BUITENLAND. GEMENGDE BERIGTEN. op Dingsdag den 30 Julij 1872, Het welslagen der harddraverij en ringrjjderij is voor een deel te danken aan de goede zor gen van de commissarissen uit Kloetinge en Walcheren, de heeren Jeronimus, de Groot en Timmermans. Jammer dat de politie op som mige punten zeer slecht de orde handhaafde, waardoor enkele onaangenaamheden den com missarissen werden bezorgd. Blijkens publicatie zijn 2 agenten tijdelijk geschorst. Die maat regel wordt algemeen goedgekeurd. Voor en na den wedstrijd had een inderdaad prachtige optogt plaats, bestaande uitcommis sarissen te paard en te voet, eene draagbaar met de prijzen, de harmonie, de harddravers, staatsie-koets met 5 jonge dames, getrokken door 4 paarden, de helft der ringrijders, een rijtuig met het hoofdbestuur, de andere helft der ringrijders, het muziekcorps van het 3e regement en weder een paar commissarissen te paard. De reünie des avonds ten acht ure in de sociëteit van Ongenuchten vrij" was druk be zocht en zeer geanimeerd. Daar had ook de uitreiking der prijzen plaats door de 5 jonge dames en werden hartelijke toespraken gehouden. De illuminatie in den tuin was smaakvol. Het geheel kan als gunstig geslaagd worden geacht. Natuurlijk dat bij zulk een volksfeest hier en daar wel eens eene kleinigheid hapert, maar de bestuurders en commissarissen ver dienen allen lof voor de vervulling hunner gansch niet gemakkelijke taak. (Per telegraaf.) De uitslag van de verkie zing voor een lid der Ilde kamer te Rotter dam is als volgt: Geldige stemmen uitgebragt 1229. Volstrekte meerderheid 615. Gekozen: de heer O. van Rees met 884 stemmen. Op jhr. mr. van den Berch van Heemstede waren 383 stemmen uitgebragt. Te Deventer waren uitgebragt 1033 stem men. Gekozen de heer mr. P. Blussé van Oud Alblas met 688 st. mr. W. Schimmelpenninck had 113, mr. A. Schimmelpenninck 199 stemmen. Uit Middelburg schrijft men van 29 Julij. Met genoegen vernemen wij, dat aan de ver zameling van oud- en merkwaardigheden op de oudheidskamer ten raadhuize een belangrijk geschenk is ten deel gevallen van wege de erfgenamen van wijlen vrouwe Evertsendou airière jhr. mr. de Jonge van Campens Nieuwland te 's Gravennage. Het bestaat uit eenige por tretten in olieverw van de beroemde zeehelden uit het geslacht der Evertsen en enkele andere voorwerpen, van hen afkomstig. Reeds vroeger ontving die verzameling van de overledene een prachtigen gouden halsketting met medaille en een zilveren drinkschaal, mede aan die zeehel den toebehoord hebbende. (N. M. Ct Men leest in de Vlissingsche Courant het volgende: »De spoorweglijn MiddelburgVlis- singen wordt met 1 Augustus niet geopend. Wanneer nu de lang verbeide opening zal plaats hebben, blijft onzeker. Dat reeds nu besloten zou zijn door de exploitatie-maatschappij om tot het aanstaande voorjaar met de opening te wachten, kunnen we bepaald tegenspreken. Voorloopig is de in-werking-stelling der lijn slechts verschoven tot in den loop van Septem ber. Daarmee willen we echter de mogelijkheid niet tegenspreken dat ook September Vlissin- gen zal teleurstellen, 't Is integendeel te vree zen. dat, als de exploitatie-maatschappij niet eenige van hare voorwaarden tot in-werking- stelling loslaat, ook nog in den volgenden win ter de lijn ongebruikt en renteloos zal blijven liggen. De hoogeschool te Leiden werd 28 July door een zwaar verlies getroffen. De hoogleeraar in de faculteit der wis en natuurkunde dr. F. Kaiser is, na eene langdurige ongesteldheid, in den ouderdom van 64 jaren overleden. Het