BINNENLANDSCHE BERIGTEIM.
BUITENLAND.
eene vaderlijke vermaning uitlokte, de minister
een raad van onderzoek liet bijeenkomen, om
door hen nog eens de zaak na te pluizen.
Maar is die raad dan zulk een vreeselijke
magt? Of is zulk een raad niet veeleer een
waarborg tegen willekeur? Hij die dit mogt
vragen, vergeet dat de minister Blanken hier
wel voor gezegd heeft. Hij heeft dood een
voudig bepaald, in 1865, dat als een raad
van onderzoek een beschuldigd officier voor
zich krijgt, hij, zoo hij op het aangewezen
punt geen voldoenden grond tot beschuldiging'
mogt vinden, hij dan naar andere gronden
mag zoeken in den handel en wandel des
beklaagden.
Onder zulk een fraaije regtsbedeeling, die
bijzonder sterk aan de inquisitie herinnert, is
het gemakkelijk een dagbladschrijvend officier
smadelijk uit zijne betrekking te ontslaan.
GOES, 10 Januarij 1872.
Volgens de in de Staats-Courant van Zondag
en Maandag 7 en 8 dezer gedane officieele op
gave der bevolking in alle gemeenten des rijks,
naar de uitkomsten der laatste of vijfde volks
telling op 30 November/2 December 1869, be
droeg de bevolking van Zeeland 87,174 man
nen en 90,395 vrouwen, te zamen 177,569
(zijnde 11,457 meer dan bij de volkstelling
in 1859.)
Het in het voormalig 4e district dezer pro
vincie opgemaakte verzoekschrift tot onthouding
van de koninklijke goedkeuring aan het zoo
bestreden reglement tot invoering van wielen
met breede vellingen, werd dezer dagen ver
zonden, voorzien van 329 handteekeningen van
landbouwers.
Thans beklagen zich, naar wij vernemen, ook
de gemeentebesturen over de belemmerende be
palingen van het reglement. Ook de raden der
gemeenten die met het onderhoud van grind
wegen zijn belasthebben besloten verzoek
schriften tot onthouding der koninklijke goed
keuring in te zenden. Zij zien in het voor
schrift der breede wielen en het verbod om
aan elkander gekoppelde wagens te vervoeren
ondoelmatige en doellooze belemmeringen, die
een tegenovergesteld effect zullen hebben van
hetgeen de wetgever zich voorstelten wier
invoering in elk geval voor de ingezetenen
die min of meer bij het landbouwbedrijf zijn
betrokken zoo bezwarend is dat daartegen
niet opweegt eene mogelijkemaar volstrekt
niet bewezene besparing in de kosten van on
derhoud. MiddCour.)
Als vervolg op het berigt van ons vorig no.
is te melden, dat op den stal van den land
bouwer Remijnse te Camperland thans reeds
vijf paarden zijn gestorven terwijl een nog
ziek is.
Bij de herstemming voor een gemeenteraads
lid te Wemeldinge op den 28 December 11.,
tusschen de heeren Cornells Lindenbergh Jo-
hanneszoonen Willem de Groene Adriaans zoon,
is benoemd tot lid van den raad de heer Cor
nells Lindenbergh Johs.zoon met 29 stemmen van
de 56, terwijl op W. de Groene Az. zich 27
stemmen hadden vereenigd.
Te Tholen heeft zich ter oprigting van een
monument, ter herinnering aan de inneming
van den Brieleene subcommissie gevormd
bestaande uit de heeren dr. J. J. Bijbau, voor
zitter, jhr. S. O. de Casembroot, secretaris, mr.
J. L. H. van Buren en J. C. Benteijn.
Door den raad der gemeente Zutphen is be
sloten tot het zenden van een adres aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, inhoudende
het verzoek: dat de kamer bij de behandeling
van het wetsontwerp tot reorganisatie der reg-
terlijke magtaan de opheffing der regtbank
daar ter stede hare goedkeuring niet verleene.
Fransche paarden-handelaars reizen op dit
oogenblik de verschillende gemeenten van de
provincie Utrecht af, om bij de landlieden paar
den te koopen. De meeste landlieden hebben
echter hunne paarden reeds van de hand ge
daan de kooplieden nemen nu nog al wat zij
krijgen kunnen. Hooge prijzen van 500 a
600 worden per stuk besteed, het aaugekochtte
wordt bij koppels naar Belgie verveerd.
De Rotterdamsche Courant meldt als gerucht,
dat de heer Stieltjes, lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, zich met de portefeuille
van oorlog zou belasten.
»In zeven dagen van Europa naar Amerika."
