GEMENGDE BERICTEN.
13 APRIL.
Zamenspanning der vrijheidsvrienden op
Walcheren in 1572.
Men meldt uit Orleans liet volgende schrikkelijk on
geluk: Een schoon meisje van 16 jaar, eene blonde E11-
gelsche, wier moeder sedert eenigen tijd in Italië reist,
Bezocht onlangs eene der militaire bakkerijen te
Orleans; zij naderde te digt een tandrad eener ma
chine en werd er ingegrepen en verbrijzeld. Zij was
eenige dochter en moest bij hare meerderjarig
heid 8 millioen erven. Een nétroleur van de oevers
van den tianges werd veroordeeld tot het verlies zijner
ooren. Het Hindoe'sche strafwetboek bevat nog altijd
van die barbaarschhedenft nauwelijks was het vonnis
uitgesproken of de beul stond reeds gereed om de
straf te voltrekken. Hij maakt zich meester van den
patient, enconstateert, tot zijn niet geringe verwon
dering, dat de voorgenomen operatie reeds geschied was.
Schurk 1 roept de verontwaardigde regter, gij werdt
derhalve reeds meermalen veroordeeld? Ja heer, ant
woordde de patient; maar uw genade verlangt toch
niet, dat ik haar telkens een nieuw paar ooren ver
schaf. wanneer haar de lust bekruipt ze mij te laten
afsnijden 1- Verleden week zijn te Londen drie
vrouwen van honger gestorven. JDe eerste vrouw schijnt
alle hulp algewezen te hebben. Maar de tweede had
dagen lang in Londen rondgezworven zonder geld,
zonder dak, zonder werk, zonder vriend oi verwanten."
Stervende nam men haar in een armhuis op. De derde
was gehuwd; zij en haar man wilden niet naar het
armhuis en hadden al het mogelijke beproefd, doch
alles was hun tegengeloopen. Uitputting wierp de
vrouw op het ziekbed, en hulp kwam weder te laat.
Te Oldenzaaal heeft Zaterdag een kind een ileschje
ledig gedronken, dat medicijn bevatte voor een aan
rhumatiek lijdenden persoon De mond en keel van
den kleine zijn zoodanig gezwollen, dat men voor zijn
behoud vreest. Te Utrecht heeft het volgende voor
val plaats gehad. Een werkman, wiens echtgenoot
ongeoorloofde betrekking met een ander had aan-
f«knoopt, werd hiervan onderrigt; toen hij nu Zatur-
ag nacht op de fabriek moest arbeiden,' begaf hij
zich onverwachts naar zijne woning en vond, helaas,
het feit bewaarheid; de man bleef echter dood be
daard en nam alleen het besluit, om beiden de deur
uit te zetten. Daar zij echter nagenoeg in Paradijs-
kostuum waren, werd zijn hart bewogen en liet hij,
na een oogenblik wachtens, terwijl hij zich in dien
tnsschentijd verwijderde, voor de delinquenten het huis
vrij; in den morgen kwam hij met een paar mannen
weder terug, verkocht voetstoots de grootste meube
len en liet eenige kleine nietsbeduidende voorwerpen
achter, die door de vrouw mede verkocht werden. Hier
mede was het huislijk leven ontbonden en beide echt-
genooten gingen hun weg. Over de kalme en bedaarde
houding van den miskenden echtgenoot stond ieder
een verwonderd. Een groot deel der in Frankrijk
gedurende den laatsten oorlog buitgemaakte kanonnen
wordt tot een doel gebruikt, waaraan men, toen zij
te Bourges gegoten werden, stellig niet heeft gedacht
Keizer Wilhelm heeft nl. bepaald, dat gemeenten, die
tot nu toe geene torenklokken hebben, het daarvoor
benoodigde metaal uit den oorlogsbuit zullen verkrij
gen. Zoo hebben twintig katholieke gemeenten in de
Kijnprovinciën torenklokken bekomen De dom te Keu
len kreeg 500, die te Frankfort 260 centenaars metaal.
Bij Kalsrulie werd dezer dagen door een ritmees
ter een weddingschap gewonnen tegen vijf officieren,
waarvan de uitslag door een talrijke menigte met be
langstelling werd te gemoet gezien De ritmeester von
Rothkirch had aangenomen in 48 uren 48 malen den
weg af te leggen tusschen Karlsruhe en Eggenstein,
een afstand van zeven kwartier gaans. Hij moest 8
maal loopend, 8 maal te paard en 8 maal in een rij
tuig heen en terug van Karlsruhe naar Eggenstein
gaan zonder zich rust te gunnen. De ritmeester, die
de togten in 45 uren aflegde, had even als ieder der
anderen 100 th. uitgelegd, zoodat hij 500 th. voor zijne
moeite ontving.
