ft. VERK00PINGEN ENZ.
Arbeid Adelt.
BURGERLIJKE STAND GOES.
P. MELSE, uo".
meentebelang", verzoekende, dat uitvoering gegeven
worde aan eenige openbare werken;
overwegende, dat de gemeente geene fondsen bezit,
en er geene middelen op te sporen zijn, om de kos
ten dier werken vooralsnog te dekken;
Heeft besloten
Afwijzend te beschikken op gemeld adres, met te
kennengeving aan de belanghebbenden, dat de finan-
tiele toestand der gemeente op dit oogenblik niet
toelaat, gevolg te geven aan hun verzoek.
Voor Extract Conform,
M. P. BLAAUBEEN,
V oorzitter.
HARTMAN,
Secretaris.
De Vereeniging Gemeentebelangis echter van
oordeel dat dit antwoord voor de ingezetenen van
Goes zeer onbevredigend is.
Dat, na de verwerping van het bekende voorstel
van burg. en weth. tot conversie van schuld en de
daaraan verbonden leening voor de bedoelde werken,
geene middelen voorhanden zijn, was der Vereeng.
bekend. Maar de uitdrukking dat geene middelen
op te sporen zijn om de kosten der werken vooralsnog
te dekken, terwijl Gemeentebelangjuist verzoekt die
middelen, beter dan de verworpene, alsnog op te
sporen of aan te wjjzen, komt haar zoo positief voor,
dat zij hare bevreemding daarover, langs dezen w eg,
meent te moeten uiten. Als toch de raad een voor
gesteld niet drukkend middel verwerpt, zonder er een
beter in de plaats is op te sporen, dan staat de ver
werping van dat middel in het oog der Vereeniging
gelijk met die werken niet te willen.
Nogtans scheen het, dat de heer Meijlink een
plan, althans voor een gedeelte der uit te voeren
werken, wist aan te wijzen. Wijl Gemeentebelang nu
hoogen prijs stelt op de uitvoering dier werken, zoo
zou zij 't gaarne zien, dat de heer Meijlink, onder
aanwijzing der middelen, nader dit plan bij den raad
indiende.
Namens de Vereeng. Gemeentebelang
HET BESTUUR.
VRAAGPUNTEN UIT ONZEN TIJD.
I.
In heb gehoord dat mijn artikeltje over de nieuwe-
jaarsrekeningen bij velen aangenaam is geweest. Dit
moedigt mij aan om over de positie der arbeiders,
en later, naar ik hoop, nog over eenige andere za
ken, nog wat te schrijven.
Daar mij toegestaan is over eenige ruimte in dit
blad te beschikken zoo wil ik mij niet te angst
vallig in mijn onderwerp begrenzen en al moeten
dan ook verscheidene vervolgen op mijn artikel ko
men, ik hoop dat men mij goedgunstig tot den einde
moge volgen. Ik zal eerst wat theorie over het on
derwerp aanhalen en later eenige practische wenken
wagen.
In 't laatst van 1870 was ik tegenwoordig op eene
meeting welke in de societeitszaal alhier van wege
het departement Goes der maatsch. tot nut van 'tal-
gemeen werd gehouden, lot bespreking van de ar
beiders-kwestie Ik heb het geluk wel te kunnen ont
houden en herinner mij de alstoen gehouden rede
voeringen nog vrij goed
Yoor de aanhaling van theorie omtrent het onderwerp
in kwestieheb ik op die meetiug nog al wat stof'
opgedaan.
De eerste spreker op dien avond sprak met het
vuur hem eigenover het onderwijshet zooveel
mogelijk bevorderen van gratis onderwijsals het
beste middel om den arbeidersstand te verbetereu.
Ook ik beschouw dit als een magtige hefboom tot
lotsverbetering, maar in plaats van te zeggen: „be
vorder het gratis verkrijgen van onderwijs opdat de
arbeiders-toestand verbeterezou ik zeggenver
beter den toestand der arbeiders opdat de gelegenheid
om onderwijs te genieten meerder worde.
Men ziet het: ik keer de zaak om. Ik ben van
gevoelen, dat, zoolang de arbeidersstand niet verbeterd
is, van het nu reeds algemeen verkrijgbaar onderwijs
geen genoegzaam gebruik kan worden gemaakt.
Men klaagt over schoolverzuim en verschillende
comités zijn, met het schoolverbond, ijverig in de weer
dien kanker der maatschappij uit te roeijen.
