O 1871. Jfi 97. Vrijdag 8 December. 58*le jaargang. BEKENDMAKINGEN van. het Gemeente- bestuur. NATIONALE MILITIE. BINNENLANPSCHE BERICTEN. (.OKssi: De uitgave dezer Courant gesohiedt Maandag en Donderdak avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden k 15 e. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1—6 regels h 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags. Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, gezien art. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 24 der wet op de Nationale Militie, dd. 19 Augustus 1861, (Staatsblad no. 72); brengen bij deze voor de eerste maal ter kennis der ingezetenen dat het register van fA'SC H RUVIXG voorde X A. VI OJVA/jK JU IMiÏ 3F gis dagelijks, ged urende de maand Januarij, (uitgenomen des Zondags) van des morgens 9 tot des namiddags 2 ure, ter secretarie der gemeente zal gereed liggen; dat tot de inschrijving verpligt zijn alle mannelijke inge zetenen, die op den laten Januarij aanstaande hun 19 jaar zullen ingetreden, en dus in het jaar i853 geboren zijn, alsmede diegenen, welke na het intreden van hun 19e doch voor het volbrengen van hun 20ste jaar ingezetenen zijn geworden; dat, volgens art 15, voor ingezeten wordt gehouden: 1°. hij, wiens vader, oi, is deze overleden, wiens moeder, of zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is, vol- fens de wet van den 28 Julij l85U (Staatsblad no. 44); ij. die geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste aan het in de eerste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maanden in Nederland verblijf hield; 3°. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezetene was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het rijk verblijf houdt. Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling, behoorende tot eenen staat, waar de Nederlander niet aan de verpligte krijgsdienst is onderworpen, of waar, ten aan zien der dieustpügtigheid, het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen; dat volgens art. 17 niet behoeven te worden ingeschreven de ia een vreemd rijk achtergebleven zoon van een inge zeten, die geen Nederlander is en de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten, alsmede de zoon van een Neder lander, die ter zake van 's lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont; dat volgens art. 16 de inschrijving moet plaats hebben: 1*. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of zijn beide overleden, de voogd woont; 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar in de ge meente, waar hij woont; 3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heelt of door deze is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente, waar hij woont; 4». van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder lander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft. Terwijl eindelijk, volgens art. 18, elk, die behoort inge schreven te worden, verpligt is, zich tusschen den lsten en 31sten Januarij daartoe aantegeven bij burgemeester en v\ et- Jfchouders, ter 'plaatse en op de uren hiervoren aangewezen, ^^terwijl bij ongesteldheid of afwezigheid zijn vader, of is deze der staatsbegrooting van 1872 aangenomen. Het geheele hoofdstuk werd vervolgens aangenomen met 50 tegen 4 stemmen, die van de heeren Zijlker, Sandbergde Roo en Weslerhoff. In de zitting van Dingsdag werd hoofdstuk VII A (nationale schuld) eenparig goedgekeurd. Door den minister werd een wetsontwerp op de amortisatie toegezegd. De discussiën over hoofdstuk VII B (departe ment van finantiën) hebben vervolgens een aan vang genomen. Door den heer Leiding is eene motie voorgesteld, waarbij de kamer als haar gevoelen zou uitspreken, dat de uitlegging der postwet door den minister van finantiënmet betrekking tot de bijvoegsels van kleine couranten, niet strookt met den geest en de bedoeling der wet. De behandeling is tot later uitgesteld. In de zitting van gisteren is een amendement van dhr. van Houten verworpen betrekkelijk nieuwe kerkelijke subsidien. Hoofdstuk Fioantien is vervolgens aangenomen met 55 tegen 9 stemmen. Heden is hoofdstuk Oorlog aan de orde. Per Telegraaf. Bij den aanvang der zitting van de lie Kamer der St. Gen. op heden, heeft de heer Engelvaart (minister van Oorlog) het woord gevraagd en verklaard, dat de blijvende verdeeldheid tusschen hem en zijne ambtge- overleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verpligt