2
tober jl.omtrent de benoeming en de jaarwedden van het on
derwijzend personeel aan de fransche meisjesschool, waardoor deze
post met 900,verhoogden in zijn geheel tot een bedrag
van 23510,uitgetrokken moet worden.
Dit wordt goedgevonden.
Nog zegt de Voorzitter dat van den leeraar in de gymnastiek
een adres is ingekomen om verhooging zijner jaarwedde.
Aaugezien het advies der commissie van toezigt op de scholen
voor middelbaar onderwijs op dit adres gevraagd, doch nog niet
ontvangen is, volgens den heer mr. Hanlo veroorzaakt door ver
schil van gevoelen bij de commissie, zal de jaarwedde voor als
nog op hetzelfde bedrag behouden worden.
De heer dr. Callenfels vraagthoe de vacature vervuld is
ontstaan door het eervol ontslag van den heer W. Swart als leer
aar aan de Burger-avondschool
De Voorzitter zegtdat diens lessen tijdelijk worden waarge
nomen door twee leeraren aan de Hoogere Burgerschool en dat
burg. en weth. een voorstel aan den raad zullen doen, tot ver
vulling der vacaturezoodra het onderwijzend personeel in de
gemeente compleet is.
De heer dr. Callenfels bedankt voor deze inlichting.
Bij hoofdstuk I afd. II art. 11. Jaarwedde van den commis
saris van politie geeft de heer dr. Callenfels te kennen een be
leefd verzoek te hebben. Het nestjes uithalen, goudvisschen stelen,
sloten openbreken geschiedt op groote schaalmeestentijds des
zomers en in den vroegen morgen, voornamelijk aan den Oost
singel. Spr. zou wel wenschen, dat zich daar een enkele maal een
politie-agent bevond.
De Voorzitter zegt, dit verzoek aan den commissaris van politie
te zullen overbrengen.
Bij hoofdstuk II afd. II art- 7. Kosten voor boek-, druk- en
bindwerk 300,beeft de commissie van finantiën de volgende
opmerking: „Voor 1871 was uitgetrokken 275; voor 1870
slechts 250. Bij de commissie is de vraag gerezen of er ook
eene bekende oorzaak bestaat voor deze geleidelijke, trapsgewijze
verhooging van niet minder dan 20 in twee jaren?"
Burg. en weth. antwoorden daarop: „Deze post is niet ge
leidelijk, trapsgewijze verhoogd, maar verhoogd naar gebleken be
hoefte. Gedurende vele jaren vóór 1870 was die uitgetrokken op
360,In 1870 werd die voor het eerst op 250,begroot;
doch bleek het uit de rekening over het jaar 1870, dat die post
te gering was geraamd; daarom werd zij voor 1871 op 275,
vastgesteld. Daar echter het drukken van volumineuse rapporten,