Doch kan het wel anders? Werpt eens een blik
in de huishouding van zoo menigen arbeider of werk
man. De vader heeft heel wat moeite om met de
weinige guldens die hij wekelijks ontvangt, den zijnen
een sober maal te bezorgen. Wanneer zijn kind 10
jaar oud is dan kan het eten als een wolf en niet
zelden hoort men de klagtdie kinderen 1 ze eten
mij de ooren van het hoofd.
En inderdaad die uitdrukking is volstrekt niet over
dreven, want voor hem dien het dubbele inspanning
kost om een paar brooden meer in de week te ver
dienen, wordt die vermeerderde inspanning als 't ware
geeischt ten koste van bet ligchamelijk vermogen.
Is het wonder dat die vader verlangend uitziet naai
den tijd, dat zijn jongen ligchaamskracht genoeg bezit
om ook wat te gaan verdienen
Te moeder moet slaven om haar talrijk kroost te
verzorgen, eere zij de vrouw die dien pligt waardig
vervultmaar gij, mevrouw die uwe huishoudelijke
zorgen deelt met eenige dienstbodeu, gij kunt u niet
voorstellen wat zware taak dat is en boe reikhalzend
de moeder, welke ik bedoel, uitziet naar het oogenblik
dat bare oudste dochter haar zal kunnen bijstaan.
Waarlijk, indien elke werkman van zijn eigen ar
beid leven kon en elk talrijk gezin zicb de hulp eener
dienstbode kon verschaffenhet schoolverzuim zou
minder zijn.
Nu staat dat schoolverzuim daar als het bew\js voor
mijne stelling; zoolang de aibeiders stand niet ver
beterd is, make men zich geene illusies omtrent de
gevolgen van het onderwijs bij den minderen stand.
En dan Dog welk onderwijs kan het kind van den
werkman genieten
Voor verreweg de meerderheid onzer landgenooten
staat alleen de lagere school bereikbaar. Ons lager
onderwijs is goed, maar er zijn nog zooveel gemeenten
in ons land, waar de zorg voor het opkomend geslacht
rust op de schouderen van één man, die jaar in jaar uit
moet slooven om een 80 tal kinderen tot, rceuschen te
vormen; van een man dien men genoeg bezoldigd acht
met 500,a 600,'s jaars en die, al heeft bij nog
zooveel ijver en lust voor zijne taak, al spoedig zijn
geestkracht ziet verlammen als hij ervaren moet dat
ook op hem het: „de arbeider is zijn loon waardig"
als niet toepasselijk schijnt, en die nog dikwijls dooi
den onverstand van gemeentebesturen wordt gedwars
boomd
Buiteudien, om veelzijdige ontwikkeling te verkrij
gen is het lager onderwijs veeltijds onvoldoende. Daartoe
zijn, om niet te spreken van middelbare scholen,
ambachtscholen en landbouwscholen noodig. Hoeveel
kinderen van den werkman kunnen nu lang genoeg
schoolgaan om van dat alles gebruik te maken?
Daarom nog eens: ik ben het wel eens met dien
eersten spreker op de Nuts-meeting dat van het on
derwijs veel kan verwacht worden, maar ook juist
daarom is het noodig, dat eerst de toestand des
werkmans verbeterd worde opdat hij zijr.e kinderen
niet te spoedig productief behoeve te maken.
Sommigen zullen meenen dat ik niet denk aan de
avondscholen.Ikdenk daaraan wei degelijk, maar vraag:
welke geestkracht blijft er over bij een kind dat den
ganschen dag heeft gewerkt?
Is het van een kind te vergen dat het de weinige
uren welke het resten, in eene school gaat doorbrengen
en daar met het hoofd gaat voortzetten het werk,
dat het des daags met het ligchaam heeft verrigt?
En zou dit bevorderlijk zijn aan de ligchamelijke ont
wikkeling?
Men wane niet dat ik tegen liet onderwijs ben
neen, juist mijne groote belangstelling in de ontwik
keling ook der arbeiderskinderen drijft mij aan, te
waarschuwen voor de dwaling waarin men vervalt als
men iets zoekt te bevorderen en niet begint met de
beletselen weg te nemen. Men moet beginnen met
het begin en dat is in deze zaak .- den werkman in
staat stellen zijn kind langer school te laten gaan.
