1871. M 92. Dingsdag 21 November. 58slf* jaargang.
BEKENDMAKING
U1TGEL00TTE OBLIGATIËN.
POSTERIJEN.
Vertrek dei' Oost-Indische landmail.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Dondekdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal zoo binnen als buiten Goes 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 c. met bijblad 10 c.
Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels 1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenseht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
van liet Gemeente-bestuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen
ter kennis van belanghebbenden, dat bij de uitloting der
daartoe aangegevene obligatiën van de gevestigde schuld
dezer gemeente, die op heden ten raadhuize heeft plaats
gehad, de volgende nummers uit de bus zijn getrokken,
te weten:
No. 138 groot 1200 a 3 °/o restant van het vorige iaar.
80 - 600 - 3 J
82 - 600 - 2i
101 - 600 - 2i
121 - 600 - 21
127 -1000 - 3
155 - 600 - 3
178 - 600 - 3
188 - 600 - 21
211 - 600 - 21
228 - 600 - 3
255 - 1200 - 3
269 - 300 - 3
276 -1200 - 21,,
322 - 600 - 3
337 - 600 - 3
119 - 600 - 21 gedeeltelijk,
welke uitgelootte obligatiën, in de maand Januarij e. k.
ten kantore van den gemeente-ontvanger, tegen overgifte
der stukken, zullen worden afgelost.
Goes, den 18 November 1871.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Via BRINDISI, Vrijdag 24 November
per laatsten trein naar Roosendaal.
GOES, 20 November 1871.
TWEEDE KAMER.
Jl. Woensdag, begon bij hoofdstuk Buitenl. Zaken
art. 5, de discussie over" het amendement Dumbar
tot opheffing van het gezantschap bij den Pans.
De heer Dumbar wilde door zijn amendement eene
beslissing uitlokken omtrent de missie te Rome
en zou zich bij de beslissing der katner voor goed
nederleggen. Hij, zoowel als de hh. Cremers en
Gratama, die het amend, verdedigden, stelde in het
licht dat de paus had opgehouden wereldlijke magt
uitteoefenen en daardoor was een diplomatieke
vertegenwoordiging nutteloos volgens den heer
Cremers zelfs dwaas geworden. Bij het kerkelijk
hoofd der katholieken hadden wij, die ons met
betrekking tot de scheiding van kerk en staat op
een zoo geheel exceptioneel vrij standpunt bewe
gen, geen diplomatieken vertegenwoordiger meer
noodig. De heer Cremers ging verder. Hij achtte
dien vertegenwoordiger bij den paus gevaarlijk, want
er konden botsingen uit voortkomen tusschen den
gezant bij den paus en dien bij koning Victor Em
manuelbotsingen, die het land in verwikkeling
konden brengen. De heer Gratama voegde daar
nog bij dat naar den geest der Italiaansche waar-
borgenwet alleen de katholieke landen een verte
genwoordiger bij den paus zouden behouden en
zelfs deze waren door de aanneming van het onfeil
baarheids-dogma op dat punt aan 't wankelen
gebragt.
De heeren de Bieberstein, van der Maesen en
Storm van 's Gravesande bestreden het amendement
met warmte. De eerste betoogde dat geen Neder-
landsch ministergeen regtschapen christen den
roofdoor Italië gepleegdkon goedkeuren en
dat in onze dagenwaarin vooral ten opzigte
van kleine staten magt boven regt werd gesteld,
de huldiging der gepleegde on regt vaardigheid je
gens den pausverkeerd en onstaatkundig was.
Bovendien moest Nederland nimmer het voorbeeld
geven, zoolang andere staten hun vertegenwoordi
gers bij den paus handhaafden. Dit vooral werd
door den heer van der Maesen nader uiteen gezet,
die er daarbij vooral op wees dat de paus geen
onderdaan kan zijn van wien ook, hetgeen het
Italiaansch gouvernement zelf door de waarborgen-
svet had getoond te erkennen. Juist met het oog
pp dp yrijheid van de kerkgenootschappen, die de
^-grondwet waarborgt, moest de regering waar par
ticulieren die vrijheid niet kunnen handhaven, wan
neer daardoor gelijk hier geen gevaar voor
het algemeen belang ontstond, de behulpzame hand
bieden. Een geldkwestie gold het hier ook niet;
het staatsbelang, de eenaragt in den lande eischte
het behoud der missie, door welker intrekking de
gemoederen van duizenden in den lande zouden
worden gekrenkt. De heer Storm zag in het behoud
der missie, slechts een zaak van courtoisie die ook
door het meerendeel der natie, de protestanten, kon
worden goedgekeurd. Men moest niet vergeten dat
het hier niet geldt het instellen eener nieuwe, maar
het intrekken eener bestaande missie, bij den paus,
die, al of niet met wereldsck gezag bekleed, voor
9/10 der katholieken hetzelfde eminente hoofd blijft.
