BINNENLAIMDSCHE BERICTEN.
voel, anderen voor 7,00 erg onzedelijk houdt,
dat zij op schandelijke wijze, ten eigen voor-
deele, misbruik zouden maken van eene zoo
milde bedoeling van den wetgever. De land-
houwers en slagters kunnen het er meè doen,
maar zooveel is zeker, dat het voor een ge
zond verstand, duidelijk moet zijn, dat ophef
fing van den vleesch-accijns den invoer van
buiten moet aanwakkeren en daardoor de prijs
verlaagd moet worden.
»Van den zeep-accijns" zegt de heer S. Vader
«zal ik niet veel spreken." Is de heer S. Vader
ook welligt van de meening des heeren Sloet
tot Oldhuis, die in eene dezer dagen uitgegeven
brochure zegt: «zeep is minder noodzakelijk;
er is in Nederland nog water genoeg"?
Wij verklaren niet te kunnen begrijpen hoe
waren, die van belasting worden vrijgesteld,
niet in prijs zouden dalen. Indien dit opging,
wel dan waren de aecijnsen geheel zonder in
vloed op den prijs dier waren en zon het wel
zoo gemakkelijk zijn, om alle belastingen te
veranderen in hoog opgevoerde maar toch altijd
onschadelijk blijvende aecijnsen!
Moet men in de redenering van den heer
S. Vader niet tot die gevolgtrekking komen
Ook tot de afschaffing van de patent-belas
ting is dhr. S. Vader niet gezind.
En hij gaat daarbij van de redenering uit,
dat de kosten dier belasting gevonden worden
door den verkoop van „het produkt van het
bedrijf dat men uitoefent."
Wij komen daardoor tot de ontdekking dat
het patentregt eigenlijk ook een accijns zou
zijn in vermomden vorm. De winkelier moet
dus zijne waren verhoogen naar gelang van
zijn patentregt, ergo zijn weder vele levens
middelen door den druk van het patent ge
troffen! Eene reden te meer om het af te
schaffen.
»Zal de handelaar", zegt de hr. S. Vader
al verder, gebaat worden door die afschaf-
»fing, wijl dan tegelijk aan allerlei vreemde
lingen gelegenheid wordt verschaft hunne
waren hier te komen rondventen?"
Wij zouden willen vragen komen die
vreemdelingen nu toch niet en zal de con
currentie voor onze winkeliers moeijelijker wor
den als zij ontheven zijn van eene belasting
waarvan de hr. S. Vader zelf zegt, dat daar
door de prijs der producten wordt verhoogd?
Op één punt denken wij gedeeltelijk een
stemmig met den hr. S. Vader, namelijk dat
het niet wenschelijk zou zijn, dat de gelegen
heid tot het houden van kroegen door de
afschaffing van het patentregt zou vermeer
deren. Maar behalve dat er zware regten op
het gedestilleerd worden geheven, belet deze
wet volstrekt niet dat er licenties op kroegen
en bordeelen in het leven worden geroepen.
De geachte afgevaardigde neme het initiatief
daartoe en stelle een amendement in dien
geest voor; de kans op succes bestaat.
De vrees van den heer Vader, dat nu iedereen
kroeghouder zou worden komt ons wat heel
overdreven voor. De heer 5. Vader heeft zeker
evenmin dat plan als wij?
Ons Kamerlid ziet in deze zaak geheel
voorbij, dat het grootste gedeelte der Neder-
landsche natie behoort tot die midden klasse,
die door eigen arbeid en winkelnering moet
bestaan, dat juist die klasse het meest door
het patentregt wordt gedrukt en daarom het
meest door de inkomsten belasting zou bevoor
deeld worden, omdat zij daarin, naar rato,
het minst zou moeten betalen.
De groote kwestie zit hierinwie wordt
het meest door dit wetsontwerp bevoordeeld
en wat is billijker dan dat ieder betaalt naar
zijne inkomsten.
Wij zullen dat in ons volgend no. zien.
NOGMAALS „DE 's GRAVENPOLDERSCHE
STRAATWEG."
De zaak van den 's Gravenpolderschen straatweg
is weder eene nieuwe phase ingetreden; het doet
ons genoegen te kunnen zeggen eene phase waar
door eenig uitzigt op eene bevredigende oplossing
dier kwestie wordt gegeven.