is. Goes, den 2 December 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. HUW BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbare kennis, dat de i'ommissie tot uit dee ling van Ketwaren en Brandstoffen op Xieuwjaarsdag weder zamengesteld is, en bestaat uit de heeren: J. A. A. FRANSEN van de PUTTE, Wethouder, als V oorzitter; F. S. A. KNITEL, lid van het Burgerlijk Armbestuur; J. A. STOKMANS, lid der diaconie van de Ned. Herv Gemeente; J. BOOKELAAR, lid van het R. C. Parochiaal armbestuur en J. KOOMAN Az., lid der commissie tot de (Economische spijsuitdeeling terwijl de heer C. RISSEEUW, griffier ter secretarieals Secretaris aan de Commissie is toegevoegd en dat deze Commissie de bijdragen der ingezetenen zal afhalen op Maandag den 11 December a. s. Burgemeester en Wethouders verzoeken geene aalmoezen aan de deuren uittereiken, maar deze veeleer aan de Com missie toe te vertrouwen opdat zij in staat zij hare gewone nieuwjaars-bedeeling te doen, terwijl Burgemeester en Wet houders vermeenen, dat elke aanbeveling tot het geven van ruime bijdragen thans overbodig zal zijn, bij de duurte der eerste levensbehoeften. Goes, den 7 December 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. GOES 7 December 1871. Door het niet aankomen der postmissen wij de couranten en brieven met de laatste Hollandsche berigten. TWEEDE KAMER. In de zitting van jl. Maandag zijn na korte ^felgcjmeene beraadslagingen, betreffende de wettelijke regeling der zeemagt en den torpedodieustach tereenvolgens de artikelen van hoofdstuk VI (marine) nooten over de legeroiganisatie bij de teel, hem genoopt heeft zijne portefeuille ter beschikking van den Koning te stellen en dat hij niettemin dit besluit zou hebben opgevat wegens de strekking en den toon der officieele kamerstukken in den laatsten tijd gewisseld en speciaal dat over het ver slag betreffende de mobilisatie. Intussclien blijft hij be reid zijn budget, zij 't ook als crcdietwet, te verdedigen. Tweede telegram Bij de behandeling van het rapport over de mobilisatie, hebben de heeren Stieltjes en Storm protest aangeteekend tegen de gezegden van den minister van oorlog, over den toon van het rapport. De beslissing daar over is in de tegenwoordige omstandigheden tot later uit gesteld. Op denzelfden grond is de discussie over het budget van oorlog uitgesteld tot na het hoofdstuk koloniën, dat morgen elf ure aan de orde komt. De heer van Zuylen heeft verlof bekomen tot het rigten eener interpellatie aan de regering, ter zake van het defensiewezen. De ge loofsbrieven van mr. Godefroi zijn onderzocht; de conclusie strekt tot toelating na eedsaflegging I De N. G. Ctheeft bet wenscbelijk geacht «voor y> sommigen die door persoonlijke omstandigheden niet voldoende op de hoogte der juiste toedragt zijn," onze artikelen over het conversie-plan te weder leggen? Het is ons uit den aangehaalden zin niet regt duidelijk voor wie die wederlegging nu eigenlijk dient, maar te oordeelen naar de wederlegging zelve, moeten wij aaunetnen dat de N. G. Ct. het ge halte dier »sommigen met persoonlijke omstandig heden" niet zeer hoog schat. Die courant begint met te herhalen dat de kosten van het onderwijs te hoog zijn en voegt er bij dat de meerderheid in den raad, die de vermin dering van onderwijskosten in haar programma? voert, op de hegrooting voor 1872 vijfduizend gulden meer voor het onderwijs heeft toegestaanzonder dat nogtans de hoofdei, omslag vermeerderd is. Er is dus op wat anders bezuinigd en de inge zetenen mogen zich gelukkig rekenen, dat zij niet meer dan vroeger moeten betalen Dit is de korte zin van het lange betoog der N. G. Ct. In artikelen over de inkomsten-belasting en afschaffing der patenten heeft dat blad er op gewezen, dat het vrij wel hetzelfde is onder welken vorm men belastingen betaalt en dat bij die be lasting-hervorming in de breedte werd teruggeno men wat in de leDgte gegeven werd. Heeft de N. G. Ct., daaraan wel gedacht toen zij haar ar tikel van jl. Dingsdag schreef? 