1872. N". 66. Donderdag 6 Junij. 59"e jaargang, BINNENLANPSCHE BERIGTEN. GOFSSCHE «364 (MBANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maasdag, Woensdag en Vkijdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1 —8 regels 1, Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 régels bedragende en contant betaald, 20 c. BERIGT. <77. Zaturdag verzonden wij aan onze abonnés de lijsten der Stoombootdiensten, Spoorwegen, Post- en Diligence-Diensten, voornamelijk Zeeland betreffendemet de toen bekende veranderingen in Sporen, Booten en Posten voor Junij. Gisteren hebben wij met de toezending van strooken nog eenige diensten aangevuld. Voor hen die ze heden niet als bijvoegsel bij de Court, ont vingen, zijn bedoelde strooken verkrijgbaar bij de uitgevers F. KLEEUWENS ZOON. GOES, 5 Junij 1872. Reeds bij bulletin vermeldden wij heden mor gen het sints eenigen tijd verwachte berigt, dat de minister THOBBKCHE op 74 jarigen ouderdom, gisteren avond ten 9 ure is overleden. Met diep leedwezen be vestigen wij thans dit berigt. Men spreekt van gevoelige verliezen voor de natie wanneer een vorstelijk persoon sterft, maar wij gelooven dat een verlies als thans geleden wordt, niet minder zwaar moet ge schat worden. Men moge verschillend oordeelen over de rig- ting en liet persoonlijk karakter van Thorbecke, daarin waren allen het eens: Thorbecke was een groot staatsman en van dezulken heeft Nederland er niet te veel. Het bevestigt zichdat de heer van Reenen bij den koning ontboden is. Men wil, dat de heer van Reenen reconstructie van het liberaal ministerie als de wenschelijkste oplossing heeft aanbevolen. Met zekerheid verneemt men dat, reeds tij dens de ernstige ongesteldheid van den heer Thorbecke, de minister van Koloniën, de heer van Bosse, tijdelijk met de portefeuille van Binnenlandsche Zaken was belast. Blijkens achterstaande advertentie zal de heer Max Alexander, Üeer.sch professor in de goochel kunst, op a. s. Zaturdag avond in de Schouw burgzaal eene voorstelling geven. Naar hetgeen door andere bladen (nog kort geleden in de Midd. Ct.) omtrent de werkzaamheden van dezen kunstenaar is medegedeeld, doet zijn vaardig heid in de onbegrijpelijkstenieuwe toeren zijne toeschouwers verbaasd staan. Ook zijne boeijende voordragt wordt zeer geroemd. Bovendien is op a. s. Zaturdag voor eene aangename afwisseling gezorgd. De heer Alexan der brengt een goed bezet orchest mede, dat zich in den tuin bij afwisseling zal doen hoo- ren, terwijl ook voor de kinderen is gezorgd door het arrangeren eener tombola, waarin zij gratis een lot bekomen. Alles doet dus a. s. Zaturdag een aangenamen avond verwachten. Wij twijfelen dan ook niet aan een druk bezoek, terwijl de Volksvoor stelling op Zondag avond in het Slot Ostende zeker mede vele bezoekers zal tellen. Bij de thans hier te lande algemeen heer- schende epizoötie van tongblaar onder het rundvee, herinnert de heer J. A. Vuisting, genees- en verloskundige te Rijpwetering, in een ingezonden stuk in de lijd, aan een door hem vóór eenige jaren, toen genoemde ziekte mede heerschte, aanbevolen middel, dat haar verkort en het klaauwzecr voorkomt. 't Is de chloorzure kali chlorus kalicus) 30 grammen van dit geneesmiddel, in een flesch water, worden bij het ontstaan der ziekte tweemaal en bij hoogen graad der ziekte driemaal daags het rund ingegeven. De chloor zure kali lost zich gemakkelijk op in een weinig kokend water. De drank moet echter koud worden toegediend. De lastige en pijnlijke zwerende spenen worden spoedig genezen met een mengsel van een deel loodazijn en drie deelen glycerine. Van de tentoonstelling van vruchten, bloe men en planten, die door het departement Arnhem der Nederl. Maatschappij ter bevor dering van Nijverheid van 37 October a. s. in Musis Sacrum te Arnhem zal gehouden worden, is thans het programma verschenen. Blijkens dat programma zullen vruchten de hoofdzaak bjj deze tentoonstelling zijn. De inzending en mededinging staat vrij aan kwee kers en liefhebbers, mede uit het buitenland; ook handelaars in vruchten worden toegelaten. De prijzen bestaan in een tweede gouden me daille, een zilveren medaille en een bronzen medaille, allen geslagen op den stempel der Maatschappij. Voor eenige inzendingen wordt geld bij de medailles uitgeloofd, staande het den met goud bekroonde vrij de daarvoor uit getrokken som, in plaats der medaille, te kiezen. Opgave van inzending moet geschieden uiterlijk op 23 September. De inzending moet vracht vrij plaats hebben den 30 September. Men schrijft uit Zutphen van 1 dezerOm in de behoefte aan zaaizaad te voorzien, ver oorzaakt door het verhagelen van den rogge- oogst onder Ruurlo, is door jonkvr. van Heec- keren van Ruurlo een hoeveelheid van 1200 mud haver of boekweit beschikbaar gesteld voor de ingezetenen dier gemeente, ten einde zoo doende den nood eenigzins te lenigen. Uit het verslag over den toestand der stoom vaartmaatschappij Nederland blijkt, dat de winst en verliesrekening over 1871 sluit met een nadeelig saldo van 141,665,01. Het na- deelig saldo is voor meer dan de helft ont staan door het verbranden van