1871. JV- 96. Dingsdag 5 December. 58ste jaargang. BEKENDMAKINGEN van liet Gemeente-bestuur. SCHOUWING. Collecte door het R. C. Parochiaal Armbestuur. PERSONELE BELASTING. PATENTREGT. POSTERIJEN. Vertrek der Oost-Indische landmail. BINNENLANPSCHE BERICTEN. GOESSII De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75. Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c. COIliWT. Gewone advertentiën worden k 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels a f 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragend» en contant betaald, 40 c. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis van de onderhoudspligtigen en verdere belang hebbenden, dat zij over alle Waterleidingen, Sprinkeu SlootenGruppen en Dammen langs en in de Buurtwegen onder deze gemeente eene SCHOUWING- zullen houden op Donderdag den 14 December 1871, met ernstige aanmaning, om tegen die schouwing te zorgen, dat de voorzeide Waterleidingen, Sprinken, Slooten en Gruppen volkomen schoongemaakt en ter bekwamer diepte gebragt, en dat de dammen van duikers, heulen of buizen ter vol doende afmeting voorzien zijn. Voorts herinneren Burgemeester en Wethouders speciaal aan de artikelen 26, 31, 32 en 33 van het reglement op het beheer en onderhoud en de politie der buurtwegen en voetpaden in deze provincie van den 6 Julij 1838, welke artikelen aldus luiden: Art. 26, De Waterleidingen, Sprinken, Slooten en Grup pen, loopende langs de wegen, moeten steeds ten koste van de eigenaren der aangrenzende landen, zoo de ver- pligting daartoe niet op het Polderbestuur of andere cor poratie berust, ter behoorlijke diepte gehouden worden. Art. 31. Alle Waterleidingen, Sprinken, Slooten en Grup pen, gelegen ter wederzijde der wegen, moeten behoorlijk schoongemaakt en van alle ruigten en andere beletselen gezuiverd worden, ten einde het water daardoor zonder verhindering kunne afloopen. Art. 32. In de voormelde Waterleidingen, Sprinken, Slooten en Gruppen, loopende langs de wegen, mogen geene dammen gelegd worden, dan met schriftelijke toe stemming van het plaatselijk bestuur, aan hetwelk het op- zigt over de wegen is opgedragen, en alleen onder voor waarde, dat dezelve zullen moeten voorzien zijn en blijven van duikers en heulen of buizen, hebbende zoodanige bij iedere concessie duidelijk te bepalen hoogte en breedte, als noodig is, om de afloozing van het water niet te belem meren; blijvende echter, voor zooveel de algemeene water- loozingen aangaat, het regt der polderbesturen onverkort, met welke de plaatselijke besturen ten deze steeds in over leg zullen moeten treden. Art. 33. De thans aanwezige dammen of andere beletse len moeten binnen één jaar na de afkondiging van dit reglement, wanneer de bevoegde autoriteiten zulks noodig achten, van duikers, heulen of buizen voorzien worden, ten ware de belanghebbenden mogten verkiezen dezelve te amoveren. Eindelijk maken Burgemeester en Wethouders bekend, dat tegen de nalatigen, zonder eenige oogluiking, zal wor den gehandeld naar de voorschriften van art. 80 van boven genoemd reglement. Goes, den 30 November 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. m BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES bren- 1 gen ter openbare kennis, dat het R. C. PAROCHIAAL ARMBESTUUR in deze gemeente, het voornemen heeft, om op Woensdag 6 December a. s. aan de huizen van alle ingeze tenen eene ALGEMEENE COLLECTE te doen ten behoeve van de armen, aan zijne zorg overgelaten. Burgemeester en Wethouders noodigen een ieder uit, om door ruime giften het genoemde Armbestuur in staat te stellen aan zijne verpligting te voldoen, zijnde deze inza meling de eenige die in dit jaar door genoemd Armbestuur wordt gedaan. Goes, den 2 December 1871. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER van GOES brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat dat het kohier van het PERSONEEL no. 3 voor deze femeente, over het tweede kwartaal van het dienstjaar 8711872, op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen binnen deze gemeente. Goes, den 2 December 1871. