1872. N°. 127. Zaterdag 26 October. 59 te jaargang.
BEKENDMAKING
van liet Gemeente-bestuur.,
AANVRAGEN OM GROND IN ERFPACHT.
Schoolwet-agitatie,
in.
«OESSCHE
Ui HUI.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Viiijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten met de daarop be
trekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels &/1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat bij den raad dezer
gemeente zijn ingediend de navolgende aanvragen tot
liet bekomen van gronden in erfpacht, te weten
Van WILLEM DUVEKOT, om 30 centiaren grond
in het zoogenaamde Ganzennest, Kadastraal Sectie D ge -
deelte van no. 1437.
Van MAATJE MEERMAN, wed. Jan Adeiaanse, om
1 Are 20 centiaren grond, mede in het zoogenaamde
Ganzennest, Kadastraal Sectie D gedeelte van no. 1437.
Burgemeester en Wethouders noodigen diegenen uit,
welke eenige bezwaren tegen den afstand mogten heb
ben, deze bij hun collegie in te dienen vóór of op den
2 November aanstaande.
Goes, den 25 October 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Men kan de voorstanders der bizondere
school in drie categoriën verdeelen. De eerste
is die van hen die art. 194 der grondwet
en in verband daarmede de organieke wet
willen veranderen; de tweede omvat de be
strijders der wet van 1857, maar die de grond
wet onveranderd willen laten; tot de derde
behooren mr. Saagmans en zijne vrienden, die
alles verwachten van de betere toepassing dei-
schoolwet en hoogstens van eene geringe wij
ziging spreken. Deze allen echter zijn in
het kader der anti-schoolwetmannen vereenigd
en principieel is het verschil tusschen de drie
zoo groot niet, want allen wenschen de bizon
dere school op den voorgrond te stellen, al-
•thans haar bestaan zoo gemaklijk mogelijk te
maken. Reeds daardoor verklaart zich het
verschijnsel, waarvan zoo hoog opgegeven
wordt, dat een groot aantal den krijgstocht
tegen de schoolwet voortzet, en daarbij op
zijne banier dit zwaar klinkende woord schrijft:
gemoedsbezwaren
Het kan, dunkt ons, niet dikwijls en niet
duidelijk genoeg herhaald worden, dat men
hier eigenlijk aan een leursbezwaar te denken
heeft. Men neme de onbeduidende wijziging,
door mr. Saaymans bedoeld, aan, make het
subsidiëeren van secten-schoien verplichtend,
dan zal het vroom gemoed zich ontlast.gevoe
len; maar blijft de openbare school op denzelf
den voet bestaan, dan zal dat gemoed (liever
de beurs) zich weder niet vereenigen met de
meerdere uitgaven daarvoor noodig.
Laat ons voor een oogenblik aannemen, dat
het Dorado der anti-schoolwetmannen wer
kelijkheid wordt. Hetzij de grondwet ook of
de onderwijswet alleen veranderd worde, wij
verplaatsen ons in gedachten in dien paradijs
toestand, waarin iedere godsdienstige secte
hare school hebben zal en slechts enkele door
en door godlooze ouders hunne kinderen nog
naar de openbare school zenden.
Zal het onderwijs dan minder kosten Zeker
niet, want het aantal onderwijzers zal ver
meerderen; er zullen grootere sommen noodig
zijn, die men alleen door hoogere schoolgel
den of door verhoogde gemeentelasten zal
kunnen vinden. Of zou men misschien den
ken, dat de vermenigvuldigde bizondere on
derwijzers ook bizonder zullen zijn, door met
een klein tractement tevreden te zijn en daar
van te kunnen leven? Het ligt voor de hand,
dat de kosten moeten stijgen, al kon men
ook hier en daar de openbare school opheffen
het groote verschil zal dus daarin bestaan,
dat men meer betaalt maar onder anderen titel.
Wie kan gelooven dat liet meerendeel dei-
verbondenen dit bedoelen zou?
Zullen de nu in hun gemoed bezwaarden
dan gerust kunnen zijn? Deze vraag laat
zich alleen toestemmend beantwoorden, wan
neer de wetten zoo veranderd worden, dat de
kerk geheel of voor een groot deel in de
plaats treedt van den Staat. Immers zullen
de verschillende godsdienstige secten hare
kinderen veilig ter school kunnen zenden, dan
dienen de onderwijzers ook van harentwege
beproefd en door haar geauthoriseerd te zijn, om
het godsdienst-onderwijs te geven; en zoo dit niet
in den eigenlijken zin van hen gevorderd wordt,
dan toch dient de kerk gewaarborgd te zijn
omtrent de zuiverheid hunner godsdienstige
begrippen. De gemoedsbezwaren kunnen dus
alleen ophouden als de kerk weder almachtig
wordt op onderwijs-gebied, of ten minste ge
rechtigd, om nevens de goedkeuring door den
staat ook het stempel van den godsdien-
stigen ijk vooraf op de onderwijzers te drukken.
Wij mochten ook wel spreken van herijk,
want als de bizondere onderwijzers denkende
wezens zijn, zou het geval zich kunnen voor
doen, dat een vroeger gestempelde later tot
andere gedachten kwain en niet meer aan
de eischen voldeed. Zoo doende zou er aan de
gemoedsbezwaren geen 'êinde komen.
Zal het onderwijs zooveel beter wezen
Ook die vraag zal niemand met ja beant
woorden, tenzij hij het kenmerk van het
beste onderwijs daarin vinde, dat het ook
de godsdienstleer omvat. De onderwijzers
worden dan ook tot catechiseermeesters ge
promoveerd, wat wellicht voor de godsdienst
leeraars een groot gemak zal opleveren, maar
al zijn zij ook specialiteiten in dat opzicht,
daardoor kan toch het onderwijs in het algemeen
niet winnen. Aan den tijd, voor het onder
wijs zoo noodig, zullen eenige uren ontnomen
worden en dat zal zeker aan de grondigheid
van het onderwijs niet bevorderlijk wezen.
