VERK00PINGEN EXZ.
GEMENGDE BERIGTEN.
digde met de bekende loszinnigheid gediend heeft.
Bij de beraadslagingen over de begrooting
in het huis der afgevaardigden in Pruissen
is ter sprake gebragt de afschaffing van de
staatsloterijdie afschaffing, reeds dikwijls door
de kamer en de publieke opinie gevraagd, was
in zekeren zin door de regering toegezegd en
wel binnen kort. Bij deze gelegenheid werden
van regeringswege aan het huis eenige inlich
tingen verstrekt, die ophelderen de traagheid
welke merkbaar is telken keere wanneer de na
koming der gedane belofte geëischt wordt. De
loterij nl. verschaft aan den Staat jaarlijks een
netto winst van negen millioen thaler (ruim
16 millioen gulden.) De administratie bestaat
uit eeu hoofdkantoor te Berlijn en 378 agen
ten of collecteurs, die verantwoordelijk zijn en
borg gesteld hebben. Deze agenten zijn wel
geen staatsambtenaren, maar de Staat verleent
hun schadeloosstellingen, welke voor een deel
door de commissie der kamer zijn geschrapt.
De administratie-kosten beloopen niet meer
dan 24000 thaler: een zeer luttel bedrag ver
geleken bij de zeer aanzienlijke winst, zoodat
het zeer verklaarbaar is dat de regering geen
bijzonderen haast met de afschaffing der loterij
maakt. Tot dezen maatregel zal echter nu
overgaan worden.
De koning van Denemarlten, die, gelijk
men weet, geruimen tijd te Athene heeft door-
gebragt, als gast van zijnen zoon, den koning
van Griekenland, zou van daar vertrokken zijn
en wordt te Napels vervracht, van waar hij
tegen de helft dezer maand naar Kopenhagen
zal terugkeeren. Zijn eerste werk aldaar zal
zjjn de benoeming van een minister van finan
ciën, ter vervanging van den heer Fenger, die
aftreedt, omdat de volksvertegenwoordiging zijn
ontwerp van wet tot heffing eener inkomsten
belasting verworpen heeftop 's konings ver
zoek blijft hij tot de benoeming van zijnen op
volger aan het hoofd van het departement.
De andere skandinavische souverein, Karei X V,
koning van Zweiïen, is zoo ongesteld dat de
geneesheeren hem hebben aanbevolen gedurende
eenigen tijd niet meer dan de hoogst noodige
werkzaamheden te verrigten. De rijksdag
thans bezig met de behandeling van de be
grooting, heeft de civiele lijst des konings
goedgekeurd (beide kamers,) nadat in de tweede
kamer een voorstel tot vermindering van het
bedrag met 17,000 rijksd. met 98 tegeu 65
stemmen verworpen was geworden. Bij wijze
van gerucht wordt gemeld, dat het antwoord-
van de regering der Vereenigde Staten in zake
de Ala&ama-kwestie vrij duidelijk laat doorstra
len, dat het haar geenszins zou verwonderen
indien het seheidsgeregt te Genève besliste, dat
de eisch tot vergoeding der iudirekt toege-
bragte schade onregtwaardig is en niet kan
worden toegelaten. De New-York Tribune is
van raeening, dat, indien dit gerucht mogt
blijken waarheid te bevatten, daarin een be-
leediging zou liggen voor de nationale eer.
