1872. N". 25. Dingsdag 27 Februarij. 59jaargang.
BEKENDMAKING
E ii
Vertrek der Oosl-indisciie landmail.
BINNENLANDSCHE BERICTEN.
G0ESSCI6K
De uitgave dezer Courant geschiedt 11 aakdag, Woensdag
en Vrijdag avond, uitgezonderd op feestdagen.'
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes J 1,75.
Afzonderlijke nornmers 5 c. met bijblad 10 c.
COiitWT.
Gewone advertentiën worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 18 regels h 1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 20
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór twee uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenseht opgenomen, moeien uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
van liet Gemeente-bestuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter algemeene kennisdat de EERSTE ZIT
TING van den MILITIE-RAAD voor deze gemeente
zal gehouden worden op Dingsdag den 10 Maart 1872,
des morgens ten elf we, in het gewone lokaal in de
Abdij te Middelburg
dat die zitting is bestemd tot het doen van uitspraak
omtrent de vrijwilligers voor de militie, de lotelingen
bij art. 56 en 56 der wet bedoeld en alle overige
lotelingen
en dat IN PERSOON voor den militie raad moet
verschijnende vrijwilliger voor de militiede lote-
lingdie vrijstelling verlangt wegens ziekelijke ge
steldheid of gebrekenof gemis van de gevorderde
lengteen hijdie voor een loteling als plaatsver
vanger of als nummerverwisselaar verlangt optetreden.
Goes, den 24 Februarij 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
II A R T M A N.
POSTERIJEiV.
Via MARSEILLE, Vrijdag 1 Maart,
per eersten trein naar Roosendaal.
GOES, 26 Februarij 1872.
Door de Eerste kamer der staten-generaal
cv
is aan de Tweede kamer gezonden een afschrift
van bet adres, 't welk door den koning vau
Elmina bij eerstbedoelden tak der wetgevende
magt werd ingediend, en waarbij bij tegen den
afstand der kust van Guinea protesteerde
't Vermelde afschrift werd door den president
der tweede kamer gesteld in banden van de
commissie voor de verzoekschriften.
Voor zooveel men zich herinnert, is dit de
eerste uiaal dat de Eerste kamer een adres,
bij baar ingekomen, ter kennis brengt van de
Tweede kamer.
Men wil hieruit afleiden dat de feiten in dat
adres aangevoerd of in de bijlagen voorko
mende, den voorzitter der Eerste kamer van
gevoelen doen zijn, dat een vernieuwde behan
deling in de zaak voor de Tweede kamer nood
zakelijk is, daar deze nu blijkt onvoldoende te
zijn ingelicht geweest
TWEEDE KAMER.
De Tweede kamer heeft den 23 jl. een voor
stel van den beer Gratarna om het wetsont
werp tot invoering eener inkomstenbelasting
aan een nieuw sectie-onderzoek te onderwerpen,
wegens de thans daarin voorgestelde afschaf
fing van den zéepaccijns, met 34 tegen 26 stem
men verworpen. Zij heeft besloten het wets
ontwerp nader aan de orde te stellen.
Aan den beer Heemskerk Azn. is verlof ver
leend, om op een nader te bepalen dag tot de
regeering eene interpellatie te rigten over de
eventueele uitvoering van bet tractaat met En
geland betreffende den afstand van de kust
van Guinea.
Heden zijn de werkzaamheden aangevangen
met de interpellatie van den heer Ilajfmans.
Daarna is aan de orde gesteld de behandeling
der conclusiën van bet rapport betreffende de
zaak van den voormaligen kapitein Janssen en
die van bet rapport betreffende de leveranliën
voor bet leger.
Zooals wij bereids mededeelden beeft bet
bestuur van bet Gasthuis alhier, met den meesten
spoed ontslag gevraagd uit die betrekking.
't Is voornamelijk bet aangevoerde motief,
dat onze opmerkzaamheid trof.
De weinige welwillendheid en sympathie die
bet bestuur van bet Gasthuis ondervond van
burgemeester en wethouders. Hoe nu had men
dan nog meer welwillendheid verwacht van het
dagelijksch bestuur, terwijl bet voorstelt om van
de gebeele overschrijding der begrooting slechts
465,voor rekening van liet-gasthuisbestuur
te laten Had meu dan verwacht dat een
collegie, dat prijs stelt op pligtsvervulling, de
oogen hadde gesloten voor wet en verordening
en nog daarenboven bare sympathie badde
betuigd met bet gevoerd beheer Dat verlan
gen is akte dwaas.
Maar er is nog meer regenten ontvangen
hun maiïdaat niet van burg. en wetb. maar
van den raad en deze beeft zooveel sympathie
en welwillendheid betoond dat bij de gebeele
overschrijding voor rekening der gemeente heeft
gebragt. U ij zijn juist van meeniug dat er
in deze zaak wel wat heel veel welwillend
heid iu het spel is geweest. Waarover be
klaagt men zich dau m'fJ
En zoo het bestuur vau bet Gasthuis ge-
wenscht had dat burg. en wetb. met voorbij
zien van bun piigt, de zaak maar zoetsappig
in den doofpot hadden gedaan en de inge
zetenen maar koelbloedig hadden laten betalen,
waarom dan juist alleen over burg. en wetb.
geklaagd, terwijl de beeren dr". van Renterghem
en Callen/els mede tegen bet beheer hunne stem
hebben uitgebragf V
Het motief is valscn, want door den raad,
die het gasthuisbestuur benoemde, is juist eene
overgroote welwillendheid betoond.
