1872. N°. 88. Zaturdag 27 Julij. 59ste jaargang, Na de stemming, vóór de herstemming. uoïssiiii: De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vkijdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. courant. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1—8 regels h J1, Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 c. De jongst gehouden verkiezing heeft tot resultaat gehad, dat nir. BelBaere tot lid van onzen raad is gekozen. Dien uitslag hadden wij verwacht en in zoover doet ons deze verkiezing genoegen omdat wij nieenen den heer BelBaere onder de voorstanders van het openbaar onderwijs te mogen rangschikken en omdat wij, om ver schillende redenen, van hem niets anders verwachten, dan dat ook hij de toekomst dei- volken in hunne ontwikkeling ziet. Intussclien hebben wij mr. DelBaere niet aanbevolen, niet zoozeer omdat wij zijne handeling in de zaak van den heer Smart te overijld achten, dan wel omdat wij in onze raadsleden ook kennis van Goessche toestanden noodig achten, en wij die kennis niet genoeg zaam aanwezig kunnen veronderstellen bij iemand van wien het de vraag is of hij vol doet aan de letter van art. 17 der gemeentewet. Dat artikel schijnt eenigzins te willen vooiv; komen, dat in den raad worden gekozen zij, die geen voldoende kennis van de gemeente- aangelegenheden hebben. Althans lezen wij daarindat de benoemde moet overleggen „eene verklaring van den burgemeester, ge tuigende, dat de verkozene, gedurende het wlaatste aan zijne verkiezing voorafgaande jaar (,zijne woonplaats binnen de gemeente heeft „gehad." Beduidt deze alinea nu, dat als men op 10 Julij 1872 wordt verkozen, het voldoende is dat men op 16 Julij 1871 inwoner der gemeente was? Of beduidt zij, dat de verkozene, gedurende het jaar aan zijne verkiezing voorafgaande, dus, als hij in 1872 gekozen wordt, reeds gedurende het gansche jaar 1871, inwoner moet zijn ge weest Men heeft ons gezegd, dat deze laatste op vatting niet de juiste is, maar in dat geval vragen wij, waarom staat dan niet eenvoudig in de wetdat de verkozene, op het tijdstip zijner verkiezing, reeds een jaar inwoner der gemeente moet zijn? Dit zou wel zoo duide lijk zijn. Wij zullen hierover niet verder uitweiden. Het komt ons voor, dat wij in den heer Bel Baere een raadslid zullen vinden, die niet loopt aa.n den leiband van den aanvoerder der oppositie en dit is reeds een stap voor uit. Zijne daden moeten wij overigens af wachten. Aller aandacht is nu gespannen op de her stemming, die tusschen de heeren Vervenne en Busing moet plaats hebben, Reeds bij vroegere gelegenheden hebben wij de verkiezing van den heer Vervenne ontraden. Wij ontkennen niet, dat sints dien tijd ons oordeel over dien heer eenige wijziging heeft ondergaan; maar het is juist deze wijziging, die ons hem nog minder dan vroeger wen- schelijk doet achten. Bijzondere bekwaamheden in den heer Ver venne zijn nimmer, zelfs niet door het scherp zinnigst oog, ontdekt, maar thans zou zijne verkiezing bovendien eene bepaald kerkelijke kleur hebben, en wel van eene in onze ge meente nieuwe beteekenis, want de verkiezing van den heer Vervenne zou eene beteekenis hebben tegen de Boomschen\ Vroeger was de heer Vervenne lid derVer- eeniging „Steunende op den bijbel." Verleden jaar echter heeft de heer Vervenne met eenige anderen zijn lidmaatschap opgezegd, omdat die Vereeniging van haar beginsel afweek door het stellen van een Boomschen kandidaat. Aan deze handeling van den heer Vervenne is eenig karakter niet te ontzeggen, maar het is juist dat karakter, dat ons te minder vrede met hem doet hebben. De Vereeniging //Steunende enz." toch is thans tot haar vroeger standpunt teruggekeerd en heeft besloten, zelfs bij herstemming, geen Boomschen kandidaat meer te stemmen En daar zij nu juist den heer Vervenne kandidaat stelt, den man, die de Vereeniging verliet omdat het orthodox-protestansche beginsel niet uit sluitend omhoog werd gehouden, zoo kan men de kandidatuur van dezen heer niet anders dan als eene anti-Roomsche kandidatuur be schouwen en dat is de oorzaak, dat wij nu nog minder dan vroeger den heer Vervenne wenschen. Zijn optreden toch als kandidaat voor die Vereeniging, is het bewijs dat aan zijn bezwaar is tegemoet gekomen, gelijk dan trouwens ook volkomen is gebleken, uit een paar artikelen in het Christelijk Volksblad, waarin de Vereeniging //Steunende" lof wordt toegezwaaid voor hare houding en voor haar besluit om voortaan geene Roomschen meer te kiezen. En 't kan wel niet andérs. Het is het nood lottig gevolg van kiesvereenigingen met eene bepaald kerkelijke kleur. Zij die dan ook in onze gemeente het eerst begonnen zijn het kerkgeloof door de verkiezingen te haspelen en daartoe vereenigingen hebben opgerigt, zijn oorzaak dat men, wil men althans een con sequent karakter