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De BURGEMEESTER van GOES brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat, dat het kohier van het PATENTREGT voor deze gemeente over het tweede kwartaal van het dienstjaar 18711872 op heden ter in vordering is gesteld in handen van den ontvanger der be lastingen, binnen deze gemeente, en dat de PATENTEN van hen, die op het kohier voorkomen, ter secretarie der femeente kunnen worden afgehaald, van den 7den tot den lsten December aanstaande, dagelijks, uitgenomen des Zon dags, van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 ure, terwijl de dan niet afgehaalde Patenten door eenen deur waarder der directe belastingenaan belanghebbenden tegen betaling van 10 cents, zullen worden uitgereikt. Goes, den 2 December 1871. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. A- Via BRINDISI, Vrijdag 8 December, per laatsten trein naar Roosendaal. GOES4 December 1871. TWEEDE KAMER. In de jongste zittingen werd de discussie over de afdeeling wonderwijs" van hoofdst. Binnenland- sehe zaken, ten einde gebragt. Verschillende leden hebben het woord gevoerd. De oude, telken jare terugkeerende, redevoeringen over de grieven tegen het onderwijs op de staatsschool hebben ook nu niet ontbroken. Als iets nieuws kunnen wij mededeelen, dat de heer van Wassenaer Catwijck een voorstel tot wij ziging van art. 194 der grondwet heeft aange kondigd. Hoewel wij het toejuichen dat men deze kwestie in den grondader wil attaquerenzoo voorzien wij dat in de eerste tijden de kwestie nog niet zal worden uitgemaakt. In het Dagblad toch lezen wij dat de heer van Wassenaer zeide: herhaaldelijk is aan spr. en aan den heer van Loon in de laatste maanden een vraag gesteld. Hij zal daarop thans onbewimpeld antwoorden: »Wilt gij art. 194 der Grondwet veranderen en zult gij een voorstel daartoe doen jadan neen Hij antwoordt onbewimpeld: »ik reken het volstrekt noodig, dat, tot behoorlijke regeling omtrent eene gewigtige levenskwestieeen wijziging van art. 194 der Grondwet plaats hebbe." »Zult gij een voorstel doen met den heer van Loon?" »Ja." Wanneer?" »Niet nu, maar later." En als wij dan verder lezen, dat de heer van Wassenaer gelooft dat de tegenwoordige kamer niet is de wezenlijke vertegenwoordiging der natie, dat de kamer niet uitdrukt de wenschen van de meer derheid des volks, dat hij wachten wil met zjjn voorstel tot daarin verandering is gekomen, dan ja, dan houden wij het er voor dat deze kwestie nog lang, zeer lang zal vörden gekoesterd als een uiterst geschikt middel om tegen de voorstanders van bet neutraal onderwijs altijd een stormram bij de hand te hebben dan voorzien wij dat de anti-liberale bladen nog dikwijls stof zullen hebben om over gemoedsbezwaren, verongelijkinggods- i dienstloosheid enz. artikelen te schrijvenmaar wij beschouwen het desniettemin als een gebrek van vertrouwen in hunne eigene zaak als de te genstanders van het neutraal onderwijs het in han oog bestaande kwaad laten voortwoekeren zonder een krachtig initiatief te nemen waardoor de zaak voor de naaste toekomst wordt uitgemaakt. Waarom als zij meent dat de meerderheid der natie aan hare zijde is, waarom treedt de oppositie dan niet krachtiger op. Zoo werkeljjk de natie aan hare zijde is, zal de toekomst dat bewijzen. De geheele zitting van Zaturdag werd gewijd aan art. 83bis, zijnde 5'/s ton tot verbetering van het Hillegat, welk artikel ten slotte met 37 tegen 27 st. werd verworpen. Daarna werd het gansche hoofdstuk Binnenl. zaken aangenomen met 62 tegen 2 stemmen, (de heeren Hoffman en Begram.) Heden is hoofdstuk Marine aan de orde. Volgens het verslag in het Dagblad over de zitting der Tweede Kamer van jl. Donderdag (het officieel verslag van die zitting is nog niet in onze banden) heeft de heer Heemskerk Az. beweerd, dat te Goes een veel grooler aantal meisjes dan jongens., zich voor de toelating op de hoogere burgerschool hadden aangemeld. 