1872. N°. 90. Donderdag 1 Augustus. 59ste jaargang.
VERKIEZING.
van liet Gemeente-bestuur.
Aangifte van ziek Vee.
VERLOFGANGERS.
EEN MISLUKT PROTEST!
Advertentiën voor dit blad worden voor ROTTERDAM aangenomen door het algemeen advertentie-bureau van NIJG 11 V. DITMAR, Wijnstraat Rotterdam.
Voor DUITSCHLAND door de heeren HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór twee uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezondenwenseht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
GOESSCHE «Sfi COllANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag. Woensdag
en Vkijdag avonduitgezonderd op feestdagen
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 10 e. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1—8 regels 1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20 e.
BEKENDMAKING
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
van het stembureau voor de verkiezing van een lid van
den gemeenteraad, bij herstemming, ten gevolge van
vermeerderde bevolking, ontvangen hebbende de pro
cessen-verbaal van inlevering en opening der stembrief
jes voor gemelde verkiezing, waaruit blijkt dat ver
kozen is ae heer W. F. BUSING met 142 stemmen;
brengen ter openbare kennis dat afschriften dier pro
cessen-verbaal op heden ter gewone plaatse zijn aan
geplakt en ter secretarie der gemeente voor een ieder
ter inzage nedergelegd, alwaar zij kunnen geraadpleegd
worden op eiken werkdag tusschen des voormiddags 9
en des namiddags 2 ure.
Goes, den 30 Julij 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
De BURGEMEESTER van GOES, ontvangen heb
bende eene circulaire van Heeren Gedeputeerde Staten
van Zeeland, dd. 19 Julij jl. no. 9. (Prov. blad no. 63),
dat het mond- en klaauwzeer zich, voornamelijk bij
het rundvee, reeds vrij algemeen in de provincie heeft
feopenbaard, en bij voortdurende verbreiding, den vee-
ouder met aanmerkelijke schade bedreigt:
Herinnert de houders en hoeders van vee in deze
femeente aan de artikelen 13 en 14 der wet van 20
ulij 1870 (Stbl. no. 131) luidende-.
ARTIKEL 13,
Wanneer zich bij eenig stuk vee verschijnselen van
eene besmettelijke ziekte openbaren, is de houder of
hoeder verpligt daarvan onmiddelijk kennis te geven
aan den Burgemeester der Gemeente, waar het vee zich
bevindt.
ARTIKEL 14.
Een stuk vee, dat verschijnselen eener besmettelijke
ziekte vertoont, moet onmiddelijk door den eigenaar,
houder of hoeder van het overige vee worden verwij
derd en zoolang afgezonderd gehouden worden, tot
daaromtrent door den Burgemeester, in overleg met
den districts veearts of, bij afwezigheid van dezen en van
een districts-veearts-plaatsvervanger, in spoed eischende
fevallen met eenen geëxamineerden veearts, overeen-
omstig de bepalingen der wet zal beslist zijn;
terwijl tegen de overtreding dezer artikelen bij de
zelfde wet ae volgende straffen zijn bedreigd -.
Bij nalatigheid in het doen van aangifte eene boete
van/25,tot ƒ75.
Bij niet afzondering van het zieke vee eene boete
van 25.tot ƒ100,en gevangenisstraf van ééne
maand tot een jaar, te zarnen of afzonderlijk.
Goes, den 30 Julij 1872.
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
OPROEPING
van
De BURGEMEESTER van GOES, gezien hebbende de
circulaire van den heer commissaris des konings in
deze provincie van den lOden dezer A no. 3778, 3de
afdeeling (prov. blad no. 60,) volgens welke, ten ge
volge van ae door Z. M. den koning gegevene bevelen,
de miliciens verlofgangers der ligting 1868 en 1869,
behoorende tot het regement grenadiers en jagers en
het 3de en 4de regement infanterie, in den wapenhandel
zullen geoefend worden.
Geeft daarvan de belanghebbenden kennis en roept op
lo, Cornells Jobse.
Nicolaas Verrijk en
Johannes Maria Joseph,
behoorende tot het regement grenadiers en jagers, om
tegenwooidig te zijn in de Abdij te Middelburg op
Maandag den 13 Augustus naslaande
des avonds ten acht ure, en
2o, Marinus de Fouw.
Johannes Scheele.
Marinus Goossen.
Abraham Mozes Emanuel.
Piefer Nieuiversteeg.
Lauris de Klerk.
Adriaan de I)reu.
Jan Mulder.
Petrus Joseph Hopmans.
Gerrit Harms Ossel.
Cornells Allart.
Adriaan Verburg.
Christiaan Iiorstanje.
Marinus Franciscus van der Raaf.
Adriaan Verberkrnoes.
B er nardus de Jonge.
Hendrik Blanker.
Jacob de Dreu.
Janes Belney
en Johan van der Linde,
behoorende tot het 3de regement infanterie, om tegen
woordig te zijn in de koopmansbeurs te Middelburg
op Dingsdagden 13 Augustus aanstaande,
des voormiddags ten 11 ure.
Wordende de verlofgangers indachtig gemaakt: dat
hij, die niet aan de oproeping voldoet, als deserteur
wordt behandeld, en dat hij, die niet op den bestem
den tijd onder de wapenen komt of niet voortdurend
aan de oefening deelneemt, of wel achterlijk blijft in
het aanleeren van den wapenhandel, zooveei langer on
der de wapenen zal worden gehouden als de komman-
dant noodig acht.
Goes, den 30 Julij 1872.
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN
NAAR AANLEIDING VAN
Het zal wel geen betoog behoeven, dat wij
met een gevoel van vreugde ons ter neder
zetten om met een paar woorden den triomf
te vermelden door de partij van het gezond
verstand gisteren bij de stembus behaald.