't Is althans vol komen van toepassing op haar argument voor de houding der tegenwoordige meerderheid in den raad bij de behandeling der begrooting. Maar als er tegenover de f 5000,die door de N. G. Ct., beweerd worden als meer voor het on derwijs te zijn toegestaan, bezuiningen zijn gedaan, dan komt daarvan zeker alleen de eer toe aan burg. en weth. die de begrooting hebben ingediend, dewijl geen der leden eenige wijziging in de he grooting heeft veroorzaakt. Immers die lapjes laken neemt de redacteur der N. G. Ct., niet in ernst in bescherming Hij maakt wel eenigen ophef over de omstandig heid dat er nog mindere inschrijvers waren dan de heer Loobeek, maar 't laken moest immers vol gens het monster zijn en de redacteur der N. G. Ct., wil de politie-agenten toch niet met een zomer- stofje kleeden 'tls dus wel een beetje valsche eigenlof als de N. G. Ct. zegt -. dat die bezuinigingen door toedoen der oppositie in den raad zijn verkregen. Maar daarenboven achten wij de ingezetenen al heel weinig gebaat door de uitdrukking dat ze al big mogen wezen dat de belastingen niet ver, meerderen Neen, mijne heeren van de oppositie, gij hebt de burgerij wijs gemaaktdat zij minder lasten zou betalen en daarbij hadt gij niet het oog op de kleeding der politie-agenten, waarop gij tracht te bezuinigen, maar op de onderwijskosten waar voor gij 5000,meer toestaat »Jonkh. Pompezoo zegt de redacteur van de N. G. Ct., heeft reeds een stap in de rigting van «vermindering der onderwijskosten gedaan," inaar 't voorstel werd verworpen. Behalve dat tot die verwerping de eigen geest- verwanten van dhr. Pompe meewerkten, valt hierbij nog op te merken, dat als het bedoelde amende-* ment tot verhooging der schoolgelden op de school der tweede klasse was aangenomen, de gemeente nog minder schoolgeld hadde getrokken. De juistheid van de toenmalige .redenering des heeren ran de Putte wordt bewezen door de' om- standigheid dat er nu 150 kinderen óp de school der tweede klasse zijn, die 20 ets, betalen Als bewijzen voor de werkzaamheid der tegen woordige meerderheid worden voorts 3 negative punten aangegeven: de meerderheid heeft verhinderd de oprigting eener ihiddelb. school voor meisjes; (men vergeet hier bij te voegen; gateen .ander plan is aangenomen-, datbij meerdere ge- brekkclijkheid de verdienste bezit van niet minder te kosten en waaromtrent dë toekomst bewijzen zal, dat het meer kost).; die meerderheid heeft verhinderddat jongens en meisjes te zamen op de hoogere .burger school gingeneen besluit waardoor de ge meente eene niet onbelangrijke inkomst derft die meerderheid heeft verhinderd dat de gemeente eene leeniDg aanging van/ 100,000! (Dit is eene zeer ontrouwe voorstelling, omd^t van die 100,000 reeds 60,000 geleend warén. Zij heeft dus alleen verhinderd eene leeniug van veertigduizend gulden voor werken waarvan zelfs de N. G. Ct., het nut erkent En wel eene leening van 40,000 die op .,dit oogenblik geen meerderen last op de schou ders der ingezetenen laadde En let wel, dit laatste, de leening van veertig duizend gulden heeft de meerderheid in den raad verhinderd, niet omdat die werken overbodig zij-fij neeu, de N. G. Ct., erkent dat die meerderheid die werken ook wilmaar zij heeft de leening ver hinderd omdat zij die verbeteringen"" niét'op zulke bezwarende omstandigheden' wil. Zij zal dus fie werken laten uitvoeren op minder bezwarende omstandigheden Dit meenen wij er uit te moeten opmaken. Welnuwij wenschen niets liever en zöo d.é meerderheid van den raad met een plan voor deii dag komt, dat nog minder bezwarend is dan het plan van burg. en weth.dat in het geheel niét bezwarend wasomdat wij er in "de eerste 20 jaren niet sterker dan nu door werdeu .gedrukt dan zullen wij die meerderheid den lof niet ont houden van den steen der wijzen te hebben ontdekt. Voorshands en in afwachting constateren wij alleen, dat de N. G. Ct. erkend heeft dat de kosten, voor onderwijs weder gestegen' zijn, dat burg. en weth. op andere punten hebben weten te bezui nigen en dat het programma der Goessche bezui nigingsmannen op dat oogenblik nog slechts te lezen geeft: «weest maar blij dat wijde ingezetenen- nog niet meer laten betalen." Of die «sommigen met persoonlijke omstandig heden" wel heel erg met de toelichting der N, G. Ct. zullen ingenomen zjjn, betwijfelen wij zeer. Gisteren avond vierde de Vereeniging voor Volks vermaken haar 4de St. Nicolaas-feest. Behalve de gewone tombola of loterij, die als vroeger tot de vermakelijkste resultaten, benevens het gelukkig winuen van eenige prijzen van waarde aanleiding- gaf, en behalve de trouwe medehulp der Harmo nie, trad ditmaal ook de Goessche zangvereeniging op, die eenige stukken met sueeès tea gehoore.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 1