onderzoek in de zaak van den ln luite nant plaatselijken adjudant Keyzer is afgeloopen. Het gold de vraag: of de woorden door ge noemden officier in zijn Open brief aan den heer van Sypesteyn' den majoor Tergau op bl. 6 en 7 in den mond gelegd, waarheid behels den, daar genoemde hoofdofficier daartegen in eene aanklagt was opgekomen. Na een naauwkeurig onderzoek, dat dagen achtereen heeft geduurd, werd door den Raad tot de stemming over de eerste vraag overge gaan, luidende aldus: »ls de beklaagde schul dig aan het hem ten laste gelegde feit?" Die vraag werd met algemeene stemmen ontkennend beantwoord, zoodat de le luitenant Keyzer vrijgesproken werd en de stemming over de andere vragen van zelf verviel, omdat dit over bodig was. Uit dit onderzoek en uit deze uitspraak blijkt dus, dat het afvragen van den bekenden brief aan het Dagblad door den ln luitenant Keyzer wel degelijk heeft plaats gehad op aanraden van den bovengencemden hoofdofficier, onder herhaalde verklaring dat daaruit geen kwaad kon ontstaan. Op de thans geëindigde verkooping van fok- paarden te Middle-Park, in Engeland, hebben de volgende paarden de daarbij vermelde prij zen gegolden: Blair-Athol156,000; Gladia- teur, ƒ90,000; Breadalbane, f 80,000. De merrie Seclusionmoeder van het bekende paard Hermit werd met .ƒ35,000 betaald. De twaalf hengsten bragten te zamen ƒ433,000 op. De geheele verkooping, merriën en veulens medegerekend bereikte het cijfer van ƒ1,275,000. De Bread albane is voor Duitschland aangekochtde Blair-Athol en Gladiateur blijven in Engeland. Ten einde heden het restant raadsverslag in zijn geheel te kunnen opnemenhebben het wij bui- tenlandsch overzigt tot ons volgend nummer uit gesteld. Onlangs deelde de burgemeester van zekere gemeente den heeren wethouders mede, dat meester om een blinde kaart van Nederland voor zijn school gevraagd had." Wethouder A. wilde eerst weten wat een blinde kaart was. Wethouders B. hielp hem uit den droom. „Een blinde kaart is een kaart, waar niks op staat 1" waarop A. adviseerde„Nou, dan weet ik goeden raad, laat dan Hein de verwer die ouwe kaart, die in de school hangt, maar met wit papier beplakken, dan zijn we goedkoop klaar." En ook denzulken is, in gemeen ten beneden de 3000 zielen, het toezigt op 't onderwijs toevertrouwdHet gebeurt dikwerf, vooral op warme dagen, dat reizigers in de spoorwagens inslapende, het station hunner bestemming voorbijrijden. In Amerika heeft men daartegen een zeer eenvoudig middel van voorzorg. De reiziger, die lust gevoelt tot slapen, hangt boven zijn hoofd een kaartje, het station aan wijzende werwaarts hij zich begeeft. De conducteurs behoeven dan den slapende niet telkens te storen, maar letten alleen op het kaartje, om hem aan het aangewezen station te wekken. Dat is inderdaad zoo eenvoudig mogelijk. 't Handelsblad meldt uit As sen, dat, tengevolge van de felle hitte, Zondagmor- fen jl. slechts enkelen zich naar de kerk begaven en at er des middags geen kerkgang plaats had. Bij deze uiterst belangrijke mededeeiing en uit „betrouw bare" bron, voegen wij, zegt de Asser Ct. nog, dat twee pas getrouwde buurvrouwen op denzelfden dag elkan der, van wege de hitte, voor half vijf niet hebben toe gesproken; dat een nog krachtig weduwenaar, voor 'teerst in zijn leven, van Zaturdag- op Zondagnacht, zonder slaapmuts sliep, 't welk hij zonder blikken of blozen overal in de buurt vertelde, en dat hij den ganschen Zondagvoormiddag zijn bloote voeten door een gat in den muur ('t welk voor de kippen was ge maakt) in