De minister van binnenlaudsche zaken zich heb
bende laten vinden om eene jaarlijksche bijdrage
tot het onderhoud van dien weg ten bedrage van
1000,toe te zeggen, mits de Staten van
Zeeland zich met dat onderhoud belasten, hebben
Gedeputeerde Staten besloten aan de Staten voor
te stellen den weg in onderhoud te aanvaarden
mits door de gemeenten, bij wijze van afkoop van
tol, eene som van f 1500,'sjaars wordt bij
gedragen in de kosten van dien weg, die gerekend
worden in de eerste tien jaar te zullen bedragen
55000,— a 34000,
Ten einde die zaak te besprekenheeft eene
commissie uit het collegie van Gedeputeerde Staten
onlangs te Goes eene bijeenkomst gehouden met
de besturen der elf gemeenten, die geacht werden
de meest belanghebbenden te zijn.
In die bijeenkomst werd met nadruk gewezen
vooreerst op het vrij hooge cijferdat van de
gemeenten als bijdrage wordt verlangd Immers
wanneer de berekening vau 55000,a 54000,
in de tien jaar voor kosten van herstel en onder
houd vau den weg juist is, dan zal het Rijk ge
durende dat tijdsverloop 10,000,de provincie
10,000,ii 11000,daarin bijdragen, ter
wijl de gemeenten 15000,—zullen betalen; en
het scheen niet billijk' dat de gemeentendie
zejier niet de onderhoudpligtigen zijnjuist hel
grootste aandeel in de kosten zouden dragen. Maar
in de tweede plaats werd de onbillijkheid aange-
tooud, dat de afkoop van de tollen, die de pro
vincie ongetwijfeld het regt heeft op den weg te
plaatsen zoude betaald worden door de elf ge
meenten die geacht worden bij dien weg het
meeste belang te hebben, terwijl de afkoop van
de rijkstolleu tot een ongeveer dubbel bedrag
wordt gedragen door al de gemeenten van Zuid
Beveland op eene enkele uitzondering na, zonder
dat daarbij het meerder of minder belang is in
aanmerking genomen en ongeacht dat de meeste
gemeentendie men thans uitsluitend met de
afkoop van de tollen op den 's Gravenpolderschen
straatweg wil belasten, bij den rijksweg geen noe
menswaardig belang hebben, en desniettemin in de
afkoop van de tollen op dien weg gelijk op bijdragen.
Het gevolg dezer opmerkingen, waarvan de juist
heid niet kan worden betwistis geweestdat
van Gedeputeerde Staten thans aan alle gemeente
besturen in Zuid-Beveland eene uitnoodiging is
uitgegaan om even als dit ten opzigte van de
lollen op den Rijksweg plaats vindt, ook ten aanzien
van de afkoop der tollen op den 's Gravenpol
derschen straatweg de handen in een te slaan en
daarin gemeenschappelijk bij te dragen ge
beurde dit, dan zou de bijdrage zich bepalen tot
59/w cent per ziel.
Het komt ons hoogst wenschelijk voor, dat deze
regeling aldus tot stand kome en daardoor voor
goed aan de kwestie van den 's Gravenpolderschen
straatweg een einde wofde geinaaakt.
Wij beamen de billijkheid dat de gemeenten
in het oosten en westen des eilands zich thans
ook niet onttrekken aan de afkoop der tollen op
den 's Gravenpolderschen straatweg, nu, reeds se
dert zoovele jaren, de gemeenten in het zuiden,
ofschoon zonder direct belang vrijwillig hebben
geholpen, om den terugkeer der gehate tollen op
den rijksweg tegen te houden.
Doch niet alleen een gevoel van billijkheid
maar ook haar welbegrepen belang moet, dunkt
ons, de gemeenten die het meest met den Rijksweg
in aanraking komen tot toetreding tot den be
oogden maatregel nopen
Immers het laat zich verwachten, dat, indien
de gemeenten in het zuiden des eilands gelegen,
die geacht worden het meest van den 's Graven
polderschen straatweg gebruik te maken, uitsluitend
met de afkoop van de lollen op dien weg worden
bezwaard, zij na 1875, als wanneer de overeen
komst omtrent de afkoop der rijkstolleu ten einde
looptook harerzijds bezwaar zullen maken aan
laatslgemelden afkoop mede te werken en dien
tengevolge zullen de gemeenten die bij den rijks
weg belang hebben óf de tollen op dien weg zien
terugkomen óf veel meer voor de afkoop dier
lollen moeten bijdragen, dan zij, bij eendraglige
zamenvverking, voor afkoop der tollen op de beide
wegen zullen hebben te betalen.
Wij hopen in het algemeen belang, van harte,
dat de eendragtige zamenwerking, die steeds het
kenmerk der Zuid-Bevelandsche gemeente-besturen
geweest is en waardoor zoo veel goeds en nuttigs
is tot stand gekomenditmaal niet zal moeten
wijken voor bekrompen berekeningen en overdreven
behartiging van eigen belang, die ten slotte toch
weer op eigen schade zou uitloopen.
