WOULEHDHAITE
Bouw- en Weilanden
BOOMGAARDEN,
BURGERLIJKE STAND GOES,
TE PACHTEN VOOR ZEVEN JAREN:
256 kinderen, dan is men reeds in het laatste 50tal,
dat voltallig zijnde, de aanstelling van den gewensch
ten onderwijzer vordert. Spr. wil hier echter nog iets
bijvoegen. Hoe weinig parlementair het moge klin
ken, spr. heeft tot walgens toe hier hooren herhalen
van de groote kosten voor het onderwijs; doch Goes
staat daarin met alle gemeenten gelijk, want men
heeft slechts uitvoering gegeven aan de wet. De
opmerking der hooge kosten geldt dus niet het dage-
iijksch bestuur of den raad, maar is eene objectie tegen
den wetgever. Daarbij acht hij den roep over den
druk dien de gemeente er van ondervindt, overdreven.
De toekomst van Goes is voor hem niet zoo donker,
als men het doet voorkomen.
De heer dr. Callenfels vraagt, waarom de Secrttaris
die inlichting geeft, en waar hij ze van daan haalt.
Overigens komt hij op tegen de uitdrukking van den
Voorzitter: „tot walgens toe." Spr. wijst alleen op
de hooge kosten van het onderwijs, als zich daartoe
de gelegenheid opdoet, maar niet „tot walgens toe."
De Voorzitter zegt, niet met het oog op den heer
Callenfels, maar in het algemeen gesproken te hebben.
De heer Meijlirk wijst er op, dat nog geen jaar
geleden, het onderwijzend personeel met 3 vermeer
derd is, en zegt daarom bezwaar te hebben tegen eene
nieuwe uitbreiding. Er zijn kinderen van de armen
school genomen en op de school van Itlmann gedaan,
en dat is de oorzaak van het groot getal leerlingen.
De Voorzitter zegt, het argument van den heer
Meijlink niet te begrijpen.
De heer Meijlink herneemt dat op de school der
2e klasse thans 149, op die der 3e klasse 249 en
op de weezen- en armenschool 127 leerlingen zijn
en hij het onnoodig acht het getal onderwijzers te
vermeerderen.
De Voorzitter merkt op, dat men nu alleen te doen
heeft met de school der 3e klasse, en dat men schijnt
vergeten te hebben, dat in den brief van den school
opziener gezegd wordt, hoe noodzakelijk de vermeer
dering is, ook om den hoofdonderwijzer gelegenheid
te geven nu en dan zijne klasse te verlaten en alge
meen toezigt te houden. Hetzelfde is vroeger ten
opzigte der school le klasse betoogd, doch de raad
heeft het toen gedane voorstel verworpen. Hij (voor
zitter) eerbiedigt de besluiten van den raad en leeft
die na, maar als er weder sprake is van dezelfde
meening, dan komt hij op het vroeger gesprokene
terug en moet het bejammeren, dat de hoofdonder
wijzer steeds aan dezelfde klasse gebonden blijft. Naar
zijn inzien is er een derde hulponderwijzer aan de
school der 3e klasse noodig Het aantal leerlingen
is er. Hoe er dit gekomen is, behoort hier geen punt
van onderzoek uit te maken. Heeft de heer Meijlink
eene klagt tegen de commissie van classificatie, dat
hij ze indiene, en de voorzitter zal ze in behandeling
brengen. Doch het is nu alleen de vraag: is er hulp
noodig? En die vraag moet toestemmend beantwoord
worden.
De heer Fransen van de Putte wil trachten de
beraadslaging weder op het regte terrein te brengen.
Vooraf eene kleine opmerking aan den heer dr. Cal
lenfels over de inlichting door den secretaris gege
ven. Hij wijst alleen op art. 15 der instructie voor
dien ambtenaar, die hem daartoe verpligt.
En nu ter zake. De heer Callenfels heeft gespro
ken van de groote uitgaven voor het onderwijs.