vertoonen, niet anders han delen kan. Die consequentie nu juichen wij tot zekere hoogte toe. Zoo men eene partij vormt, komt geen transigeren met de beginselen dier partij te pas. Maar 't zal wel geen betoog behoeven, dat wij om den wille der consequentie, nog niet het beginsel zelf eener zoodanige vereeniging goedkeuren. En dat wij de kandidatuur van eenigen persoon o/^raden wanneer zij tegen eenig kerk genootschap beteekenis heeft, zal wel duidelijk zijn, wijl de rigting die wij uit overtuiging voorstaanniet duldt dat iemand om zijn geloof zou worden uitgesloten. De verkiezing van den heer Vervenne zou voor al moeijelijk zijn voor onze katholieke kiezers. Het standpunt toch, thans door de vereeniging „steunende op den bijbel" aangenomen, maakt het voor de roomschen onmogelijk eenig kan didaat dier vereeniging te stemmen. Bovendien heeft reeds het kleine getal stem men door den heer Wiecking op zich vereenigd, (die toen hij vroeger zich voorstander van het openbaar onderwijs had verklaard, van de zijde der liberalen 140 stemmen verkreeg) het bewijs geleverddat de roomschen ook niet kunnen rekenen op den steun der con servatieven, zoodat zij voortaan met hun ei genen kandidaat alleen zullen staan tenzij zij iemand stellen met wien de Vereeniging „Gemeentebelang" zich vereenigen kan. Ook moet het voor de leden der Roomsche kiesvereeng. ontmoedigend zijn, dat hun hoofd zich thans buiten de gemeente bevindt, en voor de gewigtige aangelegenheid die het hier geldt, niet eens een paar dagen van zijn va- cantie-genot schijnt te kunnen opofferen. Wij achten ons gelukkig als liberalen ten opzigte van de kerkgenootschappen op een vrij standpunt te staan. Geef ons een bekwaam man; hij zij Roomsch, Protestant of Israëliet, zoo hij slechts eerlijk, bekwaam, en voorstander is van het openbaar onderwijs, dan kunnen wij hem steunen en stemmen. En 't ware te wenschen dat ieder in onze gemeente zich op zulk een vrij standpunt plaatste bij het beoordeelen van de 2 kandi daten, tusschen wie bij de herstemming op a. s. Maandag moet gekozen worden. Wij kunnen intusschen in dat opzigt op een gunstig verschijnsel wijzen: De houding der vereeniging Gemeentebelanglevert het bewijs, dat zij is opgetreden om zich vrij te bewegen van elke godsdienstige of kerkelijke partij. Die vereeng. stelt zich ten doel de verschil lende partijen op te lossen in één harmonisch geheel, dat het belang der gemeente op den voor grond stelt, zonder te vragen naar geloof of politieke rigting. Geen wonder dat wij die rig ting in gemeente-aangelegenheden van harte toejuichen en gaarne den kandidaat dier ver eeng. steunen. Die vereeng. toch vraagt alleen, is onze kandidaat een eerlijk en bekwaam man, ge schikt voor de taak die op hem zal rusten? Kan hij spreken op zijn tijd om eenige zaak toe te lichten, te verdedigen of te bestrijden. Zij heeft, na die vragen, hare keuze gevestigd op den heer Busing. En waarlijk als wij den heer Vervenne met den heer Busing vergelijken dan moet de schaal wel in het voordeel van den laatste overslaan Terwijl we toch van den heer Vervenne niets anders weten en verwachten kunnen dan dat hii eene waardige plaats naast de heeren den Boer, Nortier en (luist zal innemen, kennen wij den heer Busing als een zelfstan dig man, die eene eigene overtuiging zal heb ben en die zijne denkbeelden op flinke wijze zal weten voor te dragen. De gemeente heeft in den raad reeds ge noeg stern-machinesdie eigenlijk niets uit voeren. Kan het raadzaam zijn hun getal nog te vermeerderen Wat hebben wij aan die menschen, die daar slechts volgen kunnen waar de leider hen wil henen voeren? Zijn dat mannen die voor ons belang staan Niemand die het beweren zal. In tegenstelling daarvan achten wij de keuze van den heer Busing zeer gelukkig. Wie zal betwisten dat de heer Busing een eerlijkeen bekwaam een zelfstandig man is? Mr. BelBaere werd gekozen omdat hij een zelfstandig man wordt geacht. Zij die dus op mr. Bel Baere hebben gestemd, kunnen consequent ook op den heer Busing stemmen. Gerustelijk durven wij dan ook onze room sche kiezers aanraden zich bij de stemming op dien heer te vereenigen. Terwijl de heer Vervenne een kerkelijk, aan de roomschen tegenovergesteld uiterste ver tegenwoordigt, laat de heer Busing op gods dienstig gebied regt wedervaren aan elke rig ting. De heer Busing is vrij van eenig ante cedent. Hij zal dus eene onafhankelijke, eene goede plaats in ons raadscollegie kunnen ver vullen. Bovendien is de heer Busing bouwkundige, en terwijl men steeds regtsgeleerden en doc toren noodig acht, zal het bij het vele bouwen dat hier in de gemeente voorkomt, zeker niet ondoelmatig zijn, dat ook eens op dat gebied een deskundige worde gekozeu. Wij hopen dat de kiezers dit belang zullen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 1