magtigden zijn van gevoelen dat Engeland al het mogelijke aanwendt om het tractaat in werking te doen treden. In hoeverre dat tractaat geldig blijven zal met uitzondering van de Alabama-kwestie, verondersteld dat de re geling daarvan mislukt, is nog twijfelachtig. Uit Hïew-YorK is 20 Junij geseind, dat naar 't gerucht wil, de Minister Fisch langs tele- graphisehen weg aan de Amerikaansche agen ten te Genève gelast heeft, zich niet te verzet ten tegen eene verdaging van de arbitrage. William Kelleher, een oude lersche deurwaar der, die reeds 25 jaren zijn ambt uitoefende, werd Vrijdag avond in het district Limerick vermoord, terwijl hij op weg was eenige dagvaar dingen rond te brengen. Men vond hem met den hals bijna afgesneden, door een stomp werktuig; hij leefde nog, doch stierf spoedig. De priester, die hem de laatste sacramenten toediende, verhaalde dat de man toen zijn be wustzijn bezat eu hem (den geestelijke) be kende, zelfmoord te hebben bedreven, hetgeen natuurlijk niet geloofd wordt, want er was geen werktuig bij den vermoorde te vinden geweest, en het is niet waarschijnlijk dat een man met een half afgesneden hals een aantal mijlen van zijne woning verwijderd gevonden wordt nadat hij getracht heeft zelfmoord te begaan. In hetzelfde district werd een moord gepleegd van anderen aard. Zekere heer Quin, een man van aanzienlijke middelen, haalde de vrouw van kapt. Graitli over met hem te vlugten. De kapitein, dit vernemende, vervolgde het paar, haalde het in, drong de kamer binnen, trok een pistool uit zijne borst en schoot Quin op de plek dood. Graith werd dadelijk in hechtenis genomen. De ministerraad van Spanje heeft de finan- tiële kwestien behandeld. Men gelooft, dat de kamers weldra zullen ontbonden worden. Ser rano, Sagasta, Syra, Balagres en andere leden van de meerderheid zullen eerstdaags naar het buitenland vertrekken. Binnen kort zal de Gaceta de benoeming van Alammios tot kapi tein-generaal van Madrid en van generaal Mo- riones tot opperbevelhebber van het noorder- leger mededeelen. De Rijksdag van Muitschlaml heeft het Luxemburgsche spoorwegverdrag bij eerste en tweede lezing aangenomen. Uit Essen verneemt men, dat in 42 nabu rige kolengroeven de mijnwerkers den arbeid gestaakt hebben, en dat in de bergwerken te Bochum en Dortmund eene werkstaking wordt voorbereid. Buitensporigheden zijn niet gepleegd. Tengevolge van dr dezer dagen bepaalde strike der werktuigmakers-gezellen hebben de werk tuig-fabriekanten te Berlijn besloten den werktijd op tien uren daags vast te stellen en het ar beidsloon te verhoogen. Nadat eergisteren de Rijksdag na derde le zing de Jezuiten-wet met 181 tegen 93, en het voorstel van den heer Völk, betreffende de invoering van het verpligt burgerlijk huwe lijk en de overdragt der registers van den Bur gerlijken Stand aan de burgerlijke overheid, met 151 tegen 100 stemmen had aangenomen, heeft de minister Delbrück de zitting namens den Keizer gesloten verklaard. Uit BE ome schrijft men onder dagteekening van 18 JunijBij de receptie die de paus gisteren hield, antwoordde hij op een hem door markies Cavatelli aangeboden adres»God zendt aan zijnen stedehouder aanhoudende vertroos tingen te midden zijner bittere beproevingen. Het Hebreeuwsche volk vroeg een koning ter vervanging van zijn vaderlijk bestuur, gij daar entegen blijft getrouw aan liet pausdom. Gaat voort met het optrekken van een metalen muur tegen de ongeregtigheid. God is voor onsHij zal eindelijk het licht doen schijnen. Talrijke telegrammen worden hier ontvangen uit alle oorden der wereld. Er is een brief van den paus aan kar dinaal Antonelli openbaar gemaakt. De Paus verklaart het te betreuren, dat er bij de ka mers