BUITENLAND. sloten plaatsen staat het daarmede beter. Mo rellen zijn er in menigte, moerbeziën weinig, kersen zijn er veel geplukt. Doch gelukkig hij, die in het bezit is van een kersen-boom- gaard en daarvan de vruchten genietde meeste kersen toch gaan naar het buitenland en hier blijft tegen hooge prijzen slechts weinig ver krijgbaar. Boonen en erwten verschillende koolsoor ten, wortelen, uijen en meer andere producten laten nagenoeg niets te wenschen over, ter wijl de met moesgroenten als opgevulde schui ten van een ruime opbrengst getuigen. De seringen bloeiden dit jaar in April en thans dragen de dahlia's reeds bloemen; ook meer andere bloemgewassen zijn in bloei, waar voor anders Augustus of September de tijd is. Den 20 Junij 11. is te Helder weder een guldenstuk, met de beeldtenis van koning Willem III en het jaartal 1855 in omloop ge- bragt, dat bij onderzoek is gebleken valsch te zijn. Dezer dagen is in het Engelsche kanaal het te Cork te huis behoorende stoomschip Lap wing door de bark Abbey Holme aangezeild en daarop gezonken, waarbij schier alle opvarenden het leven verloren. Daaromtrent zijn thans eenige opmerkelijke bijzonderheden aan het licht gekomen door het verhaal van een stoker Mordel, een Portugees, die zijn leven redde uit die schipbreuk. Hieruit blijkt het navolgende Genoemde stoomboot werd aangezeild aan de zijde waar de eene reddingsboot hing, en de schoorsteen viel op de andere reddingsboot zoodat beiden niet te gebruiken waren. De kapitein van het ontredderde vaartuig riep de Abbey Holme aan om hulp, maar deze sloeg daarop geen acht. Op de Lapwing was nog een kleine boot, waarin de kapitein, een stuur man en zijne dochter, de timmerman en een paar matrozen hun toevlugt zochtenmaar Mor del, die zag dat het kleine vaartuig overladen was, bleef achter en zag het binnen een mi nuut plotseling zinken. Intusschen had Mordel om zijn midden een reddingsgordel vastgemaakt en dacht, dat hij alleen op het stoomschip was achtergebleven. De tweede machinist kwam echter te voorschijn en verzocht Mordel hem den gordel te geven. Daarop ontstond tusschen beiden een hevige worsteling, gedurende welke het schip zulk een geweldigen schok kreeg, dat de beide strijders in eikaars armen in zee stort ten. Te gelijkertijd zonk de Lapwing en de daardoor veroorzaakte zuiging sleepte de dren kelingen tot eene aanmerkelijke diepte onder water. Toen Mordel weer boven kwam, was er nog van het stoomschip, noch van de bark iets meer te zienhij had zijn reddingsgordel verloren en zwom nu omstreeks een uur rond totdat hij een baal katoen ontmoette, waarop hij ronddreef tot hij door een kolenschip werd opgenomen, dat hem ten laatste te Cork aan wal bragt. Dit verhaal bevat een zware be schuldiging van achteloosheid en onmensche- lijkheid tegen de Abbey Holme, daar Mordel stellig verklaart, dat de Lapwing eerst 20 mi nuten na de aanzeiling is gezonken, zoodat er ruim tijd voor de bark zou geweest zijn om hare booten tot hulp te strijken. Bij deze schipbreuk zijn ook de zeeloods Smit en zijne dochter uit Brielle omgekomen. De laatste zou voor uitspanning een reisje me demaken naar Liverpool. Eene moeder en zes kinderen zijn door dit verlies in groote droef heid en rouw gedompeld. Een telegram van het Britsch gezantschap te St. Petersburg meldt, dat de cholera zich in Ruslands hoofdstad heeft vertoond. De amb tenaren bij de Engelsche en Iersche havens hebben in last gekregen de noodige voorzorgs maatregelen te nemen en de reglementen be trekkelijk de quarantaine strikt in toepassing te brengen. Aan het mailnummer van de Locomotief van 4 Junij jl„ ontleenen wij het volgende: »Er zijn in de laatste dagen twee belang rijke besluiten in de Javasche Courant opge nomen het eene geeft regelen voor de kweek scholen van inlandsche onderwijzers, het andere ging zamen met de uitvaardiging van een nieuw wetboek van strafregt voor inlanders. Bij beide is, vreezen wij, te weinig rekening gehouden met bestaande toestanden. Het Djatti-Gesticht en de Samarangsche Spaar- en Beleenbank hebben beide hun jaar- lijkseh verslag uitgegeven. In Nederland moet het niet weinig verwondering wekken, dat de Spaarbank van de ƒ55.000 gekweekte rente ƒ14000 in één jaar heeft uitgegeven voor kos ten van beheer. Het Djatti-Gesticht