Lang dubiëerden de kansen, nu eens voor
dezen dan voor genen der 2 die in herstemming
waren, tot eindelijk het verblijdend resultaat
was, dat de lieer IF. F. Busing 142, de lieer
Vervenne 134 stemmen hadden bekomen, ter
wijl 7 biljetten in blanco waren.
Wij twijfelen er niet aan of de kiezers
zullen zich over hunne keuze niet beklagen.
Wij verwachten niet anders dan dat de lieer
Busing ijverig op zijn post en een trouwe
waker zal zijn voor de belangen der gemeente,
die de belangen van ons allen zijn.
Van groote beteekenis is deze verkiezing
in dezen tijd. Wij beschouwen haar als een
verblijdend bewijs, dat onze burgerij zich bij
de verkiezingen gaat vrijmaken van den ker
kelijk dweepachtigen invloed, waaronder velen
in de gemeente waren geraakt, en dat men
weder gaat letten op datgene waarop het al
leen aankomt: dat onze raadsleden mannen
zijndie de noodige bekwaamheid bezitten
voor de taak die op hen rust.
Wij wenschen onze burgerij geluk met
dezen uitslag en hopen dat men met vasten
tred op den nu weder ingeslagen weg zal
voortgaan.
En hiermede zouden wij gaarne ons arti
kel eindigen, ware het niet, dat wij als 't
ware gedwongen zijn, door het strooibiljet der
Nieuwe Goessche Cl., om ons artikel van jl.
Zaturdag nader te staven.
In dat strooibiljet wordt in de eerste plaats
beweerd, dat het onwaar zou zijn, dat de heer
Vervenne zijn lidmaatschap heeft opgezegd bij
«steunende op den bijbel" omdat er een
Roomsch kandidaat was gesteld. Neen zegt
de N. G. Cl. die Roomsche. kandidaat was
slechts aanbevolen. Als er werkelijk nog ver
schil is tusschen een kandidaat stellen en
een kandidaat aanbevelen, en als dit laatste
minder erg is dan bet eerste, wel, dan krijgt
de handeling van den heer Vervenne nog groo-
ter beteekenis, want dan duldde hij zelfs
niet de geringste inbreuk op het orthodox-pro-
testantsche beginsel van «Steunende op den
bijbel", en was eene aanbeveling van een
Roomsche reeds te veel voor hem
Trouwens de heer Vervenne heeft het zelf
in de courant geadverteerd, dat hij geen lid
meer wilde zijn van «Steunende", omdat
die vereeniging van haar beginsel afweek door
kandidaten te stellen luiten hare rigting. Die
kandidaten waren mr. Hanlo en de heer
PaardekooperDe laatste omdat beweerd werd
dat hij liberaal was, de eerste omdat hij
Roomsch was.
Wat de tegenspraak betreft op onze be
wering dat de leden van «Steunende" geen
Roomschen kandidaat meer zullen stemmen,
merken wij alleen pp, dat die tegenspraak
uitgaat vau de Nieuwe G. Cf. en niet van
de vereenig. zelve. Wij houden dan ook
onze bewering vol en voegen er bij, dat
wanneer bij herstemming, de kandidaat van
Steunende niet in aanmerking komt, en b. v.
herstemd moet worden tusschen een liberaal
en een Roomsche, de leden van «Steunende"
zich dan onthouden zullen van de stemming.
Zij zouden dus den liberaal niet stemmen
maar ook niet den Roomsche!
Maar wij hebben ons niet beroepen op
confidenties van leden dier vereeng.; wij
hebben ons beroepen op een paar artikelen
van het Christelijk Volksblad, geteekend door
den redacteur, den schoonzoon van den heer
Vervenne, ds. N. de Jonge.
En liever hadden wij die artikelen, zoo
opregt maar tevens zoo vinnig tegen de ver
kiezing van anderen dan orthodox-protestan
ten, niet opgenomen, gelijk wij ze dan ook
niet vóór de verkiezing hebben willen meê-
deelen.
Indien er toch sprake is van aankweeken
van religie-haat, dan moeten zeker zulke
artikelen er toe bijdragen.
In zijn no. van 4 Mei jl. zegt ds. de Jonge
in de eerste plaats het volgende over de
conservatieven
,,'t Is belangrijk en ergerlijk, maar tevenS treurig om
te zien hoe de conservatieve bladen hun best doen
om hun stuk vast te houden ook na de Aprilfeesten.
Zij hebben den moed niet om openlijk tegen de schan
delijke tooneelen die de jesuiten hebben gespeeld op
te komen want de conservatieven kunnen de ultra-
montanen niet missen,
Ddt is de kanker der conservatieve rigting dat ze
om zooveel mogelijk vrede te houden, tusschen de
klippen tracht door te zeilen, en den moed niet heeft
om openlijk partij te kiezen.''
Ons hoofdbezwaar tegen de conservatieven is dat ze,
beginselloos handelende, uit kansberekening .zich laten
meeslepen door heel en half-liberal en en ■ultramontanen. 1)
Bijvoorbeeld. Er moet een afgevaardigde worden
gekozen voor de Tweede Kamer, of voor de Provin
ciale Staten, of voor den Gemeenteraad. Wat dóet
dan in den regel de conservatieve partij? Dan zoekt
ze eerst of ze niet iemand kan vinden van haar eigen
kleur, dat wil zeggen iemand die niet liberaal maar
ook geen Christen is.
„Menigmaal kiest en steunt de conservatieve partij
een Roomschen candidaat, een echten jezuit, niet omdat
1) Wij onderschrappen.