GOES, 29 April 1872.
De Staats-Courant van den 27 bevat de
wet van 12 dezer tot af koopbaarstelling der
tienden.
Van wege den Mil ister van Binnenlandsche
Zaken wordt ter algemeene kennis gebragt,
dat het toelatiugs-examen, bedoeld bij art. 21.
van de voorwaarden om als kweekeling aan
's Rijks Veeartsenijschool te Utrecht te worden
opgenomen, zal plaats hebben op Maandag en
Dingsdag 8 en 9 Julij e. k., des voormiddags
ten 10 ure; dat zij, die tot dit examen wen-
schen toegelaten te worden, alsmede zij die
van het examen zijn vrijgesteld, zich in persoon
of schriftelijk, mits portvrij voor of op 15
Junij e. k. bij den directeur der school moeten
aanmelden, met overlegging van verschillende
stukken, die met de bijzonderheden omtrent het
examen in de St. Ct. no. 101 worden mede
gedeeld.
Het voorloopig verslag over het wetsontwerp
tot regebng en voltooijing van ons vesting
stelsel is verschenen.
Elk der stellingen en linien heeft een on
derwerp van afzonderlijke bespreking in de
sectien uitgemaakt.
Sommige leden der kamer kwamen met na
druk op tegen het behoud der vesting Neuzen
en van het fort Ellewoutsdijk. De noodzake
lijkheid van het bezetten der Schelde-oevers
werd betwist; en zou slechts tot versnip
pering van krachten leiden.
Moest aan de zijde van Zeeland iets gedaan
worden dan scheen het beter sommige punten
van den spoorweg van Vlissingen naar Duitsch-
land te versterken.
Andere leden weder wilden genoemde, nu
eenmaal bestaande, sterkten behouden en achtten
ze wel van gewigt voor het beheerschen der
Schelde.
TWEEDE KAMER.
De discussies over de inkomsten-belasting
duren nog steeds voort, ofschoon men niets
anders verwachten kan, dan dat de wet slechts
even 30 stemmen zal halen van de 72 a 77
aanwezige leden. Nieuwe gezigtspunten ko
men niet voor. In de zitting van Vrijdag heeft
de minister van finantiën in eene langdurige
rede het wetsontwerp verdedigd en getracht
een aantal bedenkingen te ontzenuwen. Toch
werd onmiddelijk daarop de wet met kracht
bestreden door de heeren van Lijnden en van
Kerkwijk. De laatste wenschte liever een an
der plangedeeltelijke afschaffing van het pa
tent, en daartegenover het terugnemen van één
vijfde van het personeel van de gemeenten, her
ziening van het kadaster, enz.
In de zitting van Zaturdag was de heer
Heemskerk Az. het eerst aan het woord. Hij
wees op de impopulariteit eener inkomsten
belasting, weersprak de gunstige verwachtingen
welke de voorstanders van deze wet koester
den en noemde de wet arbitrair en kwellend.
De patentwet kan, z. i. verbeterd worden.
Ook de heeren van Nispen Sr. de Bieberstein
en Godefroi verklaarden zich tegen de wet.
Belasting-hervorming kan, volgens den laatsten
spreker, langs anderen weg geschieden. Hij hoopte
dat deze minister, bij verwerping van deze wet,
langs anderen weg die hervorming zou beproeven.
De heer de Bruijn Kops was voor het hoofd
beginsel der wet, in zoover patent en geslagt
werden afgeschaft, maar hij was tegen dub
bele belasting van het grondbezit. Hij zou
daarom stemmen voor het ameudement v. Delden.
Heden zou het eerst de heer v. d. Linden
aan het woord zijn.
Bij het jongste eind-examen aan de Burger
avondschool alhier is met bijzonder veel lof
het diploma uitgereikt aan J. de Vos en L.
de Beste Wz.
Gisteren avond hield de rederijkerskamer
Tollens hare eerste gewone vergadering, die wij
met groot genoegen hebben bijgewoond. Waren
er al eenige vlekjes aan te wijzen op de voor
dragten der losse stukken, waartoe deze bij
eenkomst bestemd was, toch waren er vele goede
oogenblikken op te merken. De Koe, de Noord-
Amerikaansche jager, Tan Harinck en Mijmering
allen van H. C. Tollens, alsmede De jonge
wreker van A. van der Hoop Jr., zij leverden
het bewijs, dat de jeugdige kamer en hare
jeugdige leden de zinspreuk betrachten, om
geene stukken te kiezen, die boven het bereik
der krachten liggen, terwijl de wenken van
den censor met juistheid gegeven en opgemerkt