beleefde in 1871 een zeldzaam voorspoedig jaar; het ontving ƒ18.231.30 aan giften, terwijl de uit gaven 13.327.23 bedroegen. De feesten te Djocja ter eere van den Kroon prins zijn geslaagd: de Kroonprins heeft daarbij zijn dank aan de regering, zijn sympathie voor den landverhuur en zijn deelneming in het lot zijner landgenooten betuigd. De Conrad aanvaart den 8en dezer de te rugreis naar Indië. Het ongeval dat de Prins van Oranje is overkomen die nu al haar schroef bladen verloren heeft, vermeerdert den lust om met de booten der maatschappij Nederland" te repatriëeren niet. Het is te hopen, dat de directie niets spare om een herhaling vau der gelijke voor reizigers alleronaangenaamste ge beurtenissen te voorkomen. BESTEDING. Op Vrijdag 2 Augustus, des morgens ten 10 ure, zal door het ministerie van binneni. zaken, aan het ge bouw van het prov. best. te Middelburg, worden aan besteed: het bouwen van eenen kaaimuur voor eene los- en ladingplaats bij het kanaal door Zuidbeveiand. De uit te voeren werken zijn: a. het ontgraven en opruimen der bestaande beschoeijing van de losplaats benoorden de brug en den Rijks grooten weg over gemeld kanaal; h. het maken eener houten fundering en het daarop metselen van eenen kaaimuur met de aanvulling van dienc. het aanbrengen eener bestor- ting van beton, ter beveiliging der fundering tegen den paalworm. De benoodigde bouwstoffen zijn; 150 stuks masten heipalen; 10,598 M3 onbekant regt dennenhout; 31,335 M3 vierk. bezaagd dennenhout; 66 M3 beton; 43,376 klinkerts in sterke ti'as; 189,322 M3 hardgraauw; 10 M3 Escauzijnsche steen; 300kilogr. gesmeed ijzer voor ankers, doken, enz.100 kilogr. gegoten ijzer voor bolders. Bestek no. 103: begroo ting /13.Ó50 Voltooijing op 3 maanden na aanvang; betaling in 3 termijnen; aanwijzing: den 6den en 4den dag voor de best. Inlichtingen bij den ingenieur van den waterstaat te Goes en bij den hootd-ingenieur van den waterstaat te Middelburg. Kerkelijlee Zaken. De Alg. Synode dhr Ned. Herv. Kerk benoemde twee leden voor de Synodale Commissie, den heer G. Mo lenkamp, predikant te Delft, en tot secundus den heer J. F. C. Kronenberg, predikant te Arnhemvoorts den heer mr. J. A. Jolles, oud-minister te 's Gravenhage, en tot diens secundus den heer mr. Schuurbeque Boeije te Zierikzee. Tot secundus van den secretaris werd benoemd de heer B. A. Overman, predikant te Hein- keDSzand. Het verzoek om afschaffing der tweede Christelijke feestdagen en van den Hemelvaartsdag vond bijde gansche vergadering geen de minste sympathie. Inte gendeel, sprak zij met den diepsten ernst eener innige overtuiging haar afkeurend oordeel over dat verzoek uit, als geheel in strijd met de Christelijke vrijheiden in strekking heilloos voor het Christelijk leven. Een der belangrijkste en moeijelijkste werkzaamhe den voor deze Synode is de regeling der kosten van bestuur der Ned. Herv. Kerk of de quotisatie. Ten vorigen jare was deze zaak ter eerster instantie behan deld; nu kwam zij ter afdoening ter tafel. Naar het gevoelen der vergadering, dient de oude verdeeling der gemeenten in vijf klassen, behouden te worden. Na langdurige beschouwingen werd nu finaal gear resteerd het Ontwerp van Reglement op de kosten voor het bestuur der Neaerlandscne Hervormde kerk. Het wordt nu aan de stemming der provinciale kerkbe sturen onderworpen, en kan, bij goedkeuring, in het begin des volgendenden jaars in werking treden. Het staatkundig nieuws op buitenlandsch ge bied is scliaarsch. Uit FranKrijk zijn weder berigten omtrent de belasting op de grondstoffen. Thiers blijft op de aanneming van het daartoe strekkend wetsontwerp aandringen. Reeds eenige weken achtereen bijna eiken dag hetzelfdeeerst stelde hij ze voor, daarna beval hij ze aan, daarop lichtte hij ze toe, vervolgens verdedigde hij ze, later noodigde hij de volksvertegenwoordigers dringend uit ze niet te verwerpen, nog later bad hij om de aanneming, eindelijk smeekte hij dat die belasting, waarmede hij dweept, niet verworpen mogt worden, ten slotte bezwoer hij de vergadering te doen wat hij verlangt, en hoogstwaarschijnlijk krijgt hij ook hiermede zjjnen zin. De kamer mag zich haasten, deed rij haar opmerken, want elke dag die verloren gaat, kost den lande millioenen. Geen wonder dus, dat hij in verbolgenheid