Ingezonden Stukken.
Koudekerke, een dier dorpen op Walcheren, waar
reeds in 1500 en 1567 de hervormde leer, in een
fehuurd vertrek van zekeren Jakob de Lapper, door
rie aldaar van tijd tot tijd verblijf houdende Leer
aars werd verkondigd, was ook van 1602 tot 1605
de standplaats van den Predikant Antonius Wa-
laens, later beroemd Hoogleeraar in de godgeleerd
heid te Middelburg en te Leiden, en Zeelands af
gevaardigde bij de synode te Dordrecht, die in
1619 geroepen werd om Johan van Oldenbarneveld
in zijn uiterste bijtestaan. Zijn zoon, Johannes Wa-
laens, beroemd Hoogleeraal' in de heelkunde te
Leiden, werd den 27 December 1004 te Koudekerke
feboren. Maar, vooral heeft dit dorp vermaard-
eid in de overeenkomst tot onderstand, welke
de Walchersche vrijheidsvrienden op den 13 April
1572 aldaar sloten.
Was het, volgens den brief, van den kronykschrij-
ver M. Z. van Boxliorn, D. II bl. 6 aangehaald, op den
13 April 868, dat Walcheren onder de Grafelijke rege
ring van Dirk I gesteld werd, opmerkelijk is het
dan, dat de Waleherenaars juist op dezelfde dagteeke-
ning in 1572 de eerste zamenspanning tegen den laat
sten Graaf smeedden, om zich tegen Alva en de Gra
felijke wreedheden te stellen, en de reeds gelegde grond
slagen van bevrijding te versterken, waarop na weinig
jaren, met de afzwering van Filips III, die regering
voor geheel Nederland eindigde. De beslissende stap
der watergeuzen op den 1 April 1572, en der Vlissin-
gers op den 6 dier maand, was wel stout en hagche-
lijk, echter niet toevallig, dwaas of roekeloos. In ver
trouwen op den bijstand des Allerhoogsten, waren
plannen beraamd om van ondragelijke slavernij en ge
wetensdwang verlost te worden. En zoodra Brielle
door de vrijheidsvrienden was ingenomen, konden de
Vlissingers op het berigt daarvan, hun door Jan van
Cuyk geworden, na het afkeeren der Spanjaarden en
het uitdrijven der Walen, spoedig en ook van wege den
Prins van Oranje krachtige hulp verwachten, gelijk hun
trouwens ook den 7 April door Hendrik Filrer nit Ant
werpen werd verzekerd. Hunne verwachting werd ook
geenszins te leur gesteld. Met het uittrekken der Waal-
sche bezetting, op den 8 April, rukte de eerste hulp
bende uit Antwerpen, onder bevel van Jakob Blom-
maert, Vlissingen binnen, welke den 10 April door
Ewoud Worst met eenen goeden voorraad van krijgs
behoeften werd gevolgd. Voorts alle middelen in het
werk gesteld hebbende, waarop men verdere hulp uit
Brielle, Vlaanderen, Engeland en Frankrijk kon ver
wachten, wisten de Vlissingers zich inmiddels ook door
het uitrusten van schepen en door eene goede ver
standhouding met die van Veere, Arnemuiden en de
landlieden van Walcheren te versterken. Trouwens uit
geloofwaardige geschiedkundige bronnen is ons be
kend geworden, „dat de Veerenaars en die van Arne-
„muiden reeds den 13 April 1572 eene verbindtenis
„met de Vlissingers en die van Westltapelle, Zoutelande,
„Domburg, Oostkapelle en andere dorpen te Koudekerke
„aangingen," welke overeenkomst der vrijheidsvrien
den als de eerste van dien aard bij den dageraad van
Neêrlands verlossing uit de magt van Spanje is aan
te merken.
W. v. D. B.
VRAAGPUNTEN UIT ONZEN TIJD.
IX.
Doordien de couranten-ruimte in den laatsten tijd
gevuld was met overvloedige feeststof, zoo heb ik
maar niet aangeklopt voor een plaatsje in dit blad,
ten einde het geschrevene te resumeren. Intusschen
zijn in de Boessc/ie Courant en het Volksblad een
paar annonces verschenen, waarin medegedeeld wordt,
dat door de schildershazen tot loonsverhooging is
besloten, terwijl werklieden bij eeuige geachte lirm'as
openlijk dank zeggen voor de hun door hunne mees
ters ongevraagd toegestane loonsverhooging. Eene
betere oplossing van de arbeiderskwestie bestaat er
niet. Daartoe inoet het komen en de maatschappe
lijke toestand zal uiet het minste gevaar loopen.