't Verwondert ons dat de heer 5. Vader niet genoeg op de hoogte van de Goessche aangelegen heden schijnt te zijn, om zijn medelid de onjuist heid dier bewering op te merken. Wij kunnen mr. Heemskerk Az. de inlichting geven, dat, op het tijdstip waarop de meisjes tot de lessen aan de hoogere burgerschool alhier wer den toegelaten 17 jongens en slechts 12 meisjes wer den ingeschreven (ongerekend 5 jongens voor de bur geravondschool) terwijl een getal van 60 jongens reeds vóór deze jongste toelating van de lessen gebruik maakte. Het getal meisjes werd later nog met 2 ver meerderd, zoodat de aanmelding van meisjes minder is gebleven dan, op hetzelfde tijdschip, de aanmel ding van jongens. Mr. Heemskerk Az., schijnt dus verkeerd ingelicht te zijn geweest, althans is zijn beroep op Goes, tot staving zijner bewering dat bij toelating van meisjes tot de hoogere burger scholen er zich zooveel zouden aanmeldendat parallel-klassen noodig zouden zijn, niet houdbaar. Het argument van den heer Saaijmans Vader tegen de motie-Dumbar wasdat de koning het opperbestuur der buitenlandsche betrekkingen heeft en dat daarom de kamer het regt mist om gelden voor een gezantschap te weigeren. Dit argument wordt thans vlijtig door de ultramontaansch-con- servatieve organen geëxploiteerd. Waarom werd niet ditzelfde argument in 1869 gebezigdtoen de kamermede op voorstel van den heer Dumbarde gelden weigerde voor het gezantschap in China? Destijds schaalden zich aan de zijde van den heer Dumbar de conservatieve leden Hoffman, Nierstraszde Brauwvan Wasse naer, Bots, SmitzHaffmans, Heemskerk Azn., van der Hucht, Taets, Hasselman en Begram. Al die heeren, Heemskerk zelfs, grepen dus in het opperbestuur des konings. Op hen is mede van toepassing al wat de ultramontaansch-eonser- vatieve pers thans gelieft te schrijven over dé magtsoverschrijding der kamer-meerderheid. Het bovenstaande lezen wg in de Nieuwe Rott. Ct. In ons oog wordt te veel eer bewezen aan het argument en eenvoudig voorbij gezien dat het weder een noodmiddeltje van den beer S. Vader was. Als hij toch zóó groot bezwaar heeft tegen een oordeel over de buitenl. betrekkingen, omdat het opperbestuur bij den koning berust, zou dan de heer S. Vader zijne stem wel vóór of tegen de gansche begrooting van buitenl. zaken mogen uitbrengen Reeds de behandeling der begrooting in de ka mer en het feitdat de heer S. Vader geheel alleen bleef met zijne meening, is bewijs genoeg dat het argument niet de minste waarde heeft. Zelfs geen der ultramontaansche leden in de kamer greep dit middel aan om de missie bij den paus te verdedigen. Wij gelooven dan ook dat de heer «S. Vader wederom dit middeltje heeft aangewend om zich van de zaak af te maken. Opmerkelijk toch is bet, dat de heer S. Vader wederom meesterlijk zijn gevoelen over de zaak zelve heeft verzwegen. Nu er geene verkiezing op handen is en er das geene redenen bestaan om de roomsche kiezers op de hand te hebben waarom nu eens niet ridderlijk voor zijn gevoelen uitgekomen De heer Groen van Primterereen christelijk historisch man die niet heult met de partgen, heeft reeds jaren vóór de jongste gebeurtenissen in Rome gezegd dat de missie bjj den paus in zijn oog eene onmogelijkheid was en deze moest worden opgeheven. Denkt de heer S. Vader er ook zoo over of niet? Eene positieve verklaring vóór of tegenware zeer wenschelijk. Naar wg vernemen,zal inde bgeenkomstvan in genieurs, welke in een der localen van het De partement van Binnenlandsche Zaken zal gehou den worden, de vraag worden behandeld, in hoe verre de mogelijkheid bestaat om de Zuiderzee of een gedeelte daarvan droog te maken, waartoe het plan in overweging schijnt te zijn. Te Amsterdam zal de verkiezingsstrijd voor de Ilde Kamer loopen over de H.H. Godefroi, cand. der liberalen, Insinger, cand. der conservatieven en clericalen en Dr. Feringa, van Groningen, cand. der onlangs opgerigte Democratische Vereeniging. Naar men verneemt bestaat bet voornemen, om de spoorwegbrug tusschen Moerdgk en Dordrecht op 23 December a. s. voor het ondeiling verkeer in gebruik te stellen. De feestelijkheden, welke bij bet tot stand komen van dezen reuzenarbeid zullen plaats hebben, zijn vooralsnog niet gere geld. Men is nog in het onzekere of deze te Bre da of te Dordrecht zullen gehouden worden. De concessie van de firma A. J. Ver.wey Co, voor een stoomboot- en sleepbootdienst tusschen Rotterdam, Zierikzee en Goes is vervallen. Bij kon. besluit van 17 November jl. is ver nietigd art. 13 der verordening van de gemeente Goes, van 15 Augustus 1871, op het gebruik van de havenkom en de daaroverliggende brug. De Nieuwe Rotterd. Ct. vergist zich als zjj in haar no. van jl. Zaturdag ons op eene lijn plaatst met de Tijd, Dagblad en consorten, die «dagelgks »het publiek poogden te vermaken met eene op- »regte of voorgewende oppositie tegen het ont-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1871 | | pagina 1