Teregt heeft de voorzitter aangetoond, dat we daarin
met alle gemeenten gelijk staan en alleen uitvoering
aan de wet moeten geven. Maar men houde ook in
het oog, dat diezelfde wetgever die hooge uitgaven heeft
willen compenseren, door afstand van het 4/s dei-
personele belasting aan de gemeente, hetgeen een
niet onbelangrijk bedrag is. Voorts zegt de heer
Callenfels, dat we thans voldoen aan de wet, wier
voorschrift imperatief is. Maar, begrijpt de heer
Callenfels dan niet, dat er een minimum en een
maximum is. Als de heer Callenfels een metselaar
belast met het schoonmaken der goten van zijn huis,
en deze reinigt er twee in plaats van een, heeft dan die
metselaar gehandeld in strijd met den hem opge
dragen last? Zoo ook is het met de uitvoering der wet.
Wat den heer Meijlink betreft, diens memorie,
zegt spr., schijnt niet groot te zijn, want de ver
deeling der schoolkinderen berust op een besluit
van den raad, waaraan die heer zelf heeft medege
werkt. Welke was de toestand, toen de school op
de Vlasmarkt werd in het leven geroepen? De ar
menschool heeft ruimte voor hoogstens 150 leerlin
gen en het was bekend, dat ze er meerdere telde.
De eigenaardige ligging dier school belette vergroo
ting van het locaal. Men heeft toen het getal ver
minderd en dit gezonden naar de school 3e klasse,
wier leerlingen ook gesplitst werden tot bevolking
der school 2e klasse. En moge nu de armenschool
127 leerlingen tellen, men vergete niet, dat wij thans
zijn in den oogst en het getal weldra weder zal
klimmen.
Bij de herinnering van dat alles, moet men tevens
bedenken, dat den gemeenteraad de verpligting is
opgelegd, om voor voldoend onderwijs te zorgen.
Reeds meermalen is dit thema behandeld, en telkens
als een voorstel gedaan wordt, is het, als of men
meent, dat burg. en weth. met de uitgaven spelen.
Men moet eenigeu tijd lid van het dagelijksch be
stuur zijn, om van het tegendeel overtuigd te zijn.
Waar in eene klasse 102 leerlingen zijn, is er
naar 's spresers overtuiging behoefte aan meerdere
hulp, en het zijn die motiven, welke geleid hebben
tot het voorstel, dat in behandeling is.
De heer dr. Callenfels zegt, dat de secretaris zich
niet in het debat kan mengen. Wat voorts art. 18
betreftonverstaanbaar
Als iemand in 's sprekers dienst is, moet deze doen,
wat hij zegt; als hij meer doet, handelt hij tegen
zijn bevel. Zoo ook is het met de wet. In 'sspre
kers jongen tijd wist men niet van klassen en van
hulp bij het onderwijs. Men spreekt nu van 100
leerlingen in eene klasse, en zegt, dat dit te veel
is voor een persoon. Spr. kan het niet inzien. Het
is de laagste klasse, en die heeft zooveel niet noodig:
een beetje lezen en een beetje schrijven, en daarvoor
is geen instructeur noodig.
De Voorzitter merkt den heer Callenfels op, dat
er loch een hemelsbreed verschil is tusschen het
onderwijs van nu, en in den tijd, toen de heer
Callenfels en spreker jong waren.
De heer dr. Callenfels herneemt: de vorm kan
anders zijn, maar de resultaten in geenen deele.
De heer den Boer beaamt ten volle,' wat de heer van
de Putte gezegd heeft, omtrent de verdeeling der
leerlingen over de scholen. Spr. heeft als lid der
commissie van classificatie daaraan zelf medegewerkt,
maar hij vraagt, of er niet verandering in gebragt
kon worden, door overplaatsing van leerlingen naar
de armenschool?
De Voorzitter ziet daartoe geene mogelijkheid, om
dat dan die overplaatsing telkens zou moeten herhaald
worden, hetgeen nadeelig voor het ouderwijs is.