Tjitte de Vries te Knijpe, is zijn 108ste jaar inge
treden. Zijn gezondheidstoestand is veel gunstiger dan
op zijn laatstvorigen verjaardag. In het Nieuwsblad
van den Boekhandel werden onlangs goedkoope romans
gevraagd vooreen soldaten-bibliotheek, met bijvoeging
„hoe vreeselijker hoemooijer". UitMonniken-
dam wordt gemeld: Vóór eenige dagen had er tusschen
landlieden uit dezen omtrek een koop en verkoop plaats,
op voorwaarden, die menigeen bij de eerste gedachte
zeer aanlokkelijk zouden voorkomen, doch waarvan
men bij nader onderzoek spoedig het tegendeel zou
bemerken. Een der landlieden namelijk bood 25 stuks
koeijen ten verkoop aan, en wel onder voorwaarde,
dat hij voor de eerste koe een halve cent, voor de
tweede één cent, en zoo vervolgens telkens den dub
belen prijs zou ontvangen. Dit aanbod werd dadelijk
in tegenwoordigheid van getuigen door een zeer gegoed
landman aangenomen, die in de meening verkeerde,
een zeer mooijen koop gesloten te hebben. Men ver
beelde zich echter zijn ontsteltenis, toen het bleek,
dat de 25 koeijen hem alsnu te staan kwamen op de
kapitale som van ƒ167,772,151. De bekochte koopman
weigerde zijn woo.d gestand te doen; naar men ver
neemt, zal deze zaak alsnu voor den regter worden
gebragt. Eene der prachtige leeuwinnen in de dier
gaarde te Rotterdam is, na een kortstondige ziekte,
overleden. Te Oosterzee stierf dezer dagen een ar
beider, die alleen met zijn hond leefde. Na den dood
des meesters bleef het dier trouw bij het lijk de wacht
houden en liet aan iedereen, die den doode trachtte
te naderen, de tanden zien. Men heeft den hond met
feweld moeten verwijderen om het lijk te kunnen
isten. Onlangs werd in een der garnizoensplaatsen
een soldaat gestraft, die in eenigzins wanordelijke klee
ding de kazerne had verlaten, om een haring te koopen,
wat door den officier van de week als volgt in het
orderboek werd opgeteekend: „4 dagen politie-kamer
wegens het halen van een haring zonder stropdas of
schako en met de knoopen los".
I ngezouden.
VRAAGPUNTEN UIT ONZEN TIJD.
VI.
Ik zal thans de gewone dagloonen der handwerks
lieden behandelen en hierin is één van beiden waar
óf de bedoelde knechts worden niet genoeg betaald door
hunne bazen en verrijken dezen zich ten koste dei-
eersten, óf de bazen kunnen niet meer geven en dau
ligt de schuld bij hen die het werk geven.
Ik neem eerst de handwerkslieden, die des zomers
en des winters vast werk hebben.
Er zou zeker nog veel te veranderen en te ver
beteren zijn in de wijze van werken. B. v. betaling
per uur en het aantal uren per dag niet al te groot,
opdat de werkman wat meer tijd over houde voor
zich en zijn gezin; maar intusschen zijn de werklieden
met vast werk er onder dien stand het best aan toe
en in doorsnee mag hun loon voldoende worden geacht.
Nogtans wil ik hier wijzen op een paar invloe
den, die gevaar voor het loon van den volwassen
werkman veroorzaken.
I)ie invloeden zijn de beunhazerij en de concurrentie.
Sommige bazen in sommige vakken trachten, door
het werk voor bespottelijk lage prijzen te leveren en
door (in plaats van met volwassen knechts voor goed
loon) met jongens en kinderen voor een klein week
geld te werken, hunne collega's al het werk af te
vangen en meestal betreft de beunhazerij artikelen
die slechts door de rijkeren worden gebruikt.
De beunhazen bederven het vak en brengen het
loon der volwassen knechts in gevaar.
Het is te begrijpen dat men van zoo'n koopje ge
bruik maakt. Men hoort zoo dikwijls zeggen„ik
zou wel zot wezen als ik niet ging waar ik het
goedkoopst mijn werk kan gedaan krijgen." Maar,
eilieve, zeg dan ook niet dat gij belang stelt in de
nuttige klasse van handwerkslieden. Mij dunkt, dat
„werken op een koopje" en „voldoend loon" twee
tegenstrijdige zaken zijn
Met een weinig goeden wil kon ieder zich op de
hoogte stellen van de wijze waarop in werkplaatsen
vanwaar men werk of artikelen bekomt, gearbeid wordt.
Mij dunkt, dat vooral die inrigtingen of werkplaatsen
waar de baas goed loon aan zijne knechts geeft
moesten gesteund worden, en dat men vermijden moest
het werk te doen uitvoeren door beunhazen die de
kanker zijn in de arbeiderskwestie. Bemerkt men
dat de patroon hetzij met kinderenhetzij met on
voldoend betaalde knechts werktmen weigere hem
zijn werk. Zoekt men altijd zoo naar de koopjes
dan benadeelt men den handwerksman.