Maar bet motief is tegelijk eene schuld-
erkentenis
Een collegie dat welwillendheid noodig beeft
om een gehouden beheerdat aan wettelijke
bepalingen is verbonden, te beoordeelen, geeft
een bewijs van niet stipt die bepalingen te
hebben gevolgd. Een beroep op de icelwil-
lendheid zou overbodig zijn geweest als men
zich aan de begvooting had gehouden en zijn
pligt had gedaan en door dat motief wordt
juist het bewijs geleverd, dat burg. en wetb.
niet hebben gezochtmaar gedaan wat zij moes
ten doen: wet en verordening boven welwillendheid
stellen.
Hoe dit zij wij hebben thans een bewijs
hoe de partij der reactie werkt. En toen ver
leden jaar bet armbestuur aftrad tengevolge
van miskenning door den raadnoemde de
reactie dit laf en onverantwoordelijk; wat zal
zij nu zeggen, nu een barer eigene creaturen,
de hoofdpersoon in deze zaak zijn post ver
laat niet tengevolge van miskenning maar
omdat bet kleinste gedeelte van den raad regt
stelt boven welwillendheid
Op verlangen van den heer IJ. M. den Roer,
mede-bestuurder van de Bijzondere School alhier,
deelen wij gaarne mede, dat de komst van de
twee bestuurders in de bijzondere school na
de uitreiking der spaarbankboekjes door bet
Comité tot wering van Schoolverzuimniet
met opzet is geschied, maar een gevolg was
van een misverstand omtrent de juiste tijds
bepaling. Het blijkt namelijk, dat liet tijdstip
voor de komst van bet Comité was gemeld,
als tegen 3 ure te zullen plaats hebben, doch
dat, door een misverstandbet Comité een
kwartier vroeger ter plaatse aanwezig was.
Men schrijft ons uit Bath:
Den 17 dezer was alhier in de haven geko
men, het schip Zelden tijd zonder strijd, kapt.
H. de Groot, geladen met 50 vaten petroleum
en 150 zakken lijnzaad, ten einde te overnachten.
Den volgenden dag willende vertrekken, be
merkte de schipper dat bet schip lek was ge
worden, zoodat bet moest blijven liggen, om
de lekkage te onderzoeken. Ha het lek digt
gemaakt te hebben, werd de reis den 20 voort
gezet om naar Middelburg (plaats van bestem
ming) te zeilen; doch in de nabijheid van bet
vuurschip van Valkenisse komende bemerkte
de schipper eensklaps een zwaar lek zoodat
aanhoudend moest' gepompt worden. Daarop
onverwijld terugkeerende, werd dit opgemerkt
door den expediteur J. L. van den Brink en de
sloeproeijers der administratie alhier welke
met den meesten spoed derwaarts roeiden om zoo
het kon, het steeds zinkende schip behouden
iu de liaven te brengen.
Met veel moeite, en zwaar pompenmogt
het dezen manschappen gelukkenhet schip
behouden in de haven te brengen.
Wederom een groot bewijs, hoe deze wak
kere sloeproeijers bunnen naam, als zeeman
weten te handhaven, want zonder hen en den
heer v. d. B. waren èn schip èn lading èn
schippers, zonder twijfel een prooi der golven
geworden.
Te Eik en Duinen werd den 23 bet stoffelijk
overschot ter aarde besteld der laatste afstam
melinge van een in onze historie roemrijk ver
meld geslacht.
De ontslapene was mevrouw de douairière
M. W. de Jonge van Campens Nieuwland, ge-
boreu Evertsen, gesproten uit het Zeeuwsch
geslacht der Evertsen, waarvan achtereenvolgens
zes stamhouders, in de dienst van bet Vader
land, meest allen als admiraals, aan boord hun
ner schepen bet leven lieten. De laatste dier
zeehelden was admiraal Cornelis Evertsen, die
in den tweedaagschen zeeslag voor den mond
der Theems, iu Junij 1666 sneuvelde. De
Eng'dschen, onder Monk, Hertog van Albemarle
en Prins Robert, moesten in dien vreesselijken
slag 23 linieschepen, 6000 dooden en 3000 ge
vangenen achterlaten, terwijl onze vloot slechts
zes schepen en 2800 man verloor.
Om zich een denkbeeld te kunnen maken
van genoemden strijd, zal bet voldoende zijn
te herinneren, dat lijken, masten, sprieten en
wrakken tot de Azorische Eilanden doordreven
en de zee vaii 40 tot 43 graden noorderbreedte
als bedekten.
Al aioge nu de laatste telg der Evertsen dien
naam, met eer overladen, ten grave hebben mede
gevoerd, bij het Nederlandsch Volk zal hij steeds
in dankbare herinnering blijven. (Dagblad.)
Volgens berigt van den officier van Justitie
te Utrecht, is daar den ln Febr. jl. uitgegeven
een halve gulden, die valsch bleek te zijn. Het
muntstuk droeg de beeldteuis van Koning Willem
111 en het jaartal 1863; het woog 3 6 gram,
zijnde beneden het wettige gewigt der i guldens,
en bleek te bestaan uit tin, een weinig lood
en antimodiuin eu eene ruime hoeveelheid ziuk
en koper.