binnen kort eene wet op de opheffing van godsdienstige corporatien te Rome zal wor den ingediend. Hij noemt die wet eene schen ding van de belangen der kerk, een aanslag op het internationaal regt van het geheele katholicisme. Hij verklaart, in geen vreemd land een verblijf te hebben gezocht, omdat hij het uithoofde van godsdienstige belangen niet raadzaam achtte, de plaats te verlaten, waar zijn zetel is gevestigd. Hij acht een conflict tusschen de beide magten te Rome onver mijdelijk en verklaart eene verzoening onmo gelijk, omdat het Pausdom niet kan buigen voor overweldiging. De Paus draagt aan An tonelli op, dien staat van zaken aan de ver tegenwoordigers der vreemde mogendheden ken baar te maken, onder protest tegen de aan randing, waarmede Pausdom en katholicisme bedreigd worden. De onderkoning van Egypte is den 1 dezer maand van Kaïro naar Alexandrië vertrokken; daags te voren was een kamerheer hem namens den sultan komen uitnoodigen, tegenwoordig te zijn bij de feesten te Konstantinopel, ter gelegenheid van het huwelijk eener dochter van den laatst overleden sultan. »Men bedient zich ongetwijfeld van die feesten om den onderkoning naar de hoofdstad te lokken," zegt de Pall Mall Gazette, aan welk blad dit berigt ontleend is De lthedive zal daar aan het jeugdig echt paar zeker een prachtig geschenk in hunne huishouding geven en een fiksehe som aan den sultan betalen, om de bevestiging te verzekeren van zijn eigen successie-firman (in Mei 1861 afgekondigd)maar de werkelijke bedoeling der uitnoodiging is het verkrijgen van de erkenning, door den khedive, van den zoon des sultans als toekomstigen opperleenheer." GEMENGDE BERIGTEN. Te 's Gravenhage heeft een beschonken huzaar iemand, die hem met anderen te huis bragt, onverhoeds eene erge wonde met den sabel toegebragt waaruit weer blijkt, hoe goed het is, dat de militairen buiten dienst wapens dragen Te Staphorst heeft een hondje in drie nachten evenveel marters: eene moeder en twee jongen gevangen. Op de tentoonstelling van vee te Zwolle zijn ook o. a. te kijk geweest een stier van 3000 halve kilo's en eene koe, die 18 kan melk geeft per dag. Op de Vlaardingsche kermis heeft een zwaar beladen wagen, die van de hellende straat afgleed, een oliekoekenkraampje omvergeworpen, tot groote pret der straatjongens, die al „'t voorradige" gebak in een oogenblik deden verdwijnen. De oiiekoekenbakster is echter deerlijk door de kokende olie gebrand. Bij Appeldoorn is een militair door een burger vrij erg gewond. Te Wijk bij Duurstede is een jongen door een trap van een paard het kakebeen ver brijzeld, een dag voordat zijn broeder, die aan toeval len leed, in de rivier verdronk. Beiden zijn zonen van eene weduwe. Te Zwolle zijn reeds 1Ó0 aandeelen geplaatst in de op te rigten volksgaarkeuken. Als er nu ook maar eters komen I Jl. Zaturdag vervoegde zich Georyes Hyde, handelaar in cokes te Breat- ford, tot den regter, om toestemming te verkrijgen tot het dagvaarden zijner wettige vrouw. En waar om? De man heeft het ongeluk op krukken te gaan, met een houten been en zijn vrouw had hem een paar dagen te voren, toen hij nog sliep, verlaten, zijn houten been meê nemende, hu verlangde hij zijn vrouw niet terug te zien; hij wilde alleen zijn been hebben. De regter heeft het gevraagde verlof verleend. Op 't kerkhof van Montmartre is een grafsteen ge legd, waarop men leest: „Hier rust Antoine Joseph Dirmin Douche. Overleden in den ouderdom van ééne minuut. De profundis 1" 't Kind was dadelijk na de geboorte overleden. 