1871. JW 102.
Vrijdag 29 December. 58s,e jaargang.
w
VEEPEST.
B E RIG T.
bekendmakingen
NIEUWJ.URS-BEDEELING.
COMMISSIES EN BESTEREN VAN
GEMEENTE-INRICTINGEN.
ONDERWIJZEND PERSONEEL.
VEEZIEKTE.
VEEZIEKTE.
BELVSTÏnG-VER&iDENINB.
binnenlandsche berigten.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Dondebda6
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels 5 1,-
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten ui t er lp k den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
BIJ DIT KOMMER BEHOORT EEN BIJBLAD.
Wij maken onze lezers opmerkzaam dat het le no.
van ons blad voor 1872 in dubbelen getale zal wor
den verspreid en dat no. dus eene bijzondere gele
genheid aanbiedt voor het adverterend publiek.
Het zal worden uitgegeven op nieuwjaars-morgeil,
in plaats van op nieuwjaars-OVOlld.
In dat no. vangt het adverteren a tien. cents
per regel aan.
Voor hetzelve worden advertenties ingewacht uiter
lijk tot Zondag middag 12 ure.
DE ÜITGEYEBS.
De COMMISSARIS des KONINGS in de PROVINCIE ZEELAND.
In aanmerking nemende dat in eenige gemeenten van de
Belgische provinciën Oost- en West- Vlaanderen zich gevallen
van veepest hebben voorgedaan
Gelet op het Koninklijk besluit van den 8sten December
1870 (Staatsblad no. 194), en op de brieven van Zijne Ex
cellentie den Minister van Staat en van Binnenlandsche
Zaken van den 21sten dezer, no. 148, 9de afdeeling, en van
den provincialen veearts der 1ste klasse, tevens plaatsver
vangend districts-veearts, van den 24sten dezer, no. 438;
BESLUIT
de dezerzijds verleende ontheffingen van de bepa
ling vervat in art. 1 van het Koninklijk besluit van
den 8sten December 1870 Staatsblad no. 194), voor
zoo veel betreft de vergunningen tot het dagelijksch
heen en weder voeren over de Belgische grenzen van
rundvee en sehapen ter weiding, worden ingetrokken
en zullen, met den 2 9sten dezer, ophouden van kracht
te zijn.
Dit besluit zal in het Provinciaal blad geplaatst en af
drukken daarvan, in plano, aan de gemeentebesturen, ter
aanplakking, gezonden worden.
Middelburg, den 26sten December 1871.
De Commissaris des Konings voornoemd,
R. W. VAN LONDEN.
van liet Gemeente-bestuuc.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES bren
gen ter openbare kennis, dat de Nieuwjaars-Commissie,
daartoe in staat gesteld door de bijdragen der ingezetenen,
op Maandag den 1 Januarij 1872
aan de weezen- en armenschool eene uitdeeling zal doen
van Eetwaren en Brandstoffen aan de armen dezer gemeente.
Burgemeester en Wethouders noodigen mitsdien de meer-
gegoeaenuit, op den Nieuwjaarsdag geene giften of aalmoe
zen aan hunne huizen uittereiken, daar dit eene minder
goede armen-verzorging is, en waarschuwen de armen voor
het bedelen op dien dag, dewijl daartegen door de politie
met de meeste gestrengheid zal worden gewaakt.
Goes, den 23 December 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris.
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen
ter openbare kennis dat de raad der gemeente in zijne
vergadering van gisteren-avond, ter vervulling der vacatures,
die door periodieke aftreding zullen ontstaan, heeft her
benoemd
a tot leden der vaste raadscommissie voor het fmantie-
wezen, de heerenjhr. mr. J. J. POMPE van MEEK DER
VOORT, tevens voorzitter; B. MEIJLINK en A. NORTIER Pz.
b. tot leden der vaste raadscommissie voor het ontwerpen
van strafverordeningen, waarvan de Burgemeester ambts
halve lid en voorzitter is, de heeren-. jhr. mr. J. J. POMPE
van MEERDERVOORT en mr. A. B. M. HANLO
c. tot leden van het burgerlijk armbestuur
afdeeling armenzorg: den heer F. S A. KNITEL;
afdeeling weeshuisden heer M. STERK;
regentes van het weeshuismevr de wed. DE RONDE
BRESSER, Geb. Vervenne;
d. tot leden der openbare gezondheids-commissiede heeren
dr. N. J. F. VERSCHOOR en dr. P. J. F. VERMEULEN
e. tot lid der plaatselijke schoolcommissieden heer H.
