4 dat de provincie Zeeland in de laatste jaren zich aanzienlijke opoffe ringen heeft getroost tot verbetering der communicatie tussctien net voormalig Staats-Vlaanderen en de Zeeuwsche eilanden Walcheren en Zuid-Beveland; dat daartoe van wege de Provincie en ten haren koste twee stoom- booten op de Wester-Schelde in de vaart zijn gebragt en door deze de com municatie tusschen voorzeide twee deelen dezer provincie dagelijks geregeld is onderhoudenterwijl de havens en aanlegplaatsen aanzienlijk zijn verbeterd; dat daardoor de communicatie tusschen beide gedeeltenzoo tenge volge der thans bestaande regterlijke indeeling, als der sedert aangeknoopte commerciële en industriële connexies, zoo zeer is toegenomen, dat de behoefte tot uitbreiding en verbetering der bestaande communicatie-middelen op de Wester-Schelde zich algemeen heeft doen gevoelen; en dat ter voldoening daaraan de Staten van Zeeland dan ook in hunne zomer- en najaars-vergadering van het vorig jaar 1871 het besluit hebben ge nomen, om voor rekening der provincie niet alleen een derde stoomboot op de Wester-Schelde in de vaart te brengen, maar ook om twee der voornaamste aanlegplaatsen, namelijk te Walsoorden in het voormalig vijfde district en te Hoedekenskerke op het eiland Zuid-Bevelandvan steigers te voorzien; zoo dat weldra niet alleen tusschen Breskens en Ylissingen, maar ook tusschen Neuzen en Vlissingen en tusschen Neuzen, Hoedekenskerke, Hansweert en Walsoorden tweemaal daags, heen en weer, eene geregelde, onkostbare, snelle, en uiterst gemakkelijke communicatie zal plaats hebben en de justiciabelen uit het voormalig vijfde district dagelijks gelegenheid zullen hebben de Arrondissements Regtbank te Goes te bezoeken en dienzelfden dag weder huiswaarts te keeren, hetgeen voor de justiciabelen uit het voormalig vierde district eene onmogelijk heid zal zijn, wanneer zij te Axel justiciabel mogten worden. De vroeger aan de Wester-Schelde ontleende bezwaren zijn dus heden ten dage ten eenenmale uit den weg geruimd en het zou ongerijmdja belag- chelijk zijn, thans nog die rivier te baat te nemen, om de voorgestelde ver andering in de Zeeuwsche regterlijke indeeling te motiveren of te regtvaardigen. Maar afgescheiden van deze plaatselijke en territoriale bezwaren, be staat er nog een staatkundig bezwaarwaarop deze Raad ten slotte de vrijheid neemt de aandacht uwer vergadering te vestigen. Zeeuwsch Vlaanderen is van België gescheiden slechts door eene denk beeldige grenslijn, van het overige Zeeland door de Wester-Schelde. De sedert jaren in Zeeland bestaan hebbende regterlijke indeeling had tengevolge een gedwongen verkeer tusschen de beide deelenterwijl de aan zienlijke verbeteringen, die sedert ruim twintig jaren en nog bij voortduring in de communicatie-middelen op de Wester-Schelde van wege de Provincie zijn en worden aangebragt, het vrijwillig verkeer zeer hebben bevorderd en in de laatste jaren op verbazende wijze hebben doen toenemen. Wordt nu door het vierde en vijfde district tot één arrondissement te vereenigen de thans bestaande band der regterlijke indeeling verbroken, dan zullen even daardoor ook de commerciële, industriële en individuele banden van lieverlede losser worden gemaakt en eindelijk zich geheel ontknoopen en is het met zekerheid te voorzien, dat de enorme uitgaven, ter verbetering en vol making der communicatie gedaan, grootendeels hun doel zullen missen en, wat erger is, dat Zeeuwsch Vlaanderen wederom meer en meer van het overige Zeeland en dus van Nederland zal vervreemden en na verloop van weinige jaren werkelijk meer zal zijn een aanhangsel van België, dan het deel eener Nederlandsche Provincie. Voor Uwe vei'gadering behoeven de treurige gevolgen dier vervreemding niet te worden ontwikkeld. Het is eene bedroevende waarheid, dat de Provincie Zeeland in het algemeen nog weinig bekend is. Mogten vele leden Uwer vergadering, alvorens nopens de voorgestelde regterlijke indeeling te beslissen, zich de moeite kunnen en willen geven, om zich met de ligging, plaatselijke gesteldheid, onderlinge betrekkingen en wezenlijke behoeften dezer belangrijke Provincie persoonlijk bekend te maken, dan zou deze Raad het pleit voor altijd beslecht achten, en zich met zekerheid durven vleijen, dat door Uwe vergadering bij groote meerderheid zou worden ingewilligd het verzoek, dat bij deze de Gemeente-Raad van Goes zicli ver oorlooft tot Haar te rigten, namelijk Om, voor zoo veel betreft de regterlijke indeeling der Provincie Zeeland, aan het in December des vorigen jaars ingediende ontwerp van wet, houdende eene nieuwe regterlijke inrigting, Uwe goedkeuring niet te verleenen en even daardoor de thans in deze Provincie bestaande regterlijke indeeling te bestendigen. 't Welk doende enz GOES, den 15 Maart 1872. De Raad der gemeente Goes, M. P. BLAAUBEEN, Voorzitter. HARTMAN, Secretaris. Goes. Drukkerij van F. Kleeüivüns Zoon. Uitgevers der Goessche Courant.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1872 | | pagina 7