een donkeren togtigen gang stalr. Er zal een nieuw democratisch blad uitkomen: „Het vrije volk," met drie redacteurs en tegen /3 in 'tjaar te bestellen. Te Meppel heeft eene vrouw, die met haar jongste op den arm wandelde, in 't water het lijk ont dekt van haar 5jarig zoontje, dat, meende zij, zich goed en wel bij zijne tante bevondIn het Dagblad komt een „edel menschenredder" zich beklagen, dat de maat schappij tot redding van drenkelingen liem niet vol doende heeft beloond Het anderhalfjarig zoontje van eenen verwer te Deventer heeft zich nagenoeg vergif tigd door een kopje met terpentijn leeg te drinken. Een elf-jarige knaap te Lorient, in Frankrijk, is in de vorige week op jammerlijke wijze om het leven ge komen. Toen hij, in gezelschap van eenige andere kna pen, tijdens het opkomen der zee, bij den dijk van Kerotna, baadde, werd hij door den stroom mede ge sleept naar de sluis van een waterkom, die zich daar in de nabijheid bevindt. Het ongeluk wilde, dat de deur der sluis juist toeging op het oogenblik dat de knaap door de opening dreef en hij met zijn regter been werd vastgeklemd. Op zijn hulpgeroep en aat zijner makkers, kwamen onderscheidene personen toeschieten, waaronder ook eenige zeelieden, die dadelijk alles aan wendden om den knaap uit zijn gevaarlijken toestand te bevrijden. De aandrang van het meer en meer was sende water was echter zoo sterk, dat al hunne po gingen niets mogten baten. Men hield het hoofd van den ongelukkigen knaap wel zoo lang mogelijk boven water, maar de zee wies nog steeds en bleef wassen, tot dat het water eindelijk zijn hoofd overstelpte en hij onder de oogen der toeschouwers, waaronder zich ook zijne van wanhoop bijna krankzinnige moeder be vond, verdronk. OPENBARE VERGADERING "V AN DEN RAVE» der dEMEEVTIü O E S, des avonds ten 7§ ure. Vervolg. VI. Alsnu wordt gelezen een adres, namens de heeren K. en H. L. Enthoveu te 's Hage ingediend, om hun toe te staan de cijns en erfpacht van den grond der voormalige fabriek Zuid-Beveland, tegen penning XX der jaarlijksche som, aftekoopen. Burg. en weth. preadviseeren tot inwilliging van het verzoek en wel om de adressanten te vergunnen de erfpacht aftekoopen voor de som van 1860, onder voorwaarde dat van de loopende cijns en erf pachtsom bovendien zal moeten voldaan worden zoo veel twaalfde gedeelten, als er maanden verstreken zijn (gedeelten voor geheelen gerekend) op het tijd stip, dat de acte van afkoop verleden wordt. De heer den Boer vraagt of de gemeente geene schade zal lijden. De Voorzitter antwoordt, dat de te betalen som het kapitaal is, waarvan de jaarlijksche canon de rente vertegenwoordigt. De heer den Boer verklaart zich dan met het voor stel te vereenigen. Dit wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VII. Vervolgens is aan de orde het betoog van den schoolopziener tot aanstelling van een 3en hulp onderwijzer aan de school der 3e klasse, door burg. en weth. als voorstel bij den raad in behandeling gebragt, doch op verzoek van den heer dr. Callenfels verzonden aan de plaatselijke schoolcommissie om advies. Dit advies wordt gelezen, strekkende „om bij den gemeenteraad op het aanstellen van een derden hulp onderwijzer aan de openbare school 3e klasse aan te dringen.'' De Voorzitter zegt, dat burg. en weth. zich met dit advies vereenigen en te meer bij hun voorstel persisteren. De heer dr. Callenfels zegt: „ik denk mijne stem niet te geven aan dit voorstel en wel om twee re denen. 