De woelingen van de Internationale en van heet
hoofden, die in troebel water nog wel een rekeningetje
denken te maken, zullen op den braven en vreedzamen
werkman niets vermogen, indien er slechts geen bond
genoot bestaat in broodsgebrek.
Men vergemakkelijke tevens de positie der bazen,
door hen niet te lang op hun geld te laten wachten.
Indien langzamerhand die jaarrekeningen verdwijnen,
dan zal eene slechte gewoonte zijn afgeschaft. Dat
credietof liever het misbruik van het credietis
een kanker voor alle partijen.
Beunhazerij worde niet in de hand gewerkt.
De zucht om artikelen uit den vreemde te doen komen,
terwijl men het voor bijna 't zelfde, geld hij zijn buur
man kan vinden, moge verminderen. Men wane niet
dat ik tegen de concurrentie hen of tot den toestand
der oude gilden zou willen terugkeeren. Volstrekt
uiet. Maar ik zou willen dat de concurentie binnen
de gemeente werd bevorderd door het grootst moge
lijk debietiets wat allereerst voordeelig voor den
arbeider moet zijn.
Waar te veel arbeiders zijn verlichte men op volks
voorlezingen enz., in plaats van uitsluitend over al
lerlei andere zaken te spreken de aardrijkskundige
kennis der arbeiders, met opgave van de verschillende
takken van nijverheid waarin in andere landen nog
werk en een bestaan is te vinden. Konden er groote
maatschappijen worden gevormddie zich ten doel
stelden om de landverhuizing en kolonisatie te be
vorderen, ik geloof dat zij geene kwade zaken zouden
maken. Velen toch, die wel wat verder zouden willen
gaan missen de middelen om er te komen en zoo
blijft op de eene plaats overbevolking, op de andere
plaats gebrek aan haudeu bestaan,
Suriname bijv. is een geschikt oord voor Neder-'
landsche volksplantingen. Hel is er wel heet voor
veldarbeid door Europeanen, maar stoomploegen en
allerlei land houw-machines konden daarin tegemoet
komen. Het zou ook niet juist noodig zijn, dat Ettrope-
scbe kolonisten zwaren handenarbeid deden. De negers
zouden daartoe beter geschikt en zeker niet onwillig zijn
Maar behalve Suriname wordt er in den laatsten
tijd nog eene andere Nederlandsche bezitting voor de
emigratie aangewezen, namelijk het eiland Sumatra.
Dit land, waar wij door het jongste tractaat met
Engeland de vrije hand hebben verkregen, doch waar
van wij nog slechts de kusten hier en daar bezet
houden, verbergt, volgens ondernemende onderzoekers,
onmetelijke schatten in zijn bodem. IJet klimaat is
er gezond, de bodem is voor allerlei soort gewassen
en planten geschikt. De schatten liggen daar als
't ware voor 't grijpen.
Ook ons eigen lapd heeft nog onopgegraven schatten
liggen. Er zijn nog een aantal plassen droog te
makeri, heidevelden te ontginnen, duinen te beplan
ten, veenen te exploiteren en de Zuiderzee, en de
Biesboscb
Rijke particulieren zouden iu al deze zaken een
veel zekerder plaatsing voor huone kapitalen vinden
dan in Amerikaansche spoorwegen en allerlei buiten
landsche, veel belovende maatschappijen. Zij die wat
voor den arbeider willen doen, zullen zeker niets
beters kunnen verrigten, dan door landontginning de
woonruimte te vergvooten en grond tot bebouwing te
verschaffen.
Dat geeft werk en eten tegelijk.
Op andere plaatsen zou het werkvolk dunner in
getal worden en men zou dan niet meer kunnen
spreken van vraag en aanbod in 't artikel menschen,
terwijl die bij de loonen-kwestie niet te pas komt.
Die opwerping van vraag en aanbod wanneer het
arbeiders geldt, heeft mij altijd gehinderd. Niets dan
de oude slender, de oude gewoonte is het die de
loonen heeft gehouden op te laag peil. En daarom
19 het goed dat den arbeiders het regt van coalitie
zal worden gegeven, al vloeijen er eens een enkele
maal werkstakingen uit voort. De arbeider moet even
veel regt hebben om over zich zei ven te beschikken
als zijn meester. En als zijn meester hem uit kracht
van oude gewoonte op een loon houdt, dat bij de
tegenwoordige vermindering der geldswaarde ontoerei
kend is, dan moeten de arbeiders kunnen overeenkomen.
Een beroemd Duitsch staatshuishoudkundige heeft
gezegd„er bestaat eene openbare meening „die de
„verschillende arbeidsklassen en de daarvoor passende
„belooning ordent.