K. D. van den BUSSCHE
tot lid der commissie van toezigt op de scholen voor
middelbaar onderwijsden heer mr. A. B. M. HANLO
Voorts dat de raad heeft benoemd tot lid der laatstge
noemde commissie, in plaats van wijlen den heer jhr. J L H.
POM l'E van M EERDERVOORT: den heer mr. J. 1. DÉLBAERE.
Goes den 23 December 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P BLAAUBEEN.
a De Secretaris,
4% HARTMAN.
BEWAARSC HOOL.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken
bekend, dat aan de Bewaarschool voor kinderen van armen
en minvermogenden benoodigd is
Eene HULPONDERWIJZEP.ES, boven de 16 jaar, op
eene jaarwedde van f 75.
Sollicitanten worden uitgeroodigd om zich vóór Vrijdag
5 Januarij 1S72 in persoon te vervoegen bij den president
der plaatselijke schoolcommissie, mr. J, G. de WITT HAMER,
aan de Brug, wijk B no. 169a.
Goes, den 23 December 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
De BURGEMEESTER der gemeente GOES brengt, naar
aanleiding eener circulaire van den heer Commissaris des
Konings in deze provincie, van den 14 Decemberjl. A
no. 7099, (Prov. blad no. 140), ter openbare kennis! dat
door de Koninklijke Pruissische Landdrostei te Aurich, de
invoer van rundvee uit Nederland in die Landdrostei
is verboden.
Goes, den 23 December 1871.
De Burgemeester voornoemd,
M.' P. BLAAUBEEN.
De BURGEMEESTER der gemeente GOES brengt bij
deze, naar aanleiding der circulaire van den Heer Com
missaris in dit Gewest, van den 22sten December 1871, A,
no. 7224, 3e afdeeling, ter kennis van belanghebbenden, dat
de Koninklijke Pruissische Landdrostei te Osnabriich den
invoer van rundvee, uit Nederland afkomstig, in het
district Aschendorf verboden heeft.
Goes, 25 December 1871.
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
Schoolgeld..
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
doeu te weten, dat door den raad dier gemeente, in zijne
vergadering van 4 October jl. is genomen het volgende
besluit.-
De Raad der Gemeente Goes
overwegende, dat tengevolge der oprigting eener vierde
school voor gewoon lager onderwijs, eene nieuwe regeling
van dat onderwijs noodzakelijk is;
dat de nieuwe school weldra zal worden geopend, en bij
besluit van 13 September jl. no. VI is verklaard tot eene
school der 2de klasse, terwijl de tegenwoordige school der
2de klassewordt eene school der 3de klasse.
dat de school der 2de klasse tot hiertoe bezocht werd
door kinderen van ouders, die schoolgeld betalen, en van
hen, die daarvan vrijgesteld waren
dat de nieuwe school der 2de klasse voortaan zal toegan
kelijk zijn, alleen voor kinderen van ouders, die geacht
worden eenig schoolgeld te kunnen betalen, terwijl de school
der 3de klasse zal bezocht worden door kinderen van ouders,
die ofschoon niet bedeeld, daartoe niet in staat geoordeeld
worden.
Dat het getal der eerstbedoelden bij de tegenwoordige
heffing zeer gering is en p. m. 60 bedraagt, terwijl het
vooruitzigt bestaat, dat bij een lager schoolgeld dit getal
tot p. m. 150 zal klimmen;
dat dus in het meerdere getal een equivalent gevonden
wordt voor het minder bedrag.
Overwegende dat de Fransche jongensschool sedert meer
dere jaren is opgeheven, en het daar gegeven onderwijs in
de Fransche taal wordt verstrekt in de voorbereidende klasse
aan de hoogere burgerschool;
overwegende dat het schoolgeld voor het onderwijs aan
de openbare school der 1ste klasse, en aan de Fransche
meisjesschool vooralsnog geene wijziging behoeft.
Gelet op art. 31 tot en met art. 34 der wet van 13 Au
gustus 1857 (stbl. no. 103.)
Heeft besloten:
a. Het schoolgeld voor het onderwijs aan de openbare
school der 2de klasse te wijzigen, door in het besluit van
10 October 1859 goedgekeurd bij Zijner Majesteits besluit
van 21 Januarij 1860, no. 55, sub b 'te lezen als volgt:
voor het onderwijs in de openbare school der 2de klasse
op de Vlasmarkt
1". voor het onderwijs gedurende de dagschool, voor één
kind twintig cents
voor ieder kind meer, uit een gezin, gelijktijdig school
gaande tien cents;
2". voor het onder wijs gedurende de avondschool vijftien cents.
b. Uit gemeld besluit te doen wegvallen het bepaalde bij
litt. c. (Fransche jongensschool.)
c. Te bepalen, dat de voorschriften voor de verordening
der belasting, zooals die bij de verordening van 10 October
en 12 December 1859 zijn vastgesteld, geene verandering
zullen ondergaan.