1°) Het finantieel belang der gemeente. Er wordt zooveel voor het onderwijs uitgegeven, dat men schroomt, om nog meer toe te staan. Maar 2°) is het voorstel in strijd met art. 18 der wet op het lager onderwijs. Dit artikel zegt, hoeveel hulponder wijzers er zijn moeten en boven dat getal mag men niet gaan." De heer Fransen van de Fut te verklaart, dat de bestrijding van het voorstel door den heer Callenfels hem ten hoogste bevreemdt. Op diens verzoek heeft het renvooi aan de schoolcommissie plaats gehad. Nu die commissie op de aanneming aandringt, mogt men veronderstellen, dat de heer Callenfels er voor zou zijn, daar het finantieel belang vroeger even zoo goed als nu bestond. En wat art. 18 der wet be treft: dit eisclit het daarin vermeld personeel bij het opgenoemde getal leerlingen, doch laat aan de pru dentie van den raad over om meerdere hulponder wijzers aan te stellen. Wat is nu het geval? Naar het gevoelen van den schoolopziener moet er vermeerde ring van onderwijzend personeel plaats hebben. Het daartoe strekkend betoog was volgens het oordeel van den heer Callenfels niet genoeg geadstrueerd, en werd op zijn verzoek verzonden naar de schoolcommissie. Deze ondersteunt de aanstelling van een 3n hulpon derwijzer en nu verklaart de heer Callenfels zich te gen, zonder eenig nieuw argument. Dat is eene ver rassing, die spr. niet kan begrijpen. Toen hij het advies der commissie las, dacht hij dadelijk dat de heer Callenfels zou voorstemmen. Hij begrijpt de logica van dien heer niet. De heer dr. Callenfels verklaart de logica van den heer Fransen van de Putte niet te begrijpen. Burg. en weth. doen een voorstel tot het benoemen van een derden hulponderwijzer. Spreker heeft niet gezegd, dat hij zijne stem afhankelijk zou maken van het advies der schoolcommissie, maar hij wilde een ligchaam raadplegen, dat in de gemeente aanwezig was, om daardoor meerder licht te erlangen, maar daarom be hoeft men het advies van dat ligchaam nog niet aan te nemen. Spr. wilde het advies van dat lig chaam inwinnen, om meer licht te hebben en onder steuning van het verzoek des schoolopzieners, anders niet. En art. 18 der wet dit is imperatief; er staat: wordt en men mag dus geen meerder perso neel aanstellen, als daarin staat uitgedrukt. Op verzoek van den Voorzitter leest de Secretaris art. 18 der wet op het lager onderwijs luidende: „Wanueer het getal leerlingen op eene school meer dan zeventig bedraagt, wordt de hoofdonder wijzer bijgestaan door een kweekeling, meer dan honderd door een hulponderwijzer, meer dan honderd vijftig door een hulponderwijzer en een kweekeling. Boven dit getal wordt hij telkens voor vijftig leer lingen door een kweekeling en voor honderd leerlin gen door een hulponderwijzer bijgestaan." De Secretaris geeft de inlichting, dat uit de gewis selde stukken bij de behandeling der wet [Mem. van Toel. van 1857 en voorl Verslaggenoegzaam blijkt, dat de cijfers in dit art. genoemd een minimum van hulppersoneel vaststellen, 't welk in de school aan wezig moet zijn en waar beueden men niet mag gaan. Daarbij is er eene ministeriele missive [van 16 Junij 1860 n<> 174), na raadpleging van de vergade ring van inspecteurs uitgevaardigd, waarin gezegd wordt, dat in vele omstandigheden het belang van het onderwijs vermeerdering van het personeel gevor derd wordt, en dit te meer, omdat bij de toepassing van art. 18 het gemiddeld getal leerlingen in aan merking komt, welk getal in den winter doorgaans niet weinig overtroffen wordt. De Voorzitter zegt daarop: „wanneer men nu heeft

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 2