1872. N°. 92. Dingsdag 6 Augustus. 59ste jaargang.
Kuabbendijke 2 Augustus 1872.
Vertrek der Oost-Indische landmail.
Half Werk.
BIN1MENLANDSCHE BERIGTEN.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en Vrijdag avonduitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURMT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1—8 regels 5, J1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 c.
Advertentiën voor dit blad worden voor ROTTERDAM aangenomen door het algemeen advertentie-bureau van NIJGH V. DITMAR, Wijnstraat Rotterdam..
Voor DUITSCHLAND door de heeren HAASENSTEIN VOGLER, te llamlurg.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór twee uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezondenwenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
OPENBARE VERGADERING
van den
H A A JU der GXtMKMHTK «fOJBS,
op WOENSDAG den 7 AUGUSTUS 1872,
des avonds ten 7 ure.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw be
noemde leden.
2. Aanvrage om crediet voor herstel van het locaal
tot verpleging van lijders aan epidemische
ziekten.
3. Aanvrage om crediet voor het schoonhouden der
Zoete vest en het modderen in de Brakke vest.
4. Aanvrage van A. van de Visse om grond in
gebruik.
5. Berigt van Ged. Staten omtrent het kohier van
den hoofdelijken omslag voor 1872.
Het GEMEENTE-BESTUUR van KRABBEN-
DIJKEvraagt voor de openbare school een
Hulponderwijzer.
De jaarwedde bedraagt f 400.
Sollicitanten wenden zich, onder overlegging
der vereischte stukken, tot den burgemeester,
vóór den 22 dezer.
DOMINICUSBurgemeester.
C. C. van den BRINK, Secretaris.
POSTERIJEN.
Via TRIEST, den 6 Augustus, per laatsten trein
naar Roosendaal.
Via BRIND1SI, den 9 Augustusper eersten
trein naar Roosendaal.
Via DEN HELDERper Stoomboot van de
Maatschappij Nederland23 Augustus per
eersten trein naar Roosendaal.
De zuiderspoorweg nadert meer en meer
zijne voltooijing. Nog slechts weinige maan
den, spoedig, naar wij hopen nog slechts
weinige dagen en onze Vlissingsche zeeha
ven is aan het overig Nederlandaan het
overig Europa, verbonden.
Dat Vlissingen daardoor eene schoone toe
komst te gemoet gaat, wie zal het betwij
felen P En die verder nadenkten de bui
tengewoon gunstige ligging van Vlissingen
in aanmerking neemt, zal het ook gereedelijk
toestemmen, dat die plaats de als 't ware door
de natuur aangewezen weg is van Engeland
en Amerika naar gansch Europa, zoodat niet
alleen Vlissingenmaar ons land door deze
aansluiting zich rijke bronnen van welvaart
en handel ziet geopend, waardoor de groote
sommen aan spoorwegwerken besteedook
aan deze zijde de gewenschte renten zullen
afwerpen.
Maar het spreekt wel van zelf datwil
men al de voordeelen genieten die de tran
sitohandel ons kan aanbrengen, wil men de
zuiderspoorweg-lijn tot een der meest winst
gevende van geheel ons land maken, het noo-
dig is om alle hinderpalen weg te nemen, die
aan de ontwikkeling van een en ander in
den weg kunnen staan.
En 't is met het oog daaropdat wij de
bevoegde autoriteiten op iets opmerkzaam wil
len makendat een ernstig bezwaar kan
worden en het gewenschte resultaat in den
weg kan staan.
Wij wenschen de aandacht te vestigen op
de onvoldoende dieptewelke aan de Vlis
singsche buitenhaven wordt gegeven.
Uit een brief van de kamer van koophandel
en fabrieken te Dordt aan den minister van
binnenl. zaken, dd. 24 September 1869 (uit
gegeven bij Giltay aldaar) blijktdat de
geladen stoomschepen, die in de trans-atlanti-
sche vaart worden gebezigd, de navolgende af
meting en diepgang hebben.
lengte. diepgang,
m. m.
Van de compagnie CUNARÜ, 81,30—86,90 6,04—6,10
Paquebots Americains 85.40—87,23 6,10
Ligne des Etats Unis 76,25—88,45 4,35—5,50
k Compagnie Royal mail 82,35-96,07 6,40
u Comp. Peninsul. Orient 63,4494,55 4,88—5,40
Hamburg-Amerika Pakketvaart 4,86—7,30
Nord-Deutscher Lloyd Bremen 5,47—6,68
a Oostcnr. Lloyd te Triest 5,47
h Comp. Russe te Odessa 5,476,68
h d°. gener. transatl. te Havre 5,47—6,68
d°. de navigat. a vapeur te Havre 5,77
Société géncr.- de transp. marit. a Marseille 5,17
tbc Pacific mail steam company te New-York, 4,867,00
y New-York mail steamship-comp. 4,86—5,77
De minste diepgang dus dezer stoomschepen
is 4,35 de grootste diepgang 7,30 m., bij eene
lengte van 63 tot 96 meter.