De heer Fransen van de Putte herinnert nog, dat
weldra weder aangifte van leerlingen zal plaats hebben,
en dan waarschijnlijk vele kinderen van de bewaar
school op de Beestenmarkt zullen overgaan naar de
weezen- en armenschool, zoodat het getal leerlingen
dan weder vermeerdert.
De heer den Boer vraagtof de wet de aanstel
ling van een derden hulponderwijzer bij het getal
leerlingen op de school der 3e klasse gebiedt?
De Voorzitter antwoordt: de wet gebiedt bet niet,
maar laat het toe. Toen de missive door den school
opziener ingezonden werd, waren er 256 kinderen,
waarvan 102 in de laagste klasse. Volgens het ge
voelen des inspecteurs, zoo straks door den secretaris
medegedeeld, moet het getal onderwijzers, in art. 18
der wet genoemd, als minimum beschouwd worden,
en is het wensciielijk zich niet aan dit maximum
te houden.
De heer Meijlink zegtin de laagste klasse zijn
102 leerlingen maar dan blijven er slechts 147 over
voor 3 personen.
De heer Fransen van de Putte stelt als motie van
orde voor de debatten te sluiten.
Het voorstel om een derden hulponderwijzer aan
de school der 3e klasse aan te stellen wordt in om
vraag gebragt en aangenomen inet 5 tegen 4 stemmen
Voor: de heeren Fransen van de Putte, dr. van
Renterghem, Kakebeeke, den Boer en de Voorzitter.
Tegende heeren Nortier, Quist, dr. Callenfels,
en Meijlink.
De vergadering is daarna gesloten.
Ingezonden.
OPBRENGST TIENDEN 1872.
Daar men zoo kleingeestig is om de juiste opbrengst
der tienden in Zuidbeveland oogst 1872 geheim te
willen houden zoo moet steller zich ditmaal tot de
volgende berekening bepalen.
In één Gemeente hebben dezelve 6 meer op-
gebragt dan in 1871, dat natuurlijk niet in al de
Gemeenten hetzelfde zal zijn, maar toch minstens wel
voor geheel Zuidbeveland zal kunnen aangenomen
worden. Doch onverschillig of de opbrengst 1 of
10 meer, of zelfs 1 minder dan in 1871 be
draagt verblijft de gemiddelde opbrengst over de
laatste 15 jaren evenals in 1870 en 1871, 115,921,38
zooals reeds vóór de laatste verhuring te verwach
ten was.
Is het nu oppervlakkig zonderling dat de hooge
opbrengsten der tienden over 1871 en 1872 g' en
invloed op de gemiddelde opbrengst of Afkoops-
waarde over geheel Zuidbeveland uitoefenen, even vast
staat het nu reeds, dat al brengen de tienden de vier
volgende jaren 10 minder op dan de hoogste jaren
van 1868, 1869, 1871 en 1872, evenwel de gemid
delde opbrengst successivelijk met ongeveer 3300,
en de af koopswaarde met ongeveer 66000,zal
vermeerderen, om de eenvoudige reden dat alsdan ge
durende gemelde vier jaren de opbrengsten altijd
nog 14 hooger zullen loopen dan de opbreng
sten over 1858, 1859, 1860 en 1861 welke jaar
gangen nu het eerst aan de beurt liggen om niet
meer in aanmerking te komen voor de berekening
der gemiddelde opbrengst der tienden.
Die tiend-eigenaren en tiend-pligtigen welke deze
opgave mogten betwijfelen, kunnen des verlangende
daarvan de specifieke uiteenzetting ter inzage erlangen.
Nadere opgaven nopens de opbrengsten der tienden
over geheel Zuidbeveland denkt steller niet meer te
zullen openbaren vermeenende alsnu genoeg geleverd
te hebben.
Goes, den 1 Augustus 1872.
N. M. BOSDIJK.
van den 31 Julij tot en met den 2- Augs. 1872.