„Waar nu liet loon in het algemeen de strekking
„heeft om te stijgen, doch door de magt der ge
woonte, die op dit terrein bijzonder groot is, altijd
„nog beneden de natuurlijke hoogte gehouden wordt,
„daar kan de werkstaking haar doel dikwijls zeer
„spoedig bereiken.*
Men weet het ik ben geen voorstander van werk
staking. Namelooze ellende wordt door dat middel
over de arbeiders en hunne gezinnen gebragt.
Maar geheel iets anders is coalitie.
Coalitie behoeft niet te zijn; zamenspanning, zamen-
rotting etc., maar zij moet zijn: gemeen overleg, on
derlinge beraadslaging, vreedzaamheid.
Dit regt mag de arbeiders niet onthouden blijven.
En wanneer de arbeiders te doen hebben met gewe-
tenlooze bazen, die doof blijven voor hunne regtmatige
klagten, welnu tegen dezulken acht ik werkstaking
het eenige middel om te slagen.
üe werkstaking is om zich zelf niet begeerlijk. Ik
waarschuw met alle kracht voor dat nadeelig uiterste,
dat allereerst nadeelig is voor den werkstaker zeiven.
Maar wanneer het regt van coalitie den arbeiders
is toegekend, dan geloof ik niet dat het ooit tot
werkstaking behoeft te komen.
Wanneer de arbeiders overeenkomen om aan hun
nen meester eene op billijke grondslagen rustende
loousverhooging te vragen, dan moet, dunkt mij, eene
vreedzame oplossing worden verkregen.
Kan de baas niet meer geven, dan is hij verpligt
zijne waren op te slaan; kan hij wel meer geven dan
offere hij iets van zijne meerdere verdiensten op.
Wanneer aan de eene zijde de eisscben niet wor
den overdreven en aan de andere zijde de billijkheid
wordt in acht genomen, dan zal het gemeenschappe
lijk belang van werkgevers en arbeiders beiden de
verlangde verbetering te weeg brengen.
Overvloedige arbeiders leide men af naar de plaat
sen waar zjj noodig zijn.
Kunstmatige werkverschaffing zij aanbcvoleD, daar
waar alle andere krachten te kort schieten. De lief
dadigheid aan menschen die werken kunnen, worde
opgelost in loon voor werk, en als de arbeiders 't
wat beter hebben gekregen, dat zij het dan besteden
in de eerste plaats om de moeder van het gezin
van werk buiten de deur te verschoonen; haar in
vloed in het huishouden is het beste wat de arbei
der bezit. En toch staat het daarmede al zeer ellen
dig in dezen tijd. De vrouw moet meestal naar't veld
of uit't werken en bet gezin is aan zich zelf overgela
ten. Demoralisatie is daarvan meer en meer het gevolg.
Voorts wende de arbeider zijn meerder loon ook
aan om zijne kinderen langer school te laten gaan.
Hij beginne niet met voor zijne meerdere verdien
ste meer weelde te eiscben; maar hij werke er nuttig
mede om door hetere voeding, door het beperken
van den werkkring der vrouw, door het niette vroeg
eischen van diensten van zijne kinderen, den geest
in zijn huisgezin te verbeteren Gewis, de gevolgen
zullen zijn dat de arbeidersstand een burgerstand
wordt en dat het niet langer vernederend schijnt
door handenarbeid, in dienst van anderen, zijn brood
te verdienen.
Ten slotte een woord tot alle werkverschaffers
Als de arbeidersstand, door lotsverbetering, meer
dere ontwikkeling kan bekomen, dan zal het gevaar
wat in de lucht dreigt, verdwijnen, en het eveinvigt
zal hersteld worden.
Maar men bedenke dat dit eerst op volgende ge
slachten moet werken en het gevaar dat ons dreigt,
kan ons misschien reeds binnen weinige jaren over
vallen. Er moet NU aan begonnen worden.
Als er geen verbetering komt in het lot der te
genwoordige werklieden, dan kan de ontwikkeling
waarvan men zich veel beloven mag, niet ontstaan,
en de beste werklieden zelfs zullen zich vroeger of
later aan de zijde der misnoegden scharen. Èn de
Hemel beware ons voor eene uitbarsting van hen
die ontberen, tegen het kapitaal, tegen den overvloed.
De wereld zou op are grondvesten sidderen en
een nameloos wee zou voor allen het gevolg zijn.
Dat dus hij die gevoelt meer te kunnen doen,
dit ook doe. 't I9 een heilige pligt.
Ik stel mij voor van tijd tot tijd nog eens andere
vraagpunteu te behandelen. Voor ditmaal genoeg over
de arbeiders-kwestie.