't Is volstrekt niet bewezen dat elke buitengewoon roode en gezwollen neus die hoe danigheid aan het overmatig gebruik van geestrijk vocht te danken heeft, maar dat dit laatste de oor zaak kan zijn, is wel bewezen. Een geneesheer te Montpellier deed onlangs proeven omtrent de werking van wijn en brandewijn, maar vooral absynth, op jonge kippen. Zij waren er, als helaas vele mensclien, zeer ligt aan te gewennen en konden ten slotte 6 centiliter (maatje) alcohol, en 12 tot 5 centil. wijn verdragen De dieren werden zeer mager, maar wat vooral opmer kelijk is: bij de jonge hanen zwol de kam tot een onbehoorlijke grootte, juist als bij zekere neuzen. De met absynth gedrenkte kippen stierven na twee maan den, die met wijn na 6 maanden. Men zij dus voor- zigtig. De groote trom, welker geraas het feest te Boston zal opluisteren heeft twaalf voet in door snede en is zes voet hoog. Ze is te Framington (Maine) gemaakt en daar geen spoorweg-waggon er ruimte voor had, moest ze met een gewonen wagen en vervolgens met de stoomboot vervoerd worden. Ingezonden Stukken. Is er eene zaak, welke thans druk besproken wordt en veler gemoederen verontrust, dan is het wel de aangekondigde publieke aanbesteding van het maken van steigerdammeu en liet stellen van eenen steiger aan liet Katsche veer, op Woensdag den 26 dezer, ten laste van de provincie, en waarvan de kosten beraamd zijn op 26500 gulden. Volgaarne stemmen wij toe, dat het belang, om de bewoners van Schou wen en Duiveland te doen deelen in het voorregt van de dienst der Zeeuwsche spoorbaan, een offer uit de Provinciale fondsen alleszins zoude billijken; maar, nu wij ingelicht zijn geworden door personen van locale kennis, vermeenen wij grondige redenen te heb ben, om het ten hoogste te bejammeren, dat heeren Provinciale Staten ten vorigen jare, door voorgewende belangen tot. het besluit geleid zijn, de behoeften on zer gemelde gewestgenooten te bevredigen, juist langs liet Katsche veer. Wij meenen althans, dat al hetgeen is bijgebragt tot het kiezen van dit uitgangspunt, geenszins opweegt tegen de bezwaren, welke daaruit zuilen voortvloeijen, en dat het alzoo niet gemakke lijk zal zijn, de aanzienlijke kosten te verantwoorden, welke nu, uit dien hoofde, van de Provinciale fondsen gevorderd worden, en waartoe eene belangrijk ver hoogde opvoering der Provinciale opcenten, zoo op de grond- als op de personele belasting, nu alreeds nood wendig is vereischt geworden. Naar het inzigt, hetwelk wij thans hieromtrent verkregen hebben, zouden toch die kosten gespaard kunnen worden, naardien het oneindig verkieslijker te achten is, dat, om de bewoners van Schouwen en Duiveland op geschikte wij/.e en dan nog wel direc- telijk aan de lijn te brengen, de spoorboot daartoe den weg aangewezen wierde langs Wemeldinge eii liet Zuid-Bevelaiidsch kanaal naar het station Vlake. De spoorbootmaatschappij zoude daarbij ook het voor deel erlangen, dat zij niet, ten behoeve van den stei ger, van eiken reiziger 10 ets. en 5 pet. van de vrachtgoederen, en daarenboven nog 10 ets. van el- ken passagier voor de bedieningskosten aan den steiger, zou moeten missen; terwijl ook de kosten van den omnibus, met de tolgelden voor het berijden van den grindweg in den Wilhelminapolder, vervallen, en waarvan de dienst alleen dan benoodigd zou zijn, wanneer bij ijsgang, het kanaal al eens niet bevaar baar mogt worden. Bij de beraadslagingen, heeft men tegen deze reisroute wel een groot bezwaar van dit laatstgenoemde geval gemaakt, maar daarbij dan ook over het hoofd gezien, dat, wanneer het kanaal door vorst onbevaarbaar wordt, er dan ook slechts weinig dagen noodig zijn, om de Zandkreek, naar het Katsche veer, almede voor de vaart te doen stremmen. Wanneer men daarenboven in aanmerking neemt, dat alleen de onderhoudskosten van de twee steigers: aan Zijpe en het Wolfaartsdijksche veer, met de daartoe