Onder dit opschrift wordt het volgende door
een Engelsch blad medegedeeld. Het eiland
New-Foundland is door een spoorwegkoorts
aangetast. Er is een plau geopperd, waardoor,
als het ten uitvoer wordt gelegd, de afstand
tusschen de oude en de nieuwe wereld aan
zienlijk zal worden verkort. Men is van plan
om van St. John naar St. George baai, dat
is dwars door het eiland (een afstand van
158 mijlen) een spoorweg aan te leggen.
De passagiers, komende van Europa, zullen
in plaats van in Hallifax te St. John aan wal
stappen, van daar in acht uren sporen naar
St. George baai om vervolgens per stoomboot
in 24 uren naar Chalem>baai te worden over-
gebragt, van waar zij zich per spoor verder
kunnen begeven. De vermaarde ingenieur de
heer Sand ford Fleming noemt de route uitste
kend. Hij acht die onderneming zeer winst
gevend, en is van gevoelen, dat die lijn spoe
dig zal worden gelegd. *Het traject is niet
alleen korter, maar ook veiliger, daar er geen
gevaar zou bestaan voor de stoomschepen om
hetzij door mist, hetzij door verleiding van
stroom op de Amerikaausche kust te stranden.
Het wetsontwerp, aan de nationale vergade
ring van Frankrijk ingediend, waarin het
beginsel van den leerpligt is opgenomen, heeft
geen gunstig onthaal bij het voorloopig onder
zoek gevonden. De commissie van vijftien
leden toch heeft zich bijna eenstemmig tegen
het verpligte onderwijs verklaard, en, om te
toonen hoe sterk zij er tegen was, is mgr. Dupan-
loup tot haren president benoemd. Nu is het
mogelijk dat de vergadering, na welsprekende
redevoeringen van Jules Simon, Thiers en an
deren, het beginsel van dej^ leerpligt aanneme,
maar waarschijnlijk is het niet. Reeds hebben
de afgevaardigden der regterzijde op het wets-
ontwerp-Jules Simon een amendement klaar,
waarin zij verzoeken dat in iedere gemeente
aan de huisvaders of aan de weduwen de keuze
van den onderwijzer worde overgelaten. Zoo
ver gaat bij een groot gedeelte van Frankrijk
de afkeer van de zorg der autoriteit in aange-
O cp
legenheden het onderwijs betredende.
Een der drie mannen op welke voorname
lijk de verantwoordelijkheid rust van Frankrijks
oorlogsverklaring en dus van al de verschrik
kelijke gevolgen daarvan, dé hertog de Gramont
(de twee anderen zijn JEmile Ollivier en maar
schalk Leboeuf) is in de vorige week verschenen
voor de commissie van enquête naar de gebeur
tenissen die met bedoelde oorlogsverklaring in
betrekking staan. Hij weigerde aan de com
missie mededeelingen te deen en gaf al dadelijk
bij het begin van zijn verhoor te kennen, dat
hij liever alle beschuldigingen wil verduren dan
de geheimen van het ministerie van buiteuland-
sche zaken openbarenhij acht het pligt het
zwijgen in acht te nemen over alles, wat be
trekking heeft tot de diplomatie van het kei
zerrijk, toen hij minister wasnaar zijne meening
is reeds te veel bekend géwordenvóór den
oorlog had men zekere bondgenootschappen
kunnen sluiten, zich hier of daar van onder
steuning kunnen verzekeren, waarvan door de
nederlaag niets kon komen. Zoo berigt een
der Parijsche correspondenten van de Kreuz-
zeitung. Betreffende het verhoor van den hertog
de Gramont meldt de France dat hij aan de
commissie twee gewigtige documenten zal me-
dedeelen, beiden gedagteekend 13 Julij, dus twee
dagen vóór de oorlogsverklaring. Een der be
doelde documenten is een dépêche van lord
Loftiis, gezant van Engeland te Berlijn, en be
vat het verslag van zijn onderhoud met Bismarck,
wien hij namens zijne regering had gelukge-
wenscht met de minnelijke schikking van het
incident-IJohenzolIern. Het andere stuk is een
dépêche van lord Lyons, gezant van Engeland
te Parijs, en bevat het verslag van een gelijk
soortig onderhoud, dat deze diplomaat had met
den hertog de Gramont, bij wien hij een bezoek
had afgelegd met gelijk doel als dat van lord
Loftus bij Bismarck. Beide dépêches leveren,
volgens Napoleons ex-minister, het bewijs dat
Bismarck den oorlog wilde. Voorts is een
brief van de Gramont verschenen, waarin hij
tracht het gerucht te wederleggen, volgens het
welk hij de verantwoordelijkheid der oorlogs
verklaring op Benedetti wil doen rusten. La
tere berigten melden nog, dat de hertog de
Gramont heeft volgehouden, dat Pruissen alleen
den oorlog verklaard heeft, omdat het de uit
dager is geweest. Dat Frankrijk niet gereed
was, wist hij niet, want hij was in de laatste
twintig jaren bijna altijd buiten s'lands geweest.