Hij zou vóór het behoud stemmen.
Donderdag werd de be.vaadslaging over het amen
dement voortgezet. Het werd verdedigd door de
heeren Voortliuysen en Jonckbloeten bestreden door
de heeren Heydenrijck, van Kuyk, van Zuijlen, Pij Is,
Bergman en van Nispen Junior, terwijl de heeren
's Jacob, Willebois en van Wassenaer Catwijk ver
klaarden den post aan te zullen nemen in de be-
teekenis van tijdelijk besluit. De heer Saaymans
Vader zou weder tegen stemmen uithoofde van
zijn grondwettig bezwaar.
In de zitting van Vrijdag, 17 dezer, werden deze
beraadslagingen voortgezet en hebben nog een aan
tal leden, zoo voor als tegen het aangeboden amen
dement, het woord gevoerd. Het opmerkelijkste
van deze zitting was zeker de rede van den mi
nister van buitenlandsche zaken, die het behoud
van de missie te Rome verdedigde en het amen
dement bestreed. Zijne rede'TSwam eigenlijk daarop
neder, dat geen der groote mogendheden tot dus
ver had gemeend, dat het tijdstip gekomen was
om de diplomatieke betrekkingen met den paus af
te breken. Nu betoogde hij, dat het met de strek
king van de in den laatsten tijd door ons steeds
gevolgde en door de kamer meermalen als de meest
wenschelijk geroemde politieke gedragslijn overeen
te brengen was, om af te wachten de beslissing
van hen, die, meer dan wijgeroepen waren om
voor te gaan en de impulsie te geven. Hoeveel
wezenlijke redenen van geruststelling er ook be
stonden, meende hij toch, dat de krachtigste steun
en de beste waarborg moesten gevonden worden
in liefde voor Vaderland en Koning, in eensgezind
beid en onderlinge welwillendheid. Er konden voor
ons geen redenen bestaan om de eersten te zijn in
het nemen van maatregelen, waaromtrent magtige
mogendheden de verantwoordelijkheid niet hadden
willen dragen.
Na den minister, wiens rede over het algemeen
een goeden indruk maakte, namen nog onderschei
dene leden het woord op. Zoo verklaarde o. a.
de heer de Biebersteindat hij hard was aangevallen
over hetgeen bij tegen het amendement had ge
zegd, maar dat hij zwijgen zou, niet uit vrees,
maar omdat hij de goede harmonie in de kamer niet
wilde storen en ook uit eerbied voor den voorzit
ter. De heer Fransen van de Putte betoogde, dat
de intrekking der missie te Rome, de zelfstandig
heid en de vrijheid der katholieke kerk niet zou
deren, en dat zij die voor die vrijheid en zelf
standigheid hadden geleden en gestreden, er ook
voortaan voor zouden blijven waken, dat daarop
geen inbreuk werd gemaakt.
Het is den beer Fransen van de Putte uitnemend
gelukt, te midden van al den luister, waarmede
de rede van den minister was omhangen, de scha
duwzijde derzelve te ontdekken.
Welke is de werkzaamheid van den gezant te
Rome?" Dit was de grondtoon van het woord,
door den redenaar uit Rotterdam aan het slot der
discussie gesproken. De heer Ilajfmans hoopte, dat
de kamer blijk zou geven van staatsmanswijsheid
en politieken zin. Wij zullen, zeide bij, daarvoor
dankbaar zijn, en de katholieken zullen zich ver
heugen en hun lot prijzen Nederlanders te zijn.
De heer Begram wees op het feit, dat juist
in den rjjksdag te Berlijn, dezelfde zaak werd
behandeld. En dat daar door den prins von Bis
marck werd verklaard, dat de gezant bij het hof
van Italië, tegelijk met dien bij den paus, naar
Rome zou vertrekken. De heer Dumbar, voor
steller van het amendement, ontkende, dat liet een
anti-katholiek voorstel wasdie dat beweerde kende
spr. niet. De heer Kien herinnerde, dat hij reeds
in het voorjaar zich uit verdraagzaamheid en wel
willendheid voor het behoud van den post had
verklaard.