In den regel wordt hierop te weinig gelet en toch
men wane niet er voordeel meê te doen. Laat het
werk even goed zijn, zoo gij het verkregen hebt door
onvoldoend loon, dan zult gij op andere wijze het
ontbrekende moeten betalen, want er sterft, althans
in ons land, Goddank niemand van honger.
Aan die weinige oplettendheid van den werkgever
op de handwerkslieden die het werk doen, hebben
ook de jaarrekeningen wel eenige schuld.
„De baas een schoft, Jan een schoft, Piet een schoft
Reken nu op 't einde van het jaar maar eens uit,
hoeveel de baas op die „schoften" heeft verdiend en
hoe die historie in elkaar zit.
Naar mijne meening moesten, evenals dit reeds in
verschillende plaatsen geschiedt, vaste en algemeen
bekende tarieven bestaan, zoowel voor de knechts als
voor de bazen. Wanneer b. v. voor de knechts be
taling per uur werd vastgesteld en de bazen op ieder
uur een paar cents meer voor iederen knecht in re
kening konden brengen, alles volgens bepaalde tarieven,
die voor ieder bekend waren en in verband stonden
tot de prijzen der levensbenoodigdheden, dan was althans
die klasse van handswerklieden gewaarborgd De
bazen moesten niet schroomeu zulk een maatregel in
billijkheid toe te passen. Wanneer de materialen in
prijs stijgen, dan slaan zij die op. Waarom zouden
zij ook hunne knechts niet opslaan als de behoeften
zooveel duurder zijn geworden
Vrees voor de werkverschaffers moet het niet zijn
die hen weerhoudt. Wanneer deze er goed over denken,
zullen zij zulke bazen moeten steunen.
Wanneer overigens de vaste werklieden in eenig
vak, onvoldoende worden betaald om te kunnen le
ven dan moeten zij op billijke wijze verhooging
vragen en de bazen moeten het op hunne beurt van
de werkverschaffers vragenmaar om ongeoorloofde
winsten van de bazen tegen (e gaanmoeten de
werkverschaffers de verhouding der loonen tot de
berekening der bazen kennen.
Er moeten dus tarieven zijn, bij knechts en werk
verschaffers hekend.
En om nu zoo'n toestand houdbaar te maken
moeten beunhazen geweerd worden en moeten de werk
verschaffers niet te veel speculeren op de concurrentie
ook in de artikelen van dagelijksch verbruik.
En dit voert mij nog eens tot de meer besproken
Nuts-meeting. Over de concurrentie hield in die mee
ting een burger dezer gemeente eene redevoering en
't gevolg er van was, dat een ander spreker zeide:
„wanneer hier de artikelen een halve cent duurder zijn
dan elders, inoet men elders gaan koopen."
Ik zit hier wat verlegen. Die redenering toch schijnt
geheel juist en toch zou ik zoo gaarne zeggen: „koop
zooveel mogelijk binnen de gemeente waar gij woont
al is het eens een halve cent duurder, want hoe meer
gij bier koopt, hoe meer debiet eu dus boe goedkooper
het artikel wordt."
Als juist eens omdat er veel buiten de gemeente wordt
gekocht sommige artikelen hier een halve cent duurder
waren! En als juist daardoor de handwerksmandie
geene lange lijsten met commissies door de schippers
kan laten uitvoeren, sommige artikelen nog eens iets
duurder moest betalen als eens door minder omzet,
minder werk in de gemeente was o, hoe weinig
zou men dan begrepen hebben, dat die halve cent groot
nadeel te weeg kan brengen en dat ieder wat in de
arbeiderskwestie kan doen
Maar, men zal zeggen: gij verliest hier het algemeen
belang uit het oog voor het bijzonder, voor het plaat
selijk belang.
Het kan zijn en dan moet men er zich maar niet
meer van aantrekken dan juist noodig is; maar het
kwam mij zoo voor dat als men belang stelt in het
lot van den arbeider men zoo gaarne den arbeider
zou kennen die werk voor ons doet, en dat als ieder
in zijnen kring ook in deze kwestie deed wat zijn
hand vindt om te doen, het bijzondere hier de hulp
van het algemeen kou worden.
Bovendien, laten wij het maar erkennen, er is dik
wijls heel wat overdrijving met die halve cent, want
voor sommige menschen is iets niet mooi genoeg
niet best genoeg als 't niet uit den vreemde komt.