het stoomschip Willem III. In den loop van dit jaar hoopt de direc tie in de vaart te hebbeneen stoomschip van 320 Eng. voet lengte, 966 gemeten last en drie stoomschepen van 350 voeten, 1134 last, alle voorzien van machines van 400 paarde- kracht. Het stoomschip, dat in September jl. besteld werd ter vervanging van de veronge lukte Willem III, zal met vergunning des ko- nings Koning der Nederlanden heeten. Volgens de meening van den raad van be stuur zal de maatschappij in het vervolg vol doende winsten maken om 6 pet. dividend uit te keeren. INDISCHE BERIGTEN. In den middag van den 16 April omstreeks vijf uur, begon de in Kadoe, ten westen der residentie Solo en bij het noordelijkste punt der residentie Djocja gelegen Merapi een se- SCHETSEN OVER DE „OOST." XI. Tot mijne oudste herinneringen op Java behooren mijne eerste moeijelijkhedeu om mij de noodige voeding te verschaffen. Ik had eerst eenigen tijd doorgebragt ten huize van den cbèf der onderneming, doch moest natuurlijk wat later in eene afdeeling afzonderlijk gaan wonen en trachten daar mijn weg te vinden. In die tijden waren de kokkinnen aldaar zeer schaarseher hadden nog geene Europeanen gewoond en de in- landsche pot: rijst met een soort van groenten en kruidensaus, lachtte mij niet erg toe. Ik ging nogtans een accoord aan met eene inlandsohe vrouw, die mij voor ƒ1,daags, des morgens rijstpap en des middags en 's avonds rijst bezorgde en daarbij één kip. Het sausje schonk ik haar. Deze vrouw was zeer zindelijk en de kip in klapperolie gebraden en eerst met wat tamarinde besmeerd om haar goed bruin te kunnen laten braden, smaakte volstrekt niet kwaad. De wijze waarop zij de spijzen, die zij aan hare woning gereed maakte, opbragt, was echter minder aanlokkend. Zij bragt ze mij op een houten bakiedere spijs be dekt mei een stuk pisangblad en het geheel overdekt met een grooten hoed van haren echtgenoot. Ik zie dien hoed nog voor mij. Hij was van buiten rood geverwd met een paar zwarte kringen en hier en daar met schitterende kraaltjes bezet. Toch was alles uiterst zindelijk en de rijst blanker dan ik ze ooit hier ge zien heb. Een paar maanden bragt ik op die wijze door en in die omstandigheden kreeg ik nog bovendien eene visite van een zendeling, die vier dagen bij mij bleef logeren De man had echter een afkeer van rijstpap. Ik verzocht daarom mijne kookvrouw voor mijn logé des morgens wat inlandsch gebak te maken. Mijn logé was namelijk vroeger 15 jaar soldaat in Indie geweest en na het tot sergeant gebragt te hebben, gepensioneerd naar Holland gegaan, waar hij zich op een Geldersc'n dorp als zendeling liet vormen. Onze kennismaking dateerde van de reis naar Java. Hij was passagier op bet zelfde schip geweest en ik stor.d nog al in een goed blaadje bij hem. Aan boord hield hij namelijk iederen Zondag eene soort van bijbellezing en bij die iezingeu oefende ik het ambt van voorzanger uit. Dit was niet altijd even ge makkelijk. De matrozen kwamen dan ook onder liet gehoor en terwijl het met bet zingen van psalmen nog al redelijk ging, was het treuriger gesteld met de gezangen, om de veel afdoende reden dat er slechts een paar gezangboeken aan boord was en onze zen deling minder er op lette om eene gemakkelijke zang wijze te kiezen, dan wel het gezang heel toepasselijk te doen zijn. Bovendien moest ik, door het gebrek aan gezangboeken, telkens een regel eerst voorlezen en dan aanheffen. Bij moeijelijke zangwijzen raakte ik dan niet zelden den kluts kwijt, hetwelk wel eens aanleiding gaf tot een heel onstichtelijk gebrom, dat alle vergelijking met een stichtelijk gezang begon te missen, te meer daar de matrozen niet altijd juist den voorgelezen regel hadden onthouden en dan zich allerlei dichterlijke vrijheden veroorloofden. Op die wijze werd ons de gansche brief aan de Romeinen verklaard Op 't laatst der reis maakte onze zendeling fiasco. Van tijd tot tijd meende hij openbaringen te ont vangen en met plegtigen ernst deelde hij op zekeren Zondag mede, dal hij eene openbaring had ontvan gen, dat wij den 13 September zouden aankomen hij hield eene soort van afscbeidspredikatie en liet ons zingen Psalm 66 vers 3. Trouw aan zijne openbaring schudde hij des mor gens van den 13 September het zeegras uit zijn bult zak ensliep 13 nachten op de planken, want wij kwamen eerst den 26en te Batavia aan! Een der bemanning vroeg toen of hij soms eene openba ring in de Russische tijdrekening had gehad. Uit een en ander zal men onzen zendeling wel wat kunnen beoordeelen. Hij was Duitscher van geboorte, had eene flinke, militaire houding en reisde in zijn ambt voor een particuliere onderneming. Uit zijn vroegere Indische loopbaan is het te verkla ren, dat mijn gast meer hield van inlandsch gebak dan van rijstpap. Ook was hij niet afkeerig van ge- roosterden djagon (mais) en een paar eijeren des mor gens, zoodat ik hem in mijne nog zeer primitieve huishouding nog al redelijk onthalen kon. Onze Hol- landsche taal schreef hij erbarmelijk. In een zijner brieven meldde hij mij tot mijne verbazing dat „de Heer

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 1