Toen volgde de minister op nieuw, en hy
besloot met de bede tot de kamer te rigten,
om nogmaals te willen overwegen, of de intrek
king der missie door eenig groot staatsbelang werd
geboden, en of niet veeleer die intrekking zou zijn
in strijd met. het wezenlijk belang des lands. Als
laatste spreker, nam de heer Brouwer aan liet
debat deel. Hij zou tegen het amendement stem
men, omdat Nederland zich hier niet als groote
mogendheid op den voorgrond plaatsen moest.
Toen ging men tot de stemming over ten
opzigte van het vraagstuk, dat de kamer
gedurende drie dagen had bezig gehouden. De
uitslag was, dat het amendement van den heer
Dumbar tot het deen vervallen van de missie te
Rome, werd aangenomen met 39 tegen 33 stem
men. Er waren 7 leden afwezig.
Art. 5, dat ui met 8000 was verminderd
werd daarop met 61 tegen 10 stemmen aangenomen.
Ook over art. 6 (consulaten) werd vervolgens
nog een korte discussie gevoerd. Ten slotte werd
hoofdstuk III (departement van buitenlandsche za
ken) met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk IV (justitie) is daarna in behande
ling genomen.
De Nieuwe Rotterd. Courant zegt omtrent de
aanneming van het amendement Dumbar tot op
heffing der missie van den Paus
»Wij vertrouwen, dat de indruk van het besluit
onzer vertegenwoordiging zoowel binnen als buiten
de grenzen van ons land zal zijn van hoogst ge
ruststellenden aard- De Nederlandsche bevolking,
die haar onpartijdig oordeel raadpleegt, die zich
niet laat medeslepen door het denkbeeld van een
mogelijk herstel van 's Pausen wereldlijke magt,
zal, wij houden ons daarvan overtuigd, ons parle
ment erkentelijk zijn voor zijne beslissing. De
Nederlandsche bevolking, die nu juist niet, zooals
de heer Luyben scheen te onderstellen, uit louter
Commune-mannen en aanhangers der Internationale
is zamengesteld, »die het op den Paus gemunt heb
ben," zal eene beslissing toejuichen, waarvan het
gevolg is, dat wij nimmer in eenige moeijelijkheid
zullen worden gewikkeld, ook dan niet, wanneer
congressen worden belegd of andere demonstratiën
worden gehouden tot herstel der wereldlijke magt
des Pausen. Maar zelfs het Katholieke deel onzer
bevolking zal, bij rijper nadenken, moeten erken
nen, dat' deze beslissing ook voor onze Katliolijke
landgenooten voordeelen oplevert. Terwijl hunne
kerkelijke belangen toch niet aan een gezant kon
den worden toevertrouwd, mogen zij niet voorbijzien,
dat de eensgezindheid, welke hun allen zoozeer ter
harte ging en welke den grondtoon hunner adviezen
uitmaakte, oneindig beter zal worden bevorderd, als
't godsdienstig element uit de politieke beraadsla
gingen zal zijn geweerd- Eerst dan zal een zuivere
adem over onze staatkunde heengaan eerst dan
zal eene gezonde partijgroepeering in den consti-
tutioneelen staat mogelijk zijn eerst dan zal, in
plaats van godsdienstige belangen te tooijen met
het valsche opschriftstaatsbelang, het ware staats
belang worden opgespoord en gediend."
Te s Gravenhage loopt het gerucht, dat de mi
nister van oorlog zijn ontslag zou hebben gevraagd.
Het tijdstip zijner aftreding zou echter nog niet be
paald zijn.
Het Vaderland deelt dit gerucht niet dan onder
reserve mede.
Als kandidaten voor de Ilde kamer-vacature te
Amsterdam, worden genoemd de heeren Insinger,
de Bordes en Jansende ontwerper van de brug
over den oceaan.
De jongstleden Vrijdag avoud gehouden verga
dering van den raad dezer gemeente werd door al
de leden en den secretaris bijgewoond.
Van de punten op de agenda vermeld, werden
de acht eerste afgehandeld, t. w.:
1. De heer H. M. Hubregtse, hulponderwijzer te
Sluis werd benoemd tot hulponderwijzer aan de
school der le klasse.
2. Tot leden der commissie van classificatie der
minvermogende schoolkindereu werden beaoerad
de heeren J. A. A. Fransen van de Putteals wet-
houder, voorzitter, A. Nortier Pzals lid van den
raad, B. M. den Boer, als lid van het burgerlijk