Ik kan het mij voorstellen, dat men soms een kleer
maker heeft die niet naar onzen zin werkt, dat men
sommige artikelen niet zoo netjes kan vervaardigd
krijgen als men wenscht, en dan vind ik er niets in
dat men een bekwamer werkman zoekt.
Die zich als baas vestigt moet zijn vak kennen
of bekwame knechts in zijne dienst hebben. Het lot
van den arbeider kan mij niet noodzaken een wan
staltig kleedingstuk te dragen of slecht werk te slikken.
Maar ik kan mij niet begrijpen dat men b. v. een
hoed of een pendule in den Haageen horologie te
Genève, in 't. kort, iets wat, met berekening van vracht
en risico, hier even goedkoop of even duur en even
goed is als in den Haag of Genève, elders gaat koopen.
't Geeft wel een beetje air en 'tis wel aardig om
te kunnen zeggen dit heb ik uit Parijs en dat heb
ik uit Genève, uit den Haag enz., al denkt soms ook
een verstandig man „de hemel weet hoe je beet bent
genomen," maar dat zij die zoo gaarne uit den vreemde
nemen niet zeggen veel belang in den werkman te
stellen. Van al die artikelen zijn er ook in hunne
eigene gemeente bazen en knechts die bestaan moeten
en wanneer het artikelen van dagelijksch verbruik geldt,
kan dat koopen in den vreemde mede-oorzaak zijn
dat die artikelen hierdoor minder debiethooger
in prijs blijven; een nadeel dat het ergst gevoeld wordt
door den werkman die zijn waren koopt bij de halve
ons, bij het maatje en bij het vierendeel.
Om kort te gaanvoor goed werk moet loon be
taald worden zoodanig dat de werkman, die dat werk
produceren moet, kan blijven bestaan. 11e bazen zijn
hier de personen die tusschen de werkverschaffers en
de knechts de brug moeten zijn. Bij het lot van den
handwerksman heeft iedereen belang omdat hel noodig
is dat er bekwame handwerkslieden blijven bestaan.
Om den bazen de toestand houdbaar te maken
geve men zijn werk niet aan beunhazen en in 'talgemeen
zorge men, door zooveel mogelijk binnen de gemeente
waar men woont de artikelen van dagelijksch verbruik
te koopen, de prijzen van het ook voor den werkman
noodige op 't laagst mogelijke peil te houden. Zoolang
er geen winkel-vereenigingen bestaan van de arbei
ders zeiven, kan ook het zooveel mogelijk koopen in
zijne eigene gemeente van invloed zijn op het lot van
den handwerksman.
Wordt vervolgd.)
No.
Cour.
21
Mrt. 7
Inspan.
Kapelle.
Kakebeeke.
21
7
Inspan.
Borssale.
Pruiners.
21
8
Meubilair,
Id.
ld.
22
0 7
Boomen, Beestiaal,
Hoedekenskerke.
Rembges.
en Afbraak.
3
8
Aandeel Ambacht.
W issenkerke.
van der Moer.
3
8
Tienden.
Id.
Id.
3
8
Portie Meestoof.
Id.
ld.
3
8
Grondcijnsen.
Id.
Id.
25
7
Woonhuis etc.
Wolfaartsdijk.
mr. van Dam.
25
8
Melkgerei, Tim
ld.
Id.
merhout etc.
26
U 8
Meubilair.
Iïansvreert.
Rembges.
23
9
Timmerhout.
Goes.
mr. van Dam
24
- 11
Sparren.
Kruiningeu.
Rembges.
27
13
Woonhuis.
Id.
ld
29
14
Hoefje.
Kapelle.
Paardeko«per
▼an den Bussche.
23
14
Bouwland.
Kwadendamme.
ld.
26
14
Woonhuis.
Krabbendijke.
Kakebeeke.
3
16
Hofstede enz.
Wissen kerke.
van der Moer.
23
20
Meubilair enz.
Kloetinge.
mr. van Dam.
25
Apr. 10
Inspan.
Ovezand,
mr. van Dishoeck,
CORRESPONDENTIE.
Het stuk over de finantiële Commissie in ons volgend
noinmer.