behoorende wegen, over het driejarig tijdvak van 18721874, voor de provincie ruim 28 duizend gld. beloopen, en dat, met den bereids bestaanden steiger aan ICortgene, en de drie, welke nu nog voorgesteld zijn, zoo aan het Katsche veer, als te Walsoorden en te Hoedekenskerke, de provincie alsdan zes steigers zal bezitten, dan valt het ligtelijk te begrijpen, met welk eenen ondragelijken last de provinciale fondsen in het vervolg zullen bezwaard worden, en dat het alzoo bij de nu reeds verhooging van opcenten niet zal kunnen blijven. Trouwens, de baten, welke tot hiertoe uit de opbrengst der steigergelden genoten werden, zullen voortaan van weinig beteekenis zijn daar het, sedert de opening der spoorlijn van Mid delburg, aan het Wolfaartsdijksche veer reeds blijkt, dat dit bedrag aldaar tot op een derde gedaald is. En wat nu nog wel het grootste gewigt in de schaal legt, om het aanbrengen van eenen steiger aan het Katsche veer tot eene hoogst bedenkelijke zaak te maken, is de ervaring, dat, sinds het Sloe is afgedamd, de strooming van het water in de Zand kreek zoozeer is verminderd, dat dit vaarwater van lieverlede, ja zelfs dagelijks, in ondiepte toeneemt, en het dientengevolge geene gewaagde voorspelling kan zijn, dat het aanleggen van stoombooten ban den steiger van het Katsche veer binnen betrekkelijk weinig jaren tot de onmogelijkheden zal belmoren. Almede mogen wij niet uit het oog verliezen, dat een steiger, zooals die aan het Katsche veer, aan lager wal liggende, veel meer dan een ander, aan den opperwal, te lijden heeft en derhalve, zwaarder onderhoud vordertja, dat ook uit dien hoofde bij stormachtig weer de boot aldaar soms niet zal kun nen aanleggen, om hare passagiers op voegzame wijze te ontschepen. Het is ons wel niet onbekend, dat het door de spoorbootmaatschappij weldra in de vaart 'brengen van eene nieuwe boot, in verband is gebragt met het maken van eenen steiger aan het Katsche veer; maar, wanneer het besluit daartoe nog mogt kunnen worden ingetrokken, dan ware er ligtelijk eene wij ziging te brengen in het contract tusschen die maat schappij en de provincie, al moest zulks ook leiden tot eene zekere verhooging van het voor 10 jaar verstrekt subsidie aan die maatschappij, hetgeen voor de provinciale fondsen altijd minder bezwarend zoude zijn, dan de kosten van aanleg en onderhoud voor eenen steiger, waaraan, zooals wij met grond ver meenen te mogen beweren, geene zoo dringende be hoefte bestaat, nu het nut en het belang van den steiger aan het Wolfaartsdijksche veer, in verband met den provincialen weg naar Goes, reeds sinds een tal van jaren gebleken is. En zal dan nu ook al hetgeen daaraan bereids ten koste is gelegd wel dra doelloos worden, bijaldien onverhoopt het reeds te kennen gegeven verlangen wierd toegestaan, dat de booten, zoodra de steiger aan het Katsche veer in gebruik komt, niet meer aan dien van het Wol faartsdijksche veer zullen aanleggen, dan ook zouden al de bewoners van het westelijk gedeelte van Z.- Beveland eene reisgelegenheid moeten missen, welke voor hen nog steeds van groote waarde is en ook voortdurend zal blijven. Het zal dus wel geene bevreemding baren, dat er, door adressen uit verscheidene gemeenten van Z -Bevelands westelijk deel, bereids krachtige pogin gen worden aangewend, ten einde op het genomene besluit, tot bet bekostigen van eenen steiger aan het Katsche veer, nog terug te komen, en dat, om al de bezwaren en nadeelen, welke daaruit voor de provinciale fondsen zouden voortvloeijen, te voor komen, alle mogelijke wegen zullen ingeslagen worden. den 18 Junij 1872. Nou miuerandu, sed ponder and a sunt argumenta

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 3