De Kamer van Koophandel beweertdat
de stoomschepen van 2000 tot 2200 ton be
tere zaken zullen maken dan de schepen van
grooter charter; maar ook die schepen van
2000 ton hebben een diepgang van 54 tot
58 decimeters.
De meeste zeilschepen der koopvaardijvloot
hebben een diepgang van 50 tot 60 decim
er worden er zelfs aangetroffen van 60 tot
65, enkelen van 66—70 of 80 decimeter.
Wij mogen dus gerustelijk aannemen dat
de gemiddelde diepgang der schepen en sloom-
booten, die Vlissingen zullen trachten te be
reiken, 6,50 m. bedraagt.
En laten wij nu eens zien hoe het met
de mogelijkheid staat, dat dergelijke schepen
te Vlissingen binnen komen.
De buitenhaven aldaar verkrijgt eene diepte
van 6,50 m. beneden Amsterd. peil.
Het gewoon hoog water stijgt tot 1.70 m.
boven A. P., terwijl het gewoon laag water
daalt tot 2 m. beneden A. P. De buitenhaven
te Vlissingen zal dus bij hoog water 8.20,
doch bij laag water slechts 4.50 m. diepte hebben.
En als wij nu in aanmerking nemen dat
de gemiddelde diepgang der schepen 6.50 m.
is, dan volgt uit een en ander van zelf', dat
de buitenhaven te Vlissingenzooals die thans
wordt gemaakt, slechts gedurende de Icleinste
helft van ieder etmaal door de groote schepen
kan worden binnengeloopen.
Wanneer dus de zeeschepen gedurende de
andere helft van het etmaal voor Vlissingen
komen met bestemming voor de nieuwe haven,
dan zullen zij op de reede moeten blijven
liggen. En 't is bekend, dat deze in den win
ter bijna nimmer, in den zomer niet altijd eene
veilige ligplaats aanbiedt.
Ook voor stoomschepen, die alleen de ha
ven aandoen om hunne lading te lossen en
zoo spoedig mogelijk weder te vertrekken is
•de ongenoegzame diepte van de haven zeer
bedenkelijk, terwijl zij ongetwijfeld geduren
de het lossen door de eb zeer dikwijls droog
zullen vallen.
Wanneer men dus werkelijk alle belem
meringen voor Vlissingen's toekomst en voor
de exploitatie van den zuider-spoorweg wil
opheffen wanneer men geen half werk wil
doen dan zal het noodig zijn de haven
óp 7 m. beneden gewoon laag water te bren
gen en haar alzoo 2.5 in. dieper te maken
dan zij nu wordt.
Wij erkennen dat dit geld, veel geld zal
kosten, maar het is niettemin noodzakelijk
dat de haven van den beginne af aan goed
zij. Anders toch zal zij spoedig eene slechte
reputatie krijgen, welke concurrerende, en
bijgevolg naijverige, havens niet weinig zullen
exploiteren in eigen voordeel.
En wanneer de haven te Vlissingen een-*-
maal in een slechten naam was geraakt, dan
zou het groote doel waarmede al het geld
voor de havenwerken is uitgegeven, verijdeld
worden; ja, liet zou te vreezen zijn dat de
zuider-spoorweglijn lang niet beantwoordde
aan de daarvan gekoesterde verwachting.
Maar bovendien, wanneer men de keuze
heeft tusschen een gebrekkigen toestand, die
de groote ontwikkeling, de groote bereikbare
voordeelen in den weg staat, en tusschen een
toestand waarin alle belemmeringen verval
len zijn en handel en scheepvaart zich vrije
lijk en gerust kunnen bedienen van eene
haven, die aan alle vereischten voldoet, dan
zal het wel onder de hoogst nuttige en pro
ductieve uitgaven kunnen gerekend worden,
wanneer voor de meerdere diepte der haven
te Vlissingen eene grootere som wordt besteed.
Wij moeten alle krachten inspannen om
ons land die regtmatige voordeelen te ver
schaffen waarop het door zijne ligging kans
heeft, en zeker is het, dat menig schip, aan
vankelijk voor Antwerpen bestemd, bij ge
noegzame diepte der Vlissingsche haven daar
en niet te Antwerpen zal binnenvallen, gelijk
wij bovendien, wanneer geene belemmeringen
in den weg staan verreweg het grootste
gedeelte van den transito-handel door ons
land kunnen brengen.
Wij drukken daarom de hoop uit, dat de
tegenwoordige minister van binnenl. zaken
zich deze zaak zal aantrekken, een onderzoek
zal doen instellen en medewerken om een
der eerste voorwaarden om door Vlissingen's
haven ons land een rijke bron van welvaart
te verzekeren, te helpen vervullen. Wanneer
het dezen minister mogt gelukken de voor
name hinderpaal, welke de ongenoegzame
diepte der Vlissingsche buitenhaven aan het
nationaal belang dreigt in den weg te stellen,
op te heffen, dan zou reeds daardoor zijne
regering niet vruchteloos zijn geweest.
GOES, 5 Augustus 1872.
De Min. van Binnenlandsche Zaken heeft
bij Kabinets-sclirijven de aandacht van Com
missarissen des Konings, gemeentebesturen, ge-
zondheids-comniissiën enz., gevestigd op de