Doch dat alles daargelaten, ons lager en
uitgebreid lager ouderwijs mag zeker geroemd
worden, blijkens het getuigenis van vijanden
en vriendenwaarom maakt men dan de
menigte wijs, dat de school verderfelijk is
en dat voor haar maar één geneesmiddel be
staat, dat namelijk de onderwijzer ook als
leeraar eener bizondere godsdienstige secte
optrede?
Wij vragen al verder of het woelen en wroe
ten der anti-schoolwet-mannen bevorderlijk
zijn zal aan eenheid, verdraagzaamheid, broe
derschap, in een woord aan de ware gods
dienstigheid bij de kinderen van hetzelfde
volk? 't Is niet te zeggen hoevele bizondere
scholen er zullen opgericht worden, als aan
den wensch der bezwaarden wordt voldaan.
Onze R. Katholieke landgenooten zullen mis
schien met ééne school voor hunne kerk te
vreden wezen, maar op hervormd gebied,
waar zelfs de dus genoemde orthodoxen zich
in tallooze partijen verdeelendaar zul
len scholen en schooltjes, evenals nu kerken
en schuren, in ontelbare menigte oprijzen.
In die scholen zullen natuurlijk de bizon
dere leerstellingen van elke geloofs-schakering
moeten onderwezen worden en het is reeds
duizende malen gezegd dat kan geen an
der gevolg hebben, dan dat kinderen reeds
voor de voortreffelijkheid van hun geloof bo
ven dat van anderen gaan strijdendat
ze opgroeien in afkeer van het geloof van
anderen; dat ze vijandig tegenover elkander
zich plaatsen en dat onze maatschappij de
zinspreuk der vadereneendracht maakt
macht, voor goed kan opgeven. En welk een
godsdienst zal dan de plaats van den gods
dienst der liefde innemen? Waarlijk het ka
rakter van waren godsdienst wordt al genoeg
uit het oog verloren, om niet te hopen
dat de vrome wensch onzer wetbestrijders
niet verwezenlijkt worde.
Neen 1 men wane niet, dat het doel, nu met
vereende kra'chten nagejaagd, den weg tot ver
zoening der strijdenden zal banen. Nu reeds
verdeelen zich R. Kath. en Christelijk-nati-
onalen in twee kampen, waarvan het een de
scheiding van kerk en staat hoogst verderfelijk
acht, het ander alles aanwendt om daartoe te
komen. Hoe zullen zij te zamen komen, als de
staat aan de sedert eeuwen twistende kerk
zijn gezag op onderwijs-gebied afstaat en de
hoogste aangelegenheid voor een volk over
laat aan de willekeur van elkander hatende
partijen? Waarlijk, als men niet willens blind
is, zal men het erkennen, dat er geen slechter
middel kan gekozen worden, om deze zoo ver
van elkander gescheidenen tot een te bren
gen, dan hun het wapen in handen te ge-
van, waarmede zij den strijd, en nog veel
heviger, zullen kunnen voortzetten. Men zie
toch niet voorbij, dat de zoogenaamde Chris
telijke strijders, die schijnbaar en gansch zoet
sappig één doel hebben, die zoo innig en ge
moedelijk voor de zielen van het opkomend
geslacht in de bres springen, elkander haten
met een gloeienden haat; dat zij, krachtens
hunne beginselen, elkander haten moeten en
dat de onzalige vruchten daarvan geplukt
zullen worden, als zij het masker kunnen
afwerpen en ieder voor zijne kerk gaan strij
den. Nu plooien en schikken zich ultramon-
tanen en Christelijk nationalen, confessionee-
len en antirevolutionairen, als of zij vrienden
waren. Zij willen immers allen godsdienstig,
vroom, zalig maken. Maar zijn ze eens mees
ters van het terrein, dan is het niet langer de
godsdienst, maar hunne kerk, waaraan alles moet
worden onderworpen. En nu moge men zeggen,
dat de onderlinge strijd in de kerk op den duur
haar bestaan ondermijntdat zulk een toe
komst, als wij voorstelden, geen stand hou
den kan; ongelukkig het volk, dat in dien
strijd 'wordt medegesleept, dat zijn rust, zijn
kracht, zijne ontwikkeling daardoor versto
ren ziet wij gelooven niet dat zelfs eene
godsdienstlooze school zooveel onheil zou kun
nen stichten.
Wij hebben dit alles niet geschreven, om
een on vruchtbaren strijd uittelokken, maar wel
om tegenover het drijven der anti school wet
mannen nog eens de oude waarheid te doen
hooren. Wij hooren reeds in onze verbeel
ding, hier het vloekwoord der heftige kam
pioenen, daar het gezucht en geteem der ge
moedelijken onder onze tegenstanders. Noch het
een, noch het ander ontrust ons. Het vrije
woord hebbe zijn loop en het gezond verstand
der natie moge na ernstig nadenken beslissen.
Die onder een kerkelijk juk willen buigen
moeten de bizondei e school, zooals men die
thans wil, voorstaan; die slechts buigen wil
len onder de heerschappij van waarheid en
licht kunnen niet andermaal onder de uit-
doovende heerschappij der kerk zich krom
men. Wij laten aan onze tegenstanders het
volk te bewerken door op onkunde te spe-
culeeren, door de geweteus te verschrikken,
door eenige leer, welke ook, als de alleen