees op de toene mende ondermijning van het Nederlandsch ge zag in Indië als gevolg der conservatieve maatregelen reeds in 1866 genomen. De heer Heemskerk meende het ministerie van die dagen te moeten rechtvaardigen. De Minister van koloniën repliceerde kort en zakelijk. Toeu Donderdag de onderdeelen der Indische begrooting behandeld werden, scheen de heer Nierstrasz zich voorgesteld te hebben alle ar tikelen met zijne op- en aanmerkingen te moe ten vereeren. Gelukkig waren de andere leden minder door die specialiteitspraatmanie aange tast, zoodat men tot art. 72 geraken kon. Over het geheel waren de debatten kort en leverden ze geen nieuwe gezichtspunten op. Vrijdag zijn de beraadslagingen voortgezet. De afdeeling openbare werken heeft nog al aanleiding tot discussie gegeven. De heer Nier strasz meende, dat ter zake van die werken de gebreken van de comptabiliteitswet vooral in het licht waren getredenen hij stond het ge voelen voor, dat men tot het vroegere stelsel moest terugkomen door meer aan de gewes telijke besturen over te laten, onder toezicht van de hoofdambtenaren. De Minister betwijfelde, of de klachten over het departement van algemeen bestuur wel aan genoemde wet zijn toe te schrijven; hij achtte de aanvulling van technisch personeel mede noodzakelijk, niet door uitzending van jeugdige ambtenaren, maar door practische personen, vooral wanneer de aanleg van staats spoorwe gen hier afloopt, en door de vorming van een bekwaam ingenieur-personeel. Hij stelde dan ook een nieuw artikel voor, art. 74 a. tot vermeerdering van personeel, dat werd aangenomen. Breedvoerige discussien werden gehouden over art. 78 a. havenwerken te Batavia). De heer Stieltjes trad in een technisch betoog, ten be wijze o. a. dat men nog lang geen genot van de uitvoering van het voorgenomen plan zou hebbenbovendien meende hij, dat de zaak niet genoeg toegelicht was, om tot de toestemming van de aanzienlijke kosten deswege te beslui ten. De Minister, die uit persoonlijke bekend - heid met de haven van Batavia redeneerde, gaf een overzicht van dan loop van zaken, en wees aan hoe hij, zonder eigenliefde voor een vroe ger denkbeeld van hem zelf, het plan had voor geslagen, dat nu was aangeboden; hij kwam ook op tegen de berekening van de kosten, zoo als die in openbare geschriften voorkwam. De haven was gemakkelijk te verdedigen door torpedo's, versperringen en de oprichting van een paar gepantserde koepeltorens. Na eenige woordenwisseling, stelde de Mi nister voor een nader onderzoek te doen plaats hebben, en nu slechts een post van ƒ50,000 vast te stellen. Het onderzoek kan aan ge heel onpartijdige deskundigen worden opge dragen. De heer Stieltjes kon zich geheel met dit denkbeeld vereenigen; waarna art. 78 a werd aangenomen. Op art. 78 b (werken tot bevestiging van Batavia en Sarnarang tegen overstroomingen t 600,000) werd een amendement door den heer Mirandolle voorgedragen tot vermindering van dien post met f 100,000; welk amendement met 86 tegen 29 stemmen werd goedgekeurd. Vervolgens is nog breedvoerig gesproken bij art 78 d, over het krankzinnigen-gesticht te Buitenzorg. De heer van Houten had daar tegen bedenking op Snanciëele gronden,en kwam tevens op tegen de wijze, waarop de Minister eene vroegere rede van hem beant woord heeft. De voorzitter meendedat de spreker niet op de algemeene beraadslagingen moest terugkomen. Dit gaf tot nog menig woord en weder-woord aanleiding. Ten slotte is het artikel met 49 tegen 19 stemmen aan genomen. Bij art. 85 sprak de heer Gratama over de noodzakelijkheid tot aanleg en exploitatie van spoorwegen in Indie van staatswege. Het art. werd goedgekeurdzoomede art. 86 onvoorziene uitgaven). In de zitting van Zaterdag heeft de Kamer de behandiling over de begrootingvan Ned. In- die ten einde gebracht. Het hoofdstuk uitgaven in Indie is aangenomen met 58 tegen 2 stem men. Dat tot aflossing van 10 millioen aan de handelmaatschappij is aangenomen met 41 tegen 24 stemmenhoofdstuk middelen, zoowel in Indie als in Nederland, is aangenomen met 62 tegen 2 stemmen; eindelijk