BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
BUITENLAND.
GEMENGDE BERIGTEN.
Ingezonden
ingenomenheid met een nabuur die welligt
straks onze nationaliteit bedreigt; hij wil er
toe bijdragen dat ieder met kennis van zaken
wete te antwoorden op de vraag, of van Pruis-
sens overwigt een weldadigen invloed voor
Europa mag worden verwacht.
GOES, 22 Januari) 1872.
De minister van finantiën vestigt de aan
dacht der belanghebbenden op de officiële uit
gave van den Postgids voor het Koningrijk der
Nederlanden, jaargang 1872.
Dit werkje bevat alle opgaven betrekkelijk
de dienst der postadministratie die het publiek
kunnen te pas komen, zoowel ten aanzien der
tarieven en verdere bepalingen voor verzen
dingen binnen 's lands, als omtrent die van en
voor de koloniën en vreemde landen.
In het bij de Staats-Courant van den 20 jl. be-
hoorende tweede bijvoegsel is opgenomen een
tabel van het verkeer en de opbrengst van de
kantoren van den rijkstelegraaf gedurende het
jaar 1871. Daaruit blijkt dat zijn verzonden
1,468,070 en ontvangen 1,479.450 betaalde
berigten. De opbrengst van het binnenlandsch
verkeer bedroeg f 367,969.02, die van het in
ternationaal verkeer 205,926.02de opbrengst
van 270,912 doorgezonden berigten was bo
vendien 81,336.1272, zoodat het algemeen to
taal 655,231.16Va is.
De opbrengst van de in Zeeland gevestigde
kantoren was als volgtBreskens 400,90
Bruinisse 888,02; Goes 2,014.57; Hansweert
739,57; Hulst J 475,08; Middelburg /4,956.59V
Neuzen 1.387,98'/»; Oostburg f 238,88; Sluis
ƒ420,90; Tholen f 419,83; Yeere (den 15den
October jl. geopend) 115,29; Ylissingen
5,666.70; West-Schouwen (vuurtoren)/31,42
en Zierikzee 2,906.54.
si-
De minister van Koloniën brengt ter kennis
van belanghebbende ouders of voogden dat
krachtens de Kon. besluiten van den 26den
Nov. 1845, no. 63. 15 Junij 1853, no. 40,
en 10 Mei 1860, no. 80, met den 1 sten Sept.
dezes jaars vijf jongelingen zullen worden be
stemd om volgens het daaromtrent vastge
stelde reglement, onder het oppertoezigt van
den heer dr. G. J. Mulderoud-hoogleeraar
in de faculteit der wis- en natuurkunde aan
's Rijks hoogeschool te Utrecht, te worden op
geleid tot mil. apoth. voor de dienst in de
overzeesche bezittingenen wel vier voor de
dienst in Oost-Indie en één voor de dienst in
YYest Indië; en dat, wanneer zij hunne zonen
of pupillen daarvoor verlangen in aanmerking
te doen komen, deze op Maandag, den 27sten
Mei 1872, des voormiddags ten acht ure, ten
huize van den voormelden oud-hoogleeraar te
Bennekom zullen worden toegelaten tot het
afleggen van een vergelijkend examen.
Nadere bijzonderheden zijn in de Staats Cou
rant no. 18 vermeld.
De geboortedag van den heer Thorbecke is
in de dagbladen verschillend opgegeven. Thans
meldt de Prov. Overijss. Ct„ dat, blijkens het
doopboek der Luthersche gemeente te Zwolle,
de heer Thorbecke op 14 Januarij 1798 geboren is,
zoodat de grijze staatsman thans 74 jaren oud is.
Per telegraaf is 18 dezer van Batavia gemeld,
dat hevige overstroomingen op Java groote
verwoestingen hebben aangerigt.
Door de arrondissements-regtbank alhier is
de volgende aanbeveling voor kantonregter te
Hulst opgemaakt:
lo. Mr. P. J. F. Rethaan Macaré, griffier
bij het kantongeregt te Alphen.
2o. Jhr. mr. F. A. P. Wittertgriffier bij
het kantongeregt te Amersfoort.
3o. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, grif
fier bij het kantongeregt te Cortgene.
Wij worden overstelpt met berigten over den
voltooiden weg door het Sloe. Wij meenen
bij zooveel berigten, alleen te moeten vermel
den dat J. Vermeulen Jr.huurkoetsier te Mid
delburg ons verzekert de eerste te zijn geweest
die het gansche traject van Middelburg naar
Goes, jl. Zaturdag per rijtuig heeft volbragt
en dat de diligence mede den dam heeft ge
passeerd, terwijl wij voorts gaarne eene plaats
verleenen aan het ondervolgend schrijven uit
's HeerArendskerke 20 Jan.