geraakte toen hem bekend werd dat de regterzijde voornemens was de discussie over de grondstoffen-belasting tot na de vacantie te doen schorsen. Ofschoon nu bedoeld voorstel niet werd gedaan, was de toe leg der regterzijde blijkbaar uit de rede van den heer de Meauxen de onstuimige tooneelen, die de zitting van 17 July kenmerkten, wareu hiervan het gevolg. De commissie voor de begrooting van 1872 heeft het voorstel gedaan, om den Staat het monopolie te geven van het vervaardigen van lucifers, ten einde de inning der daarop ge legde belasting beter te verzekeren. Generaal Dejean, die, gelijk men zich her innert, na het vertrek van maarschalk Leboeuf naar het Rijnleger (26 Julij 1870) tot de op treding van generaal Palihao als minister van oorlog (9 Augustus) interimair met de porte feuille van dat departement is belast geweest, is Dingsdag jl. te Parijs, in den ouderdom van 65 jaren, overleden. Hij was onder de ministers Niel en Leboeuf, directeur der afdeeling geni aan genoemd departement en tot zijnen dood, evenals wijlen de maarschalk Vaillant, lid van het comité van fortificatiën. De krijgsraad te Lyon heeft de lieeren Cre- mer en de Serres schuldig verklaard aan de hun ten laste gelegde feiten betreffende het fusilleren van den heer Arbinet te Dijon, en ieder tot eene maand gevangenisstraf veroordeeld. Omtrent den stand der veldgewassen in Frankrijk, en meer bijzonder van de granen, komen van alle zijden zeer gunstige berigten in. »In de crisis, waarin wij in deze oogen- genblikken verkeeren (zegt het Journal des Débats) mogen de uitzigten, die de binnen- landsche oogst oplevert, als een bijzonderen zegen der Voorzienigheid worden aangemerkt. Die uitzigten toch kunnen niet anders dan een voordeeligen invloed uitoefenen op de gewigtige finantiële operatiën, waartoe eerst daags zal worden overgegaan. De tijdingen, welke men uit die streken van Europa ont vangt, waar gewoonlijk belangrijke uitvoeren van granen plaats hebben, openen insgelijks het uitzigt op de ruimst mogelijke oogsten. Uit Taganrog, Odessa, Sicilië, Italië, uit En geland en Duitschland, in één woord, van alle zijden worden buitengemeen overvloedige opbrengsten aangekondigd. Dit heeft dan ook reeds ten gevolge gehad, dat de graanprijzen op alle markten van het Europesche vaste land eene daling hebben ondergaan." Onwillekeurig komen ons, naar aanleiding van een telegram uit Spanje, de woorden in herinnering, eenmaal op dat land door Talley rand toegepast. Gelijk die diplomaat in Napo leon's oorlog met Spanje het begin zag van 's Keizers val, zoo mag men zich nu afvragen of de moordaanslag op Koning Amadeus en zijn gemalin gepleegd, waarvan in bovenge noemd telegram melding wordt gemaakt, niet evenzeer het begin is van het einde van het koningschap in Spanje. Maar toen Talleyrand zijn meening in bovenstaande woorden uitsprak, baseerde hij die meening op het edel gevoel van vaderlandsliefde der Spanjaarden, dat hen tot het uiterste in staat zou stellen om den overweldiger van hun geboortegrond te verja gen, thans echter vindt dit beweren zijn grond in den laagsten hartstogt, in een sluipmoord, in vorstenmoord. In den nacht van Donderdag op Vrijdag hebben een vijftal onverlaten op het rijtuig van HH. MM. geschoten, toen deze van den tuin van Buen Retiro terugkeerden; getroffen werden geen van beiden en algemeen is te Madrid de verontwaardiging over dezen laag- hartigen aanslagmaar die verontwaardiging toont wel dat het Spaansche volk nog niet alle gevoel van ridderlijk heeft afgeschud, vol strekt nietdat er niet onder zijndie het mislukken met leede oogen aanzien, al hadden ze dan ook al zelf den moed niet het euvel te bedrijven. Wat daarvan echter zij, 'tis zeker, dat Amadeus zich niet zeer prettig zal gevoelen en dat dit wel eens aanleiding kon wezen, om Spanje en zijn troon te verlaten, en weer te keeren naar de vaderljjke dreven, de anders ook tamelijk gistende oorden van Jalië. Luxemburg wordt thans overstroomd door jezuïten, die verpligt zijn Duitschland te ver laten. In verschillende plaatsen wordt hierte gen geprotesteerd. Onder anderen heeft de ge meenteraad van Diekirch geweigerd stedelijke gebouwen ter beschikking van een gezelschap jezuïten te stellen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 2