1872. N°. 11. Donderdag 25 Januarij. 59jaargang.
KENNISGEVING.
IJK en HERIJK dep MATEN en
GEWIGTEN.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag
en VitlJDAG avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes ƒ1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COIIIAM.
Gewone advertentien worden a 10 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks-en doodberigten van ,1S regels a ƒ1,
Dienst-aanbiedingcn, niet meer dan dr regels bedragende
en contant betaald, 20'c.
De inzending van advertentien kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór twee ux*endes namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenselit opgenomenwi jten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,
gezien art. 73, 2de lid, van de wet, regelende het
kiesregt en de benoeming van afgevaardigden ter
Eerste en ter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van
4 Julij 1850 (Staatsblad no. 37);
Noodigen de inwoners der provincie uit, zoo zij in
de grondbelasting, de personele belasting of het patent-
regt. op de kohieren tot de loopende dienst behoorende,
BiS.O SE BSS zijn aangeslagen, daarvan, door toezen
ding van de vereischte bescheiden(aanslag-billetten of
uittreksels uit de kohieren, en eene berekening van
hetgeen in hoofdsom en in Rijks-opeen ten ,4 VX9X-
MKRIiBJK wordt betaald), vóór of uiterlijk op
1 April aanstaande, aan hen te doen blijken.
Deze kennisgeving zal in de onderscheidene ge
meenten van dit gewest worden afgekondigd en aan
geplakt.
Middelburg, den 19 Januarij 1872.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
R. W. VAN LIJNDEN, Voorzitter.
BUTEUX, Griffier.
"beken DMAM^nTGEN"
va.ii het Gremeente-bestuur.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
R 19 der «EI» E E TT E OOI1S,
op VRIJDAG den 26 JANUARIJ 1872,
des avonds ten half acht ure.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
1. Mededeelingen, ir.gekomeu stukken.
2. Bekening van liet Burgerlijk Armbestuur over 1870.
3. Remissien Hoofdelijken Omslag en bel. Honden
voor 1871.
4. Af-en overschrijving op de begrooting voor 1871.
5. Aanwijzing van een post op de begrootiug tot
voldoening der kosten van het vergelijkend examen
voor hoofdonderwijzeres, en van de maatregelen tot
voorkoming der uitbreiding van de kinderziekte.
6. Bestemming van het verpleegloeaal voor eventueele
lijders aan epidemische ziekten.
7. Voorstel van burg, en weth. tot het vcrleenen
eener gratificatie aan den Marktmeester der Vee
markten.
8. Voorstel van burg. en weth. omtrent het school
geld voor de meisjes, die de H. B. S. bezochten.
9. Voorstel tot voldoening eener declaratie voor
onderhoud van den liavenberm over 1870.
10. Aanvrage om verandering van erfpacht in eigen
dom door M. van Zweeden.
11. Idem door J. Brouwer.
12. Aanvrage om crediet door het bestuur van het
Gasthuis voor 1872.
13. Inlichtingen omtrent de administratie van het
Gasthuis over 1870.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat de jaarlètter, zoo
wel bij den IJk als bij den Herijk, gedurende het
jaar 1872, te bezigen, zal zijn de letter in "den
gewonen drukvorm schuins gesteld, en tevens dat het
merk van het kantoor, waar de eerste stempeling
heeft plaats gevonden voor Zierikzee, waaronder
de gemeente Goes ressorteert, blijft bepaald op het
cijler 13.
Goes, den 20 Januarij 1872.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H A R T M AN.
GR O.MÏ) O EL ASTING.
De BURGEMEESTER van GOES brengt bij deze ter
kennis van een ieder die het aangaat, dat het kohier
der GRONDBELASTING op de Gebouwde en Onge
bouwde Eigendommen voor deze gemeente, over liet
loopende jaar, op heden ter invordering is gesteld in
handen van den ontvanger dier belastingen binnen deze
gemeente.
Goes den 24 Januarij 1872.
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
EEN STEM UIT DUITSCHLAND.
II.
Wanneer men uit de geschiedenis van
Pruissen een les wil trekken voor het he-
dendaagsche Nederlandsche geslacht, moet men
niet bevreesd zijn voor zeker Fransch woord,
(scheldwoord, hadden wij bijna gezegd)chau
vinist. Bij sommigen is dat woord in de mode.
Zoo gij er tegen opkomt dat men, tegen den
verklaarden wensch der eigen bevolking en te
gen den duidelijken wil'onzer natie in, maar
zoo klakkeloos een onze:' oudste koloniën over
draagt, zooals men dit -,vel zeer beleefd belieft
te noemen, aan Engeland dan zijt gij een
chauvinist.
Ziet gij met eenige bezorgdheid de toekomst
te. gemoet met het oog op ons erbarmelijk
verdedigingsstelsel en hebt gij dan het onge
luk daarbij op een dreigend Pruissen te
wijzen wederom zijt gij een chauvinist,
Daarom, .men moet voorzigtig wezen
want laat het ons maar bekennen, er zijn
menschen die erg vaderlandslievend zijn, maar
die ook erg overdrijven. Niets bijv. is be-
spottelijker dan de blinde haat, die sommi
gen bezielt tegen - -®1 t - Dttitsches- is. Zoo
gaf bijv. een heel vaderlandslievend man in
een brochure verleden jaar den raad om geen
Duitsch meer te léeren, geen Duitschers op
onze kantoren toe te laten enz. Als men
zulke onberaden denkbeelden nog chauvinisme
beliefde te noemen het kou er door.