Nadat Donderdag 11. de postkar voor het
eerst langs de nu klaar gemaakte klinkerbaan
over den dam van het Sloe was gereden, heb
ben ook enkele landbouwers uit ZBeveland
zich per eigen rijtuig naar de markt te Mid
delburg begeven, en heden passeerden een aan
tal rijtuigen uit Middelburg den dam ten einde
Goes met een bezoek te vereeren. Hoeveel
gebruik er dus dezen zomer van den dam zal
gemaakt worden om over en weder elkander
een bezoek te brengen laat zich denken, dewijl
reeds nn een enkele mooi;e winterdag, terwijl
alles nog dor en schraal is, uitlokt om van
deze schoone gelegenheid tot een rijtogtje te
profiteereu. Heden heeft ook reeds een rid
per met vlaggen versierden Locomotief en een
personenwagen langs de geheele lengte dei-
baan tot Vlissingen plaats gehad. Jammer dat
nog voortdurend verzakkingen in dat gedeelte
der baan ontstaan waar kort geleden zooveel
tot herstelling van vroegere verzakking was
aangebragt, namelijk in den Susanna-polder,
even over den dam van het Sloe, Walckersche
zijde. Doch ook dit zal te boven worden ge
komen en zoo nadert dus met rassche schre
den de tijd, dat de afstanden ook hier in dit
gedeelte van Zeeland schier als opgeheven kun
nen worden beschouwdwant waar vroeger
een reisje door deze zoo geïsoleerde eilanden
met moeite, tijdverlies en geldelijke opofferin
gen gepaard ging, zal eerlang geen dezer hin
derpalen meer oorzaak zijn, dat menig minbe-
voorregte provinciaal, de verschillende gedeelten
zijner provincie alleen door beschrijvingen kent.
Moge tevens deze gemakkelijke communi
catie en het versnelde middel van vervoer lei
den tot meerderen welvaart, dan zou 1872 een
keerpunt in veler bestaan kunnen worden.
De heer Cd. Busken Huet, in den Java-Bode
het boekje Kappipo beoordeelende, vindt in den
«held" dezer historie niemand anders terug
dan>mr- Samuel van Houten advocaat
bij den Hoogen Raad en door zijne vaderstad
«Groningen afgevaardigd naar de Tweede Kamer
»der Staten-Generaal."
Een Italiaansch^geleerdede sterrekundige
Giovanni Castrovoorspelt het einde der we
reld tegen den llden Januarij 1877.
Een komeet zou dan onze ongelukkige pla
neet moeten vernietigen.
De president der republiek van FranK-
rijlt heeft dezer dagen te kennen gegeven,
dat hij als president wil aftreden. De oor
zaak daarvan moet gezocht worden in het be
sluit der Nationale vergadering, om de door
den heer Thiers voorgestelde belasting op de
grondstoffen niet zoo grif aan te nemen maar
een onderzoek in te stellen, of in het te kort
niet door eene andere belasting kan worden
voorzien.
In Le dernier des Napoleons, een werk dat
dezer dagen in het licht verschijnt, komt een
brief voor van wijlen Lodewijk Bonaparte, die
van 1806 tot 1810 koning van Holland was,
geschreven aan den Paus, na den opstand in
de Romagna, aan welken opstand de latere
keizer en zijn broeder een werkzaam deel had
den. Men weet welk een einde deze zamen-
zwering had: de broeder boette zijne domheid
met zijn leven, en Napoleon moest zich met
de vlugt redden. Het begin van dit nog ge
heel onbekende doch ten eenenmale autentieke
document is zeer merkwaardig. De gemaal
van Hortense schrijftZeer heilige vader! Mijne
ziel is neergedrukt onder den last der droefe
nis. Ik sidderde van verontwaardiging, toen
ik de misdadige poging van mijnen zoon tegen
de regering van Uwe Heiligheid vernam. Het
ongelukkige kind is dood, en God moge hem
genadig zijn. Wat den anderen Lodewijk Na
poleonthans ex-keizer) betreft, die zich van
mijnen naam heeft meester gemaakt, hij is,
gelijk gij weet, Heilige YaderGoddank een
nulMeer willen wij uit dezen brief
niet overnemen.
Bij eene openbare veiling te Parijs zijn dezer
dagen de portretten van Napoleon 111. en
Eugenia, door Winterhalteren van Pierre Bo
naparte in uniform van batailions-chef van het
vreemde legioen; verkocht voor 6,50 fr.
In Bvlgie is eene gróve ontstaan onder de
mijnwerkers in het district Charleroi. Daar
omtrent verneemt men nader, dat, ofschoon
deze werkstaking een der ergste is, die zich
daar te lande hebben geopenbaard, het echter
schijnt, dat zij niet tot rustverstoring leiden
zal. Tot dusveire hebben de troepen om de
mijnen heen geposteerd, nog niet noodig gehad
dienst te doen. Overigens zijn deze soldaten
daar geplaatst, niet om de werkstaking te
beletten of te beteugelen, want zij mag bestaan,
maar om de vrijheid der arbeiders die werken
willen te beschermen tegen de arbeidstakers.