is hoofdstuk uitgaven in Nederland mede aangenomen met 58 tegen 5 stemmen. De Minister van Koloniën brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij zijn departement, na vergelijkend onderzoek, een tweetal klerken zal aangesteld worden op eene jaarwedde van f 400,Zie verder de Staats-Courant van 25 dezer. Van gewoonlijk goed ingelichte zijde wordt aan het Dagbl. verzekerd, dat het wetsontwerp tot wijziging van den census eerstdaags bij de Tweede Kamer zal wordeu ingediend. Men meent zelfs te wetendat het reeds ter on- derleekening van de koninklijke boodschap naar het Loo zou zijn opgezonden. Woensdag avond zal, blijkens achterstaande advertentiehet Gentsche tooneelgeschap van Fauconnier en van Doeselaar alhier eene voor stelling geven. De namen der directeuren geven waarborg voor een goede uitvoering, terwijl de naam van den schrijver van het hoofdnummer aan iets degelijks denken doet. Is het jammer, dat de voorstelling samenvalt met de repetitie der Zangvereeniging Goes, we vertrouwen, dat deze omstandigheid geen invloed uitoefenen zal op de talrijkheid van bezoekers, teminder, daar men ons verzekert, dat men onmogeljjk een anderen avond nemen konen dat men voortaan zooveel mogelijk tegen die botsing der belangen waken zal. Het welslagen dezer voorstelling is overigens voor 't kunstminnend publiek van veel belang. Daarvan toch zal het afhangen, of we dezen winter de met roem bekende jufvrouw Beersmans bij ons zullen zien optreden. Men schrijft uit Delftdd. 26 October In de gisteren gehouden zitting van den ge meenteraad die door al de leden (19) werd bijgewoondis de heer mr. J. Soutendam griffier ter gemeente-secretarie alhier, met 12 stemmen benoemd tot gemeente-secretaris. Er werden 4 stemmen uitgebracht op den heer H. G. Hartman Jz., secretaris van Goes, 1 op den heer J. Mullerburgemeester en secretaris van Valkenburg, dis met den heer Soutendam op de aanbeveling was geplaatst1 op den heer J. J. D. G. van Hasselt, secretaris van Epe, en 1 op den heer F. A. Perk, secretaris en ontvanger van Vrijenban. Men schrijft ons uit Kruiningen; Zijn de feesten in onze gemeente niet zeld zaam, dat van Vrijdagavond was het zeker. Het nut," het departement Krabbendijke, vierde zijn vijftigjarig bestaan en we mogen zeggen: met luister. Dagen van te voren waren eenige dames en heeren bezig geweest om de gebrek kige localiteit zoo geschikt, den feestdisch zoo schitterend mogelijk te maken. En dat ze uit nemend geslaagd waren, getuigden allen die 't locaal, voor de vergadering bestemd, binnen traden. Het feestprogramma werd geopend met een feestrede van den president, den heer Oude geest. In krachtige en sierlijke woorden schetste hij 't ontstaan, 't doel en den werkkring der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, waarna hij 't departement Krabbendijke in 't bizonder behandelde. Hij wees er op, hoe de werkkring van 't departement zich gestadig had uitgebreid, hoe men getrouwe plichtsbetrachting had be loond, 't volksonderwijs bevorderdhoe nog in 't laatste jaar uit den boezem van 't Nut eene vereeniging tot 't houden van volksvoordrach ten was voortgekomen, en hoe nu 't plan be stond tot 't oprichten eener spaarbank voor 't volk. Dat waren goede, dat waren schoone vruchten. En legt, na 't juichen en na 't loven, Zich nu de bouwman neer? Ziet hij hoogmoedig op zijn schoven En naar den ploeg niet meer? Neen, neen! hij snijdt weer nieuwe voren, Al buigt zijn schuur van 't graan Hij roept voor nieuw, voor ander koren Weer God om wasdom aan. Ook wij, wij rusten niet, na 't maaien, Wij drijven 'tkouter voort! Geef weer uw zegen waar wij zaaien, Algoede, die ons hoort. Die woorden uit de schoone cantate van Tollens, die daarna werd uitgevoerd, we beaam den ze ten volle. Wat de geheele uitvoering der cantate be treft, zoowel het Koor, de Sopraan, Bas en Tenor Solo's, als 't accompagnement, alles werd, de weinige studeertijd en de geringe krachten in aanmerking genomen, zeer flink uitge voerd en er mag bepaald gezegd worden, dat,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 1