Zoolang dit niet gebeurt, zal alle moeite in het be
lang der schoolgaande kinderen- grootendeels vergeefs
zijn, en ook de uitkomst welke men van het ouderwijs
verwacht zal een illusie blij:en'.
Om bij de theoiie \ooiloopig te blijven, zoo wil
ik een ander argument opvatten, dat in die Nuts-
vergadering door verschillende sprekers werd te berde
gebrngt.
Er werd gewezen op het voordeel reeds verkregen
door gewijzigde belastingen. Ik erken, dat in de
hoogst onbillijke aecijnsen eene gunstige verandering
is gebragt en dat deze door hoofdelijken omslag zijn
vervangen acht ik een voordeel voor den minderen
man. Ja, op het gevaar af reeds nu eenige lezers te
verliezen, verklaar ik mij eenstemmig met den eersten
spreker: dat eene belasting op de inkomsten, indien
zich daarin alle andere belastingen konden oplossen,
een model, een ideaal van belasting zou zijn, althans
in zoover bij belasting van een ideaal sprake kan zijn.
Maar ik ontken dat de nu reeds verkregen wijzi
ging in onze stedelijke belastingen reeds eene ver
hooging van het loon zou zijn. Dit zou het in het
afgetrokkeue kunnen zijn (maar eene vrij onschadelijke
voor de bazenl als de levensmiddelen en de huis
huur niet intusschen door andere oorzaken ontzettend
gestegen waren.
Als men nu goedkooper kon leven dan vroeger,
dan zou liet argument waar zijn.
Ik weet wel, dat, zoo de aecijnsen niet waven af
geschaft, de arbeider nu nog duurder zekere zaken
zou moeten betalen maar als men de verligtiug van
zekere zaken in prijs als loousverhooging rekent, dan
moet men de stijging van andere zaken in prijs als
loonsverlaging beschouwen en dat een en ander zich
niet equivaieert, daarvan is de arbeiders-kwestie zelve
het onomstootelijk bewijs.
Een lid van het bestuur van bet nut wierp dan
ook bij die gelegenheid, zooals hij zeide, een balletje
op, een „eenvoudig" balletje. Maar dat balletje raakte
toch een paar teedere punten, die, niettegenstaande
afschaffing van aecijnsen, nu weder net zoo duur
waren als vroeger. Sapienti sat.
Hoe dit zij ik geloof niet, dat men tegenwoordig
voor hetzelfde geld meer kan doen dan vroeger en
zoolang dit niet het geval is, kan er geen sprake zijn
dat het loon door gewijzigde belastingen is verhoogd.
Wordt vervolgd.) R.
27 7ste STAATSLOTERIJ.
Pi-ijzen van 100 en daarboven. 5de fi],
3e lijst. No. 2904 en 3432, ieder 1000,—no. 3011, 0658,
6711, 8051, 17283 en 19950, ieder ƒ400,—no. 7810,
7986 en 8878, ieder 200,no. 4029, 7561, 8106, 8266,
10594 en 11384, ieder 100,—.
4e lijst. No. 1488 en 10596, ieder 400,no. 6970,
13185 en 16200, ieder t 200,— no. 836, 1579, 3524,
3867, 6493, 8504, 9175, 10728 en 15115, ieder f 100,—.
7
Jan. 20
Boomkvounen.
Kruiningcn.
Beinbges.
7
22
Meubelen.
Yerseke.
Id.
3
22
Boomen enz.
Kapelle.
mr. van Dam*
3
22
Timmcrm.-alïaire.
's Gravenpolder.
Yan der Moer.
5
22
Huis etc.
Brouwershaven.
van der Bent.
3
24
Woonhuis.
Goes.
mr. van Dam en
van den Bussche.
6
24
Bouwland.
Hoedekenskerke.
van den Bussche.
6
0 25
Hoefje.
Kapelle.
Paardekooper
van den Bussche.
6
tf 25
Herberg Tuin.
Hansweert.
Rembges.
7
26
Kaphout.
Kruiningen.
Id.
3
26
Broodbakkerij.
Kapelle.
mr. van Dam en
van den Bussche.
9
26
School Woning.
's Gravenpolder.
Prumers.
9
Febr. 2
Kaphout.
Wemeldinge.
Paardekooper
van den Bussche.
8
22
Inspan Inboedel.
Kattendijke.