Yan deze vrijheid is dan ook hier en daar
gebruik gemaakt 'en in verscheidene mijnen is
het werk hervat. Men schat dat van de 80,000
mijnwerkers in het distrikt Charleroi 12,000
het werk hebben gestaakt; in de Borinage
(streek van Mons) en in de Luiksche tnijndis-
tricten weet men niet van werkstaking- De
Internationale heeft zich dus bedrogen in hare
berekening, want zij voorspelde een algemeene
gróve in alle steenkolenmijnen des lands, een
gróve die belet zou hebben de dienst op de
spoorwegen, de gasverlichting, de fabrieknij-
verheid enz., zonder nog van de bestellingen
voor het buitenland te spreken; en ware de
Internationale hierin geslaagd, dan zouden de
patroons wel hebben moeten toegeven.
Nu echter de werkstakingen zich slechts op
enkele punten vertoonen, meenden die heeren
dat zij geen concessiën behoefden te doen zoo
lang niet overal de arbeid is hervat, en vooral
niet te handelen met de administrateurs der
Internationale, die zich als bemiddelaars tus-
scben patroons en werklieden willen opwerpen.
Door deze houding van verzet ondergaan de
patroons groote verliezen, want nooit waren
er zoo veel bestellingen van elders dan thans.
Maar daar men onder de mijnwerkers zelden
voorzorg en spaarzaamheid aantreft, zullen zij
weldra zonder eenig middel van bestaan zijn
en moeten bukken, want de Internationale kan
hare belofte niet houden aan de arbeiders huu
loon te geven. Deze worden buitendien niet
slecht betaald, zij verdienen minstens vijf fr.
daags. Intusschen, de ongerustheid is nog niet
weggenomen en bij voortduring worden troe
pen naar bedoelde plaatsen afgezonden.
Het Dagblad maakt naar aanleiding van een arti
keltje in de Middelb. Ct. de opmerking: „wat zijn die
/provincialen" toch onnoozel." Het dienstbodenblad
de Versnapering wil een dienstbodenbond oprigten.
Alsof er nog geen bonden genoeg zijn I Te Beusichem
is men aan 't zalmenvisschen zonder eenig succes.
Te 's Hage werd voor een tijd lang een heer door zijn
hond gebeten. Hij gaf daarom het lieve dier aan dén
zoölogischen tuin, waar het nu den directeur erg in
een arm gebeten heeft. Te Alblasserdam zijn door
het neerstorten van een kaapstand, die verzet werd,
twee mannen erg gewond De een is al overleden.
Te Zwolle is een vrouw, die aan toevallen leed,
in t vuur gevallen en zoo gebrand, dat zij weldra
overleden is. Te Zevenbergen is het driejarig kind
van een watermolenaar door een der wielen van den
molen doodgeslagen. Te Leiden is 't lijk opgevisclit
van een oude vrouw, die zij was half blind in
't water is geloopen. In Scboterland zijn spreeuwen
en eksters gearriveerd. Te Harlingen worden concer
ten gegeven voor den bouw van eene nieuwe Israëlieti-
sche school.
Kapitein Bolton van de stoomboot Qlenartney kreeg
te Singapore een grooten zwarten tijger aan boord,
om dezen naar Calcutta over te brengen, en liet hem
in een ijzeren kooi opsluiten. Hij had echter Singa
pore naauwelijks een dag verlaten, of des nachts om
streeks twaalf uur hoorde hij de passagiers tussclien-
deks ongeveer 3U0 mannen, vrouwen en kinderen
vervaarlijk gillen en zooveel mogelijk naar het dek
stormen. Het bleek nu, dat de tijger losgebroken was
en eenige minuten langs de 300 slapenden in de meest
vriendschappelijke stemming had lieen en weer ge
wandeld. Ook daarna had hij niemand gedeerd, op
één passagier na wien hij een stuk ruggevleesch had
afgescheurd.
De passagiers kwamen boven, de tijger was alleen-
lieerschende tusschendeks, sprong eenige koeren rond,
en scheen daarna door een groote open poort in zee
gesprongen te zijn. Men hoorde uren lang niets meer
van hem, bovendien ging de gezagvoerder met twintig
anderen tusschendeks, en zij vonden niets.
Iedereen was een pak van 't hart genomen. Men
kwam te Pinang aan, betrok weer de kutten tusschen
deks, de boot nam lading in en ging nog denzelfden
dag onder zeil. Maar 's nacht toen de bootsman iets
uit het ruim noodig had en een Chinees uitgezonden
was om het te halen, hoorde men eensklaps schreeuwen
„De tijger is hier," en toen de kapitein met zijn achter
lader naar beneden ging, duurde be.t niet lang of hij
zag twee onheilspellende oogen glinsteren. Een schot
werd gelost, alles was stil, maar toen de damp opge
klaard was, schoten die oogen nog altijd vuur. Eerst
bij het tweede schot viel de tijger neer. De toestand
was voor den moedigen kapitein zeer hachelijk. Het
dier was zeven Eng. voet en acht duim lang.
Op de berigten afgaande, die de Couranten ons
aanbrengen, worden er uit ouderscheidene gemeenten
in Zeeland, adressen aan den koning gezonden, met
verzoek, om het besluit der provinciale staten, ge
nomen in de najaarsvergadering en ten doel heb
bende de landbouwers te noodzaken aan hunne wagens