Zijnde deze wijziging goedgekeurd bij Zijner Majesteits
besluit van den 24 December 1871, no. 19.
En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort,
den 28 December 1871.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der ge
meente KAPELLEProvincie ZEELAND
Overwegende, dat aan de kinderziekte overleden
zijn CORNELIA en SEVER1NA POORTVLIET,
kinderen van DIRK POORTVLIET, arbeider, wo
nende te Kapelle
Gezien de verklaring van den Heer Th. PER
SANT SNOEP, geneesheer te Kapelle, waarin de
noodzakelijkheid wordt aangetoond van de vernie
tiging van de voorwerpen hieronder omschreven
door die kinderen tijdens de ziekte gebruikt,
Overwegende, dat de gezamenlijke waarde dier
voorwerpen, aan genoemden DIRK POORTVLIET in
eigendom toebehoorendeis getaxeerd op tien
gulden
Overwegende, dat het derhalve wenschelijk is,
dat tot de onteigening en daarop volgende vernie
tiging der voorwerpen wordt overgegaan
Gelet op art. 69 der wet van den 28sten Augustus
1851, (Staatsblad no. 125).
Besluiten
1°. Ten algemeenen nutte worden onteigend 2
bedden, 2 kussens, 2 bedlakens en 4 dekens, gebruikt
door CORNELIA en SEVERINA POORTVLIET in
hunne ziekte,
2°. Van dit besluit kennis te geven aan Gedepu
teerde Staten van Zeeland, en het te plaatsen in
de Staats- en Goessche Couranten.
Kapelle, 21 December 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. de JAGER, L. B.
De Secretaris,
P. J. van dek MANDERE.
GOES28 December 1871.
EERSTE KAMER.
In het antwoord der regering op de verslagen
van de commissie van rapporteurs over de ont
werpen der staatsbegrooting voor 1872, wordt o. a.
door den minister van büitenl. zaken gezegddat
hij vermeent zich aangaande de missie te Rome
te mogen onthouden van in nadere ontwikkeling
te treden. De minister kan niet anders dan in
stemmen met het leedwezen, hetwelk, blijkens het
verslag, vrij algemeen uitgedrukt werd over het
geen te dezer zake gebeurd is.
De kamer is gisteren weder bijeengekomen om
de behandeling der staatsbegrooting aantevangen.
De algemeene beraadslagingen over de staatsbe
grooting voor 1872, waarbij vooral het financieel,
koloniaal en militair beleid der regeering werd be
sproken, zijn in de zitting der eerste kamer van gis
teren teneinde gebragt. Hoofdstuk I (huis des ko
nings) werd met eenparige stemmen aangenomen.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van Donderdag 21 dezer, werden
de beraadslagingen over het ontwerp -tot inkoop
en amortisatie van rentegevende schuld hervat:
Het ontwerp werd van onderscheiden zijden, zelfs
hevig, bestreden, op grond van de omstandigheid
dat men niet geacht kon worden voldoende te zijn
ingelicht omtrent den toestand van 's lands geld
middelen en het eigenlijke doel dezer voordragt,
strekkende om, bij bestaande tekorten, staatsschuld
in te koopen, met het uitzigt; naar men meende,
om spoedig tot uitgifte van nieuwe over te gaan.
Ook bestond er bij sommigen bezwaar om tot
het gedane voorstel toe te treden bij de onzeker
heid, die men achtte te bestaan omtrent later te
doene buitengewone uitgaven en het tijdstip waarop
daarin zou moeten worden voorzien. Daarenboven
werd te kennen gegeven, dat, zoo de tot schuld
delging bestemde gelden geacht konden worden be
schikbaar te zijn, het beter was te achten die te
besteden voor verschillende werken van openbaar
nut of het ondersteunen van staatswege van nut
tige ondernemingen, welke bezwaarlijk zonder dien
steun tot stand zouden kunnen komen. Ook werd
het denkbeeld voorgestaan, dat beschikbare mid
delen in de eerste plaats behoorden te worden aan
gewend tot wegneming van tekorten en tot voor
koming van het ontstaan van vlottende schuld,
in plaats van tot inkoop en amortisatie van schuld.
De heeren Mirandolle, van Houten, Fransen van
de Putte's Jacob en Bredius somden hunne bezwa
ren op tegen het ontwerp dat verdedigd werd
door den heer Oldenhuis Gratama en de ministers
van financien en van koloniën. De beide laatsten
traden in breedvoerige beantwoording der geopper
de bedenkingen, gaven de door sommigen gevraa»-