Rerabges.
9
28
Beestiaal Inspan.
Baarsdorp.
mr. van Dishoeck.
8
w 29
Mrt. 1
Inspan.
's HeerArendsk,
Prumers.
3
6
Hofstede.
Kruiningen.
van der Moer.
3
6
ld.
Colynsplaat.
Id.
3
7
ld.
"Wissenkerke.
ld.
8
8
Aandeel Ambacht.
ld.
Id.
3
w 8
Tienden.
Id.
Id.
3
8
Portie Meestoof.
Id.
Id.
3
8
Grondcijnsen.
Id.
Id.
9
15
Hofstede enz.
Id.
Id.
van den 17 tot en met den 19 Jan. 1872.
Ondertrouwd: Den 18, Francois van Hoornt
23 j. jm., en Adriana Beije, 22 j. jd. Jo
hannes de Wijs, 22 j. jm., en Jannetje Poort
vliet, 24 j. jd.
Gehuwd Den 18, Pieter Marinus Zandboer,
28 j. jm., en Maria Levina Bouman, 24 j. jd.
Geboren Den 19, Josina Susannad. v.
Leendert Hollemans en Catliarina de Zeeuio.
Overleden Geene.
CORRESPONDENTIE.
R. te Ellewoutsdijk heeft met verontwaardiging ver
nomen, dat de jongeling, van wiens regtszaak wij in
de vorige week melding maakten, zou gezegd hebben
geld uit de kas van zijn patroon te hebben genomen
om eene schuld van zijnen overleden vader te dekken.
Indien de zoon zulk een beweren niet door anderen
is ingeblazen, dan moet die zoon krankzinnig zijn.
Men verlaagt op zoodanige wijze geen vader 1
Het komt ons voor dat de verontwaardiging van R.
wel wat ver gaat. Dat de vader van den jongeling
in moeijelijke omstandigheden verkeerde, was bekend,
en hoewel het afkeuring verdient dat de zoon op die
wijze een schuld van zijn vader wilde voldoen, zoo
zou, indien de bewering waarheid bevat ('tgeen wij
niet beoordeelen) zulk eeu diefstal althans ééne ver-
schoonende zijde hebben. Of nu de zoon niet beter
gedaan hadde die beweegreden voor zijne daad te ver
zwijgen? Zeker is er iets waars in de bewering van
R. dat daardoor de naam van den overleden vader
niet wordt verbeterd, omdat hij nu nog indirect het
ongeluk van den zoon achter zicii sleept. Maar in ons
oog is het toch zeer verschoonbaar, dat de delinquent
eene reden bijbrengt., waardoor de smet welke de be
dreven daad op zijn naam werpt, eenigzins wordt
verminderd.
ADVEHTEN TIËN.
Mijn hart, nog bloedende over het smartelijk
verlies van een dierbaar kind en van mijn ge
liefden Echtgenoot, werd op nieuw diep gewond
door bet treurig afsterven van mijn veel gelief
den zoon KOIiNELlS PANN1Jin den ouder
dom van 18 jaar en 4 maanden. Met stille
gelatenheid hoop ik in Gods wijze beschikking te
berusten.
Ook namens mijne kinderen,
De wed. M. de KOK,Schietekatte.
Krabbendijke, 16 Januarij 1872.
Voor de vele bewijzen van hartelijke
deelneming, zoo van bier als van buiten de ge
meente ondervonden, bij het smartelijk overlij
den van haren innig geliefden echtgenoot, hunnen
geaehten schoonzoon en broeder, Jhr. J. L. H.
POMPE van MEERDEI1VOORTbetuigen de
ondergeteekeudeu hunnen welgemeenden dank.
H. C POMPE van MEERDERVOORT,
geb. Verschoor.
Dr. N. J. F. VERSCHOOR en Eciltgenoote.
Jhr. Mr. J. J. POMPE van MEERDER
VOORT.
Goes, 18 Januarij 1872.
Die genegen is te CONTRACT E-
RE1N in SUIKERPEEN met een voor
schot van/40,per gemet en ƒ11,per dui
zend kilo bij de rekening, die vervoege zich bij
DamesNAAI- of BREIWERK begeerende
adresseren zich schriftelijk aan Mevrouw VAN
DER MANDERE te Kapelle, Correspondente der
Vereeniging, met opgave voor welke werkzaam
heden zij zich aanbevelen.