Maar als wij ons gezond verstand gebrui
ken en de geschiedenis van Pruissen aandach
tig nagaan tot op den huidigen dag, dan is
het volstrekt niet overdreven om te zeggen
weest op uwe hoede voor dat land Tot deze
slotsom zal men ook komen door de conclusien
te trekken uit Pierson s Herinneringen.
Wij hebben voor ons doel en bij onze be
perkte ruimte meer te maken met de Pruis-
sische gebeurtenissen der laatste jaren. De
aanvang der Pruissische geschiedenis is trou
wens niet in het duister der oude geschiedenis
gehuld. Hij dagteekent van het begin der
zeventiende eeuw.
De opkomst van Pruissen, hoe belangrijk
ook, kan ons alleen in zooverre bezighouden,
als Pierson doet uitkomen dat Pruissen altijd
heeft bezeten het geheim om vroomheid en
staatkundige ondeugd te doen zamengaan
dat Pruissen oorzaak was dat Duitschland
het in bezit nemen van Lotharingen door
Frankrijk niet kon verhinderen; dat nog in
1744 Pruissen bereid was „met 80000 man
te verhinderendat het verloren kind (de
Elzas) door Oostenrijk in de armen wierd
gedrukt"; dat Pruissen bij de misdadige ver
deeling van Polen in 1772 het- meest profi
teerde, maar ook de grootste schande op zich
laaddedat Pruissen links en regts verbonden
sloot, nu met Frankrijk, dan met Oostenrijk,
ook met Rusland, alleen slechls om zich zelve
de oppermagt in Duitschland te verzekeren,
in één woord, dat hef „inderdaad Pruissen
nooit te doen geweest is om Dnitsohlands
eenheid,maar om dealgemeenheid van Dnitsch-
lands onderwerping aan Pruissen."
En juist dit is het, wat ons met de tegen
woordige Duitsche eenheid niet doet dweepen.
't Is niet een eenig Duitschland als Italië,
maar een verminkt Duitschland. Maar daar
enboven wat het is, is het geworden, dank
zij de staatkunde van Bismarckdie teregt door
Pierson wordt gebrandmerkt.
„Wat Bismarck gedaan lleé£t," zegt hij, „heeft
hij alleen kunnen doen, door den geest van
het constitutioneele staatsleven naar de opvat
ting der liberale partij te verloochenen, door
die partij zelve als een bende van aanmati
gende oproermakers te brandmerken, door
magt te laten gelden voor regt, door de mo
narchie te herscheppen in autocratie, door met
behulp van sophismen de beteekenis van elk
constitutioneel staatsverband te neutraliseren."
Wie, die zich herinnert hoe smadelijk door
Bismarck is gehandeld met de volksvertegen
woordiging, hoe hij oorlogen heeft uitgelokt
om slechts zijn doel te bei'eiken, zal dit vonnis
te hard vinden? Wie kan een gevoel van wal
ging onderdrukken, wanneer hij ziet hoe thans
die Bismarck wordt vergood in Duitschland?
Daarom betreuren wij de onbegrijpelijke
verblindheid van die liberalen, die niets dan
woorden van lof voor den niagtigen minister
te Berlijn over hebben en moedwillig de
oogen sluiten voor het gevaar dat ons vader
land van daar bedreigt. Te meer, omdat daar
door het verwijt in de hand gewerkt wordt ais
ware de liberaal een minder goed vaderlander.
Toen bijv: voor ruim oen jaar geleden (hou
den wij ons altijd nog bij den laatsten oor
log) de AmMerdamsche Courant, het conserva
tieve dagblad der hoofdstad, het verlangen
uitsprak dat de Pruissen hunne bommen
zouden gaan werpen in de Fransclie hoofd
stad, was dit van zoodanig blad minder te
verwonderen dan van het Handelsblad, het
liberale dagblad der hoofdstad, dat denzelfden
wensch uitte. Parijs toch, de bakermat der
revolutie, moet elk goed conservatief een doorn
in het oog zijn, zooals dan ook de oude hee-
ren in de Fransclie Nationale vergadering
thans duidelijk genoeg toonen.
Toen Bismarck eenmaal den wensch uit
sprak dat de groote steden, de broeinesten
der democratie, van de aarde verdelgd mog-
ten worden, stond Parijs zeker boven aan
de nominatie.
Maar die Amsterdamsche Courant was een
uitzondering. Het grootste gedeelte der con
servatieve pers verloochende haar rigting, om
dat zij niet blind was voor de bedenkelijke
zijde van de gebeurtenissen der laatste jaren.
Het ware voorzeker zeer te wenschen geweest,
dat de gansche liberale pers dit evenzeer hadde
getoond.
Of moeten wij liberalen, omdat Bismarck
het te kwaad heeft met de ultramontanen en
wij zoo nu en dan hooren, dat in het vrije
Duitsche rijk een pastoor voor een jaar achter
slot is gebragt, omdat hij zich ongunstig uit
liet over koning of keizer, moeten 'wij daarom
soms vergeten, hoe ongeregtigheid en geweld
de grondslagen zijn van het nieuwe keizer
rijk? Zou wel zeer treurig zijn.
Duitschland predikt den vrede Bismarelc.
wordt liberaal; elke oorlog zeide hij
maakt hem meer constitutioneel. Aangenomen
dat op dit alles niets valt aftedingeri, dan
mogen wij nog nooit vergeten welken zon
derlingen weg men heeft betreden om tot vrede
te komen en in de constitutioneele leer ie
wassen.
Maar wij gelooven niet aan die bekeering;
geen ijdele vrees die overal schrikbeelden ziet,
maar de studie der gebeurtenissen, leidt lot
wantrouwen jegens Pruissen, gelijk men vroe-