Gisteren (Dingsdag) uioest Emile Olivier dpor
de commissie gehoord worden.
De gematigd republiekeinsche partij heeft
gisteren te Parijs de zege behaald bij de ver
kiezing van een lid der nationale vergadering
niet Victor Hugo, de radikaal, de man van
het mandat contractuel, maar de heer Vautrain,
voorzitter van den Parijschen gemeenteraad,
is gekozen. De nederlaag van eerstgenoemde
is niet gering: ongeveer acht-en-twintigduizend
stemmen kreeg hij minder dan zijn mededinger.
Ook door deze krisis is Thiers alzoo gelukkig
heengeraakt, en waarschijnlijk zal de niet-
verkiezing van Victor Hugo van gunstigen in
vloed zijn op het besluit, dat genomen moet
worden op het voorstel tot terugkeer van be
wind en kamer naar de hoofdstad.
De ex-generaal Cremer heeft in den oorlog
te Beaune zekeren kruidenier van JJijon, Arbinet,
als Pruissisch spion doen fusilleren. De na
gelaten betrekkingen van den ter dood gebragte
beweren, dat Arbinet nooit spion van den vij
and is geweest en hebben den heer Cremer
ter verantwoording geroepen. De ex-generaal
is naar Beaune vertrokken om voor den reg-
ter van instructie te verschijnen. Overigens
heeft Rusland, op verzoek van prins Bismarck,
het gerucht laten tegenspreken als zouden eeuige
fransche militairen, die door de commissie van
rangherziening gedegradeerd zijn o. a. de
heer Cremer, in het Russische leger zijn ge
plaatst. Fransche bladen hadden in dat ge
rucht een bewijs willen zien, dat Rusland niet
ver verwijderd was van een oorlog met Duitseli-
land, op welk land de fransche officieren als
dan revanche zouden kunnen nemen.
Het laatste bulletin omtrent den gezondheids
toestand van Ksigelntid's troonopvolger luidt,
dat de beterschap naar wensch aanhoudt. Het
hof is dan ook reeds van Sandringham vertrok
ken en de prinses van Hessen ('s prinsen zus
ter) naar Darmstadt teruggekeerd.
In de onzekerheid over het lot van Living
stone heeft de koninklijk Britsche maatschappij
voor aardrijkskunde een plan beraamd om eene
expeditie naar het binnenland van Afrika te
zenden, ten einde dien beroemden reiziger op
te sporen, dewijl het zeker schijnt te zijn dat
hij (ondersteld de onwaarheid van het vermoe
den van zijnen dood) zich in een toestand be
vindt, die het hem onmogelijk of moegelijk
maakt uit het binnenland brieven of bood
schappers naar de kust te zenden. Genoemde
maatschappij, die een afwijzend antwoord van
het Britsche gouvernement ontvangen had op
haar aanzoek om geldelijken en anderen bij
stand tot het uitvoeren van dat plan, heeft
nu besloten de uitvoering geheel voor eigen
rekening en met eigene hulpmiddelen te onder
nemen. Bij vroegere gelegenheden, wanneer
Livingstone door zijn gewaagde togten in ge
vaar of nood was geraakt, heeft de Britsche
regering telkens medegewerkt om hem hulp
te brengen.
Omtrent het beheer der kerkelijke goederen
in Oostenrijk meldt de Neue freie Presse het
volgende: »Toen bij keizerlijk rescript van
30 Julij 1870 het concordaat buiten werking
werd gesteld, kreeg de toenmalige minister van
eeredienst tevens in last de daaruit volgende
maatregelen te nemen en inzonderheid die wets
ontwerpen voor den rijksraad gereed te maken,
welke noodig waren tot wijziging van de nog
geldende voorschriften van het keizerlijk patent
van 5 Nov. 1855 tot regeling van de aange
legenheden der Katholieke kerk in Oostenrijk,
en zulks overeenkomstig de grondwetten van
den Staat en de historische gegevens. Sedert
de bekendmaking van dit keizerlijk rescript
is meer dan een jaar voorbijgegaan aan 's kei
zers bevel is nog geen gevolg gegeven. Som«
mige bladen willen, wel is waar, weten, dat
de minister Stremayr een geleerden buitenland-
schen theoloog heeft uitgenoodigd hem in te
lichten, over hetgeen na de opheffing van het