Ondertrouwd Geene.
Gehuwd: den 1, Willem van Stappen, 21 j. jm.
en Maria Hubregta Passieux, 18 j. jd.
Geboren: den 2, Pieter, z. v. Thomas Bah
en Cornelia Banielse.
Overleden: den 1, Joannes Petrus van Sprang,
62 j., eerst wedr. van Sophia H illemina van Es
daarna van Adriana Geldof.
279ste STAATS-LOTER1J.
Prijzen van 100 en daarboven. 2 ld.
Derde lijst. No. 11295 ƒ2000; no. 18100 1500; no.
3722, 12181, 13434 en 16550, ieder ƒ400; no. 19026,
ƒ200; no. 3393, 15223 en 16378, ieder ƒ100.
Vierde lijsff No. 12617 en 18818, ieder ƒ100.
ABVERTENTIËN.
Heden overleed, na een langdurig lijden,
mijne geliefde echtgenoot ELISABETH JOHANNA
RITMEESTER.
Heinkenszand30 Juli 1872.
H. W. van BOVEN.
Eenige kennisgeving.
De heer en mevrouw TOUTENHOOFD
betuigen bij deze hun' dank voor de ontvangen
bewijzen van deelneming, bij de geboorte van
hunne Dochter.
Wilhelminadorp, 31 Julij 1872.
Degenen die iets te vorderen heb
ben van de VEREENIGING voor
VOLKSVERMAKEN alhiergelieven hunne re
keningen in te leveren op Zaturdag 3 Au
gustus a. s.
De lste Secretaris,
Jac. Gr. Dobbelaere.
van >i-. John Jacobij,
waarvan de buitengeivone geneeskracht bewezen is door
132,000gelukkiqe kuren, geneest op den alleen waren
weg der natuur, door Zuiveringen Vernieuwing van
het zieke bloed en slechte ligchaamsvochten, welke de
grondoorzaken van alle ziekten zijn, en alzoo de ziek
ten welke daardoor ontstaan.
7,'pbpn waarbij alle aangewende middelen zon-
A der gevolg zijn gebleven, kunnen wij met
vertrouwen aanraden eene laatste proeve te nemen met
dezen heerlijken drank.
Depót i' fl. 2 per .flesch niet gebruiksaanwij
zing te GOES bij J. A. STOKMANS.
Alleen echt,
als
iedere flesch
in relief met (jfL,
mijne firma en
ieder etiquette in roode kleur met mijne bovenstaande
handteekening voorzien is.
F. ADOLPH RICHTER te Duisburg,
eenig fabrikant van de echte Wonderdrank,
De ROTTERDAMSCHE HYPOTHEEKBANK
voor NEDERLAND, ouder Directie van
mr. B. MeesB. van Rossem en
E. C. W. II o ij er, geeft Pandbrieven uit (voor
zooveel de voorraad strekt) van ƒ1000,
500,ƒ100,en 50,rentende 5
aflosbaar a pari bij uitloting'.
Geeft geld op soliede hypotheken tegen vaste
rente of bij annuïteiten in keuze der geldnemers.
Agenten voor Zeeland zijn:
J. A. A. Fransen van de Putte te Goes.
Jonkh. S. 0. de Casembroot te Iholen.
van der Starp Berg te Zierikzee.
J. A. Tak O. te Middelburg.
Bij wie alle information te bekomen zijn.
39 PERCEELEN UITMUNTENDE
EN RIJK BEPLANTE
ter gezamentlijke grootte van <51 hectaren
13 aren OS centiaren, gelegen in
de gemeenten Goes, 's HeerAbtskerke, 's Heer-
Arendskerke, Ovezand, Oudelande, Nisse, Brie
wegen, Hoedekenskerke en Schore.
Inlichtingen omtrent de conditiën van ver
pachting kunnen verkregen worden tot den
21 Augustus 1872, ten Kantore van den Rent
meester A. BE VIER BB EO U W te Goes.